Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 07/10/2010
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de campagne Zeg het hem zelf
- 2402 (2009-2010)
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Voorzitter, collegas, in de tweede helft van vorig schooljaar werd door de minister de campagne Zeg het hem zelf gelanceerd. Door middel van een uitgebreide promotiecampagne, met onder meer een website en enkele veelbesproken filmpjes, en via de reguliere kanalen van het ministerie Schooldirect, Lerarendirect, Klasse Voor Leraars, Klasse Voor Ouders, Maks! en zo verder werd het publiek warm gemaakt voor de provinciale ontmoetingsdagen met de minister.
In totaal werden dertig sessies georganiseerd: acht voor de doelgroep professionelen, veertien voor de doelgroep ouders en acht voor de doelgroep leerlingen. Het opzet was, zo staat op de website: Als minister van Onderwijs wil ik in het eerste jaar van mijn legislatuur extra veel tijd investeren in overleg met alle betrokkenen. Ik wil horen wat jullie opmerkingen, noden en ideeën zijn, ik wil in dialoog gaan met jullie. Daarom heb ik, in samenspraak met de administratie, een tournee opgezet door heel Vlaanderen. Zo hoop ik met leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals samen de lijnen voor ons toekomstig onderwijsbeleid uit te zetten. Wie van ons kan daar tegen zijn, collegas?
In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 9 februari 2010 vernamen we reeds dat de totale kost op dat ogenblik 205.000 euro bedroeg. Die totale prijs was het resultaat van grote inspanningen om zoveel mogelijk in eigen beheer te doen. Daarom werd bijvoorbeeld geen beroep gedaan op een evenementenbureau, maar werd het geheel uitgevoerd door mensen van het ministerie van Onderwijs en Vorming. Ook kondigde de minister een dagboek/blog aan van de ontmoetingsdagen op de website.
De dertig ontmoetingsdagen zijn ondertussen achter de rug, minister, en heel geïnteresseerd kijk ik geregeld naar de website om te zien hoe u ons daarover informeert. U mag het mij niet kwalijk nemen dat ik op dat vlak een beetje teleurgesteld ben. Behalve een viertal fotoreportages en enkele geschreven getuigenissen van personeelsleden van het ministerie van Onderwijs en Vorming over de organisatie, maar niet over de inhoud van de meetings, is er eigenlijk heel weinig terug te vinden.
Is er een verslag beschikbaar van wat er tijdens de meetings werd aangekaart door de aanwezigen? Kunnen de commissieleden dat ontvangen, eventueel bij een volgende commissievergadering? Wat zijn uw belangrijkste beleidsconclusies uit deze gesprekken?
We hebben uiteraard ook het vakantie-interview in Knack gelezen, waarin u ook even verwijst naar de drie doelgroepen en kort uiteenzet wat uw bevindingen zijn. Hoe worden de meer uitgebreide conclusies die u ons gaat geven, opgevolgd en binnen welke timing? Hoe evalueert u de hele campagne? Is men binnen het voorziene budget gebleven?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Bij de start van mijn campagne of liever luisterronde was het de bedoeling een heel gedetailleerde rapportage te maken. Maar omwille van besparingen hebben we geen professionele rapporteurs ingeschakeld. Een verslag van elke ontmoetingsdag kan ik u dus niet bezorgen. We hebben inderdaad wel een blogdagboek bijgehouden. Iedereen kon zijn verhaal kwijt en 21 deelnemers hebben dat ook gedaan.
Op de blog hebben ook ambtenaren hun mening uitgesproken. De medewerkers van het departement Onderwijs en Vorming hebben de afgelopen weken uiteraard nog andere prioriteiten gehad en finaliseren op dit moment een rapport waarin op alle vragen die nu zijn gesteld, gedetailleerd wordt ingegaan. Dat rapport zal eerstdaags klaar zijn en ik stel voor dat dan aan de commissievoorzitter te bezorgen die het dan aan u allen kan overmaken.
In dat rapport zal niet alleen feitelijke informatie te vinden zijn, maar zullen ook de belangrijkste beleidsconclusies neergeschreven worden en hoe we daar verder gevolg aan zullen geven.
Het is een zeer intensieve campagne geweest. We zijn 29 keer in gesprek gegaan met ouders, leerkrachten, directeurs, leerlingen. Eén ontmoetingsdag voor leerlingen is geannuleerd omdat er geen inschrijvingen waren. Het was in de vakantieperiode op een zaterdag gepland, wat inderdaad een ietwat foute planning was.
Het is een leerrijke luisterronde geweest. 85 percent van de mensen die een evaluatieformulier hebben ingevuld, liet weten dat de ontmoetingsdag aan hun verwachtingen voldeed en dat ze blij waren dat de dag had plaatsgevonden. Dat is een grote positieve waardering.
We zijn erin geslaagd om deze grootschalige campagne toch met bescheiden middelen uit te voeren. We hadden 205.000 euro vooropgesteld. De werkelijke kost ligt lager dan de raming in het begin van de campagne. I n totaal kostte het 165.617 euro. Met andere woorden, de kostprijs van 1 ontmoetingsdag bedraagt 5.710 euro. Daarin zit de huurprijs van de zaal verrekend, de verplaatsingskosten en zo meer. Het gaat wel om zichtbare kosten.
Heel wat zaken moesten echter niet worden uitbesteed omdat de administratie ze uitvoerde. Het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS) stelde voor de duur van het project een fulltime medewerker ter beschikking. De promotiefilmpjes en de website, waaronder ook de inschrijvingsmodule, het ontwikkelen van de blog en de vraagbaak, werden gemaakt door het Agentschap voor Onderwijscommunicatie.
De logistiek zoals het vervoer, de druk en het schrijfschriftje nam de MOD of de Management Ondersteunende Diensten voor haar rekening. Op elke ronde waren er ook twee personeelsleden van het Agentschap voor Onderwijscommunicatie en de medewerker van AHOVOS was aanwezig voor de opbouw en de afbraak. Personeelsleden van het ganse beleidsdomein werkten bovendien mee aan het onthaal en noteerden de vragen die gesteld werden na mijn gesprek met de deelnemers.
En dan zijn er nog de meer dan 1700 vragen die een antwoord moesten krijgen. Het grootste deel van de vragen werd beantwoord door het departement. De ontwikkeling van de databank waarin we de vragen en het thema registreerden, maar ook de antwoordtermijn bijhielden, was ook voor het departement, maar het opmaken van de rapporten was dan weer voor de rekening van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi).
We zijn dus ver beneden de geraamde kostprijs gebleven. Niet alleen voor mij, maar ook voor veel ambtenaren was het een leerzame ontmoeting. Het leverde een goede inschatting op van waar mensen mee bezig zijn. Het is uiteraard een momentopname. Het gedetailleerde rapport is bijna klaar. Zodra het klaar is, maak ik het over aan deze commissie. Als er dan nog vragen zijn, ben ik bereid daar dieper op in te gaan.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft woord.
De heer Jos De Meyer : Ik ben uiteraard tevreden met de toelichting van de minister. Hij stelt ons enigszins gerust. Als geïnteresseerd commissielid heb ik getracht dit hele proces, de vele inspanningen en bezoeken van u en uw administratie op te volgen. Ik blijf eigenlijk permanent op mijn honger zitten, want als ik naar de website surf, is het resultaat ontgoochelend. Er staan wat fotos op en wat kleine getuigenissen. Maar ik vind geen beleidsmatige suggesties of interessante discussies die we hier zouden kunnen voeren. Suggesties vanuit het veld staan er tot nu toe ook niet op.
Ik ben tevreden met de aankondiging van het rapport: hoe sneller, hoe beter. Dan kunnen we inhoudelijk beoordelen of het zinvol was. Voor u was het dat zeker, daar twijfel ik niet aan, maar gezien de kostprijs mogen we verwachten dat het beleidsmatig iets oplevert. Of vergis ik me?
Minister Pascal Smet : Ik raad u aan eens te praten met de mensen die er waren. Het was voor iedereen belangrijk om contact te hebben met het veld. Elk minister zou dat moeten doen. We zullen dat in de toekomst herhalen. In het verleden vonden de rondes van Vlaanderen ook plaats. Dit initiatief moet vanuit dezelfde optiek bekeken worden. Alleen kwamen toen enkel directies en leerkrachten aan bod, en hebben we er nu ook ouders en leerlingen bij gehaald. Op die manier ontstaat er een heel mooi beeld. Maar we zitten natuurlijk met besparingen. De website onderhouden had ons veel meer geld gekost. We hebben geopteerd voor een verslaggeving nadien en dat is het gevolg van besparingen op het communicatiebudget.
De heer Jos De Meyer : Ik wil dit niet nodeloos rekken, maar ik geef een voorbeeldje, om nog beter te illustreren waarom ik eigenlijk enigszins op mijn honger blijf. Minister, in het heel interessante interview met u in Knack van 1 september hebt u het even gehad over uw campagne. U hebt gezegd dat er conclusies waren voor ouders, leerlingen, leerkrachten en schooldirecties. En dan hebt u vervolgens gezegd: En de leerkrachten en de schooldirecties blijven worstelen met de zogenaamde planlast: te veel initiatieven op papier die dode letter blijven en te veel formulieren die moeten worden ingevuld. Op die manier verzamelt de onderwijsadministratie massas gegevens, maar er gebeurt te weinig mee. Dat databeheer moet doelmatiger worden, via een interactief kenniscentrum voor scholen en leerkrachten. Die hebben ook meer ondersteuning nodig, zodat ze niet telkens het warm water moeten uitvinden.
Minister, ik vind dat een heel interessant idee, maar het is nuttig dat dit nog wat meer wordt uitgewerkt en ondersteund, dat we ter zake wat meer gegevens hebben en dat we daar in deze commissie een zinvol gesprek over kunnen voeren, dat mogelijk ook heel interessant kan zijn voor de beleidsvoorbereiding van u en uw administratie. Dat wou ik eigenlijk zeggen.
Minister Pascal Smet : U zult maar tijdelijk onbevredigd zijn. Als u het rapport leest, zult u merken dat dergelijke dingen erin staan. Meer nog, ondertussen is de administratie al bezig. Neem nu het kenniscentrum: daar hebben we in de beleidsraad al meermaals over gepraat, op basis van notas. Men is bezig dat te ontwikkelen. Het is niet zo dat dit blijft hangen of een idee is. Natuurlijk moeten we beginnen met een idee als we iets willen veranderen. Dat idee is er ook geweest. Er is bekeken wat er op het terrein is gezegd, en nu zijn we dat aan het uitvoeren. U zult dat echter merken als het rapport er is. In het rapport staat heel duidelijk welke lessen we daaruit hebben getrokken en welk gevolg we eraan hebben gegeven.
De heer Jos De Meyer : Ik verwijs naar de vraag: Zit je me een ei? We zijn in grote verwachting.
De voorzitter : We kijken met spanning uit naar het rapport. Ik hoop dat het er eerder is dan de federale regering.
Minister Pascal Smet : Ik denk dat u daar niet aan mag twijfelen.
De voorzitter : Ik leg de lat niet erg hoog.
Het incident is gesloten.