Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 09/02/2011
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de procedure tot schadevergoeding bij planschade
- 964 (2010-2011)
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Voorzitter, minister, collegas, bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen kan planschade ontstaan. In deze gevallen kan een bouw- of verkavelingsverbod aanleiding geven tot een beperkte schadevergoeding, planschadevergoeding genaamd.
Deze planschadevergoeding wordt toegekend als een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen, terwijl het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat definitieve ruimtelijke uitvoeringsplan wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen.
Deze vergoeding krijgt men echter niet automatisch. Hiervoor is er altijd een procedure vereist die door de planschadelijdende partij aanhangig moet worden gemaakt voor de rechtbank van eerste aanleg. Deze procedure en reglementering zijn vrij complex. De decreetgever voorzag immers in een grote reeks uitzonderingen.
Minister, in antwoord op mijn schriftelijke vraag van 4 november 2010 vernamen we van u dat er tot op heden een duizendtal gerechtelijke procedures werden opgestart met het oog op het vergoeden van planschade. Slechts in een 100-tal zaken werden uiteindelijk ook schadevergoedingen, goed voor een totaalbedrag van 18 miljoen euro, uitbetaald.
Minister, u kondigde ook aan dat onderzocht werd of de huidige gecompliceerde gerechtelijke procedure niet vervangen kan worden door een eenvoudigere administratieve procedure naar analogie met de regeling voor de bestemmingswijzigingscompensatie. Welke stappen werden in tussentijd reeds ondernomen om deze procedure te vereenvoudigen? Kunt u al iets meer zeggen over hoe deze procedure er mogelijk zal uitzien? Tegen wanneer hoopt u deze aanpassing door te voeren? Op welke wijze zal de rechtszekerheid voor de aanvrager gegarandeerd blijven?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : In mijn beleidsbrief heb ik een onderzoek ingeschreven naar de mogelijkheid om de gerechtelijke procedure tot het verkrijgen van planschade te vervangen door een administratieve procedure.
Binnen het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO) is een werkgroep samengesteld die zich daarover buigt. Zij gaan na wat er vandaag bestaat in de bestemmingswijzigingscompensatie die wordt aangevraagd bij de Vlaamse Landmaatschappij en bij de schade die volgt voor aanduiding van duinengebied bij LNE. Ze kijken in welke mate het beoordelingskader bij die twee nuttig is voor het geval van planschadevergoeding.
We moeten ook kijken naar de gevolgen van een eventuele omschakeling naar een administratieve procedure voor planschadevergoeding. Die moeten worden geëvalueerd op het vlak van inzet van personeel en middelen.
Hoe de administratieve procedure voor planschade er uiteindelijk zal uitzien, zal afhangen van de resultaten van het onderzoek. Ik verwacht een advies. Ik veronderstel dat RWO daar met bekwame spoed aan werkt.
De procedure moet transparant zijn voor de burger, werkbaar voor de administratie en verdedigbaar vanuit budgettair oogpunt. Het spreekt voor zich dat het behoud of het verhogen van de rechtszekerheid van de burgers centraal staat. De burger die het daar niet eens mee is, moet de mogelijkheid krijgen om beroep aan te tekenen bij de Raad van State.
Het installeren van een administratieve procedure voor planschade maakt een decretale wijziging noodzakelijk. Ik wil dat laten aanleunen bij andere initiatieven zoals het herwerken van het financieel instrumentarium in het beleidsveld Ruimtelijke Ordening. Ook het systeem van de planbaten zal worden geëvalueerd. We moeten een beter evenwicht zoeken tussen de opbrengsten van het plan en het vergoeden van de planschade. Verder wordt gestreefd naar een coherenter systeem van subsidiëring. Ook de subsidiëring moet daaraan gekoppeld worden. Het lijkt me best om dit alles geïntegreerd te benaderen. Zowel op het gebied van de planschade, de planbaten als van de subsidies streef ik ernaar om tegen het zomerreces een duidelijk beeld te kunnen geven waarna een stappenplan zal worden opgemaakt voor de verdere implementatie.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Minister, ik kijk met grote belangstelling uit naar de verdere opvolging van dit dossier. Niemand kan iets hebben tegen vereenvoudiging. U moet er echter wel voor zorgen dat uw administratie niet tegelijk rechter en partij is. Tot slot blijft rechtszekerheid voor de burger heel belangrijk.
De voorzitter : Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Ik wil nog een suggestie doen die eventueel door de werkgroep kan worden onderzocht. Soms heeft de overheid plannen voor onteigeningen die niet worden uitgevoerd. Men heeft dan het recht om naar de rechtbank te gaan om dit te laten vernietigen. Bestaat er geen mogelijkheid om dit automatisch vervallen te verklaren als de overheid haar plannen na tien jaar niet heeft uitgevoerd?
De voorzitter : Het incident is gesloten.