Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 18/01/2011
Interpellatie van de heer Wim Wienen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de intentieverklaring tussen de VRT en het productiehuis Woestijnvis in het kader van het aangaan van een zogenaamd preferentieel partnership
- 66 (2010-2011)
Interpellatie van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het preferentieel partnership tussen de VRT en Woestijnvis
- 70 (2010-2011)
Interpellatie van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de nieuwe overeenkomst tussen de openbare omroep VRT en het productiehuis Woestijnvis
- 71 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, minister, geachte leden, we weten allemaal dat het exclusiviteitscontract tussen de openbare omroep VRT en Woestijnvis dit jaar eindigt, op 30 juni 2011. We hebben in het verleden dikwijls vastgesteld dat die overeenkomst, op zijn zachtst uitgedrukt, een problematische overeenkomst is geweest. Vooral in de vorige legislatuur heeft dat tot heel wat discussie geleid, ook in deze commissie. Ik heb dat toen wat gevolgd van aan de zijlijn. We hebben het rapport gehad van het Rekenhof over de bonussen die werden gegeven aan Woestijnvis. Ook ging dat over het feit dat het een relatief duur contract was. Daarop zullen we dus niet verder ingaan. Wel luidde de conclusie min of meer, ook bij de meerderheid, dat het niet langer wenselijk was dat de VRT nog een exclusiviteitscontract zou afsluiten met Woestijnvis of een ander productiehuis, zeker in het licht van de krappe budgetten.
We voeren hier besprekingen over een nieuwe beheersovereenkomst. In het kader daarvan worden suggesties gedaan, ook door de meerderheid. Het valt me op dat de VRT niet heeft gewacht op de conclusies ervan, noch van het parlement, noch van de minister, en eigenlijk enigszins is gaan vooruitlopen op die beheersovereenkomst. Ze heeft een intentieovereenkomst gesloten met Woestijnvis met betrekking tot een preferentieel partnerschap. Als ik de media, en vooral dan het persbericht van de VRT, mag geloven, zou dat onder meer inhouden dat programmavoorstellen die Woestijnvis heeft ontwikkeld, eerst zouden worden voorgelegd aan de VRT, die dan de kans zou krijgen om al dan niet op dat voorstel in te gaan. Ook zouden de zogenaamde Woestijnvisgezichten exclusief verbonden blijven aan de VRT.
Woestijnvis is een bedrijf in een zeer concurrentiële omgeving. Het is allesbehalve een liefdadigheidsinstelling. Om die reden vraag ik me af wat Woestijnvis daarvoor in ruil verwacht van de VRT. Ik vermoed dat het dan natuurlijk om geld gaat. Dat men deze overeenkomst afsluit en dat preferentieel partnerschap aangaat, heeft budgettaire implicaties.
Minister, was u ervan op de hoogte dat de VRT die intentieovereenkomst zou afsluiten? Wat zijn de concrete bepalingen, of toch de belangrijkste, tussen de beide partijen? Wat zijn de budgettaire implicaties daarvan voor de VRT? Wat zijn de hoofdredenen voor de VRT om deze intentieovereenkomst af te sluiten? Wat is uw standpunt ter zake? Doorkruist een dergelijke intentieovereenkomst niet de onderhandelingen en de besprekingen van een nieuwe beheersovereenkomst? Ik vermoed immers dat, als die intentieovereenkomst verder wordt uitgewerkt, ze ook deel zal uitmaken van de beheersovereenkomst. In welke mate zet de VRT u niet voor een voldongen feit? Hebt u contact gehad met de VRT-directie, en hebt u die duidelijk gemaakt dat dergelijke voorafnames op een toekomstige beheersovereenkomst niet wenselijk zijn?
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, minister, ik wil van de gelegenheid gebruik maken om te vragen dat u een boodschap zou overmaken aan de VRT. Ik heb dit weekend iets leuks gelezen: een koekjesfabrikant die moet besparen, klaagt en zaagt niet publiekelijk dat zijn koekjes naar niets meer zullen smaken. Ik vond dat eigenlijk heel toepasselijk voor de openbare omroep. Die moet eens stoppen met klagen en zagen. In elk bericht dat we in de pers zien, zeggen ze programmas te zullen afschaffen omdat ze moeten besparen, om zo de zwartepiet door te spelen aan de politiek en aan u, als minister van Media. Dat was een zakelijke mededeling, los van de interpellatie.
Ik kan hier kort over zijn. Met dit preferentieel partnerschap ontdoet de openbare omroep zich van het laatste monstercontract. Nu kunnen we daar blij om zijn, want we hebben daar dikwijls over gediscussieerd. Er is een intentieverklaring getekend voor de periode van midden 2012 tot 2015, die de exclusieve relatie ombuigt naar een preferentieel partnerschap.
Voor de mensen die dit dossier niet zo volgen: dit betekent dat de VRT als eerste mag kiezen of ze door Woestijnvis gemaakte programmas koopt of niet. Het is een voorkeursbehandeling. Als ik het goed begrijp, zal er tot midden 2012 niets veranderen. Dat is niet zo ver meer verwijderd: het is al 2011. Daarna is het echter zon beetje de grote onbekende zone. Woestijnvis zal dan ook voor andere zenders programmas kunnen maken, na 2012. Tot daar aan toe. Daar kan men niet voor of tegen zijn, dat is een beslissing van een bedrijf.
De CEO, een zekere Vandenhaute, stelt: Dat geeft zowel de VRT als ons de kans om op een rustige manier de toekomst voor te bereiden. Ik krijg dan het gevoel dat men de kat uit de boom kijkt, dat wordt ingestemd met iets waarover men nog niet heeft onderhandeld, en vooral dat er tijd wordt gekocht om voort na te denken over de toekomst. Nu, Sandra De Preter en de VRT hebben het initiatief genomen, maar als we de ruime media mogen geloven, benadrukt Vandenhaute de wurggreep van de onzekerheid. Ik kan dat wel begrijpen. Woestijnvis is ooit opgericht met een blanco cheque van de openbare omroep, met belastinggeld, en is zo kunnen uitgroeien tot een groot mediabedrijf met de nodige invloed en nu ook printmedia en alles wat daarbij hoort. De communicatie over die intentieverklaring moet dan in detail worden besproken.
Ik weet dat er hier een eeuwige discussie is over de vraag of we dat allemaal wel moeten weten, maar in dezen is dat niet onbelangrijk. Het gaat immers over de hofleverancier, de grootste leverancier van de openbare omroep. Soms rijst daarbij de vraag waar de rechten zitten en waar er een invloed is. Niemand wil zeggen of er prijstoegevingen zijn geweest. We hebben hier vaak gevraagd hoe het nu zit met Woestijnvis, nu andere productiehuizen moeten besparen. Ik vind dat we daar toch ook recht op hebben. Er wordt gezegd: met de VRT als het kan, zo niet buiten de VRT. Dan krijgen we de officiële communicatie.
De heer Philippe De Coene, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
We weten allemaal in ondernemend Vlaanderen dat Woestijnvis nog een paar ideeën heeft met betrekking tot de mediawereld, van een eigen zender tot een eventueel bod op SBS in de etalage. De CEO van Woestijnvis legt altijd diverse ijzers in het vuur.
Midden vorig jaar, vóór De Preter, was het al duidelijk dat het exclusiviteitscontract niet meer houdbaar was en dat de relaties niet meer zo hartelijk waren. Dat weet u ook. Daarom heb ik de indruk dat men ons probeert blij te maken met een dode mus. Een intentieverklaring is iets helemaal anders dan het contract dat Woestijnvis heeft, en de clausules die dat contract bevat. Dat contract is een tijd geleden op straat gegooid: we weten dus wat erin staat. Een intentieverklaring is niet meer dan dat. Dan rijzen bij mij natuurlijk een aantal vragen.
Minister, u hebt de lijstjes ook gezien van personen die een invloed hebben in de mediawereld. U zult hebben gezien dat Woestijnvis en Vandenhaute boven de openbare omroep staan, terwijl de openbare omroep wordt gefinancierd met belastinggeld. Dat is nog steeds het meest pijnlijke in deze kwestie. Heel dat bedrijf is gecreëerd met belastinggeld. Men zou bijna kunnen zeggen dat de overheid zelf Disneyland speelt op televisie, naast de televisiezenders.
Minister, dit zal waarschijnlijk nog voort worden gevolgd. Ik begrijp dat dit wat breed wordt uitgesmeerd in de pers, maar dan stellen wij daar natuurlijk vragen over. Op basis van welke argumenten is er gekozen voor dit partnershipmodel? Ik mis die argumenten enigszins. Dit loopt tot 2012. Stel dat Woestijnvis besluit om, ondanks de intentieverklaring, niet meer preferentieel te produceren voor de openbare omroep. Welk effect heeft dat dan voor die openbare omroep met betrekking tot het bezit van de rechten? Ik weet het, mijn vraag is enigszins op het randje. Ik kan echter niet anders. Ik heb daar nog steeds geen antwoord op gehad, ook niet tijdens de diverse zittingen met de VRT. Die vraag is niet onbelangrijk: als een groot deel wordt meegenomen, en er blijft niets achter, dan vermoed ik dat de VRT opnieuw zal komen aankloppen bij u en ons. Ik vraag me af of men door deze beslissing het aandeel van de andere productiehuizen binnen de 25 procent externe producties doet toenemen. Ik weet dat u geregeld vragen stelt aan de VRT als wij u vragen stellen, dus ik vermoed dat ze u daar een zeer duidelijk antwoord op heeft gegeven, en dat u me dat met veel plezier zult vertellen.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Voorzitter, minister, u zult waarschijnlijk al weten dat ik toejuich dat Woestijnvis, dat toch wel kwalitatief goede producties heeft en de jongste jaren een belangrijk aandeel heeft gehad in het succes van de openbare omroep, blijft samenwerken met die openbare omroep. Ze zouden zelfs preferentiële partners worden. Ik heb daar alle begrip voor. Het contract loopt in juni 2011 ten einde. Het is niet meer exclusief. Dat is ook een goede zaak. Dat Woestijnvis kan leveren aan anderen komt de concurrentie ten goede, hoewel ik niet weet of Woestijnvis meteen voor VMMa zal moeten leveren. VMMa heeft immers net aangekondigd volledig met belspelletjes te zullen stoppen. Het is een Woestijnvisprogramma dat daartoe de aanleiding heeft gegeven. (Opmerkingen)
Ik begrijp dat er op een bepaald ogenblik iets moest gebeuren. Ik heb daar enkele vragen over. Er zijn nog een aantal onduidelijkheden. Ik kan begrijpen dat men niet alles zomaar op straat gooit als het gaat over contracten. In welke mate is die overeenkomst bindend? Welke engagementen zouden er worden genomen? Hoe zit het met de zogenaamde succespremies? Er zijn toch een aantal zaken die wel zouden kunnen worden meegedeeld aan dit parlement. Wat is de bedoeling van dit contract? Ik vraag niet dat de details zouden worden meegedeeld, maar we zouden toch moeten weten wat het begrip preferentieel inhoudt en wat de toekomst nog zal kunnen bieden. We vinden het echter een goede zaak dat dit contract is opengebroken en dat de samenwerking wordt voortgezet.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Voorzitter, ik was ook verrast toen ik dit hoorde. Net als iedereen ben ik bekommerd om de kwaliteit van onze openbare omroep. Woestijnvis is een heel belangrijke hofleverancier: laten we daar duidelijk over zijn. Het levert heel veel van de basiscontent die de naam en faam van de VRT uitmaakt. De kritiek die er was op de exclusiviteitsrelatie, is hiermee weg. Toch is er een bevoorrechte relatie, wat betekent dat de kwalitatieve input in eerste instantie bij de VRT terechtkomt. Eerlijk gezegd: ik vind dit een goede zet.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, ook wij vinden dit eigenlijk een goede oplossing. Het omzetten van een exclusieve relatie naar een preferentiële relatie betekent dat de banden niet worden doorgeknipt. Was dat wel het geval geweest, dan zou dat jammer zijn geweest. Er komt echter wat ruimte, ook voor andere productiehuizen. We vinden dit inderdaad een stap in de goede richting.
De heer Philippe De Coene : Namens mijn fractie wil ik ook een bedenking maken. Toen ik het nieuws hierover vernam, had ik het gevoel dat men de slechte zaken in die relatie met Woestijnvis heeft laten vallen en dat men de goede zaken heeft overgehouden. In deze commissie werd er veelvuldig over geklaagd dat de VRT een exclusiviteitscontract had met Woestijnvis en daar zeer veel voor betaalde. Een aantal leden hebben dat trouwens nog eens in herinnering gebracht.
We moeten echter voorzichtig zijn: ik heb begrepen dat dit een intentieverklaring is. Dit is nog niet gefinaliseerd. Een van de twee potentiële contractanten kennende, zal die misschien nog niet al zijn kaarten op tafel leggen. Wel zou het idee zijn dat, als Woestijnvis komt aanzetten met een verrassend, verleidend idee voor een nieuw programmaconcept, de VRT dan bij wijze van spreken een soort voorkooprecht ik weet niet of dat juridisch correct is zou hebben, dus de eerste kans zou hebben om daarop in te gaan. Dat is een goede zaak. We moeten immers wel bekennen dat, los van de opportuniteit, van de exclusiviteit die er al dan niet is en de prijs die men daarvoor betaalt, Woestijnvis er de afgelopen jaren mee in geslaagd is om een aantal zaken te maken, te brengen, die toch wel getuigden van een zeer grote kwaliteit en die blijkbaar toch wel gesmaakt werden.
In die zin denk ik dat we de goede zaken behouden en dat de minder goede kanten, waarvoor zoveel collegas hebben gewaarschuwd, namelijk die bijna onlosmakelijke band, veel losser is gemaakt. We moeten afwachten wat dat oplevert van principeovereenkomst naar definitieve overeenkomst. Maar mij leek dat alleszins in de geest te liggen van wat dikwijls werd bepleit in de commissie.
Ik besluit met een laatste bedenking. Het staat hier op de agenda in een sfeer van coulantheid of openheid. Als men het op de keper beschouwt, meen ik toch te weten dat dat waarschijnlijk een van de dingen is die behoren tot een soort operationele vrijheid van het huis krachtens het decreet en krachtens de beheersovereenkomst. Ik denk dat we het huis een zekere vrijheid moeten laten om die contractuele relaties, die samenwerkingsverbanden met productiehuizen met een grote autonomie te behandelen.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Voorzitter, ik heb uiteraard contact opgenomen met de VRT. Ik zal proberen u een zo volledig mogelijk antwoord te geven.
Ik was op de hoogte van het feit dat de VRT en Woestijnvis met elkaar in gesprek waren. De concrete intenties en de uitkomst van die gesprekken kon ik op voorhand niet inschatten. Dat is een interne strategische aangelegenheid van de VRT.
Het afsluiten van deze intentieverklaring is een strategisch operationele aangelegenheid die tot de autonome bevoegdheid behoort van het management en de raad van bestuur. Ik wil ook benadrukken dat het hier gaat om een intentieverklaring en geen akkoord. De toekomstige beheersovereenkomst moet nog worden besproken. Ik benadruk nog eens wat ik al tijdens de plenaire vergadering heb gezegd, met name dat deze intentieovereenkomst volledig past binnen het huidige decreet en de huidige beheersovereenkomst. Ze komt ook tegemoet aan de standpunten en moties die het parlement in het verleden daarover heeft ingenomen. Ik zie dan ook geen probleem. Dat betekent niet dat wij niet verder zullen praten over de verhoudingen van de VRT met haar onderaannemers en leveranciers. Als we daarover passages opnemen in de beheersovereenkomst, dan geeft precies het feit dat het om een intentieovereenkomst gaat, weer dat er nog voldoende ruimte is om daar rekening mee te houden.
Er is dus correct gehandeld. Enerzijds moest de VRT de belangen van de continuïteit van haar programmatie en de relatie met haar leveranciers beheren, anderzijds moet zij ook rekening houden met de standpunten die in het parlement zijn ingenomen. Door het afsluiten van een intentieovereenkomst laat zij ruimte om dat verder te specificeren. De strategische overwegingen bij beide partijen zullen mee worden bepaald door de volgende beheersovereenkomst.
De VRT houdt rekening met de impact van de besparingen en met de reeds geuite bezorgdheden over de eventuele voortzetting van een exclusiviteitregeling.
Over de opdracht van de VRT inzake audiovisuele productie en haar relatie tot externe productiehuizen zal in het kader van de voorbereiding van de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT-directie gesproken worden.
De VRT en het productiehuis Woestijnvis hebben een kader afgesproken op basis waarvan ze in de toekomst zullen samenwerken. Ze zullen de komende jaren op een nieuwe basis nauw blijven samenwerken. Na juni 2011, bij het aflopen van het huidige exclusiviteitscontract, volgt een overgangsjaar waarin het merendeel van de huidige Woestijnvisproducties, onder meer de succesprogrammas, behouden blijft. Het totale productievolume zal wel lager liggen en houdt rekening met de besparingsdoelstellingen van de VRT. Woestijnvis kan na juni 2011 ook samenwerken met andere partners omdat de exclusiviteitsrelatie dan ophoudt. De bekende schermgezichten blijven wel exclusief te zien in programmas op de VRT.
Voor de periode vanaf midden 2012 tot midden 2015 is een intentieverklaring getekend die de exclusieve relatie ombuigt naar een preferentieel partnership, waarbij Woestijnvis programmavoorstellen eerst aan de VRT zal voorleggen.
Het afsluiten van deze intentieverklaring is een strategisch operationele aangelegenheid die tot de autonome bevoegdheid behoort van het management en de raad van bestuur. Aangezien deze intentieverklaring bovendien vertrouwelijk is opgemaakt door beide partijen, kan de VRT daarover geen verdere informatie verstrekken.
De VRT en Woestijnvis hebben in het verleden goed samengewerkt. De samenwerking was succesvol voor beide partijen. De programmas van Woestijnvis sluiten nauw aan bij het DNA van de VRT en bereiken een groot publiek. Dat is een reden waarom men dit partnership verder wil ondersteunen.
Tijdens het overgangsjaar blijft het merendeel van de huidige Woestijnvisproducties, onder meer de succesprogrammas, behouden op de VRT. Nadien zal Woestijnvis programmavoorstellen eerst voorleggen aan de VRT. Ik ben in de eerste plaats bekommerd om de kwaliteit van de programmas van de VRT, veeleer dan om het marktaandeel dat ermee bereikt wordt. Ook in de volgende beheersovereenkomst blijven kwaliteit en programmas van eigen bodem belangrijk.
Door deze beslissing komt er in ieder geval een grotere opening voor andere productiehuizen, maar de uiteindelijke invulling zal onder meer afhankelijk zijn van de kwaliteit van de voorstellen die de VRT zal ontvangen en van de budgetten die de VRT in de toekomst zal uittrekken voor de verschillende programmaonderdelen.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb één bijkomende vraag en één algemene opmerking. In uw antwoord hebt u meermaals gezegd dat deze intentieovereenkomst vertrekt vanuit een strategische gegevenheid, vanuit een strategische beslissing van de VRT. Werd die intentieovereenkomst goedgekeurd op de raad van bestuur? We weten immers dat er indertijd een scheiding werd gemaakt. De raad van bestuur gaat over strategische en de directie over de operationele beslissingen. Werd dit op de raad van bestuur geconsacreerd?
Wat ik bij deze intentieovereenkomst een beetje vrees, en vooral bij de uitwerking, is dat we met dit preferentieel partnership de richting uitgaan van een soort exclusiviteitscontract light, een exclusiviteitscontract in de geest van Montignac. Ik denk niet dat dit was waar zelfs de meerderheid het over eens was. De meerderheid was het erover eens dat had ik toch zo begrepen geen exclusiviteitscontracten meer af te sluiten. Ik blijf erbij dat deze intentieovereenkomst en het verder uitwerken daarvan de facto een voorafname is op de beheersovereenkomst. Dit zal gevolgen hebben voor de beheersovereenkomst. Vorige week hebben we het daarover ook gehad in de plenaire vergadering. Ik besef natuurlijk dat het niet de bedoeling is dat de VRT haar winkel sluit tot er een nieuwe beheersovereenkomst is. Ik wil dat ook niet. Dat mag en kan niet de bedoeling zijn. Toch zou de VRT en de VRT-directie inzake nieuwe initiatieven wel enige terughoudendheid aan de dag moeten leggen in het kader van die onderhandelingsprocedures over de beheersovereenkomst.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, het ligt niet echt synch, die intentieverklaring en de contractbeëindiging. Het is een beetje parallel met wat die nieuwe beheersovereenkomst zal brengen. Ik denk dan dat de openbare omroep voorzichtig moet zijn.
Het is een beetje vreemd dat we nu een discussie voeren. Enerzijds zijn er mensen blij dat de exclusiviteit verdwijnt. Anderzijds is de vraag wie Woestijnvis destijds heeft gecreëerd en zo groot heeft gemaakt. Dat is diezelfde VRT. Er is zoveel geld ingepompt en dat productiehuis is in alle rust met een blanco cheque kunnen groeien tot een grote producent, met alle vertakkingen in de media.
Ik ben een beetje op mijn hoede. Ik vind de communicatie wat vreemd. Men heeft het over een partnershipmodel en het feit dat de VRT eerst de voorstellen krijgt. Dat is een techniek die altijd met een aantal productiehuizen, met alle zenders sowieso al gebeurde. Dat is the right of the first refusal. Dat gaat over formats, over producties. Dat is niets nieuws. Ik roep niet hip hip hoera. Men is blij met een dode mus. Dit is een aankondiging die niets voorstelt.
Minister, ik heb vragen en bedenkingen waar noch u, noch de VRT op kunnen antwoorden. Mevrouw De Preter zal ook niet worden ingelicht over de hersenspinsels van de CEO van Woestijnvis. We weten wel dat de CEO met iedereen praat, niet alleen met de VRT. Als de situatie bij de openbare omroep onzeker wordt, wil hij een eigen televisieomroep. Dat is nog veel interessanter. Moeten we nu juichen of huilen? Ik weet het zelf nog niet. Ik wacht nog even af.
Ik vind dat hier een soort schimmenspel wordt gecreëerd. Wij moeten blij zijn dat het exclusiviteitscontract in het kader van de besparingen wordt stopgezet. Ik heb daar groot voorbehoud bij, precies omdat Woestijnvis de grootste leverancier en de preferentiële partner is die telkens is ontsnapt aan elke rationalisering bij de VRT. Waarom zouden ze het nu dan wel doen?
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Ik heb er niets meer aan toe te voegen. Ik denk dat het goed is dat het parlement waakt over de goede werking van de VRT en dat wij duidelijkheid vragen over de preferenties. Ik heb vastgesteld dat iedereen het erover eens is dat de samenwerking op zich een goede samenwerking is en dat die beter behouden blijft.
Minister Ingrid Lieten : Men heeft gevraagd of dit thema op de raad van bestuur is geweest. Ik heb het even nagekeken. Het is wel degelijk toegelicht en de principes zijn afgetoetst op de raad van bestuur. Daarna heeft het management verder over het contract onderhandeld.
De voorzitter : Het incident is gesloten.