Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 07/10/2010
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de nieuwe flitspalen
- 2439 (2009-2010)
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over het Vlaams flitspalenbeleid
- 42 (2010-2011)
De voorzitter: De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen: Voorzitter, daarnet heeft de heer van Rouveroij in verband met de Vlaamse logistiek het beeld van Children of a lesser God gebruikt. Ik zou hier nu de uitdrukking less is more moeten gebruiken. Sinds de minister de plaatsing van 73 nieuwe flitspalen heeft aangekondigd, heeft ze van de trouwsten onder haar getrouwen een aantal opmerkingen gekregen.
In mijn ogen gaat het om een gele kaart. Een rode kaart verdient ze niet. Ik ben zelf ook voor een doordacht flitspalenbeleid gewonnen. Ik vind niet dat iemand om 2 uur s nachts 200 kilometer per uur moet kunnen rijden.
Het moet echter om een doordracht beleid gaan. De korpschefs van de lokale politie, toch niet van de minsten, mengen zich niet zo maar in het publieke debat om kritische kanttekeningen bij een beleidsmaatregel van de zogenaamde hogere overheid te plaatsen.
Volgens de vakbondsman bij uitstek van de politie, de heer Van Hamme, voorzitter van het Nationaal Syndicaat Politie- en Veiligheidspersoneel (NSVP), staat 20 percent van de flitspalen op volstrekt foute plaatsen. Indien we dit omrekenen, blijkt op een totaal van 1400 flitspalen maar liefst 280 palen fout geplaatst. Die palen zijn eigenlijk overbodig.
Daarmee is het debat gelanceerd. De minister heeft onmiddellijk verklaard tot een evaluatie te zullen overgaan. Ze wil dat zelf onder de loep nemen. Het lijkt er een beetje op dat de minister de kar voor het paard heeft gespannen. Hoewel op tal van plaatsen flitspalen staan die eigenlijk gewoon kunnen worden verplaatst, heeft ze de plaatsing van 73 nieuwe flitspalen aangekondigd.
De opmerkingen komen uit de mond van mensen die met de verkeersveiligheidsproblematiek vertrouwd zijn. Het gaat vooral om korpschefs van de lokale politie. De idee van de subsidiariteit is in dit verband blijkbaar nog niet helemaal doorgedrongen. Volgens mij moet voor een dergelijke beslissing wordt genomen met het lokale bestuursniveau worden overlegd. Het lokale bestuursniveau slaat dan niet enkel op de gemeentebesturen, maar ook op de lokale politiezones. Blijkbaar heeft dit overleg niet plaatsgevonden. Aangezien met dergelijke investeringen veel geld gepaard gaat, vind ik dit vrij jammer.
Misschien worden momenteel flitspalen geplaatst die niet op hun plaats staan. Volgens de heer Van Hamme zijn die palen overbodig. De korpschef van Kortrijk heeft zich in soortgelijke bewoordingen uitgelaten.
Een debat over flitspalen wil ik ideologisch niet op het scherp van de snee voeren. Er is nog altijd een duidelijk bewezen correlatie tussen snelheid, verkeersongevallen en dodelijke verkeersongevallen. Het doordacht plaatsen van flitspalen is dus een instrument dat beteugelend kan werken. Het is bijna een taboe geworden om daar kritische bedenkingen bij te hebben. Ook de politie zelf laat zich kritisch uit. Dat maakt dat er bepaalde kritieken kunnen worden geventileerd. Er kan een inhoudelijk debat over het plaatsen van bijkomende flitspalen worden gevoerd.
Minister, is er over de keuze van de plaatsen voor de nieuwe flitspalen overleg geweest met de lokale autoriteiten, de stad, de gemeente, de politiezone? Zo ja, hebben degenen die verantwoordelijk zijn voor de keuze van de plaatsen rekening gehouden met de opmerkingen van het lokale niveau? Zo neen, waarom heeft er geen overleg plaatsgevonden met degenen die het beste inzicht hebben in de lokale verkeersproblematiek? Zijn de nieuwe flitspalen al besteld? Zo ja, wat is de kostprijs van deze investering als er elders blijkbaar palen op overschot staan? Zo neen, zult u rekening houden met het resultaat van de evaluatie en kiezen voor herplaatsing van oude flitspalen?
Minister, het zou logisch zijn geweest eerst een evaluatie te maken van het effect van de huidige flitspalen op de verkeersveiligheid, indachtig de opmerking van de korpschef van de politie te Kortrijk en van Philip Van Hamme van het NSPV, en daarna, in overleg met de lokale autoriteiten en rekening houdend met het resultaat van de evaluatie, eventueel nieuwe of bijkomende flitspalen aan te kondigen. Waarom wordt een evaluatiestudie uitgevoerd nadat eerst 73 nieuwe palen worden aangekondigd? Wie zal die studie uitvoeren en hoeveel zal die studie kosten? Wat zal er gebeuren met de oude flitspalen, degene die in het woordgebruik van de politie nutteloos zijn of op een verkeerde plaats staan? Wat is het resultaat van het overleg met de politiezones dat op 9 september 2010 plaatsvond? Ik steun me daarvoor op verklaringen die u hebt gedaan in de media.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Minister, op 6 september kondigde u geheel onverwacht de plaatsing van 73 nieuwe flitspalen aan op de Vlaamse wegen: 11 in West-Vlaanderen, 6 in Oost-Vlaanderen, 6 in Vlaams Brabant, 2 in Limburg, en maar liefst 14 flitspalen in Antwerpen. Hoeveel flitspalen Vlaanderen dan zal hebben, is me onduidelijk.
In de pers verscheen het getal van 1400, een andere krant schreef dat er meer dan 550 stuks staan. Als ik een optelsom maak aan de hand van de gegevens op de webstek van de Vlaamse overheid Mobiel Vlaanderen, dan tel ik 418 roodlichtcameras, 148 snelheidscameras met radartechnologie, en 11 snelheidscameras met lustechnologie. Samen is dat goed voor 677 cameras op flitspalen. Over de hoeveelheid flitspalen in Vlaanderen kunnen we discussiëren, maar wat ook het juiste aantal is, feit is dat Vlaanderen het hoogste aantal flitspalen heeft van heel de wereld in verhouding tot het aantal kilometers wegen.
Bovendien is ook een discussie losgebarsten over de doeltreffendheid van bepaalde inplantingsplaatsen. Ik heb een vraag over het algemene flitspalenbeleid, en niet zozeer over deze ingreep van 73 palen. De Vlaamse Regering stelt dat de bijkomende flitspalen noodzakelijk zijn om het aantal ongevallen terug te dringen. Uiteraard is het terugdringen van het aantal ongevallen een belangrijke doelstelling.
Ik heb enig opzoekwerk gedaan over het nut van flitspalen. Alhoewel het Steunpunt Verkeersveiligheid van de Hasseltse universiteit beweert dat flitspalen het aantal verkeersongevallen met ongeveer 21 percent kan terugdringen, stelt een studie van de internationale automobielfederatie FIA dat een aantal andere belangrijke factoren het aantal ongevallen kan terugdringen. Betere wegen, een vlottere verkeerscirculatie en minder pollutie zorgen voor minder ongevallen. Een efficiënte signalisatie in combinatie met een antislipwegdek en degelijke markeringen kan het aantal frontale en zijdelingse ongevallen en ongevallen tegen een obstakel met 35 percent reduceren. Ook het aanleggen van rotondes doet het aantal zijdelingse ongevallen met 40 tot 75 percent krimpen. Daarnaast kan het aanleggen van veilige oversteekplaatsen alleen al het aantal ongevallen met voetgangers met 45 percent verminderen. Daartegenover staat dat het plaatsen van flitspalen zorgt voor slechts 10 percent minder zijdelingse ongevallen. Dit zijn belangrijke cijfers.
Het onderzoek toonde in verschillende buurlanden aan dat de reductie van het aantal fatale ongevallen voor 50 percent te danken is aan verbeterde wegen. Zelfs onderzoek van het Verkeerscentrum toonde aan dat het grootste deel van snelheidsovertredingen op ringwegen s nachts gebeurt. Het grote aantal ongevallen op ringwegen is niet te wijten aan snelheidsovertredingen, maar veeleer aan een grote hoeveelheid vrachtwagens. Onlangs hoorden we een persbericht over het grote aantal bestelwagens dat zware ongevallen veroorzaakt.
In het verleden werd ook verschillende malen gewezen op het feit dat een aankondigingsbeleid van flitspalen ongetwijfeld kan leiden tot een vermindering van de snelheid. Het niet aankondigen van een flitspaal leidt enkel tot een verhoging van het aantal boetes. Het komt erop aan de chauffeur bewust te maken van de snelheidsbeperking en een ander rijgedrag op te leggen in plaats van het aantal boetes in Vlaanderen spectaculair te doen stijgen. Het is dan ook bijzonder jammer dat de Vlaamse investeringen, 5 miljoen euro, worden aangewend om de Belgische staatskas te spijzen in plaats van eindelijk werk te maken van een beter onderhoud van onze gewestwegen en het daadwerkelijk verhogen van de verkeersveiligheid, gelet op de cijfergegevens van de onderzoeken die gebeurd zijn.
Minister, kunt u meedelen op basis van welke studies bijkomende investeringen voor flitspalen worden gedaan? Op basis van welke cijfers werden de 73 plaatsen geselecteerd? Zijn de uitgekozen plaatsen voor nieuwe flitspalen onderzocht op hun risicograad voor ongevallen? Welke gegevens werden hiervoor gebruikt? Ik herinner me dat het in het verleden heel moeilijk was om een ongevallenregistratiesysteem op te zetten.
Minister, waarom wordt de 5 miljoen euro niet besteed aan de verdere uitbouw van een dynamisch verkeersmanagement of een betere verkeersdoorstroming? Welke middelen worden hiervoor gepland? Hebt u al kennis genomen van de studie van het FIA en de positieve resultaten van het onderzoek in het buitenland? Wanneer zult u nu eindelijk werk maken van het aankondigen van flitspalen om bruuske remmanoeuvres te voorkomen, maar vooral de bestuurder aan te zetten tot een lagere rijsnelheid? Ik dacht dat u in een eerder debat die mening ook was toegedaan.
De voorzitter : De heer de Kort heeft het woord.
De heer Dirk de Kort: Ik was niet van plan tussen te komen, maar als ik naar de vragen luister van de beide collegas, dan wel. Of het om een enquête gaat van een krant, of we zelf een veiligheidsonderzoek laten uitvoeren in een politiezone, we merken toch dat de burger snelheidsovertredingen als prioriteit nummer één beschouwt en aan de overheid vraagt om op te treden. Dan is de vraag of we dat op een goede manier doen. Chauffeurs weten de flitspalen ondertussen staan. We vertragen als we eraan komen en we trekken terug op als we voorbij zijn.
Dat geldt evengoed voor andere verkeersinfrastructuuringrepen. Bijna iedereen kiest voor een 4x4 om gemakkelijker verkeersdrempels te kunnen nemen. Kort remmen ervoor, even op het gaspedaal duwen en je gaat er vlot over. De mensen worden bijzonder handig om die zaken te omzeilen. Het meest efficiënte is een vrij dure oplossing: trajectcontrole. Turnhout is daarmee bezig. De mensen passen dan veel gemakkelijker hun snelheid aan over een langere afstand. Het is aangewezen om samen inspanningen te doen om zo de snelheid te verlagen. Ik heb dat ook al gevraagd aan korpschefs van verschillende politiezones.
Mevrouw Lies Jans: Ik sluit me aan bij het pleidooi dat de heer de Kort heeft gevoerd. Ik denk wel dat het flitspalenbeleid een element is in het reduceren van verkeersongevallen en dat zeker ook de andere elementen, zoals trajectcontrole en dynamisch verkeersmanagement, er samen toe bijdragen.
Ik heb me de afgelopen maanden een beetje verdiept in het flitspalenbeleid. Ik heb actuele vragen, vragen om uitleg en heel wat schriftelijke vragen gesteld om de problematiek wat te doorgronden. Het verwonderde me dan ook dat we in de pers reactie kregen van de politiekorpsen dat er geen overleg was. Als ik mijn schriftelijke vragen nog eens nalees, zie ik hoe de prioritisering gebeurt en wie er allemaal betrokken is in die taskforce Flitspalen. Daarin zitten alle betrokken departementen, ook de lokale en federale politie is vertegenwoordigd. Het verwonderde me enorm dat ze niet betrokken zijn in het hele verhaal. Ik ben benieuwd, minister, waar de angel zit en hoe het komt dat ze zo reageren.
Een tweede element dat ik wil aanhalen, is de opbrengst van de flitspalen. Wat betreft het verkeersveiligheidsfonds kunnen we vaststellen dat de inspanningen die Vlaanderen levert, niet in verhouding staan tot de middelen die we uit dat fonds krijgen. Ik wou toch nog eens vragen naar de stand van zaken daarover. Welke stappen hebt u daarvoor nog ondernomen? Dat laatste keer dat u me daarover iets meegedeeld hebt, was dat u in mei daarover een interministerieel overleg zou hebben.
De voorzitter: De heer DHulster heeft het woord.
De heer Steve DHulster: Minister, ik was heel blij toen u die 74 of 73 flitspalen aankondigde. Ik ben daar een grote fan van, op voorwaarde dat ze op de juiste plaats worden gezet. Mevrouw Van den Eynde heeft uiteraard gelijk. Inspanningen aan infrastructuur, waar u heel veel moeite voor doet, zijn ook determinerend voor het terugdringen van het aantal ongevallen, maar ze volstaan niet. Snelheid zorgt ervoor dat er meer ongevallen zijn en dat de ongevallen die door andere factoren gebeuren, ernstiger en zwaarder zijn. Om het gedrag van mensen op het vlak van snelheid bij te sturen moet men inzetten op de drie Es van verkeersveiligheid. Dat wil zeggen zowel op educatie en bewustmaking, als op infrastructuur, maar zeker ook op handhaving. Handhaving, zoals het flitspalenbeleid en controles, blijft wel het sluitstuk van het verkeersveiligheidsbeleid.
Ik ben ook een grote voorstander van trajectcontrole. Ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat het een meer rechtvaardige manier is om die snelheid te handhaven. Ik heb in de pers vernomen dat u er geen voorstander van bent om nog meer flitspalen op snelwegen te gaan installeren. Ik vermoed dat het argument daarvoor zal zijn dat u meer gelooft in trajectcontrole. Zeker op snelwegen lijkt me dat een efficiëntere manier van controleren. Mijn vraag is alleen of we daar klaar voor zijn. Staat de trajectcontrole op dit moment al ver genoeg om de reguliere flitspalen te kunnen vervangen?
De voorzitter: Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mevrouw Karin Brouwers: Flitspalen zijn zeker niet het alleenzaligmakende middel op het vlak van verkeersveiligheid, maar ze zijn natuurlijk heel effectief. Ik kan een paar plaatsen aanduiden op lokale wegen waar een flitspaal op zijn plaats zou zijn. De vraag is om een volgende aanbesteding, minister, open te stellen voor gemeenten om mee in te schrijven, als dat mogelijk is in de procedure. Als de gemeente bijvoorbeeld een paal wil zetten, kost dat ongelooflijk veel geld om die paal te kopen. Is het mogelijk om mee in te schrijven in uw aanbesteding en er een op bestelling te plaatsen? Kan dat eens onderzocht worden? Ik denk dat het een interessant denkspoor kan zijn om ook gevaarlijke lokale wegen beter te beveiligen.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Als het gaat over flitspalen, stel ik vast dat er altijd veel mensen tegen zijn, maar dat er tegelijkertijd veel mensen zijn die vragen om een flitspaal te zetten omdat ze het veel veiliger vinden. Dat is een heel vreemde vaststelling.
Ik ben een paar weken geleden verhuisd en ik woon nu aan een grote weg. Er zijn me ondertussen al vier mensen komen vragen of ik niet voor een flitspaal kan zorgen. Ik zal u dat, minister, bij gelegenheid ook vragen. Het is ongelooflijk. Mensen denken echt dat als wagens voorbijrazen, de flitspaal er ineens voor gaat zorgen dat iedereen daar veilig rijdt. Maar als men hem daar plaatst, dan vloekt iedereen omdat er nu een flitspaal staat. Ik vind dat heel vreemd. Maar goed, dat is maar een algemene bemerking.
De suggestie over de trajectcontrole is goed. U bent daar trouwens zelf mee bezig en ik heb u daarover een paar maanden geleden schriftelijk ondervraagd naar aanleiding van de viaduct in Gentbrugge. U hebt toen gezegd dat alles in orde was, behalve het ministerieel besluit dat door een collega uit de federale regering moest worden ondertekend. Is dat ministerieel besluit nu ondertekend of niet? Als het ondertekend is, kunnen we dan effectief van start gaan met die trajectcontrole op meerdere plaatsen?
De heer Jan Peumans: Ik ben verwonderd over de vraagstelling van sommigen. Ik sluit me aan bij de heer de Kort. Ik weet dat er op het grondgebied van de gemeente waar ik woon dat is altijd het beste referentiekader vanaf het ogenblik dat daar een flitspaal wordt gezet, eerst overlegd wordt met de verkeerspolitie. We hebben daar een heel gedreven man voor, Raymond Collings. Ik wil die man met naam en toenaam noemen. Dan wordt er gekeken of het zinvol is om daar een flitspaal te zetten. Er worden daarvoor heel veel adviezen gevraagd. Ik kan me niet voorstellen dat korpschefs opmerkingen maken over het feit dat ze niet betrokken worden bij flitspalen.
Het kan gebeuren dat er een advies wordt gegeven met de snelheid waarmee hier sommige dingen gaan. Als men dat advies al een jaar geleden heeft gegeven, kan het zijn dat de chef van de verkeerspolitie heeft gezegd dat er een moet komen, terwijl de korpschef dat heel waarschijnlijk niet wist. Ik weet het niet. Er kan van alles mislopen met de interne communicatie. Ik kan me niet voorstellen dat er waar dan ook een flitspaal wordt gezet en dat er niet overlegd is met de lokale overheden. Ik veronderstel dat het tegenwoordig allemaal digitaal gaat ik volg dat ook niet meer in detail , maar op de een of andere manier is de politie er toch altijd bij betrokken. En als dat het geval is, is de politiezone erbij betrokken en dan mag ik veronderstellen ook de burgemeester van de politiezone. Ook wat betreft de flitspalen op de autosnelwegen is er overleg geweest met de bevoegde politiediensten. Ik ben toch wel benieuwd.
De heer DHulster heeft het over autosnelwegen en flitspalen. Ik heb daar indertijd aan de toenmalige minister een aantal schriftelijke vragen over gesteld, en ik heb toen ook gevraagd welke studies er allemaal bestaan over de relatie tussen meer veiligheid op autosnelwegen en flitspalen. De toenmalige adviseur van de minister had toen een studie gevonden die zich afspeelde in Australië. Er was een of andere relatie met kangoeroes die de autosnelwegen overstaken, maar voor de rest kon men op dat vlak niets aantonen. Ik heb de indruk gekregen dat het een beetje showflitspalen zijn geworden. Men ziet dat ook op de autosnelwegen. Iedereen gaat op zijn rem staan hoe zijn we zelf? , rijdt met een snelheid van 120 kilometer de flitspaal voorbij en gaat 50 meter verder weer sneller rijden. Maar dat is een ander verhaal. Toen ik die reacties las, had ik heel sterk het gevoel dat men op het grondgebied van een korpschef toch geen flitspaal gaat plaatsen zonder eerst met hem en/of de verkeerspolitie overleg gehad te hebben.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Ik heb mijn antwoord opgebouwd in twee delen. In het eerste deel wil ik met u orde op zaken stellen over de procedure, want ik ben eigenlijk in mijn wiek geschoten over wat er gebeurd is. In een tweede stukje zou ik met u toch even een boompje willen opzetten over: Wat is dat, is er een nood, zijn die investeringen goed, wat bestaat erover, hoe gaan we er in de toekomst best mee om?
Zij die denken dat een flitspaal op een bepaalde dag uit de lucht komt gevallen, hebben het dus verkeerd. Zij die denken dat ik opsta en met Google 73 plaatsen kies om palen te zetten die neerdwarrelen als een vervroegd Sinterklaasgeschenk , hebben het ook mis. Zo gaat dat niet met de plaatsing van flitspalen.
Wat doen we langs de gewestwegen en snelwegen? Voor de gewestwegen komen de vragen bijna allemaal van de lokale autoriteiten: een stad, een gemeente of de politie zelf. Dat is vaststelling nummer één. Elke aanvraag wordt individueel gescreend door een Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid (PCV). Wie zit daar rond de tafel? Ik niet, maar de wegbeheerder het Vlaamse Gewest , de lokale politie, de federale politie en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV). Die buigen zich allemaal over die individuele aanvraag, die in heel veel gevallen van de gemeente komt.
Bij gunstig advies van de PCV komt de aanvraag op de prioriteitenlijst, een lijst met alle aanvragen voor een flitspaal. Een burgemeester, iemand van de lokale politie of wie dan ook, die zegt dat hij totaal niet weet dat er een aanvraag is om een flitspaal te plaatsen, is fout.
Op het moment dat een aanvraag op de prioriteitenlijst komt, moeten we een rangorde bepalen. Ik zou kunnen zeggen dat ik alle burgemeesters met blauwe ogen een paal ga geven, maar zo werkt het niet. De prioriteiten worden ook weer niet door mij bepaald, maar die liggen vast. In 2008 zijn ze opnieuw vastgelegd.
Hoe worden ze bepaald? Ik vind de manier waarop ze worden bepaald zelfs een beetje cynisch. Men gaat een prioriteitswaarde toekennen en luister nu goed op basis van de gewogen ernst per kilometer op basis van het aantal ongevallen met dodelijke afloop maal 5, het aantal ongevallen met zwaargewonden maal 3, het aantal ongevallen met lichtgewonden maal 1 over een periode van 5 jaar. In 2008 hebben we gezegd dat fietsers een bijzondere prioriteit verdienen. Een ongeval met een fietser krijgt een verhoogde doorrekening van 1,5. Ik vind het sowieso cynisch om op basis van ongevallen te bepalen of er een flitspaal wordt gezet of niet. Bovenaan op de prioriteitenlijst zou de paal met de hoogste prioriteitswaarde moeten staan.
Wat heb ik gedaan op de dag voor mijn fameuze communicatie? Ik weet nog wanneer het was, maar de datum ben ik vergeten. Ik roep mijn taskforce Handhaving samen. Er is dus een aanvraag, de PCV zegt dat het goed is, de aanvraag komt op de prioriteitenlijst en dan is er een ambtenaar die zich bezighoudt met het bepalen van de gewogen waarde per paal. Er moet dus worden bepaald, rekening houdend met het budget, op welke plaatsen het het meest dringend is om een paal te zetten. Maak u geen begoochelingen: er staan meer dan 200 palen op de lijst. Iedereen wil palen. Het gaat over aanvragen voor palen langs gewestwegen.
Wie zit er in de taskforce Handhaving? In de taskforce zit mijn departement, de afdeling Expertise Verkeer en Telematica, het Verkeerscentrum, de afdeling Elektromechanica, de federale wegpolitie afdeling Antwerpen, de federale politie afdeling Oost-Vlaanderen, de wegpolitie federaal commando, de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP), de vertegenwoordiger van Justitie namelijk de advocaat-generaal bij het hof van beroep van Gent. Zowel de lokale politie als de federale politie is vertegenwoordigd in de taskforce die de lijst met de 73 palen heeft vastgesteld. Ik was erbij, maar ik moei me niet met waar de palen moeten komen. Ik vind niet dat dat mijn werk is, maar wel van diegenen die de prioriteiten vastleggen. Maar ik heb gezien hoe die taskforce is verlopen.
Wie zit daar niet in? De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). En daaraan zal ik remediëren. U zou zich kunnen afvragen wat die VVSG daar moet gaan doen. Ik heb al gemerkt dat de politie en de steden en gemeenten soms niet goed weten wie wat heeft aangevraagd. Als er iemand in zetelt, zal die wel perfect communiceren met de leden.
Maar ik was verrast. Ik bereik een consensus met alle partners rond de tafel over de 73 locaties, over het leggen van de prioriteiten voor die 73 locaties. Ik communiceer nog eens over de manier waarop we tewerk zullen gaan. Touring Wegenhulp schrijft voor de eerste keer dat de aanpak op basis van de ernst van de ongevallen goed is. Ik was gerustgesteld, want als de automobielorganisaties achter een handhavingsbeleid staan, is dat voor mij goed. Ze zullen zich dan inschakelen in de visie. Het is een belangrijk onderdeel van het beleid.
Maar wat gebeurt er dan? Twee politiezones zeggen plots dat die palen staan op een plaats waar het niet nuttig en niet nodig is. Dat is opmerking nummer één. En dan volgt er nog een uitspraak van iemand anders, die zegt dat één op vijf 20 percent! van de huidige palen eigenlijk niet nodig zijn. Mijnheer Keulen, u was verrast, maar ik ook. Indien de politie niet vertegenwoordigd zou zijn in die taskforce en niet aanwezig op die vergaderingen, dan zou ik dat begrijpen. Maar ze was er. Ze heeft het goedgekeurd. Ze wist het. Hoogstens kan ze zeggen dat er niet was teruggekoppeld.
Onmiddellijk na die communicatie heb ik de taskforce opnieuw samengeroepen. Ik heb toen gezegd dat ik daar niet aan mee doe, zeker omdat ik het gevoel kreeg dat een van de argumenten die de commissaris uit Kortrijk aanhaalde misschien wel terecht was. De prioriteit die eraan was gegeven op de prioriteitenlijst verraste me ook. Ik heb toen een keuze gemaakt. Ik heb aan de taskforce gezegd dat ik twee zaken wilde weten. Ik heb gevraagd die lijst met 73 palen een tweede keer te checken en te kijken of het om de hoogste prioriteit gaat. En indien er fouten gemaakt zijn, zou ik willen weten wat daar de reden van is. Want dat zou niet mogen gebeuren. Ik denk dat ik al weet wat een van de problemen is.
Volgende week is er een nieuwe vergadering. Ik zal wachten op de evaluatie. Maar een aantal aanvragen dateren al van 2002. De ongevallencijfers dateren van de periode ervoor en erna. Intussen is er misschien een ingreep geweest aan de infrastructuur en toch is de aanvraag op de lijst blijven staan. Is dat mijn fout? Nee. Maar het zou toch wel elegant zijn indien de lokale overheid een briefje zou sturen om te zeggen dat die paal niet meer echt nodig is. We zullen volgende week wel zien of dat het probleem is.
Ik steun mevrouw Van den Eynde volledig als ze zegt dat het beleid toch onderbouwd moet zijn. We hebben onze regels, we hebben onze prioritisering. Het moet wel juist zijn. Dat is de eerste opmerking. Ik vraag alle 73 aanvragen te screenen om te weten of er al dan niet fouten zijn.
Ik zal er ook eerlijk over zijn. Die 73 palen zullen er komen. Die keuze is gemaakt. De beslissing is genomen. Ik heb de burgemeester van Gent net niet zien dansen op tv. Het ging over de Rooigemlaan. Ik ken die plaats. Het is zeer nuttig dat die paal daar staat. Als zou blijken dat er een urgentere plaats is in Gent en dat de screening van de prioriteiten niet helemaal juist is gebeurd, dan moeten we de procedure aanpassen en maken dat de paal op de juiste plaats terechtkomt.
Er was nog een tweede deel van kritiek. Men kan kwaad zijn omdat men kritiek krijgt. Men moet echter altijd nagaan of er geen grond van waarheid in de kritiek zit. Iemand van de vakbond zei dat 20 percent van de palen overbodig is. Mensen, dat is fenomenaal. Ik kan u de cijfers geven. Er staan 1400 palen. Maar, mevrouw Van den Eynde, die palen staan natuurlijk gegroepeerd op een aantal plaatsen. Er zijn maar 677 plaatsen waar cameras staan. Soms staan er vier cameras op een kruispunt. Het klopt dus niet dat er om de 50 kilometer een paal staat. Als men een kruispunt veiliger wil maken, zijn er meer installaties nodig op een punt.
Ik ben begonnen met de vraag naar een voorbeeld van zon locatie. Ik heb nog niet zoveel voorbeelden. 20 percent, dat is één op vijf. Geef ze mij. Als er een flitspaal staat en er zijn geen ongevallen meer, betekent dat dat die flitspaal daar overbodig is of betekent dat dat hij net heel nuttig is? Dat weten we niet. Maar die voorbeelden zijn denkbaar. Ik heb van één gemeente de opmerking gekregen dat de flitspaal, die staat waar nu ook een verkeersdrempel is gekomen, er niet meer hoeft te staan. Die kan beter elders worden gebruikt. Ik kan daar perfect mee leven.
Ik heb mijn taskforce gevraagd alle politiezones aan te schrijven en bij uitbreiding de steden en gemeenten, als dat nodig mocht blijken, met de vraag om eens al die overbodige palen op te sommen. Die opdracht is vorige maand gegeven. Ik ben in de krant gekomen met die 1400 palen. Mijnheer Keulen, u hebt natuurlijk gelijk dat het logisch is om eerst te evalueren en dan te beslissen. Maar u hebt geen rekening gehouden met het feit dat ik een taskforce had. Vorig jaar heb ik een dergelijke beslissing niet genomen. Maar nu werd de druk groter. Er waren urgente noden. Er waren er 73. Ik heb gezegd dat ze allemaal in één keer moesten worden aangepakt. We zijn dan voor jaren goed. We moeten daarover dan niet veel beslissingen meer nemen. Het zou misschien verstandiger zijn om te beslissen over elk jaar tien of elk jaar vijftien palen. Voor mij zijn het 73 nodige palen. Ik maak mij geen zorgen. Als er daarvan vijf palen verkeerd geprioritiseerd zijn: er zijn er nog tweehonderd die wachten op een paal. Ik maak mij wat dat betreft geen zorgen.
Ofwel is het fout wat daar is gezegd, dat één op de vijf palen overbodig is of slecht geplaatst. Dan wil ik dat weten. Ofwel is het juist, en dan moeten we onderzoeken hoe we daar verstandig mee kunnen omgaan. Er zijn nog heel wat gemeenten en politiezones die een paal aanvragen. Kun je een paal verplaatsen, of is dat budgetmatig niet verantwoord? De camera kun je er sowieso uithalen. Je kunt die palen laten staan. Ze staan er nu eenmaal, hoewel dat niet de mooiste creaturen zijn. Je kunt ze misschien beschilderen. Maar de camera kun je op een andere plaats hergebruiken.
Ik wil dat dit werk ernstig gebeurt. Ik wil niet blijven sukkelen met dat dossier. En de emotie moet eruit. Ik ga ervan uit dat de lokale politiezones, als het gaat over flitspalen langs gewestwegen, samen met de gemeentelijke overheden het best geplaatst zijn om het te weten. Zij zijn daartoe in staat.
Misschien is het ook een probleem dat wij de ongevallencijfers met vertraging krijgen en dat we daardoor niet juist of niet accuraat genoeg prioritiseren. Maar ik hoor van de lokale politiezones dat zij perfect in staat zijn om ad rem onmiddellijk de cijfers te geven van het vorige jaar. Ik zou wel eens willen weten of zij dat kunnen of niet kunnen. Als zij dat niet kunnen, moeten wij ons behelpen. Maar als zij dat wel kunnen, zou ik toch graag een samenwerking op poten zetten, zodat ik die cijfers krijg. Als we dan een prioritisering doen, zijn we zeker dat we de recentste cijfers hebben.
Mevrouw Van den Eynde, u vraagt waarom we nog in handhaving investeren en niet in de wegen. Wie in Vlaanderen rondrijdt, ziet veel putten en bulten in de wegen. Maar, mevrouw Van den Eynde, ik hoop dat u ook ziet dat er veel gewerkt wordt. Ook langs de gewestwegen. AWV moet, als ze een gevaarlijk punt veilig maken en er bestond een protocol om daar een flitspaal te zetten, de reflex hebben om dat door te geven aan elkaar. Dat lijkt mij logisch.
Om die zaken allemaal uit te klaren, hebben wij volgende week een nieuw overleg. Mijn conclusie is dat de procedure van aanvragen en prioritiseren voor mij goed is. De regels zijn goed. Maar er is een verschil tussen de theorie en de praktijk. We moeten ervoor zorgen dat wat we doen zeker juist is. We zijn nu 10 jaar flitspalen aan het plaatsen. In het begin was dat spectaculair, nu worden ze aangevraagd. We moeten onderzoeken of ze staan op de plaatsen waar het absoluut noodzakelijk is.
Collegas, waarom moet je inzetten op handhaving? Een aantal zaken moet ik u niet vertellen. We zijn nog lang niet aan de cijfers die we volgens het Pact 2020 en ViA moeten halen. Het aantal slachtoffers in het verkeer moet verminderen. Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) stelt dat overdreven of onaangepaste snelheid doorslaggevend is in ongeveer één op de drie ongevallen. Zowel binnen- als buitenlands onderzoek geeft aan dat flitspalen in hun globaliteit het aantal ongevallen reduceren. Het buitenland is hier niet Australië.
Ik doe daarmee geen afbreuk aan wat u zegt, mevrouw Van den Eynde. Uiteraard zijn flitspalen niet het alleenzaligmakende. Ik ben het absoluut met u eens. Ik zal u een studie over de effectiviteit van onbemande cameras bezorgen. Het is een casestudie uit het stadsgewest Antwerpen. Er werden in één politiezone drie wegassen gecontroleerd. Men stelde een daling met 27 percent vast van het aantal letselongevallen en een daling van 14 percent van het totale aantal ongevallen.
Een tweede studie, Effectiviteit van onbemande cameras data uit vijf politiezones, gebaseerd op elf wegassen uit drie politiezones, wees op een daling van 20 tot 21 percent. Deze studie toonde ook aan dat onbemande cameras effectiever zijn voor letselongevallen als ze dichter bij elkaar staan. Er is kritiek vanuit een bepaalde hoek, die ik ook in de krant heb gelezen, dat drie cameras op één zone toch niet kan. Maar als er geen trajectcontrole is, kan dat wel effectief zijn om de veiligheid te verhogen.
Er werd geen indicatie gevonden dat onbemande cameras minder effectief worden als ze al langer op een locatie staan. Er werd ook niet gevonden dat ze steeds effectiever zouden worden. Ze hebben dus een effect. De mensen weten het en rijden dan ook allemaal trager op die plaats.
De Standaard van gisteren bracht een analyse van Australische wetenschappers van 35 internationale studies over het effect van snelheidscontroles op de verkeersveiligheid. De conclusie is dat flitspalen effectief levens redden: Zo gauw ergens langs de weg een snelheidscamera wordt geïnstalleerd, daalt de gemiddelde snelheid van de weggebruikers, net als het percentage onder hen dat de snelheidslimiet overschrijdt. Ook het aantal verkeersongevallen in het zicht van de cameras daalt, net als het aantal gewonde en dodelijke verkeersslachtoffers.
Mevrouw Van den Eynde, in 2010 stond op het budget van het AWV 19,5 miljoen euro ingeschreven voor de verdere uitbouw van het dynamisch verkeersmanagement. Het is absoluut mijn bedoeling om dat de komende jaren nog verder uit te bouwen. Ik sta aan uw zijde. Nog anderen hebben daarnaar verwezen.
Nu komt er nog iets bijzonder interessants en het is jammer dat de heer Reekmans hier niet is. Wat betreft de kostprijs van de snelheids- en roodlichtcameras, moeten de kosten worden afgewogen tegenover de baten. Uit een onderzoek van het Steunpunt Verkeersveiligheid van 2007 met de welluidende titel De maatschappelijke efficiëntie van onbemande cameras kosten-batenanalyse voor gewestwegen met snelheidsbeperking van 90 km/u waarvoor de heer Lode Vereeck optrad als promotor dat moet dus een zeer goede studie zijn , blijkt dat het maatschappelijk rendement van onbemande cameras op deze locaties en met uitrustingsniveau vier palen en één camera 29,7 bedraagt. Met andere woorden, per euro die geïnvesteerd wordt, wordt er maatschappelijk 29,7 euro terugverdiend, dit bij een daling van 14 percent van het totaal aantal verkeersongevallen en 27 percent van het aantal letselongevallen. Zelfs in het meest pessimistische scenario wordt nog steeds 3,3 euro terugverdiend per euro die geïnvesteerd wordt. Het gaat hier niet over de opbrengsten in de kas, maar over de maatschappelijke effecten. Het rapport besluit dat onbemande cameras op wegen met een snelheidsbeperking met 90 km/u in het algemeen een goede investering zijn om de verkeersveiligheid te verbeteren". Het rapport stelt eveneens dat niet zonder meer besloten kan worden om nog veel meer kruispunten uit te rusten met onbemande cameras. De reden hiervoor is dat een volledige analyse uitsluitsel dient te geven voor elke mogelijke investering. Je moet paal per paal prioritiseren. Zo komen we bij de 3 E's.
Mevrouw Van den Eynde, op 22 juli 2010 verspreidde Touring een persbericht. De noodzaak om verder te investeren in het veiliger maken van onze wegen is duidelijk. Ik onderschrijf dat. Ik was heel blij met dat persbericht, want er staat ook: We zijn blij dat Vlaams minister Hilde Crevits dit beseft en investeert in een aantal maatregelen zoals kreukelpalen die plooien wanneer men ertegen botst, de aanleg van middenbermen die frontale ongevallen vermijden... Touring, dat de kritische boodschap verspreidt, beseft ook dat de Vlaamse overheid investeert in een veilige infrastructuur. Mocht u daaraan twijfelen: ik deel de opvatting van Touring: een veilige infrastructuur heeft een positieve invloed op de verkeersveiligheid.
De heer DHulster heeft verwezen naar de 3 Es: engineering of infrastructuur; education of educatie en sensibilisatie; enforcement of handhaving.
Nog niet zo lang geleden zei een eminent politicus dat hij mij op een flitspaal wilde zetten en bekogelen met eieren. Hij verwees naar een studie van de K.U. Leuven waaruit hij meende te mogen afleiden dat flitspalen geen effect hebben. Ik lees u de conclusie van die studie even voor. Uit onderzoek blijkt dat de intentie om zich aan snelheidsbeperkingen te houden voor ongeveer de helft bepaald wordt door de combinatie van attitude, sociale norm en zelf-effectiviteit. De helft is dus de opvoeding. Onze aller verantwoordelijkheid hierin is dus verpletterend. Als wij zeggen: rijd maar als een zot, dan heeft dat voor de helft impact op anderen. Als we zeggen: het is maar normaal dat men zich aan de snelheidsregels houdt, dan is dat het meest effectieve. Ik vind dat ongelooflijk: het is een belangrijke les voor ons allemaal.
In de studie staat ook: De overige variatie in het gedrag wordt bepaald door factoren in de omgeving, in de zin van antecedenten van het gedrag (bijvoorbeeld weginrichting) en zoals gevolgen (bijvoorbeeld een boete bij te snel rijden). Ik trek dezelfde conclusie, de 3 Es gelden opnieuw. De infrastructuur moet goed zijn, we moeten handhaving doen, en vooral sensibiliseren.
Ik wil niet zeuren, maar ik wil nog iets aanhalen. Uit de studie blijkt dat de peer pressure ook een rol speelt. Vrienden bepalen mee het beeld dat iemand heeft van overdreven en onaangepaste snelheid. Mijn zoon kan binnenkort rijden. Ik vind het dan ook uitermate belangrijk dat men daar binnen het gezin aandacht aan besteedt. Het is raar, ik evolueer mee met mijn kinderen. Ik besef nog veel meer dan vroeger hoe belangrijk het is om het juiste voorbeeld te geven.
Uit de resultaten van een peiling door het BIVV die vanochtend werden bekendgemaakt ze wisten waarschijnlijk dat deze vraag hier op de agenda stond, de heer de Kort zei dat waarschijnlijk ook , blijkt dat de meerderheid van de Belgische bestuurders op één lijn staat met de overheid voor wat betreft de prioritaire maatregelen om het verkeer veiliger te maken. De overheid kiest immers voor een geïntegreerd beleid dat tegelijkertijd stoelt op infrastructuur en handhaving. Meer dan de helft van de ondervraagde personen meent dat er harder kan of moet worden opgetreden tegen alcohol, drugs en overdreven snelheid. De mensen willen het wel, maar als het zover is, vinden ze het natuurlijk jammer dat ze een probleem hebben.
Als uitsmijter de kop-staartaanrijding, mevrouw Van den Eynde. Er bestaat een Vlaams dienstorder. Ik heb met mijn voorgangster een pittige discussie gehad over het aankondigingsbeleid inzake flitspalen. De richtlijnen zijn duidelijk. De onbemande snelheidscameras op autosnelwegen worden individueel aangekondigd. Er was eens sprake van een camera die niet goed was aangekondigd. Ik hoop dat dat opgelost is, op de snelwegen zou dat allemaal in orde moeten zijn. De roodlichtcameras worden niet aangekondigd, die staan buiten de snelwegen. Die keuze steunt op het principe dat roodrijden heel gevaarlijk is, en daarom nooit kan worden getolereerd. Het moet dus niet worden aangekondigd. De individuele snelheidscameras op secundaire wegen worden vandaag niet aangekondigd.
Hoe kunnen we mensen nog beter stimuleren om zich aan de snelheid te houden? Hier en daar staat er in Vlaanderen een SAVE-bord (samen actief voor veilig verkeer). Die staan op plaatsen waar jongeren of kinderen gestorven zijn in het verkeer. We zouden aan een flitspaal perfect kunnen aankondigen hoeveel ongevallen daar al gebeurd zijn. De beste sensibilisering is de confrontatie met de mogelijke ongelukken. Dan moet men de palen natuurlijk zetten waar er problemen zijn of geweest zijn. Wat dat betreft, mijnheer Keulen, volg ik de lijn die we uitgestippeld hebben.
Wat de trajectcontrole betreft, heb ik een paar weken geleden gezegd dat de testen aan de viaduct in Gentbrugge voor 98 percent afgewerkt zijn. Die zijn goed. We zijn er dan ook klaar voor. Het koninklijk besluit daarvoor was nog niet getekend. Maar daar heeft federaal minister Van Quickenborne intussen het nodige voor gedaan. Ik heb daarvoor zelfs niet moeten twitteren. Er is me intussen ook via een sms gemeld dat dit in orde zou moeten zijn. Alle nodige handtekeningen van de federale regering staan erop. Het ligt nu ten paleize. Dat is nieuws heet van de naald.
Mevrouw Brouwers, ik zal rekening houden met uw opmerking over de collectieve aanbesteding. Op federaal vlak is dat mogelijk. Toen ik schepen was, heb ik zelf nog ingetekend op een aantal van die aanbestedingen. Ik moet nagaan of dat ook voor Vlaanderen mogelijk is.
Mevrouw Jans, wat de opbrengsten betreft, zit de herziening in het pakket van de federale onderhandelingen. Ik doe daar dan ook liever geen uitspraken over. We weten immers niet wat de toekomst zal brengen.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, ik begrijp niet goed waarom u wat u in het begin van uw betoog hebt gezegd, niet meteen als reactie hebt gegeven. U communiceert altijd helder en goed. Nu stond in de kranten dat u de zaken zou evalueren. Dat klonk bijna als een schuldbetekenis. Wanneer u de hele procedure uiteenzet, dan zit dat heel doordacht en logisch in elkaar. Dan is er ook duidelijk de link met het federale niveau en de betrokken instanties. Indien u die reactie had gegeven, dan was een groot deel van de vragen hier weggevallen. We veronderstellen dat de korpschef van de politie in Kortrijk een serieuze persoon is als hij dergelijke uitspraken doet. Hij is ook toerekeningsvatbaar of handelingsbekwaam, om het in provocerende termen te zeggen.
Als de vakbond van de politie het heeft over 20 percent nutteloze palen, dan ga ik ervan uit dat zij niet zomaar uit hun nek kletsen. In uw betoog houdt u rekening met alle mogelijke instanties en autoriteiten.
Ik heb ook in mijn eigen uiteenzetting al gezegd dat snelheid correleert met ongevallen, en dan zeker met de ernst van ongevallen. Ik blijf er ook bij dat ik gewonnen ben voor een doordacht flitspalenbeleid. Met de nieuwe evaluatie die u nu hebt gemaakt, krijg ik daar nog weinig spelden tussen. Alles zou van bovenuit worden beslist, maar dat blijkt in de praktijk net het omgekeerde te zijn. Ik vind het jammer dat dit nooit in de reactie naar voren is gebracht.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik wil nog even ingaan op het minidebatje dat is ontstaan. Ik wil duidelijk zeggen dat ik er niet voor pleit om sneller te mogen rijden dan wordt opgelegd en niet gekant ben tegen flitspalen als ze doeltreffend zijn. Maar flitspalen en trajectcontrole hebben maar zin als je de juiste snelheid afdwingt. De verkeersveiligheid verhogen moet de belangrijkste doelstelling zijn.
Minister, ik geef een voorbeeld. Op de ring zijn er dynamische verkeersborden. Er wordt soms opgelegd dat men op bepaalde plaatsen maar 50 kilometer per uur mag rijden als het op dat moment echt niet noodzakelijk is. Dan rijdt er ook geen enkele wagen 50 kilometer per uur, maar dan rijdt iedereen 70 kilometer per uur om geen obstakel te zijn voor het doorgaand verkeer. Men moet de juiste snelheid afdwingen. Op bepaalde wegen wordt er bijvoorbeeld 50 kilometer per uur afgedwongen waar de weginfrastructuur zich leent tot een hogere snelheid. Het is belangrijk om de weginfrastructuur en de snelheid op elkaar af te stemmen.
Minister, u moet ook nagaan wat de oorzaak van het ongeval is. Was het de snelheid of de infrastructuur? Als er problemen zijn met een type wagens, zoals de bestelwagens, dan moeten er richtlijnen komen om de normen voor bestelwagens aan te passen of om hun andere snelheden op te leggen. Ligt het aan een verkeerde weginfrastructuur, dan moet die worden aangepast.
Het flitspalenbeleid en het grote aantal flitspalen in Vlaanderen is geen CD&V-beleid, maar een socialistisch beleid. Men investeerde liever in flitspalen dan in wegen. Dat weten we al. Ik was heel verbaasd over de discussie in de pers en de reactie van de korpschefs, omdat ik weet dat er heel veel overlegstructuren zijn. Daarom ben ik ook niet ingegaan op de reacties van de korpschefs. Ik wou het flitspalenbeleid nog eens onder de aandacht brengen.
U spreekt over ongevallengegevens. In hoeverre, minister, is de ongevallenregistratie goed en betrouwbaar? Voorzitter, ik weet dat u daar in het verleden ook al op gehamerd hebt. Uiteraard staan wij ook achter de visie dat een flitspaal op een ongevalsgevoelige plaats moet komen. Ik ga echter geen uitspraken doen over die 73 plekken. Ik heb gelezen dat gemeentebesturen en lokale politiebesturen dat gevraagd hebben. Er staan zoveel flitspalen in Vlaanderen, 1400 in totaal op 677 plaatsen, dat moet eens degelijk worden geëvalueerd. Dit debatje heeft daar misschien mee toe geleid. Mijn vraag gaat vooral over een degelijke ongevallenregistratie, en een goede analyse van de problemen in plaats van direct een flitspaal te plaatsen. U zou de oorzaken moeten aangrijpen om de weg degelijk in te richten.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: ik heb nog één vraagje. Minister, u hebt 73 flitspalen geplaatst. U had er ook nu eens tien en dan eens tien kunnen plaatsen. U hebt er 73 ineens gezet en zegt: nu zijn we voor jaren goed. Moeten we dat letterlijk nemen? Betekent dat dat er de komende jaren geen flitspalen bijkomen?
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Keulen, ik heb bewust niet gecommuniceerd over de procedure omdat ik een eventuele communicatie samen met de politie wil doen. U kent mij misschien nog niet goed. Als er iemand kritiek heeft, ga ik daar niet op kloppen, want misschien heeft die persoon gelijk. De overlegstructuren zijn er. Dus is het aan de politie om die mensen eventueel tegen te spreken. Als de politie vindt dat iemand ongelijk heeft, is het aan haar om die communicatie plat te leggen.
Volgende week hebben we een nieuwe vergadering, en misschien volgende maand nog één. Ik ga ze evalueren, dat heb ik hier bevestigd. Voor die 73 flitspalen geldt hetzelfde: we gaan ze evalueren en dat wordt bevestigd. Daarna gaan we kijken of de procedure moet worden bijgestuurd. Als het juist was, zou ik nog een communicatie willen doen met de politie erbij: we hebben ons vergist. Dat is niet juist dat één op vijf verkeerd staat. Ofwel was het wel waar, maar dan moeten ze toegeven dat ze die procedure de voorbije jaren niet zo subliem hebben aangepakt. Het is niet mijn taak om dat te betwisten. Ze maken deel uit van het proces. Zij zullen het ook moeten zijn die daarover communiceren. Mijn enige communicatie was: als er kritiek is, zullen we het evalueren. Voor mij is het echt belangrijk dat dat handhavingsbeleid au sérieux wordt genomen. Het ergste wat je als minister kan overkomen is dat degene voor wie je het bijna doet, de handhavers, zeggen dat het niet goed is.
Mevrouw Van den Eynde, de link die u maakt met de juiste snelheid is uiteraard correct. U weet dat de verkeersborden geïnventariseerd zijn. Ik heb gezegd dat we misschien een wat homogener snelheidsbeleid moeten voeren. Ik herinner mij nog de goede oude tijd met veel minder verkeersborden, toen de wegcode gewoon zei dat iedereen zijn snelheid moest aanpassen aan de staat en de ingesteldheid van de weg. Als je zegt dat het de schuld is van de infrastructuur, moet je daar ook voorzichtig mee zijn. Maar de link is correct.
Mijnheer Roegiers, de begroting is uiteraard nog niet goedgekeurd. U moet het volgende in acht nemen. De palen die wij nu zetten, maken nog deel uit van het budget van 2008. Ik heb een zeer groot budget voor 2009 en 2010. Ondertussen doe ik de evaluatie. Zeg ik vandaag dat er geen flitspalen meer bijkomen? Absoluut niet. Zeg ik vandaag dat de 200 aanvragen van de gemeenten gehonoreerd zullen worden? Absoluut niet. Misschien kan ik wel 10 of 15 of 20 plaatsen efficiënter kan maken. Als die gelegenheid zich voordoet, zal ik er gebruik van maken.
Ik heb gekozen voor 73 flitspalen in een keer. Dat is enorm veel. Maar ik sta recht in mijn schoenen. Als er 73 prioritaire plaatsen zijn, met de steun van de politie en de gemeenten, onderbouwd door sterke ongevalcijfers, kan het niet beter. Ik kan het dan beter nu doen. Over de toekomstige budgetten doe ik geen uitspraak. Ik wil eerst de evaluatie van die 1400 palen afwachten. Als er effectief 20 percent verkeerd staat, heb ik 280 palen vrij. Ik maak me geen illusies, maar het is wel zo.
De voorzitter : Het incident is gesloten.