Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 20/01/2011
Vraag om uitleg van de heer Koen Van den Heuvel tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het Centrum voor Medische Innovatie en het opzetten van een Vlaamse biobank
- 701 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Deze vraag dateert van begin december. We zijn nu een paar weken verder. De laatste vraag over de directeur is intussen opgelost.
Het Centrum voor Medische Innovatie (CMI) is hier in het Vlaams Parlement begin 2010 gelanceerd. Het contract loopt tot eind 2011. Van de kredieten verloopt 1,5 miljoen euro via het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) en 8 miljoen euro via de FFEU-middelen (Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven). Ondertussen zijn ook een aantal kinderziekten opgelost. Zoals het soms in Vlaanderen gaat, is er hopelijk een productieve concurrentie tussen de universiteiten. Hier heeft men geprobeerd om ze te laten samenwerken, en volgens onze informatie heeft men daar de laatste maanden vooruitgang in geboekt.
Nu is het zaak om dit initiatief op een structurele manier te laten voortgaan omdat we allemaal overtuigd zijn van het nut ervan.
Minister, hoe ver staat de voorbereiding van de Vlaamse biobank die in de schoot van het CMI is opgericht? Is reeds begonnen met de besteding van de 8 miljoen euro om een ICT- en databeheerinfrastructuur uit te rollen die een effectieve werking van de Vlaamse biobank mogelijk zal maken? Een vraag die de komende maanden moet worden verduidelijkt is de bekommernis voor de structurele financiering van het project. We hadden 9,5 miljoen euro van FFEU en IWT. Als men in het project gelooft en dat op middellange termijn wil voortzetten en uitbouwen, is het goed dat op relatief korte termijn zekerheid wordt gegeven over de structurele financiering ervan. Minister, hoe ziet u die structurele financiering?
Mevrouw Patricia Ceysens : Het is een project dat niet gemakkelijk op te starten was. Het paste wel in de VRWI-clusters. Binnen Vlaanderen in Actie (ViA) beantwoordde het perfect aan de visie die we op lange termijn wilden uitbouwen. Het was deels het begin van het verhaal rond de grotere witte economie. Daarna is ook Flanders Care gekomen. Ik heb de indruk dat er nu wat onzekerheid is of de Vlaamse Regering dit nog wel ziet zoals het is gestart in een langetermijnvisie, aangezien er onzekerheid is over de middelen.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Collegas, de voorbereidingen voor de besteding van de 8 miljoen euro om een ICT- en databeheerinfrastructuur uit rollen, zijn bijna afgerond. De inventarisaties van de biobank en de bestaande infrastructuur worden eerstdaags verwacht. Er is een lastenboek opgesteld met de raming van de nodige investeringen voor de biobanken. De voorwaarden voor de verdere betalingen werden vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010. Die dienen ook voor de controle van de bestedingen.
In de loop van 2011, zoals voorzien, zal het IWT het CMI evalueren. Op basis van de evaluatie zal uiteraard de toekomst van het CMI nader worden bekeken. Ik kan begrijpen dat mensen altijd ongerust worden als men van evaluatie spreekt, maar het is belangrijk dat wordt geëvalueerd of overheidsmiddelen doelmatig worden besteed. Zoals verschillende collegas hebben gezegd, is het niet gemakkelijk om een nieuwe benadering en samenwerking op poten te zetten. Ik heb ook het gevoel dat men de laatste maanden serieuze vooruitgang heeft gemaakt in het vinden van een model van samenwerking. Als het zo kan worden gecontinueerd, dan zal dat blijken uit de evaluatie. Met een gunstige evaluatie kan de Vlaamse Regering dat project voortzetten, want het past perfect in de speerpuntanalyse.
Er was ook een punctuele vraag over de directeur. Inmiddels is de leiding in handen van de heer Geert Cauwenbergh. Hij is aangeduid als algemeen coördinator. Ik heb begrepen dat met hem afspraken zijn gemaakt over zijn continuering indien de financiering van het CMI na een gunstige evaluatie kan worden gecontinueerd. Als iedereen goed verder werkt in de samenwerkingsvormen die men aan het onderzoeken en installeren is, bewijst dat project zijn meerwaarde.
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Minister, hebt u het gehad over de structurele financiering?
Minister Ingrid Lieten : Zoals gepland, zal het IWT een evaluatie doen in 2011, en die zal worden gebruikt om de structurele financiering verder uit te tekenen.
De heer Koen Van den Heuvel : Het contract loopt nu tot eind 2011. De evaluatie gebeurt dan in het voorjaar?
Minister Ingrid Lieten : Het IWT zal daar werk van maken, veronderstel ik. Ik zal nagaan hoe ze de timing van die evaluatie plannen.
De heer Koen Van den Heuvel : Voor de continuïteit van het project is het toch goed dat men niet wacht tot het najaar voor daar duidelijkheid over bestaat.
De voorzitter : Het incident is gesloten.