Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 10/06/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Griet Coppé tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het aantal zorguren in de kleuterscholen
De voorzitter : Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw Griet Coppé : Voorzitter, minister, collegas, al 9 jaar kunnen scholen een beroep doen op kinderverzorgers om de kleuterleiders en leidsters te helpen bij allerlei taken voor kleine kindjes, zoals het toiletbezoek, de slaapklas of het begeleiden van zieke kindjes. Het aantal uren zorg hangt af van het aantal leerlingen.
De kinderverzorgsters worden uiterst flexibel tewerkgesteld. Ze moeten zich soms naar drie verschillende scholen per week verplaatsen om aan een fulltime opdracht te geraken. De verzorgers moeten de collega-kleuterjuf vaak in de steek laten op piekmomenten ten koste van de kinderen, om op tijd op een andere school te zijn.
Minister, u bezocht onlangs West-Vlaanderen en Howest in Kortrijk. Daar werd u een petitie overhandigd met 1500 handtekeningen en de steun van bijna 50 kleuterscholen. De verzorgers pleiten voor meer uren voor zorg door kinderverzorgers in alle kleuterscholen. U erkende het tekort, maar u zei letterlijk, zoals ik heb gehoord op de plaatselijke tv-zender: Ik moet prioriteit geven aan kleuteronderwijzers. Onze taak is om onderwijs te geven. Verzorging is een opdracht van Welzijn.
Hoe wilt u de taak van de kleuterleiders of leidsters verlichten? De plicht die zou moeten worden vervuld door kleuterleiders kan vaak niet worden ingevuld door verzorgsters omdat er te weinig zijn. Het wordt doorgeschoven naar de minister van Welzijn.
Welke maatregelen zult u nemen om het tekort aan zorguren in de kleuterscholen, vooral in het derde trimester, weg te werken?
De voorzitter : Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten : Ik sluit me heel graag aan bij de vraag van mevrouw Coppé omdat het ook een zorg van mij is. Minister, u weet wellicht dat het destijds op een bepaald moment de bedoeling was om de instapleeftijd opnieuw op te trekken tot 3 jaar. Dat is zelfs vastgelegd in een decreet. Uiteindelijk is dat niet uitgevoerd omdat er te veel praktische problemen bij kwamen kijken.
Op het moment dat de instapleeftijd weer werd verlaagd tot 2,5 jaar zijn de kinderverzorgsters ingeschakeld. Men zag dat de juf in de eerste kleuterklas zich anders bijna uitsluitend moet bezighouden met jasjes aan- en uitdoen, naar het toilet gaan met die kinderen en vaak nog aan zindelijkheidstraining doen. Toch is het heel belangrijk dat kinderen bij de instap in de kleuterklas een goed gevoel krijgen. Het welbevinden van die kleine kinderen is enorm belangrijk voor hun verdere schoolloopbaan. Daarom zijn kinderverzorgsters belangrijk om de kleuterjuf te ondersteunen en ontlasten. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : In het kader van het Jaar van de Kleuter in 2007-2008 vond al intensief overleg met Kind en Gezin plaats. Ook tijdens deze legislatuur is er regelmatig overleg met Welzijn. Het klopt dat je vaak hoort van kleuterleidsters en af en toe een kleuterleider dat kleuters niet zindelijk zijn. Het is duidelijk dat het al dan niet zindelijk zijn geen toelatingsvoorwaarde mag zijn. Wel belangrijk is het om de ouders te sensibiliseren hun kind zo vroeg mogelijk zindelijk te maken, zeker voor het naar de onthaalklas gaat. Daar is duidelijk een rol weggelegd voor Kind & Gezin tijdens de consulten.
In de kleuterklas moet inderdaad voor de allerkleinsten meer aandacht naar zorg gaan zonder daarbij het onderwijsaspect te verwaarlozen. Daarvoor moeten we structureel overleg hebben met de minister van Welzijn. Dat is er ook. Op het volgende overleg tussen de kabinetten Onderwijs en Welzijn, gepland op 8 juli, staat het punt geagendeerd.
Ik deel jullie bekommernis dat de allerkleinsten in het onderwijs onze bijzondere aandacht verdienen. Dat is ook in lijn met het beleid dat we willen. Het is de bedoeling van deze regering om de historische achterstand in omkadering en werking voor het einde van deze legislatuur weg te werken. Dat wil zeggen dat we de omkadering van het kleuteronderwijs minstens gelijkschakelen met die van het lager onderwijs. Er zijn al inspanningen gebeurd: de kinderverzorgsters in 2001, de lestijden lichamelijke opvoeding in het kleuteronderwijs, 20 miljoen euro extra in 2007-2008, GOK+ (gelijke onderwijskansen), de tweedelijnsondersteuning enzovoort.
De budgettaire situatie is niet rooskleurig. De plannen van sommigen om de lasten naar de regios te verschuiven zullen het niet gemakkelijker maken. Maar goed, we moeten blijven investeren in onderwijs. Het is de bedoeling om daarvoor deze legislatuur toch het nodige geld te vinden.
Het is belangrijk dat er kinderverzorgsters blijven ter ondersteuning van kleuteronderwijzers. U weet dat als er geen kleuteronderwijzers kunnen worden gevonden, er kinderverzorgsters voor de klas kunnen staan. We willen ook geen oneerlijke concurrentie aandoen aan Welzijn. Dit alles en het lerarentekort moeten worden meegenomen in het lerarenloopbaandebat, dat in het najaar opstart.
Mevrouw Griet Coppé : Dank u, minister. Als ik uw antwoord kort samenvat, is er al een overleg gepland met de minister van Welzijn om meer aandacht aan zorg te geven in de kleuterklassen.
U verwijst ook naar de budgettaire moeilijkheden. U zegt ook dat u in deze legislatuur van plan bent om na te gaan hoe het basisonderwijs een betere omkadering kan krijgen.
Ik mag er dus van uitgaan dat onze bezorgdheid ook uw bezorgdheid is om voor de overvolle kleuterklassen vooral dan de eerste de zorguren voor kinderverzorgsters aan te passen en op te trekken als het nodig is. De doelstelling is toch om meer pedagogisch te werken zodat het onderwijzend personeel kan worden ingeschakeld om onderwijs te geven. Als de instapleeftijd 2,5 jaar is, moet er soms zindelijkheidstraining worden gegeven en dan moet er nog de nodige zorg van kinderverzorgsters zijn.
Het blijft een moeilijke balans om in evenwicht te houden: wat is onderwijs, wat is zorg? Ik ben ervan overtuigd dat er een goede verstandhouding nodig zal zijn. Het kan geen doorschuifoperatie naar Welzijn zijn. Ik kan u verzekeren dat de kinderverzorgsters die u de petitie overhandigden, zich in de steek gelaten voelden. Vandaar mijn vraag.
De voorzitter : Het incident is gesloten.