Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 16/11/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Valerie Taeldeman tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over een mogelijke tweede kerncentrale in het Zeelandse Borssele
- 453 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Voorzitter, minister, ongeveer een jaar geleden heb ik, ook in deze commissie, een vraag om uitleg gesteld over het Nederlandse energiebedrijf DELTA Energy, dat in het Zeelandse Borssele een tweede kerncentrale wil bouwen en uitbaten. Dat gebeurde in het kader van de startnotitie voor het MER dat het bedrijf toen moest opmaken in de inspraakprocedure die hieromtrent werd gehouden.
Momenteel wordt er een tweede dossier ingediend inzake de bouw en de exploitatie van een nieuwe kerncentrale met een elektrisch vermogen van maximaal 2500 megawatt door het bedrijf Energy Resources Holding (ERH), ook op de locatie Borssele te Zeeland. De centrale zou bestaan uit een of meer productie-eenheden. De centrale kan in een of in twee fasen worden gebouwd, afhankelijk van de capaciteit van het hoogspanningsnet en van de elektriciteitsvraag.
In de mededeling van ERH van september 2010 maakt het bedrijf melding van het volgende: Ter voorkoming van eventuele misverstanden wordt erop gewezen dat dit plan van ERH los staat van het voornemen van DELTA om in de nabijheid van de huidige kerncentrale Borssele een nieuwe kerncentrale te bouwen.
Blijkbaar plant men dus twee nieuwe kerncentrales te Borssele. Met deze mededeling wil ERH de vereiste procedures in werking stellen waar het opstellen van een project-MER deel van uitmaakt.
Minister, ik wil u graag de volgende vragen stellen. Hoe verloopt de huidige inspraakprocedure? Wie wordt er geraadpleegd? Verloopt die op een andere wijze dan bij het dossier van het energiebedrijf DELTA Energy van vorig jaar? Wat is de stand van zaken aangaande het dossier dat vorig jaar werd ingediend door het energiebedrijf DELTA Energy? Zal er bij het indienen van een advies door het Departement Milieu, Natuur en Energie rekening gehouden worden met het feit dat er twee aanvragen zijn voor dezelfde gemeente?
Ik heb de indruk dat er enig verschil is tussen beide dossiers: dat van DELTA en dat van ERH. In het vorige dossier was er sprake van een werktermijn van 40 jaar, nu is er een aanvraag voor onbepaalde termijn en het huidig dossier bevat geen verwijzing naar de overstromingsgevoeligheid van de gekozen locatie. Wordt hiermee rekening gehouden bij het geven van een advies?
Ik heb ook een vraag over de recycling van brandstof, want in beide dossiers willen de indieners graag aan recycling van de uitgewerkte brandstof doen. Daarvoor moet uitgewerkte brandstof naar Frankrijk om bewerkt te worden. In België is deze praktijk stopgezet via een federaal besluit. Kan Nederland zijn afval hier dan doorvoeren?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, mevrouw Taeldeman, ik zal een aantal zaken herhalen uit het antwoord dat ik u vorig jaar gaf om toch een volledige tekening te maken.
U kent de bevoegdheidsverdeling. De federale staat België is bevoegd voor alle radiologische emissies en hun effecten op mens en milieu. Deze bevoegdheid behoort tot het Federale Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). De gewesten zijn enkel bevoegd voor de beoordeling van niet-radiologische milieueffecten in een MER-proces.
Op 20 september 2010 hebben we een brief ontvangen van het Nederlandse Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), waarin het voornemen van Energy Resources Holding B.V. werd gemeld om in Borssele een nieuwe kerncentrale te bouwen. U merkt terecht op dat er al een gelijkaardige melding werd ontvangen in juni van 2009, waarin het voornemen van een andere initiatiefnemer, met name Delta Energy B.V. werd beschreven om ook in Borssele een nieuwe kerncentrale te bouwen.
In de beide gevallen gaat het om gelijkaardige centrales, beide met een identiek maximaal elektrisch vermogen van 2500 megawatt. Gelet op de zeer grote gelijkenis tussen de twee projecten, werd door mijn administratie uiteraard contact opgenomen met het Nederlandse ministerie om hierover opheldering te vragen. In haar antwoord bevestigde de Nederlandse overheid dat het wel degelijk twee afzonderlijke, onafhankelijke plannen met verschillende initiatiefnemers betreft. Hoewel door het Nederlandse ministerie werd gesteld dat het zeer waarschijnlijk is dat beide initiatiefnemers uiteindelijk zullen samenwerken voor de realisatie van slechts één centrale, kon op dit moment toch ook niet worden uitgesloten dat beide centrales zouden worden gerealiseerd.
Op basis daarvan werd het zekere voor het onzekere genomen en werd er door mijn administratie in een aangetekende brief van 21 oktober 2010 op aangedrongen dat alle mogelijke effecten ten gevolge van de aanwezigheid van beide nieuwe centrales, elk met hun maximaal vermelde vermogen, in het op te maken MER zouden worden bestudeerd. We vragen de Nederlandse overheid dus om de cumulatie van beide nieuwe centrales, volwaardig en apart te evalueren in het op te maken MER voor ERH, het nieuwe project waarvoor de aanvraag werd ingediend in september van dit jaar.
U hebt ook een aantal deelvragen gesteld. Op basis van de informatie die wij hebben gekregen van de Nederlandse overheid, blijkt dat de inspraakprocedure op een gelijkaardige wijze is verlopen als bij het dossier van DELTA Energy B.V. De mededeling van het voornemen, een document dat kan worden vergeleken met de kennisgeving in de huidige Vlaamse project-MER-procedure, ligt van 23 september 2010 tot en met 19 november 2010 ter inzage op diverse plaatsen in Nederland en ook in de Belgische gemeenten Assenede, Sint-Laureins en Zelzate. Dat was ook het geval bij het dossier van DELTA Energy.
Tegelijk werden ook de bevoegde Vlaamse en federale overheidsinstanties geraadpleegd. Er stond ook expliciet in de communicatie van de Nederlandse overheid dat iedereen de mogelijkheid werd geboden om inspraak te formuleren op dit dossier, zowel schriftelijk, mondeling als per e-mail.
De richtlijnen voor de opmaak van het project-MER werden door de Nederlandse overheid vastgesteld op 11 juni 2010. Het MER voor dit dossier is dus momenteel nog in opmaak.
Er is inderdaad in het advies van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie met nadruk gevraagd dat en ik citeer: in het MER ook alle mogelijke cumulatieve effecten ten gevolge van de aanwezigheid van beide centrales, elk met een maximaal elektrisch vermogen van 2500 megawatt, zouden worden ingeschat. Aangezien volgens de informatie van de Nederlandse overheid niet kon worden uitgesloten dat beide nieuwe centrales zouden worden gerealiseerd, lijkt dit een logische vraag vanuit Vlaanderen.
Er werd in het recente advies over het nieuwe dossier van ERH B.V. gevraagd om rekening te houden met alle aandachtspunten die ook in het advies over het dossier van DELTA Energy B.V. werden opgenomen. Ik verwijs dan ook naar het antwoord dat ik u op 20 oktober 2009 heb gegeven. Daarin werd een grondig onderzoek gevraagd van een aantal niet-radiologische aspecten. Het ging over de invloed van de voorziene koelsystemen op de Schelde via de Westerschelde, zowel wat de thermische impact van de koelwaterlozing, de eventuele invloed op de waterkwaliteit als de impact van de koelwaterinname betreft. Mogelijke effecten hiervan op de mens via mogelijke blootstellingsroutes en op de fauna en flora zullen worden onderzocht. Verder worden ook onderzocht: de impact van de verbrandingsgassen van eventuele randinstallaties zoals back-upgeneratoren en stoomketels, de ecotoxicologische effecten door depositie van bepaalde niet-radiologische stoffen die in de lucht worden uitgestoten, de eventuele impact van de installatie op vogelmigratieroutes, de geluidsimpact bij aanleg en exploitatiefase, de landschappelijke en visuele impact zowel overdag als s nachts, en de eventuele mobiliteitsaspecten.
De beschrijving van de milieueffecten houdt trouwens geen verband met de vergunningstermijn van deze centrales, waar u in uw vraag naar verwijst. Alle milieuaspecten van bouw en exploitatie moeten integraal in het MER worden beschreven.
De overstromingsgevoeligheid is een aspect dat te maken heeft met de veiligheid van deze centrale en de mogelijke radiologische gevolgen. Gelet op de bevoegdheidsverdeling die ik daarnet al heb uiteengezet, is dit een element dat tot de bevoegdheid van de federale diensten behoort. Zij hebben in dit dossier ook een eigen advies uitgebracht op 18 oktober 2010, waarin gevraagd wordt de diverse zogenaamde referentieongevallen te beschrijven en de radiologische gevolgen ervan voor België in het MER te berekenen. Op federaal vlak wordt dus over deze aspecten gewaakt.
Ook uw laatste vraag betreft het federale niveau. Er is ook een afspraak gemaakt tussen mijn administratie en de bevoegde Nederlandse overheidsinstantie. Het is de bedoeling dat wij worden betrokken bij de verdere procedure en op de hoogte worden gehouden wanneer er verdere stappen worden gezet.
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Het gaat dus wel degelijk over twee losstaande, onafhankelijke dossiers die werden ingediend. Vorig jaar was er een op naam van DELTA en dit jaar op naam van ERH. Er is onduidelijkheid of die al dan niet gaan samenwerken. Tot op vandaag gaan we ervan uit dat het gaat om twee losstaande nieuwe kerncentrales.
Minister, ik dank u ook voor de inspanningen die gebeuren vanuit uw administratie om alle cumulatieve effecten in kaart te brengen. Toch heb ik de indruk dat er vorig jaar, niet op het niveau van het Vlaamse Gewest maar wel op het niveau van de provincie Oost-Vlaanderen, meer inspraak was. Onder impuls van de gouverneur werd een aparte infovergadering georganiseerd over die plannen van DELTA. Misschien komt die infoavond er nog onder impuls van de provincie Oost-Vlaanderen.
Ik heb in elk geval al twee moties ontvangen: een motie van de stad Gent, die is goedgekeurd op de gemeenteraad en waaruit grote bezorgdheid blijkt over de aanvraag van een nieuwe kerncentrale, en een motie die is goedgekeurd op de gemeenteraad van Assenede. Daarin wordt telkens gevraagd om de betrokken gemeenten die heel dicht bij Zeeland aangrenzen, heel goed te informeren en op de hoogte te houden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.