Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 06/10/2010
Vraag om uitleg van de heer Stefaan Sintobin tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de toekomst van het Ename Erfgoedcentrum en de toekomstige rol van de provincies inzake erfgoedbeleid in het licht van de uitgangspunten van het groenboek Interne Staatshervorming
- 108 (2010-2011)
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Het is misschien eigenaardig dat ik als West-Vlaming een vraag stel over een Oost-Vlaams dossier. Dat komt omdat tijdens het reces mijn aandacht werd getrokken door een artikel in De Standaard, dat kopte dat een nieuw gebouw dat 9,3 miljoen euro had gekost nog altijd leegstond. Het gaat over het Ename Erfgoedcentrum in Oudenaarde.
Volgens een door de provincie Oost-Vlaanderen en de Vlaamse overheid ondertekende intentieverklaring zou dit centrum voor twee derde ingevuld worden door de provincie en voor één derde door het Vlaamse Gewest. Het was volgens die intentieverklaring de bedoeling dat de buitendienst van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) Oost-Vlaanderen hier ondergebracht zou worden. Enkele ruimtes werden speciaal in functie daarvan gebouwd. Maar de buitendienst van het VIOE is blijkbaar geen vragende partij om zijn intrek te nemen in het Erfgoedcentrum Ename omdat het te veel in de periferie zou liggen. De depotruimte zou ook ontoereikend zijn om er een centraal depot voor de hele provincie van te maken.
Minister, in februari 2010 antwoordde u op een vraag van een collega dat de visie van het VIOE ten opzichte van erfgoed is veranderd en dat de inhoudelijke invulling dus niet langer beantwoordt aan de eisen van het VIOE. Het was wel zo dat de provincie Oost-Vlaanderen rekende op de invulling voor één derde door het Vlaamse Gewest. Met dit huurgeld zouden ze de verdere uitbouw van het project realiseren. Blijkbaar zou u nu toch bereid zijn om een convenant af te sluiten met de provincie, waaruit een jaarlijkse dotatie voor de werking zou moeten voortvloeien. Als voorwaarde vraagt u dat de provincie een coherent en financieel haalbaar plan presenteert voor haar erfgoedwerking.
Minister, hoe past dit in het groenboek Interne Staatshervorming dat gisteren werd voorgesteld in de commissie Binnenlands Bestuur? In het groenboek staat dat voor erfgoed zal worden onderzocht of en op welke manier de processen en bevoegdheden die hieraan zijn gekoppeld naar twee bestuurlijke niveaus gebracht kunnen worden. Ik citeer uit het groenboek, pagina 118: We leggen het zwaartepunt van het onroerenderfgoedbeleid enerzijds bij de Vlaamse overheid en anderzijds bij de gemeenten.
Wat is de verdere toekomst en wat is uw visie op de toekomst van het Erfgoedcentrum? Is er geen contradictie tussen het convenant, waaruit een jaarlijkse subsidie moet voortvloeien, en het groenboek Interne Staatshervorming, waarin het erfgoedbeleid gelegd wordt bij het Vlaamse Gewest en de gemeenten?
De voorzitter: De heer De Meulemeester heeft het woord.
De heer Marnic De Meulemeester: Minister, collegas, ik wil in de eerste plaats de heer Sintobin bedanken omdat hij als West-Vlaming toch interesse heeft in bepaalde problemen die zich voordoen in de provincie Oost-Vlaanderen. Ik kan hem geruststellen: deze problematiek is tijdens de vorige en tijdens de huidige legislatuur al vaak aan bod gekomen in deze commissie.
Dat Europees Erfgoedcentrum is een bezorgdheid van velen, niet het minst van veel inwoners van Oudenaarde. Ze vragen zich af wanneer het gebouw een zinvolle invulling zal krijgen. We weten dat er vele jaren geleden een intentieovereenkomst is afgesloten tussen de provincie Oost-Vlaanderen en toenmalig minister van Cultuur Van Grembergen. Daarin is overeengekomen dat de provincie voor een invulling zou zorgen, maar ook de Vlaamse overheid.
Dit centrum staat al enkele jaren leeg. Tal van verenigingen in Oudenaarde zien dit met lede ogen aan. De vraag naar lokalen vanuit het verenigingsleven is zeer groot, in alle steden en gemeenten denk ik. En dan zien ze dat reusachtige gebouw leegstaan, op een zeer goede locatie in het centrum van Ename. De stad Oudenaarde heeft daar, naar analogie met de afspraken die zijn gemaakt met het provinciebestuur, op eigen kosten een mooie parking aangelegd. Die ligt er nu al 2 jaar. Het is verbijsterend hoeveel inwoners vragen wanneer er nu een invulling zal komen.
Uit het antwoord dat u mij enkele maanden geleden hebt verstrekt, minister, heb ik kunnen afleiden dat er onderhandelingen zouden worden gestart, of dat die al geruime tijd aan de gang zijn, tussen u en de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Ik weet dat u zich er de voorbije maanden enorm voor hebt ingezet om tot een oplossing te komen. Ook de gedeputeerde van de provincie Oost-Vlaanderen die bevoegd is voor cultuur, doet al wat mogelijk is om binnen het beschikbare budget een oplossing te vinden.
Kan een oplossing, een vergelijk, op korte termijn in het vooruitzicht worden gesteld? Ik begrijp dat het voor u moeilijk is om te zeggen op welke dag of week er een oplossing zal zijn, maar het zou een geruststelling zijn voor veel duizenden mensen, voor de vele geïnteresseerden, indien u toch een datum kunt vooropstellen waarop er een akkoord komt tussen de Vlaamse overheid en het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, dames en heren, u zult me toestaan dat ik niet meer inga op de lange en eigenlijk ook ongelukkige voorgeschiedenis van dit dossier, want die hebben we eerder al uitvoerig besproken in antwoord op diverse vragen. Onder meer op 10 februari 2010 heb ik hierover toelichting gegeven.
Mijnheer Sintobin, ik wil er wel op wijzen dat het standpunt van het VIOE niet luidt dat wij vragende partij zijn om een deel te huren. Ooit is er inderdaad een intentieverklaring neergeschreven waarvan achteraf echter blijkt dat die niet spoort met de prioriteiten van het beleid noch met de opties inzake de Vlaamse administratieve centra, noch met de opties inzake het depotbeleid van het VIOE.
De intentieverklaring is wat ze is en ik deel uw bezorgdheid. Het gebouw is af en werd al meer dan 2 jaar geleden opgeleverd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de provincie er twee derde zou van invullen en dat één derde zou worden verhuurd aan de Vlaamse overheid. Spijtig genoeg heb ik nog geen enkel initiatief gezien voor die twee derde, tenzij het gebouw heel recent in gebruik zou zijn genomen. Het is toch wel bizar dat zulke grote initiatieven worden ontwikkeld en men na zo veel tijd nog altijd moet vaststellen dat de kar voor het paard wordt gespannen. Nu is het zoeken, zoeken, zoeken naar een oplossing.
Ik heb hier in de commissie gezegd dat ik mijn verantwoordelijkheid wil opnemen, veeleer uit aandacht voor het algemeen belang, want dat gebouw staat er nu, dan vanuit de gedachte dat we het heel goed kunnen gebruiken, want dat is niet het geval. In het gebouw werd veel geld geïnvesteerd en nu staat het leeg. Ik ben met de gedeputeerde van de provincie overeengekomen dat een convenant kan worden gesloten waarin ik een jaarlijkse dotatie uittrek voor het Erfgoedcentrum, maar dan wel op voorwaarde dat er ook een financieel en inhoudelijk masterplan wordt voorgelegd door de provincie. Tot op heden heb ik dat nog niet ontvangen. Ik heb wel al voorstellen gekregen om delen van het gebouw te huren, maar het masterplan is er nog niet.
Ik moet me natuurlijk kunnen verantwoorden, we moeten daar zinnige dingen doen. Als we het invullen, moeten we minimaal uitgaan van een masterplan. Ik wacht daarop en zodra het masterplan er is, kunnen we erover discussiëren om tot een akkoord te komen. Ik zal echter niet retroactief betalen voor iets dat ik niet gebruik, iets waar ik geen nut van heb en waar we niets uit zullen halen.
Mijnheer Sintobin, u stelt terecht de vraag in welke mate dit overeenstemt met de intenties van groenboek Interne Staatshervorming. Ik ga ervan uit dat de provincie dat als kader zal hanteren bij de uitwerking van de voorstellen, maar ik weet ook dat het geen makkelijke oefening zal zijn.
De commissie heeft gevraagd of ik mee naar een oplossing wil zoeken en ik heb geantwoord dat ik dat wil doen omwille van het algemeen belang. Niemand is ermee gediend dat het gebouw er ongebruikt blijft staan: de belastingbetaler niet, de toerist niet en de stad niet. Ik wil vanuit die zin voor verantwoordelijkheid meewerken en mee zoeken naar een oplossing, maar in ruil vraag ik dat er een echt masterplan is. Ik bekommer me er toch wel over dat het na al die tijd nog niet voorligt. De provincie zou er echt werk van moeten maken, want het was haar idee om twee derde zelf in te vullen en één derde door de Vlaamse overheid te laten invullen.
Ik zie nog geen masterplan. Ik zie nog geen invulling door de provincie. Ik sta er klaar voor en ik heb mijn bereidheid getoond. Ik wil het bedrag dat we overeengekomen zijn, betalen, maar het masterplan moet er zijn. Als het er is, hoop ik dat het zo veel mogelijk zal sporen met de interne staatshervorming. Nu staat de kar voor het paard, dat weet ik, maar niemand in deze commissie heeft gevraagd om het gebouw daar te laten staan of het af te breken. We moeten redelijk zijn, het staat er nu. Ik heb het geërfd, ik heb met de voorgeschiedenis niets te maken. Ik maak niemand verwijten, maar er moet een oplossing komen.
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefan Sintobin : Minister, ik dank u voor uw antwoord. De vraag is er gekomen omdat het voor ongelooflijk veel ergernis zorgt bij de burger en bij de verenigingen dat een gebouw van 10 miljoen euro al 2 jaar leeg staat.
Iedereen kan misschien via zijn eigen fracties in de provincieraad van Oost-Vlaanderen proberen wat druk te zetten om tot een masterplan te komen en ervoor te zorgen dat het financieel haalbaar is.
Ten slotte noteer ik ook en terecht dat de eventuele dotatie of subsidie er een is uit algemeen belang en dat u erop zult toezien dat het coherent is met het groenboek Interne Staatshervorming.
De voorzitter : Het incident is gesloten.