Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 27/01/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Martine Fournier tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over het stimuleren van grensarbeid
- 855 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Voorzitter, minister, collegas, mijn vraag gaat over grensarbeid, wat al verschillende keren aan bod is gekomen. Grensarbeiders genieten van een fiscaal gunstig regime, waarbij ze de sociale zekerheid kunnen betalen in het land waar ze werken en de belastingen in het land waar ze wonen. Dat heeft vooral voor Fransen die in België werken, heel veel financieel voordeel.
Europa heeft aan de Franse overheid en onze overheid gezegd dat we dit statuut moeten afbouwen. Vanaf 2012 kunnen er geen nieuwe grensarbeiders meer in dienst worden genomen. Voor de mensen die genieten van dit statuut, is er een uitdoofscenario op een twintigtal jaar.
Momenteel zijn er ongeveer 20.000 grensarbeiders actief in ons land, ongeveer 9000 daarvan in zuidelijk West-Vlaanderen. Op de nieuwjaarsreceptie van Voka West-Vlaanderen werd hierop uitvoerig ingegaan. Men is vooral bang dat de instroom van die Noord-Franse werkkrachten zal stilvallen, omdat de arbeiders geen voordelen meer krijgen. Bijkomend probleem is dat het hier vooral om knelpuntberoepen gaat. Het zal dus moeilijk worden om deze vacatures in te vullen.
Minister, welk acties zult u nemen om Noord-Franse arbeiders te stimuleren om blijvend te komen werken in onze grensregios?
De voorzitter : Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn : Ik wil de vraag ondersteunen. Door de vergrijzing is onze arbeidsmarkt aan het krimpen. De collegas van deze commissie spreken daar wellicht vaak over. De beslissing die in 2008 werd genomen, in uitvoering van de vraag van Europa, om de regelgeving voor het grensarbeiderstatuut aan te passen, moeten we misschien opnieuw bekijken. Moet er geen nieuwe visie worden ontwikkeld om grensmigratie en arbeid net over de grens toch te stimuleren?
We doen dat in eerste instantie ook met Wallonië, maar we merken in West-Vlaanderen dat dat niet volstaat. Misschien moet er een voorwaarde worden ingebouwd: we kijken eerst naar Wallonië en als het zo niet lukt om alle vacatures in te vullen, kijken we toch weer naar Frankrijk, met een interessant statuut of niet.
Minister, lag dit probleem al op uw tafel of is de vraag nieuw voor u?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Dit is een moeilijk probleem. Als ik me niet vergis, heeft federaal minister Reynders onder andere met Voka West-Vlaanderen een uitdoofscenario van twintig jaar als een mogelijke oplossing bedacht. Het is federale en Europese materie. Ik denk dat er een vrij aanvaardbare oplossing voor het probleem is afgesproken. Al is het eigenlijk geen oplossing: het is een geleidelijk invoeren van het probleem. Europees zijn de mogelijkheden beperkt om veel te doen richting Frankrijk. Daarbij kan enkel de federale overheid op het vlak van sociale zekerheid dingen doen.
Wat kunnen we wel doen? Zoals er voor Wallonië gesprekken zijn tussen de VDAB en Le Forem, heeft de VDAB ook met de andere regios contacten. In de grensregio met Frankrijk vertaalt zich dat in het versterken van arbeidsmobiliteit met de bemiddelingsdienst Pôle emploi. Er bestaat vacature-uitwisseling met Pôle emploi waarbij minstens tien vacatures vanuit de VDAB telkens worden doorgegeven. Op regelmatige tijdstippen zijn er ook rondetafels, jobbeurzen en dergelijke.
Ik zal eerlijk zijn: volgens mij zal dat het probleem dat u aanhaalt, mevrouw Fournier, niet oplossen. Het is niet omdat er vacatures zijn dat de Fransen naar West-Vlaanderen komen, maar omwille van het gunstige statuut. Ik denk dat we in Frankrijk niet direct de oplossing zullen vinden als dat statuut uitdooft. De kans bestaat dat de Fransen minder snel zullen komen en die verdere verplaatsingen zullen doen als het financieel statuut minder gunstig is. Dat is de moeilijkheid.
Wat kunnen we wel doen? Kunnen we de Vlamingen daar verder activeren? De werkloosheidsgraad is laag in die omgeving en de werkzaamheidsgraad hoog. Een oplossing via activering is dus ook niet echt een mogelijkheid, vrees ik. Aan de kust is er wel iets meer werkloosheid, maar dan bots je snel op de grenzen van de mogelijkheden. Een passende betrekking en de afstand naar de job spelen mee. Dat is federale materie.
Een derde mogelijkheid is natuurlijk te kijken naar Wallonië. Dat is een heel goede mogelijkheid. Tussen de VDAB en Le Forem loopt het ook wel. Er worden heel wat vacatures en dergelijke meer uitgewisseld. Op het moment echter dat iemand uit Wallonië niet wil ingaan op een vacature in Vlaanderen, is het nog altijd Le Forem die moet zorgen voor de transmissie. Ook dat ligt niet in onze handen.
Misschien is intensifiëren een mogelijkheid. Maar ook dat is niet zo evident. We doen wat we kunnen. Ik wil de zaak wel nog verder bekijken.
Op dat vlak zit ik vast. Ik zit vast wat Frankrijk betreft, wat Vlaanderen betreft, wat Wallonië betreft. Ik zie niet direct een oplossing om met de weinige mogelijkheden die ik als Vlaams minister heb, veel te doen. Gelukkig is er een geleidelijke overgang.
Voka West-Vlaanderen heeft het probleem nog eens duidelijk naar voren gebracht op zijn nieuwjaarsreceptie. Ik zal ook met zijn vertegenwoordigers het gesprek aangaan om te kijken welke oplossing mogelijk is. Ik moet het natuurlijk kunnen binnen mijn bevoegdheid. Ik ben graag bereid te kijken welke mogelijkheden er volgens hen zijn. Maar, eerlijk gezegd, ik zie ze vandaag niet direct.
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Minister, ik dank u voor uw eerlijk antwoord. Het is niet volledig positief, maar wel heel eerlijk. Het klopt dat het vaak federale of Europese materie is en dat we niets kunnen doen aan het fiscaal statuut. De Fransen komen naar België werken omdat ze een financieel voordeel hebben van, naar wat ik hoor, 400 à 500 euro per maand. Als dat wegvalt, krijgt men ze met geen stokken meer naar West-Vlaanderen, denk ik.
Het is een probleem voor de West-Vlaamse, en vooral de Zuid-West-Vlaamse, bedrijven. Er zijn heel wat knelpuntberoepen. Ik denk daarbij aan Picanol, dat in de gieterij bijna uitsluitend met Franstaligen werkt. In de toekomst zal dat een heel groot probleem vormen.
De enige mogelijke oplossing ligt bij de mensen van Henegouwen. De kust ligt al wat verder. Henegouwen ligt naast onze deur. Ik stel een nauwere samenwerking tussen Le Forem en de VDAB voor. Het is de enige oplossing die ik momenteel zelf zie.
Minister, ik ben ook blij dat u bereid bent om nog eens met Voka te praten om na te gaan of er eventueel andere mogelijkheden zijn. Qua mobiliteit tussen Henegouwen en West-Vlaanderen kan er misschien iets worden gedaan om de mensen gemakkelijker naar West-Vlaanderen te krijgen. Ook het taalprobleem moet niet worden onderschat. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Dat klopt, maar ik denk dat een West-Vlaming of Vlaming eerder van een Fransman aanvaardt dat hij Frans spreekt op de werkvloer dan van een Waal. Dat zou niet mogen, maar er is een enorm verschil. Een Fransman spreekt Frans, maar van iemand van Wallonië wordt verondersteld dat hij Nederlands kent.
Ik wacht uw gesprekken met Voka af. Hopelijk horen we er dan meer over.
De voorzitter : Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn : Minister, ook ik dank u voor uw eerlijk antwoord. Ik vraag u toch van nabij op te volgen wat er met het uitdovend statuut gebeurt en welke gevolgen dat heeft. Ik denk niet dat iedereen zal wegblijven. Ik heb de indruk dat een aantal Fransen zullen blijven komen, ook zonder dat statuut. We moeten heel goed kijken welke factoren maken dat ze toch naar hier komen. Misschien kan dat zorgen voor nieuwe impulsen. U kunt natuurlijk de wetgeving ter zake niet veranderen, maar als minister van Werk kunt u wel de zaak van heel nabij opvolgen, zodat we zeer snel zien welke indicatoren wel een invloed kunnen hebben en die dan ook versterken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.