Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 15/06/2010
Vraag om uitleg van de heer Paul Delva tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over het concept Global Greeter Network in Brussel
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Minister, onlangs werd door de Brusselse staatssecretarissen De Lille en Doulkeridis, respectievelijk VGC-collegelid (Vlaamse Gemeenschapscommissie) en COCOF-collegelid (Commission Communautaire Française), een nieuwe vzw in Brussel opgericht met de gevleugelde Franstalige naam Tourisme Autrement. Deze vzw biedt toeristen de mogelijkheid om Brussel op een andere, wat alternatieve manier te ontdekken. Brusselaars laten op vrijwillige basis en gratis buitenlandse toeristen hun favoriete, hippe, populaire of interessante plekken ontdekken, die men niet noodzakelijk in klassieke toeristische gidsen terugvindt.
Dit concept sluit aan bij een vrij recent fenomeen van wat men alternatief en participatief toerisme noemt: greeting, waarbij de ontmoeting tussen autochtonen de inwoners van de stad die bezocht wordt en de toerist centraal staat. Op die manier krijgt de toerist de indruk dat hij niet enkel de stad bezoekt, maar er zelf ook even woont. Dit zeer interessant concept ontstond in de jaren 90 in New York. De afgelopen jaren sloten verschillende steden zich aan bij dit initiatief, zoals Parijs, Marseille, Buenos Aires, Melbourne enzovoort. Op die manier treedt onze hoofdstad toe tot het wereldwijde netwerk Global Greeter Network.
Met dit concept willen de initiatiefnemers ook het imago van Brussel en de Brusselaars verbeteren in binnen- en buitenland. We weten dat het imago van Brussel als stad, als hoofdstad, als gewest niet zo goed is. Via dat concept probeert men aansluiting te vinden bij de in Brussel gevoerde citymarketing om zo de beeldvorming van Brussel te laten evolueren.
Minister, hebben de staatssecretarissen De Lille en Doulkeridis u, als minister van Toerisme, ingelicht over dit initiatief? In die hoedanigheid bent u immers rechtstreeks bevoegd voor de materie. Het gaat overduidelijk om een zuiver toeristisch initiatief. Hebt u met hen kunnen overleggen? Hoe wordt u hierbij betrokken? Draagt dit initiatief uw eventueel financiële steun weg? Hoe past dit project in de visie van de Vlaamse Regering rond de Vlaamse kunststeden en specifiek het toeristisch beleid voor Brussel? Gaat Toerisme Vlaanderen dit initiatief promoten via zijn communicatiekanalen? Neemt u stappen om in andere Vlaamse steden al dan niet kunststeden die zijn opgenomen in het toeristisch plan een soortgelijk initiatief uit de grond te stampen? Denkt u dat het nuttig is om de toeristische activiteit in die steden te promoten? Hebt u hiervoor al contact opgenomen met het wereldwijde netwerk Global Greeter Network?
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, collega, ik wil toch beklemtonen dat het de vzw Tourisme Autrement is die het initiatief nam om in Brussel te beginnen met het greetersinitiatief. Deze vzw bestaat sinds 2005 en heeft als maatschappelijk doel te werken aan duurzaam toerisme. Ze richt zich hoofdzakelijk op de Franse Gemeenschap maar onderhoudt contact met het agentschap Toerisme Vlaanderen, juist wegens de gedeelde bekommernis voor duurzaam toerisme.
Op de persconferentie van de lancering van het greetersproject hebben naast de initiatiefnemers ook Bruno De Lille, als collegelid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, en Christos Doulkeridis, zijn Franstalige tegenhanger, het woord gevoerd. Ook voor het nieuwe initiatief, de Greeters, werd Toerisme Vlaanderen gecontacteerd om afstemming te zoeken. Maar de uitnodiging om er op 28 april bij te zijn, is te laat aangekomen bij Toerisme Vlaanderen om de betrokken personeelsleden van de gidsenopleiding te sturen. Ze konden zich niet meer vrijmaken. Toerisme Vlaanderen was dan ook niet aanwezig op die vergadering.
Ik heb geen vraag om financiële steun ontvangen. De vzw heeft wel steun gevraagd aan Toerisme Vlaanderen, maar die vraag is meer gericht op promotie, integratie in onthaalactiviteiten en dergelijke meer. Overleg en synergie in deze materies dragen uiteraard mijn goedkeuring weg. Ik meen echter dat een te grote participatie van overheidswege in dergelijke initiatieven niet nodig is. Het is juist essentieel dat het gaat om initiatieven van burgers zelf, die zich willen opstellen als gastheer/gastvrouw voor toeristen. Deze directe en authentieke lijn, en de creativiteit en spontaneïteit waarmee ze kan worden ingevuld, lijkt me een van de kwaliteitskenmerken van het huidige toeristische onthaal.
Het concept past ook in onze visie op de Vlaamse kunststeden en op het onthaal in het bijzonder. Ik zie dat als een soort van derde pijler in de wijze waarop toeristen kennis kunnen verwerven over de bestemming Vlaanderen en zijn steden. Eerst en vooral zijn er natuurlijk de gevestigde kanalen: reisverkopers en reisgidsen, de klassieke media, vakantiebeurzen en dies meer. Daarnaast verneemt de toerist steeds meer over de bestemming via de commentaren van andere reizigers, hoofdzakelijk via websites en sociale media. Dat is een heel rijke bron van informatie, waarop steeds meer mensen zich baseren. Dat gebeurt ook voor, bijvoorbeeld, de restaurants. De nieuwe sociale media zijn een bron van informatie. We zien ook dat burgers, bewoners van de stad zelf, een bron van informatie willen zijn en op hun manier willen gidsen, informatie geven over de stad, zorgen voor een toegevoegde waarde, achtergrondinformatie, die men in principe niet vindt in de klassieke gidsen. Er zijn al dergelijke bestaande voorbeelden, zoals de Aanspreekbare Antwerpenaren.
Ik denk dat die drie pijlers in de toekomst naast elkaar zullen evolueren. We moeten dergelijke initiatieven niet te veel betuttelen. Het is wel zo dat Toerisme Vlaanderen ze mee opneemt in de promotie. In dit geval zal het ook gebeuren in Visit Flanders op de Grasmarkt in Brussel.
Het agentschap zal de informatie over het Global Greeter Network en de Brusselse Greeters doorspelen aan de andere Vlaamse kunststeden, voor zover ze die nog niet hebben gekregen. Het Kunststedenactieplan brengt die kunststeden immers samen. Ze wisselen hun goede praktijken uit. Ik ga ervan uit dat dat al is gebeurd.
Maar goed, Toerisme Vlaanderen heeft de opdracht om nieuwe initiatieven en goede praktijken door te spelen. Het staat elke stad vrij om te bekijken of ze daaromtrent iets doet. Hier is dat ook zo. Het is een burgerinitiatief, het is niet de stad zelf die een vzw opricht en daar mensen voor aantrekt. Dit is van onderuit gegroeid, net zoals in Antwerpen is gebeurd. In eerste instantie blijft dit in mijn ogen iets dat bewoners van steden zelf ondernemen of niet en daartoe zelf beslissen of niet.
In Antwerpen is dat al begonnen in 1993 onder de noemer Aanspreekbare Antwerpenaren. Het is een vergelijkbaar project: Antwerpenaren leiden toeristen rond in de stad, tonen de mooie plekjes, geven de achtergrond die erbij hoort en brengen de menselijke toets. Het zijn mensen die trots zijn op hun stad, er veel over weten en dat op vrijwillige basis willen delen met toeristen.
Het is een goed initiatief, een soort derde pijler. We mogen niet betuttelen en zeker niet gaan reglementeren. Wij kunnen dat meenemen in de promotie en de marketing en de mensen erop wijzen in welke steden er een alternatieve manier van onthaal en gidsen bestaat.
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Ik dank de minister voor zijn uitgebreide en heldere antwoord.
De voorzitter : Het incident is gesloten.