Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 22/06/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Gwenny De Vroe tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de gevolgen voor het milieu van de door de petroleumfederatie gevraagde verlaging van de belasting op benzine en de stand van zaken met betrekking tot de volledige terugbetaling van de roetfilter en de vergroening van de autofiscaliteit
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Voorzitter, minister, collegas, in een persbericht van de Belgische Petroleumfederatie (BPF), naar aanleiding van de publicatie van haar jaarverslag, belichtte de federatie de felle internationale concurrentie in het raffinagelandschap en de structurele benzineoverschotten waarmee de petroleumraffinaderijen af te rekenen hebben. De BPF vraagt om die reden een nieuw fiscaal evenwicht van diesel en benzine. Het aandeel van diesel in het Belgische motorbrandstoffenverbruik bedraagt volgens de BPF sinds 2007 meer dan 80 percent.
Via het zogenaamde kliksysteem voorziet de Belgische federale overheid in een geleidelijke verhoging van de accijnzen op diesel. De BPF ijvert er nu voor om gelijktijdig de belasting op benzine te verlagen en zo de verdieseling van het wagenpark om te buigen. De voorstellen van de BPF zijn vooral ingegeven door economische motieven en hebben betrekking op federale bevoegdheidsmateries, maar ze kunnen wel milieugevolgen sorteren waarmee de gewestelijke overheden geconfronteerd worden. De accijnzen op brandstoffen zijn een bij uitstek doelmatig middel, potentieel zelfs veel probater dan de middelen waarover de gewesten beschikken, om de milieukwaliteit van het wagenpark te sturen.
Voor de accijnzen op brandstoffen schrijft de Europese regelgeving voor dat ze verplicht identiek moeten zijn voor de hele lidstaat. Wegens de grote impact ervan op het leefmilieu en de volksgezondheid, lijkt het aangewezen dat de accijnspolitiek voor brandstoffen veel strakker via samenwerkingsakkoorden tussen de gewesten gestalte wordt gegeven. De komende federale regeringsonderhandelingen bieden daartoe alvast een gelegenheid.
Het Vlaamse Gewest kan het wagenpark vergroenen via de subsidiëring van roetfilters op dieselwagens of de autofiscaliteit via de verkeersbelastingen en de belasting op de inverkeerstelling (BIV). Laat me met het laatste beginnen. Ik wil er graag aan herinneren dat de Vlaamse Regering al in juli 2007 heeft beslist om de ecoscore uit te werken als basis voor de berekening van de BIV en de jaarlijkse verkeersbelasting. Het is er in de vorige legislatuur niet meer van gekomen.
In het regeerakkoord staat de vergroening van de autofiscaliteit vermeld en ook in het milieubeleidsplan dat we zojuist hebben besproken. Zelf schreef u in uw beleidsnota dat u in samenspraak met de ministers bevoegd voor mobiliteit en financiën zo snel mogelijk werk zult maken van die vergroening van de autofiscaliteit.
Ik citeer uit het beleidsplan: De basis vormt de milieuprestaties van de wagen, gebaseerd op de ecoscore van de wagen of gelijkwaardig. Ik streef ernaar zo snel mogelijk een samenwerkingsakkoord af te sluiten met de andere gewesten. De hervorming van de verkeersbelastingen zal niet tot minderinkomsten leiden voor de Vlaamse begroting. In afwachting van het nieuwe systeem voeren we op korte termijn al een bonus-malussysteem voor particuliere wagens in, waarbij er een korting of toeslag op de BIV doorgevoerd zal worden op basis van de milieukenmerken van de wagen. Het bonus-malussysteem leidt niet tot minderinkomsten voor de Vlaamse begroting. Sociaal verantwoorde correcties blijven mogelijk.
Eind maart gaf u in de commissie als antwoord op vragen van onze collegas Dirk de Kort en Mercedes Van Volcem een overzicht van het geplande tijdspad. De vergroening van de BIV voor particulieren via een bonus-malussysteem wilt u ingevoerd zien vanaf 1 januari 2011, onder voorbehoud van technische haalbaarheid. Voor de hervorming van de jaarlijkse verkeersbelasting, die Vlaanderen vanaf 1 januari zelf zal innen, stemt u af met de andere gewesten.
Minister, bent u namens de Vlaamse Regering bereid in het kader van de door alle politieke partijen gewenste staatshervorming initiatieven te ontwikkelen om de gewesten via samenwerkingsakkoorden een grotere impact te laten krijgen op de voor het leefmilieu en de volksgezondheid zo belangrijke accijnspolitiek op brandstoffen? Zo ja, welke?
Wanneer bent u klaar met de vergroening van de BIV voor particulieren? Welke problemen hebben ervoor gezorgd dat het zo lang duurt? Zal de nieuwe BIV nog van start kunnen gaan op 1 januari 2011?
Wat is de stand van zaken van de subsidiëring van de roetfilters? Heeft deze subsidiëring intussen meer succes?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Ik ben het grotendeels eens met mevrouw De Vroe. Wij zijn uiteraard geen voorstander van een verlaging van de belasting op benzine. Er is meer en meer sprake van een verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op milieuvervuiling. We zullen milieuvervuiling zwaarder moeten belasten. Dat is onvermijdelijk.
In de discussie over de begrotingswijziging zijn de maatregelen voor een Vlaamse vergroening van de autofiscaliteit ook aan bod gekomen. De wijziging van het systeem van de roetfilters werd lang geleden al aangekondigd, in oktober of november 2009. Bij mijn weten is het vandaag nog niet aangepast. Is er een evolutie in de hervorming van het premiestelsel voor roetfilters, en hoe zit het met het bonus-malussysteem voor de verkeersbelasting?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw De Vroe, ik ben het met u eens dat via de accijnzen een bijsturing van het aankoopbeleid van wagens mogelijk is. Het steeds hoger aandeel dieselwagens in ons wagenpark is wellicht minstens ten dele te wijten aan de accijnspolitiek. Dit heeft naast het positieve effect op de CO2-uitstoot inderdaad ook negatieve gevolgen voor ons leefmilieu, met name inzake fijn stof en NOx. Om de luchtkwaliteit te verbeteren ben ik er voorstander van om de accijnzen van diesel en benzine bij te stellen. We kunnen echter niet anders dan rekening houden met de ons omringende landen, waar eveneens een prijsverschil bestaat tussen diesel en benzine. Los van de vraag of dit via een staatshervorming, dan wel via een samenwerkingsakkoord of een herenakkoord moet gebeuren, lijkt het mij wenselijk dat de gewesten nauwer betrokken worden bij de accijnspolitiek op autobrandstoffen, zeker wat betreft de impact ervan op het milieu.
Wat de belasting op inverkeerstelling betreft, kan ik u geruststellen. De Vlaamse Regering besliste op 12 februari laatstleden tot de oprichting van enerzijds een politiek bestuurscomité onder leiding van minister Crevits en anderzijds een ambtelijk coördinatiecomité bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende betrokken departementen. In uitvoering van deze beslissing werd de hervorming van de BIV verder uitgewerkt op basis van een voorstel van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE).
In de nota aan de Vlaamse Regering werd gesteld dat de hervorming zich zal baseren op de Europees gedefinieerde karakteristieken die ook door de Dienst voor Inschrijving van de voertuigen (DIV), als authentieke aanleveringsbron, worden geregistreerd. Dit betekent concreet dat de BIV zich zal baseren op de CO2-itstoot en Euronorm van de wagen. Een onderscheid zal worden gemaakt tussen benzine- en dieselwagens aangezien de Euronormen voor beide verschillen. Aan het Vlaams Parlement zal de hervorming van de BIV voorgelegd worden bij de goedkeuring van het programmadecreet 2011 in oktober van dit jaar.
Het betreft een ingewikkelde materie waarbij de wijziging van de BIV ook het beoogde resultaat moet hebben, namelijk een vergroening van het wagenpark. Dat streven wij allen na. Om zoveel mogelijk effecten van de wijziging te kunnen inschatten, was enig studiewerk vereist. Daardoor heeft de uitwerking van het concrete voorstel iets langer geduurd. De nota aan de Vlaamse Regering van februari stelde voor de hervorming in te voeren vanaf 1 januari 2011, samen met de overname van de inning van de verkeersbelastingen door het Vlaamse Gewest, weliswaar onder voorbehoud van technische haalbaarheid. Het onderzoek naar de technische haalbaarheid heeft aangetoond dat omwille van de praktische aspecten die bij de overname van de inning komen kijken, de datum van 1 januari 2011 niet mogelijk zal zijn. 1 juli als datum voor de invoering van de nieuwe BIV bleek wel een haalbare optie. De tijd tussen goedkeuring en inwerkingtreding is nodig om een totaal nieuwe berekeningswijze te kunnen implementeren in het Vlaams fiscaal platform en uit te testen of het systeem de BIV correct berekent.
Een ontwerp van besluit tot wijziging van het subsidiebesluit van 2009 werd voorbereid en reeds principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Dit besluit kan definitief worden goedgekeurd na de goedkeuring door het Vlaams Parlement van het begrotingsdecreet bij de begrotingscontrole 2010. Ik heb er uitdrukkelijk voor geopteerd om alle betrokkenen te raadplegen in het kader van de evaluatie van het bestaande subsidiebesluit. Een dergelijke consultatieronde vraagt enige tijd. Daarna volgde de klassieke procedure voor agendering op de ministerraad van de Vlaamse Regering in functie van een adviesvraag aan de Raad van State. Op basis van dit advies moet worden gewacht met een definitieve goedkeuring van het begrotingsdecreet, zoals ik reeds vermeldde. De communicatie zal in overleg met de sector in het najaar worden gepland.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb onthouden dat u bezig bent met het dossier, maar dat de datum van 1 januari 2011 onder voorbehoud is van de technische haalbaarheid en dat de invoering van de nieuwe BIV pas zal gebeuren op 1 juli 2011. Ik hoop dat we daar dan echt op mogen rekenen. We zullen dit als oppositie van nabij volgen.
Het antwoord over de roetfilters heb ik niet zo goed begrepen. Wat is de stand van zaken? Kunt u dat misschien nog even herhalen?
Minister Joke Schauvliege : Het is naar de Vlaamse Regering gegaan. Wij moeten wachten op de goedkeuring door het Vlaams Parlement van de begrotingscontrole 2010 dat zal volgende week zijn voor we het in de praktijk kunnen omzetten.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Ik wil nog even in herinnering brengen dat u bij de bespreking van de beleidsnota in de commissie in januari al hebt aangekondigd dat u extra middelen zou nemen. Wij als oppositie hebben dit uiteraard toegejuicht. Bij de bespreking van de beleidsnota in de plenaire vergadering half maart hebt u opnieuw gezegd dat het in een eindfase zit. Het is nu half juni. Wij vinden dat het allemaal nogal lang duurt. De subsidiëring heeft zeer weinig succes, maar het is wel heel belangrijk voor de luchtkwaliteit. Dat hebben we tijdens een vorig debat in de plenaire vergadering al besproken. We zullen ook dit van zeer nabij volgen. We hopen dat er ook een grondige publiciteitscampagne zal worden gevoerd. Juli en augustus is geen goede periode om daarin te investeren, maar in september kan er toch wel een goede campagne worden gevoerd zodat het goed kenbaar wordt gemaakt bij de burgers.
De voorzitter : Het incident is gesloten.