Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 17/06/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Cindy Franssen tot de heer Pascal Smet , Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de rapportering inzake de OCM-actieplannen 2008-2009 (open coördinatiemethode)
De voorzitter : Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mevrouw Cindy Franssen : Voorzitter, minister, collegas, in het Vlaamse gelijkekansenbeleid wordt sinds 2005 gewerkt met de open coördinatiemethode (OCM) voor het realiseren van een horizontaal gelijkekansenbeleid of beleidsdomeinoverschrijdende verankering, met andere woorden voor het integreren van een gelijkekansenperspectief in elk Vlaams bevoegdheidsdomein.
Essentieel aan de OCM is dat verschillende actoren en hier zijn dat de leden van de Vlaamse Regering gezamenlijk doelstellingen afspreken, waarna elk van hen verantwoordelijk is voor de realisatie van deze doelstellingen binnen het eigen bevoegdheidsdomein.
De OCM-actieplannen met als looptijd 2008-2009 zijn nu bijna een half jaar afgelopen. Uit het verslag van januari 2010 van de ambtelijke commissie Gelijke Kansen blijkt dat de verslagfiches van de actieplannen, samen met een voorstel van een nieuw OCM-doelstellingenkader, uiterlijk op 11 april aan de Vlaamse Regering zouden moeten zijn overgemaakt. U hebt mij, in een antwoord op een schriftelijke vraag, deze timing bevestigd en eraan toegevoegd dat deze informatie, dus ook de verslagfiches, dan vervolgens aan het Vlaams Parlement wordt bezorgd. Inmiddels is het half juni en hebben wij de verslagfiches nog niet ontvangen.
Mijn vraag om uitleg sluit aan bij mijn interpellatie van een paar weken geleden over het gelijkekansenbeleid. Minister, kunt u meedelen waarom de verslagfiches nog niet zijn overhandigd aan de leden van dit parlement? Kunt u alle verslagfiches van de actieplannen 2008-2009 onmiddellijk laten bezorgen aan de leden van het parlement? Kunt u in de bevoegde commissie verslag uitbrengen over de realisaties van de actieplannen? Worden de verslagfiches van de actieplannen 2008-2009 in hun totaliteit geëvalueerd op mogelijke beleidsconclusies, en welke initiatieven plant u om opvolging te geven aan de resultaten? Zullen de verslagfiches of een eventuele globale evaluatie van de actieplannen gebruikt worden bij de opmaak van de nieuwe reeks actieplannen?
De voorzitter : Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Voorzitter, minister, ik ga helemaal akkoord met de vraag van mevrouw Franssen.
Twee jaar geleden werden de verslagfiches beschouwd als het sluitstuk van het goed werken van de OCM, en iedereen was toen vrij opgetogen. Ze werden voorgesteld door uw voorgangster, mevrouw Van Brempt. We dachten dat de OCM-methode goed op gang was.
De parlementsleden hebben enkel die verslagfiches als controle op de werking van die methode en op de werking van de actieplannen. Ik ben toch ook wel ontgoocheld dat we die evaluatie niet meer kunnen meemaken, want het is al meer dan 2 jaar geleden dat we nog verslagfiches van de vorige actieplannen hebben gekregen. Waarom duurt het zo lang voor we die verslagfiches krijgen? De verslagfiches zijn de neerslag van de evaluatie van de actieplannen. Ze zijn nodig om na te gaan welke doelstellingen voor het volgende jaar moeten worden gepland. De actieplannen zijn van een vorige legislatuur. U hebt intussen, samen met uw collegas, nieuwe doelstellingen moeten opstellen en naar aanleiding daarvan actieplannen moeten opstellen. Hoe kan men nu nieuwe actieplannen en een kader schetsen als we nog geen verslag en evaluatie hebben van de vorige actieplannen? Ik heb daar wat vragen bij. Ik had graag ook gehoord wanneer wij die fiches eindelijk gaan krijgen en kunnen bekijken.
De voorzitter : Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Ann Brusseel : Minister, ik ben zoals u weet al lang in blijde verwachting van een antwoord inzake die coördinatiemethode en actieplannen. Ik sluit me dus aan bij de vraag van mevrouw Franssen. Het is inderdaad belangrijk dat we die fiches nu eens krijgen. Mijn medewerkster had daartoe al verschillende malen contact opgenomen met de diensten. Helaas zonder resultaat.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, collegas, de verslagfiches met betrekking tot de OCM-actieplannen 2008-2009 worden samen met het nieuwe OCM-doelstellingenkader aan de Vlaamse Regering overgemaakt: de verslagfiches ter kennisgeving, het OCM-doelstellingenkader ter beslissing. Eind mei heb ik u de stand van zaken uitvoerig uitgelegd. Als er een nieuw doelstellingenkader wordt opgesteld, wordt er natuurlijk rekening gehouden met ervaringen uit het verleden.
De timing met betrekking tot het implementeren van de doelstellingen via actieplannen komt helemaal niet in het gedrang, want de eerstvolgende reeks actieplannen heeft als looptijd 2011-2012. Zo gauw het doelstellingenkader door de Vlaamse Regering is vastgelegd, worden het nieuwe doelstellingenkader en de bundel verslagfiches aan het Vlaams Parlement overgemaakt.
Van de 89 opgemaakte actieplannen zijn er op dit moment 78 verslagfiches ingediend. Er werd ook verslag uitgebracht van 3 extra initiatieven. Dat betekent dat we 81 acties hebben waarover een rapportage bestaat. Daarvan zijn er 63 effectief gerealiseerd. 45 hebben betrekking op het thema gender, 13 op het thema seksuele identiteit, 15 op het thema toegankelijkheid en 8 op meerdere themas.
Als we het hele OCM-proces bespreken in de commissie, zullen we dan uiteraard ook de evaluatie mee bespreken. Maar als de verslagen eenmaal zijn ingediend en het nieuwe doelstellingenkader is bepaald, is het zeer interessant om in het kader van de OCM-methode, waarbij ik een coördinerende, inspirerende en stimulerende rol heb, ook de andere functioneel bevoegde ministers te interpelleren over de realisatie van de doelstellingen binnen hun eigen beleidsdomein. Het is belangrijk dat u niet alleen mij opvolgt, maar dat u ook de functioneel bevoegde ministers ter zake opvolgt, op basis van de verslagfiches die u dan van ons krijgt wanneer het kader is uitgewerkt.
Het spreekt vanzelf dat de ervaringen uit het verleden een belangrijk leerelement zijn. Uiteraard inspireren we ons bij de opmaak van het nieuwe OCM-doelstellingenkader op de verslagfiches.
De voorzitter : Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mevrouw Cindy Franssen : Minister, dank voor het toch ietwat vage antwoord. U hebt het over op dat moment en er wordt overgemaakt en dergelijke meer. Een heel concrete timing hebben we dus niet.
U koppelt het nieuwe doelstellingenkader aan de verslagfiches van de actieplannen 2008-2009. U bent bezig met de algemene krijtlijnen van het nieuwe doelstellingenkader. Ik ga er dan van uit dat u op zijn minst al een evaluatie gemaakt hebt van de voorbije actieplannen, voordat u nieuwe doelstellingenkaders kunt opmaken. Dit verontrust mij toch een beetje.
Op mijn interpellatie hebt u geantwoord dat u die timing nodig hebt in functie van de kwaliteit en dergelijke, maar als u de nieuwe actieplannen gaat opmaken, hoop ik dat de evaluatie van de oude actieplannen toch wordt meegenomen.
Minister Pascal Smet : Jazeker. Dat heb ik ook gezegd.
Mevrouw Cindy Franssen : Ik heb ook nog steeds geen exacte timing van wanneer we die nu mogen verwachten. Uiteraard zullen wij ook de andere ministers vatten rond het gelijkekansenbeleid. U bent coördinator, dus moet u er eerst voor zorgen dat alles er ligt voordat wij ons huiswerk kunnen maken voor de andere ministers en beleidsdomeinen. We zitten dus een beetje op onze honger.
Minister Pascal Smet : Ik heb u dat eind mei allemaal goed uitgelegd, maar ik heb de indruk dat u de nuances tussen de lijnen niet goed begrepen hebt. Niet elke collega is even geïnteresseerd in deze materie.
Mevrouw Cindy Franssen : Ik heb de nuances heel goed begrepen, hoor.
De voorzitter : Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Ann Brusseel : Dan wens ik u heel veel moed toe in het debat met uw collegas, minister. Waarom is er een minister van Gelijke Kansen? Toch omdat u erop zou toezien
Minister Pascal Smet : We zijn dat ook aan het doen. Ik heb gezegd dat we geen flauw ding gaan opstellen. U zult dat zien als u het krijgt. Er zal inhoud in staan. Daardoor heeft het iets meer tijd gevergd. Liever iets meer tijd met inhoud, dan op tijd zijn en geen inhoud.
Mevrouw Ann Brusseel : Dat kan verschillende zaken betekenen. Ik zou graag hebben dat u de hete aardappel niet doorschuift naar uw collegas, maar dat u hen echt op de vingers tikt als ze niet genoeg doen.
Minister Pascal Smet : Dat hebben we ook gedaan.
De voorzitter : Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Net zoals mijn collegas ben ik een beetje ontgoocheld in het antwoord. Niet zozeer door u, minister, maar door uw collegas. Het is toch wel treffend dat iedereen telkens zijn borst nat maakt en tegen discriminatie en zo meer is, maar dat ze er, als puntje bij paaltje komt, geen werk van maken en het niet prioritair vinden.
Ik heb ook een probleem met het tijdspad. Ik hoor u vertellen over actieplannen 2008-2009 en over andere actieplannen 2011-2012. 2010 verdwijnt dus. In dat jaar is er niets. Ik vind dat de overgang van de ene naar de andere legislatuur echt niet correct verloopt.
We hebben inderdaad de verslagfiches nodig, zoals mevrouw Franssen opmerkte, om de andere ministers te kunnen interpelleren en hen erop te wijzen dat ze er geen werk van maken.
De voorzitter : Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mevrouw Cindy Franssen : Minister, u zegt: liever niet op tijd maar met inhoud dan op tijd zonder inhoud. Ik hoop dat dat geen analyse is van uw voorganger. Ik ben natuurlijk veeleisender. Ik ben liever op tijd mét inhoud. Als de tijd die u nodig hebt, recht evenredig is met de kwaliteit van de doelstellingen, het kader en de actieplannen, dan mogen we de lat met betrekking tot de inhoud wel heel hoog leggen. We zullen dan echt wel de vinger aan de pols houden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.