Commissie voor Algemeen Beleid, Financiƫn en Begroting
Vergadering van 12/10/2010
Vraag om uitleg van de heer Lode Vereeck tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de vraag van de Europese Commissie aan België tot wetsverandering om het btw-tarief op nieuwbouw en de bijhorende grond gelijk te schakelen
- 2211 (2009-2010)
Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz , Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159 van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft
- 367 (2009-2010) - Nr. 1
De voorzitter : Collegas, de vraag en het voorstel van decreet staan samen op de agenda. We hebben vernomen dat de regering in het Programmadecreet een stelling heeft ingenomen in verband met de vrijstelling voor de gevallen die onder de btw vallen. We zullen daar zeker nog een bespreking over voeren naar aanleiding van de discussie over het Programmadecreet. Ik denk echter dat we nu prioriteit moeten geven aan de vraag en het voorstel van decreet, dat al een tijd geleden werd ingediend door Open Vld.
De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Voorzitter, minister, collegas, het dossier is voldoende bekend. Het is hier al vaker aan bod gekomen. Op nieuwbouwappartementen en sleutel-op-de-deur-woningen gold in Vlaanderen in principe een btw-tarief van 21 percent op de woning en een registratierecht van 10 percent op de bijhorende grond. Ik heb begrepen dat de Vlaamse Regering afgelopen vrijdag heeft beslist om dat registratierecht van 10 percent op de bijhorende grond te schrappen, waardoor de Vlaamse koper niet langer het risico loopt op een dubbele belasting.
De zaak loopt al een tijdje. Eind september was er nog de brief van de Europese Commissie aan federaal minister Reynders met de vraag om een wetsverandering door te voeren op basis van het ondertussen befaamde Breitsohl-arrest van het Europese Hof van Justitie, waarin staat dat een nieuwe woning en de bijhorende grond niet verschillend mogen worden belast.
Minister, wat ons interesseert, zijn natuurlijk vooral de gevolgen. Enerzijds was er de mogelijke stijging van de kostprijs voor aankoop van een nieuwe woning. Die mogelijkheid bestaat nog steeds, ondanks uw interventie, uw maatregel. Daarnaast is er een mogelijk negatieve impact op de Vlaamse bouwsector en een geschatte daling van de Vlaamse ontvangsten met 42 miljoen euro.
Ik wil nog een aantal zaken in herinnering brengen. Op 21 mei 2008 was er een vergadering van het Overlegcomité, waarin werd afgesproken dat advies zou worden gevraagd aan het btw-comité van de Europese Commissie. Uw diensten hebben het advies van het btw-comité geanalyseerd. Daaruit bleek dat er wel degelijk gronden waren om een eventuele ingebrekestelling door de Europese Commissie af te wachten, omdat we het misschien wel eens zouden kunnen halen bij het hof en we het dan zouden kunnen aanvechten. Dat deze gronden er nu waren, is op zich niet meer zo belangrijk omdat ondertussen in de federale programmawet de aangepaste btw-regeling is opgenomen en ook al gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Nochtans had de Vlaamse Regering gevraagd om hiermee te wachten tot het technisch onderzoek van het advies van het btw-comité door uw diensten klaar was. De federale overheid heeft niet gewacht met deze publicatie en de federale overheid zal ook geen verdere stappen zetten in deze procedure. Vlaanderen kan dat niet doen omdat het om een federale bevoegdheid gaat. Minister, de conclusie is dat de Breitsohl-regeling in werking treedt op 1 januari 2011. Er zal dan nog maar één tarief zijn, namelijk het btw-tarief.
De problematiek is regelmatig aan bod gekomen op het Overlegcomité, waar de verschillende overheden elkaar ontmoeten. Op 23 april 2008 heeft men gezegd dat de problematiek geïntegreerd zou worden in een globaal debat van de financiering van de Gewesten en Gemeenschappen dat in de komende maanden zal plaatsvinden. Dat werd herhaald op 14 oktober 2009, toen ikzelf al in het Vlaams Parlement zat. Maar er werd nog iets aan toegevoegd, namelijk: ( ) om rekening te houden met het sociaal beleid dat Vlaanderen reeds voert inzake registratierechten en de bezorgdheid dat de maatregel geen kostenverhoging voor de burgers tot gevolg heeft.
De problematiek werd opnieuw geagendeerd op 3 maart 2010, naar aanleiding van een brief van u aan federaal minister Reynders, waarin u vroeg naar de compensaties waarin de federale overheid bereid is of was te voorzien voor het Vlaamse Gewest. U had daarom gevraagd omdat er eigenlijk niet veel gevolg was gegeven aan de afspraken die op 23 april 2008 en 14 oktober 2009 gemaakt waren. Op 16 maart 2010, 13 dagen later, heb ik daarover al een vraag gesteld in deze commissie. Op basis van de notulen van de vergadering van het Overlegcomité van 3 maart 2010 leek het er sterk op dat wij, Vlamingen, met een kluitje in het riet werden gestuurd. U bevestigde dat ook in uw antwoord.
We zijn nu een half jaar verder. De regeling gaat in op 1 januari 2011, over 3 maanden. Ik heb toch nog enkele vragen. Ondanks uw beslissing van afgelopen vrijdag zijn een aantal van die zaken natuurlijk niet opgelost of uitgeklaard. Een eerste vraag betreft de fundamentele afspraak die werd gemaakt op de vergadering van het Overlegcomité van 23 april 2008, namelijk dat de problematiek geïntegreerd zou worden in het globaal debat van de Financieringswet dat in de komende maanden zou plaatshebben. Deze afspraak werd op 14 oktober 2009 herhaald, met daarbij de toevoeging die ik daarnet heb geciteerd om de sociale correcties in Vlaanderen te vrijwaren.
Op dit moment worden gesprekken gevoerd over het hertekenen van de financieringsstromen tussen de verschillende overheden. De signalen over het verloop en de inhoud van deze gesprekken zijn weliswaar weinig hoopgevend, maar toch vraag ik u welke stappen u gezet hebt om er mee voor te zorgen dat uitvoering wordt gegeven aan de afspraken die zijn gemaakt op de vergaderingen van het Overlegcomité van 23 april 2008 en 14 oktober 2009. Welke stappen hebt u gezet om de problematiek in verband met de compensatie ook op de agenda van de huidige onderhandelingen te krijgen? Welke rol hebt u daarin gespeeld en zult u nog spelen?
In antwoord op mijn vraag om uitleg van 16 maart 2010 stelde u dat er naar aanleiding van de vergadering van het Overlegcomité van 3 maart 2010 een werkgroep met de ministers van Financiën zou worden gepland. Dat staat natuurlijk los van de regeringsonderhandelingen. Wat is hier de stand van zaken? Welke overlegmomenten zijn er geweest? Wat is het resultaat? Wat zijn de standpunten die door de verschillende actoren werden vertolkt? Wat is de voorziene tijdsplanning voor verder overleg? Ik neem aan dat dat nog steeds onder de lopende zaken valt.
Zonder bijsturingen dreigt een substantiële kostprijsverhoging voor nieuwbouwwoningen. Er is niet enkel een tariefverhoging op het grondgedeelte van 10 percent voor de registratie naar 21 percent btw. Tevens zou het systeem van de meeneembaarheid van de registratierechten verdwijnen. Ook de systemen van het abattement en het bij-abattement zouden verdwijnen. Volgens verschillende bronnen uit de sector zou dat kunnen leiden tot een prijsstijging van bijna 15.000 euro gemiddeld per nieuwbouw. In uw antwoord van 16 maart 2010 zei u dat de Vlaamse administratie onderzoekt hoe de gevolgen van de aangepaste btw-wetgeving de meerprijs en het wegvallen van een aantal sociale en mobiliteitscorrecties kunnen worden vermeden, maar dat er nog geen oplossing was. U stelde: Ik weet niet of men zoiets zal vinden. We zijn nu een half jaar verder. Wat is hier de stand van zaken? Welke mogelijke pistes werden bestudeerd? Verwacht u nog een oplossing en zo ja, wat is de voorziene timing?
Een piste die ondertussen al een aantal keer naar voren is geschoven, is de mogelijkheid om de nieuwbouw zelf en de grond waar de nieuwbouw op staat, te laten verkopen door twee verschillende rechtspersonen. Dan zou het klassieke regime gelden. Het Breitsohl-arrest stelt immers dat eenzelfde belastingsregime moet gelden voor grond en gebouw als die onlosmakelijk van elkaar worden verkocht. Indien de verkoop gebeurt door twee verschillende rechtspersonen, kan hier misschien van worden afgeweken. Dat stond trouwens ook afgelopen week nog in een kwaliteitskrant. Is deze piste volgens u juridisch effectief een mogelijkheid? Waarom wel of waarom niet? Werd deze piste onderzocht door uw diensten, zoals bij een aantal pistes zou gebeuren?
De voorzitter : De heer Gatz heeft het woord.
De heer Sven Gatz : Ik benadruk dat ik me graag aansluit bij de vragen van de heer Vereeck die ook de mijne zijn. Wat betreft het voorstel van decreet, hebben wij inderdaad akte genomen van het feit dat de Vlaamse Regering een niet-onbelangrijke beslissing heeft genomen vorige vrijdag. Minister, ik wil een beroep doen op u als minister, maar ook een beetje op de collegas van de meerderheid, om daarbij een bepaalde regel van parlementaire hoffelijkheid te willen respecteren.
Ik verklaar mij nader. U hebt aangekondigd dat u de beslissing van vrijdag wilt veruitwendigen in het Programmadecreet. Er zijn deze legislatuur een aantal precedenten. Wanneer een lid, in dit geval van de oppositie, een voorstel van decreet indient, en de regering, al dan niet na enig aarzelen en het goed bestudeerd hebbende, een beslissing neemt die in dezelfde richting ligt en dezelfde strekking heeft, moet dat voorstel niet noodzakelijk door de regering geaccapareerd worden, zelfs al is dat haar volste recht en het recht van de meerderheid. Meestal wordt het zo opgelost dat er een voorstel van decreet komt, al dan niet licht herwerkt, waarbij de oorspronkelijke indiener van dat voorstel van decreet, in dit geval de heer Van Mechelen, dan ook nog altijd het eerste initiatiefrecht kan behouden.
Ik noem even drie precedenten uit deze legislatuur. Er is een voorstel van decreet van de heer van Rouveroij in de commissie Binnenlands Bestuur op die manier met minister Bourgeois tot een goed einde gebracht. Er is een voorstel van resolutie van mevrouw Van der Borght samen met minister Vandeurzen op die manier geland. Op dit moment zijn er ook gesprekken tussen onze fractie en de meerderheidsfracties over een voorstel van resolutie met betrekking tot de werkzaamheden aan de Brusselse Ring, waarbij we hopen tot een gelijkaardig voorstel te komen.
Voorzitter, minister, en ook het meest eminente lid van de N-VA-fractie, de fractie van de minister hier aanwezig, en nota bene de voorzitter van dit parlement, beschouw dit als een uitnodiging waarop ik niet noodzakelijk vandaag een hard antwoord moet krijgen, maar waarvan ik het wel op prijs zou stellen mocht ik er een antwoord op krijgen. Er is zeker ruimte voor aanpassing van bepaalde teksten, maar aangezien de strekking van zowel het voorstel van decreet als uw beslissing, toch hetzelfde doel heeft, spreken we wel degelijk over dezelfde politieke doelstelling.
De voorzitter : De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Minister, ik ben maar zelden zo gechoqueerd en gedegouteerd geweest als dit weekeinde toen ik de persmededeling van de N-VA onder ogen kreeg waarin stond dat dankzij minister Muyters de Vlamingen geen twee keer worden belast op hun bouwgrond. Het had er verdorie nog aan moeten ontbreken dat de mensen drie keer zoveel zouden hebben betaald in plaats van nu twee keer zoveel. Ze betalen nog altijd meer dan het dubbele van wat ze in het verleden betaalden.
Die maatregel was de evidentie zelve. Hoe kan men zoiets toch aan de mensen voorstellen als een cadeau! Men pakt hun eerste 20 percent af en geeft er daarna 10 percent van terug. Dan zegt men: kijk eens wat een formidabel cadeau u krijgt! Ik vind het echt schandalig om dat op die manier aan te kondigen.
Minister, voor de rest hebt u in dit dossier volgens mij helemaal niets gedaan. Het abattement is weg, het bij-abattement is weg. De mensen zullen meer dan het dubbele betalen en de meeneembaarheid is natuurlijk ook weg, zowel van de registratierechten die in het verleden zijn betaald, als in de toekomst wanneer de mensen een andere eigendom zouden kopen.
Men kan dat natuurlijk afschuiven op de federale overheid en zeggen: ik heb er niets mee te maken, ik ben onschuldig, ik heb alles gedaan wat ik kon. Wel, ik geloof daar helemaal niets van. Ik blijf zeggen dat de Vlaamse Regering zich van in het begin in dit dossier heeft laten rollen. Toen was u er nog niet bij, minister, dat geef ik toe. Maar ook toen u minister bent geworden, is er niets maar dan ook niets geëvolueerd in dit dossier. Ik vind het schandelijk om het aan de mensen voor te stellen alsof u hun een cadeau van 10 percent geeft.
De voorzitter : Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Ik stel vast dat we het toch over één ding eens zijn, namelijk dat we blij zijn dat de maatregel er komt en dat met ingang van 1 januari 2011 de Vlaming niet twee keer belasting zal moeten betalen op de koop van een grondaandeel bij een nieuwbouwproject.
Ik heb nog enkele vragen die aansluiten bij wat eerdere sprekers al hebben gezegd. De vraag wat het overleg met de federale overheid en met de federale minister van Financiën heeft opgebracht, is terecht. Dat was een van de punten toen dit thema de vorige keer aan bod is gekomen in de commissie. U hebt toen gezegd dat u eerst nog federaal wilde aftoetsen of er nog een compensatieregeling kon worden getroffen voor Vlaanderen als we de registratierechten missen. Is er uit dat overleg met uw federale collega nog iets gekomen?
U hebt vorige week uw beslissing kenbaar gemaakt. Ik neem echter aan dat er nog gevallen zullen zijn waarbij er nog wel registratierechten zullen worden geheven als de btw-regeling niet van toepassing is. Hebt u al een raming van hoeveel geld er nog wel in de middelen van de Vlaamse overheid zal komen aan opbrengst uit verkoop van een grondaandeel horende bij een nieuwbouwproject waar wel registratierechten van toepassing zijn en geen btw?
De voorzitter : De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans : Men kan in de vraagstelling van de heer Vereeck de relativiteit des levens zien. Hij citeert onder meer uit het Overlegcomité van 23 april 2008 dat: ( ) de problematiek geïntegreerd zal worden in het globaal debat van de financiering van de gewesten en gemeenschappen dat in de komende maanden zal plaatshebben. Dat was in 2008. Ik geef dat maar even aan voor wat het is.
Ik wil ingaan op de suggestie die de heer Gatz doet. Ik ben daar heel gevoelig voor. Het is niet omdat iets van de oppositie komt, dat het niet goed zou zijn. Dat is een zwart-witredenering die niet mijn redenering is. Wij passen dat trouwens in de commissie Openbare Werken ook toe en hebben dat vorige week nog bewezen. Mevrouw Peeters heeft een voorstel gedaan in verband met inritten aan gewestwegen. We hebben dat in de commissie eenparig op voorstel van mevrouw Peeters, weliswaar geamendeerd, en terecht volgens mij, goedgekeurd. We hebben hetzelfde gedaan bij de beheersovereenkomst van De Lijn. Ik vind dat het de cultuur van dit parlement mag zijn om, zeker als er constructieve voorstellen komen, in dit geval van Open Vld, die te steunen vanuit de meerderheid.
Mijnheer Strackx, de manier waarop u de minister bejegent, is volgens mij niet terecht. Zolang ik in deze commissie zit, speelt die discussie over de btw en de registratierechten al. Er is inderdaad een voorstel gedaan door Open Vld. Ik weet niet of u ook een voorstel hebt gedaan. Als u dat politiek zo belangrijk vindt, had u in navolging van Open Vld, die in de oppositie zit, een voorstel kunnen doen. Dan was het proces misschien iets sneller gegaan.
Als er zinvolle voorstellen komen, moet men daar effectief op kunnen inspelen. Dat zou de cultuur van dit parlement moeten zijn. Het is omdat de heer Gatz mij bij naam en toenaam noemde, en mijn titel erbij, wat heel vriendelijk is, dat ik dat alleen maar kan toejuichen. Maar doordat deze regering nu een oplossing geeft aan een probleem dat zich al lang stelt, moeten wij ook kunnen zeggen dat dat een positief gegeven is. De vraag is op welke manier die 42 miljoen euro zal worden gecompenseerd. Dat zal inderdaad een punt van discussie zijn, maar ik vind dat we de politieke eerlijkheid moeten hebben, mijnheer Strackx, om aan de regering te zeggen dat ze een goede maatregel heeft genomen. Misschien had het parlement sneller initiatieven moeten nemen.
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Ik wil het standpunt van mijn fractie in verband met het voorstel van decreet formuleren.
De voorzitter : We zullen eerst luisteren naar het antwoord van de minister, en dan kunnen we zien hoe de verschillende fracties daarop reageren.
Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Voorzitter, het is een boeiend en langdurig debat, dat al veel langer duurt dan hier is gezegd. Het Breitsohl-arrest dateert van 2000. We zijn ondertussen 10 jaar verder. Nu is het effectief in de federale Programmawet ingeschreven.
Mijnheer Vereeck, op 23 april 2008 was er een vergadering van het Overlegcomité. Ik wil nog even herhalen wat de notificatie van het Overlegcomité was. Dat geeft de relativiteit aan van wat daar is afgesproken. Ik begrijp dat dat in een gesprek tussen de Vlaamse en de federale overheid niet altijd gemakkelijk is. Er staat: Het comité heeft akte genomen van het feit dat de problematiek geïntegreerd zal worden in het globaal debat van de financiering van de gewesten en gemeenschappen dat in de komende maanden zal plaatsvinden.
Er is dus geen engagement om een debat te starten. Er wordt akte genomen van het feit dat er wellicht gesprekken zullen starten. Dat is ook de achtergrond van wat ikzelf heb mogen ervaren vanaf de dag dat ik minister ben. In de tweede helft van 2009 en in 2010 was het heel moeilijk om daarover een gesprek ten gronde te voeren. Een aantal partijen op federaal niveau waren op dat moment absoluut niet van plan om de financiering ten gronde van de gemeenschappen en de gewesten te bespreken. U weet ook dat de ontbinding van de federale regering er uiteraard niet toe heeft geleid dat de financiering van gewesten en gemeenschappen is besproken, want dat was het engagement. Dat is niet iets dat je snel in lopende zaken bespreekt. Ik kan u alleen maar zeggen dat die gesprekken altijd moeilijk zijn verlopen, en ik denk dat dat ook voor mijn voorganger zo was.
Ik blijf ervan uitgaan dat het goed was om te wachten tot op het laatste moment en dat we in maart vorig jaar beter nog geen beslissing namen. Waarom beter niet in maart? Omdat het op dat moment nog mogelijk was dat we met de federale regering gesprekken zouden hebben die tot een oplossing zouden kunnen leiden. Daarna is er de ontbinding van het parlement gekomen, een regering in lopende zaken en verkiezingen. Men kon de verwachting hebben dat we het ineens konden meenemen in een nieuwe bespreking van de Financieringswet. We zien nu dat dat niet het geval is. Daarom kunnen en mogen we niet langer wachten. Ik denk dat het goed was om op dat moment de druk op de ketel te houden. Nu zien we dat het wellicht tegen het einde van dit jaar niet meer haalbaar is. We mogen geen risico nemen.
Ik kan spijtig genoeg niet veel doen. Ik kan wel één ding doen, en dat is volgen wat de heer Van Mechelen naar voren heeft gebracht, namelijk de registratierechten in Vlaanderen dan toch proberen te schrappen. Daarom hebben we dat in het Programmadecreet naar voren gebracht. Ik denk nog altijd dat het het beste is om dat nu te doen en dat we zo lang mogelijk hebben gewacht zowel met de sociale maatregelen, abattementen en meeneemrechten voor registratie, als voor het andere.
Mijnheer Vereeck, wij hebben effectief einde februari een onderzoek gevraagd naar de gevolgen van de aangepaste btw en de invloed ervan voor de Vlaamse registratierechten en de fiscale gunstmaatregelen. Wij hebben die denkpistes naar voren gebracht en wij hebben daar vandaag met de administratie nog gesprekken over.
Er zijn twee grote delen. Enerzijds is er het vermijden van de dubbele heffing, waar we het nu over hebben gehad. Anderzijds is er de problematiek van de impact op het Vlaams woonbeleid. Er blijft een moeilijkheid voor wie op hetzelfde moment bij dezelfde firma grond en een sleutel-op-de-deur-appartement of -woning koopt. Ik heb er twee condities bij gezet, want daarover gaat het: met dezelfde firma en op hetzelfde moment. Men kan nog interpreteren wat hetzelfde moment is. In dat geval heeft dat een effect.
Wij zijn nog in bespreking en proberen dingen af te ronden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er niet heel veel hoop op heb. Wat we zeker niet mogen doen, is met een vroegtijdige communicatie onze onderhandelingspositie in de gesprekken met de federale overheid of de federale administratie in het gedrang te brengen. Ik ben er zeker van dat we de dubbele heffing kunnen vermijden, met het voorstel van de heer Van Mechelen. De federale administratie heeft echter gewezen op een aantal onvolkomenheden daarin. De fracties moeten zeker nog ten gronde bekijken welke wijzigingen moeten worden aangebracht. Het is fundamenteel dat we in elk geval voor het einde van het jaar een beslissing nemen, anders zitten we met die dubbele bespreking. Daarom heb ik het in het Programmadecreet naar voren gebracht om zeker te zijn dat we het kunnen realiseren.
Voor de rest gaan we ervan uit dat we een omzendbrief zullen krijgen vanuit de federale overheid, wat in bespreking is, om een aantal zaken te verduidelijken en te bekijken wat er nog kan gebeuren. Voor de rest hoop ik dat we met de regeringsonderhandelingen de zaken kunnen verduidelijken en bespreken.
De voorzitter : Verduidelijken?
Minister Philippe Muyters : Ja, verduidelijken, in elk geval.
Wat betreft het toepassingsgebied van de federale btw-wetgeving, hoop ik dat er in een omzendbrief een verduidelijking zal komen. Wat wil zeggen dat je bij dezelfde firma op hetzelfde moment wel of niet een grond en een sleutel-op-de-deur-woning koopt? Wat wil zeggen dezelfde firma? Wat wil zeggen op hetzelfde moment? Er zijn antimisbruikbepalingen die wel of niet van kracht zijn. Het zou goed zijn dat we daarover wat verduidelijking zouden krijgen.
Dat is ook een antwoord op de vraag van mevrouw Smaers. Ik kan niet inschatten hoe de sector en het veld zullen reageren op deze bepalingen. Het samen verkopen op hetzelfde moment zal een verhoging met zich meebrengen die wij niet kunnen compenseren, want het is een federale btw-wetgeving op basis van een Europees arrest. Daar kunnen wij niet veel aan veranderen. Voor de registratierechten en abattementen hebben we op dit moment nog geen oplossing. De vraag is hoeveel keer men samen met dezelfde firma zal verkopen. Ik weet niet hoe de sector zal reageren. We moeten dat afwachten. Het maximumbedrag dat we vandaag inschatten is 42 miljoen euro minder ontvangsten voor Vlaanderen, maar ik kan u niet zeggen of dat de werkelijkheid enigszins zal benaderen. U voelt dat dat een heel moeilijke situatie is waarbij we moeten kijken hoe alles evolueert.
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Ik zou willen beginnen met mij aan te sluiten bij de woorden van de heren Gatz en Peumans. Vorige week heb ik mijn vraag inderdaad uitgesteld omdat ik op dat moment vond dat het getuigde van politieke politesse. Ik was toch ook wel verbaasd dat vrijdag plots een maatregel werd aangekondigd, die als het ware de doorslag was van het voorstel van resolutie van de heer Van Mechelen. Ik sluit me graag aan de suggesties om dit voorstel van decreet verder te behandelen en het niet op te nemen in het Programmadecreet.
De voorzitter : Mijnheer Vereeck, daarnet had u het over een voorstel van resolutie. Het gaat wel degelijk om een voorstel van decreet.
De heer Lode Vereeck : Dat is juist.
Minister, uw antwoord is natuurlijk ontgoochelend. Het gevoel dat wij, maar vooral uw voorgangers, zich hebben laten rollen, blijft overeind. We hebben geen enkel zicht op de compensaties voor de 42 miljoen euro. We hebben geen enkel voorstel gehoord over hoe we op ons woningbeleid, met zijn correcties, de overdraagbaarheid, de abbattementen, ook maar op enigerlei wijze een antwoord kunnen bieden. Alles bij elkaar is het antwoord ontgoochelend. Ik had gehoopt dat uw diensten veel verder zouden staan. Ik heb begrepen dat de N-VA een linkse partij is. Dat zegt de heer Bracke toch. Ik dacht dat we toch een aantal elementen van sociaal beleid zouden kunnen terugvinden in uw voorstellen.
Er is nog iets anders dat me een klein beetje verbaasd. Misschien kunt u dat even toelichten. Uiteindelijk is hier duidelijk gesteld dat de Belgische vertegenwoordiger in het verleden in het BTW-comité de Vlaamse belangen niet goed heeft verdedigd. Nochtans zaten er ook Vlaamse partijen in de federale meerderheid. Daar wil ik het nu niet over hebben, want het dateert al van een hele tijd terug. Maar het is wel deze Vlaamse Regering, met uw coalitiepartner CD&V, die hier gevraagd had te wachten met de publicatie van de aangepaste btw-regeling tot na de analyse van uw diensten. Dat is niet gebeurd.
De Vlaamse partijen in de federale meerderheid hebben de Programmawet met de aangepaste btw-regeling goedgekeurd. U zegt dan wel dat de afspraken van het Overlegcomité in ieder geval niet naar de geest worden nageleefd, maar en misschien kan mevrouw Smaers daar wat toelichting bij geven , ik wil toch nog eens herhalen dat uw coalitiepartner CD&V nog altijd in de federale meerderheid zit. Op de vergadering van het Overlegcomité van 3 maart 2010 werden we eigenlijk wandelen gestuurd.
Ik vind het een wat vreemde houding. De Vlaamse Regering zegt dat er een probleem is met het Breitsohl-arrest en dat er gewacht moet worden met de goedkeuring van de regeling tot na de analyse door uw diensten, die er zelfs zou kunnen toe leiden dat we een ingebrekestelling riskeren. Dat is hier eigenlijk met zoveel woorden gezegd. In de federale regering keurt men de Programmawet goed. Ik kan daar niet goed bij. Daarop krijg ik misschien straks een antwoord.
Dat er geen dubbele heffing is, moeten we daar blij om zijn? We mogen daar blij mee zijn, maar het blijft natuurlijk een verhoging. Als ik het goed begrijp, zijn uw diensten nog altijd in bespreking. Vandaag kunt u dus niets concreets melden. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
En die omzendbrief verwacht u van de federale regering. En in dat verband zult u evenmin initiatieven nemen?
Minister Philippe Muyters : We zijn volop bezig.
De heer Lode Vereeck : Dat wachten we dan af.
Ik heb nog één bijkomend vraagje. In uw antwoord op mijn vraag van 23 februari 2010 hebt u gezegd: Inzake compensaties dienen de afspraken van het Overlegcomité van 23 april 2008 verder uitgewerkt te worden, zo niet is er een belangenconflict mogelijk. Is een belangenconflict nog steeds een optie?
Ik zou willen eindigen met een artikel uit een kwaliteitskrant aan te halen. In de sector bestaat er onzekerheid, ongerustheid. Samen met hen dring ik erop aan om zo snel mogelijk duidelijkheid te scheppen over, bijvoorbeeld, de optie met de twee vennootschappen. Ik denk dat dat wel aan de orde is.
De voorzitter : De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Minister, ik zal u zeggen waarom ik zo kwaad was over die persmededeling van de N-VA. Het afschaffen van die dubbele belasting is de evidentie zelf. Ik hoor de parlementsvoorzitter vragen waarom we dat zelf niet hebben voorgesteld. Men zou evengoed kunnen voorstellen dat de zon elke dag opgaat. Het leek me nu zo logisch en zo evident dat iedereen had verwacht dat de Vlaamse Regering die maatregel voorgesteld zou hebben! Het is de evidentie zelf. Ik vind het niet correct om dat aan de bevolking voor te stellen als een cadeau. Denkt u trouwens dat de mensen er zich iets van aantrekken dat ze 10 percent betalen aan de Vlaamse schatkist of btw aan de federale kas? Het enige wat duidelijk is, is dat ze nu meer dan het dubbele betalen. Aan wie of waaraan, dat interesseert de belastingbetaler niet.
Waar ik niet tegen kan, waar ik van in het begin niet tegen heb gekund, is dat men dit altijd voorstelt als een Europees bevel: We moeten dat doen, want Europa heeft het ons bevolen. Zo is het niet gegaan. Het is Didier Reynders die aan Europa is gaan vragen om alstublieft toch nog eens duidelijk te zeggen dat het Breitsohl-arrest ook van toepassing is op die woningen en op die bouwgronden, omdat hij zo graag de btw op de gesaneerde bedrijfsterreinen wilde recupereren.
Dat was de reden: Didier Reynders heeft dat zelf uitgelokt. Hij is gaan zoeken naar een arrest dat hij kon gebruiken. Dan is hij aan Europa gaan vragen om het uit te voeren. En de Belgische vertegenwoordiger van Didier Reynders in dat BTW-comité heeft zijn mond niet opengedaan. Hij heeft helemaal niet gesproken over de Vlaamse reglementering, zoals die hier van toepassing is. We hebben het verslag van het BTW-comité gekregen. Daarin staat letterlijk wat hij heeft gezegd. Dat was een echte schande. De federale minister van Financiën heeft ons gewoon opgelicht! Zo simpel is het. Ik kan niet begrijpen dat men dat blijkbaar niet durft te zeggen, dat men de zaken voorstelt alsof de regeling van Europa komt, dat we daar niet aan kunnen doen. Wij kunnen daar wel aan doen!
De voorzitter : Bent u uitgeraasd, mijnheer Strackx?
De heer Felix Strackx : Mijnheer Peumans, we hebben er samen de vorige Vlaamse Regering over geïnterpelleerd. Ik meen me te herinneren dat u toen ook vrij scherp was voor de regering. Hoe een mens zo kan kalmeren op een paar maanden tijd, dat vind ik spectaculair! (Opmerkingen)
De heer Jan Peumans : Mijnheer Strackx, u moet zich daar niet zo over opwinden. Dat is niet goed voor uw gezondheid.
De voorzitter : Laten we terug overgaan tot de radicale redelijkheid. (Gelach)
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Mijnheer Vereeck, mijn fractie en ikzelf hebben in het verleden, en ook bij de laatste commissievergadering over dit thema, steeds nagegaan wat er op het Vlaamse niveau nog uit de brand te slepen was qua inkomsten. Overleg moest toch dienen om na te gaan of compensaties al dan niet mogelijk waren. Het Breitsohl-arrest was er nu eenmaal. De vraag was of er nog compensaties mogelijk waren. Daarnaast ging het ook over de effecten op de Vlaamse begroting. Dat is steeds onze houding geweest. Die zaken moesten eerst worden uitgeklaard.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : We hebben effectief geprobeerd om tot het laatste moment overleg te plegen. Het was allemaal heel moeilijk, dat is duidelijk. Maar de omzendbrief geeft hopelijk een antwoord op de meeste van uw vragen. Daarover gaat de bespreking nu. Daarom kan ik er ook weinig over zeggen. Ik hoop dat het wat verduidelijking kan geven over het wat en het hoe, en wat de sector al dan niet kan doen. Dat is een fundamenteel element.
De vanzelfsprekendheid waarmee de heer Strackx Vlaamse belastingen afschaft om de federale overheid de kans te geven die te nemen, dat is zijn verantwoordelijkheid. Ik zou dat niet doen. Het feit dat hij mij interpelleert als het gaat over wat minister Reynders doet, maakt dat ik me niet geroepen voel om erop te antwoorden.
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Minister, wordt die omzendbrief besproken op de overlegmomenten, die het gevolg zijn van de beslissing van 16 maart 2010, met minister Reynders?
Minister Philippe Muyters : Nee. Er is op dit moment nog weinig overleg met minister Reynders. De regering is er een van lopende zaken. Het is tussen de administraties dat het overleg vandaag plaatsvindt.
De voorzitter : U hoort het, er wordt niet overlegd met de heer Reynders. Misschien gebeurt dat telefonisch. (Gelach)
Minister Philippe Muyters : Of in een goed restaurant. (Gelach)
De voorzitter : En wat denken de zeven van het voorstel van decreet? (Gelach)
De heer Sven Gatz : Voorzitter, ik houd het voorstel aan, maar er moet vandaag niet over gestemd worden. Dat geeft ons enige tijd. Dat moet niet te lang duren, want het is toch de bedoeling dat er vrij snel over kan worden gestemd, dat er gesprekken zijn tussen de meerderheid en de oppositie om tot een gezamenlijk voorstel van decreet te komen. In een aantal andere gevallen is dat met succes gebeurd. Dat lijkt me een correcte werkwijze.
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : We kunnen er ons in vinden dat de meerderheid en de oppositie zo snel mogelijk tot een gezamenlijk nieuw voorstel komen en dat de Open Vld-fractie dan haar voorstel kan intrekken.
De voorzitter : Het zou goed zijn dat het voorstel voor of samen met het Programmadecreet hier ter sprake komt. Dan halen we die bepaling eruit.
Het incident is gesloten.