Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 27/05/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Liesbeth Homans tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de verschillende reactie van distributienetbeheerders inzake de kostprijs van groenestroomcertificaten
De voorzitter : Mevrouw Homans heeft het woord.
Mevrouw Liesbeth Homans : Voorzitter, minister, geachte leden, we hebben deze discussie eigenlijk ook al een aantal weken geleden gevoerd in de plenaire vergadering. Minister, u hebt toen een aantal verklaringen gedaan. Het gaat over het volgende. Eandis heeft verklaard de stijgende kostprijs voor groenestroomcertificaten te zullen doorrekenen aan de consument. U hebt tijdens het actualiteitsdebat in de plenaire vergadering verklaard dat subsidiesysteem te zullen herzien. U hebt eveneens gesuggereerd dat er misschien sprake zou zijn van degressiviteit naargelang de grootte van de installaties. Bijvoorbeeld grote projecten met zonnepanelen zouden dan minder subsidies krijgen dan kleinschaligere projecten. U hebt gezegd dat u ook geen vraag hebt ontvangen van Infrax om de stijgende kostprijs te mogen doorrekenen aan de consument. Enkel Eandis heeft dat gevraagd.
Ondertussen heeft Infrax gereageerd in de media. Ik denk zelfs dat het dat de dag na het actualiteitsdebat heeft gedaan. Infrax stelt geen hogere distributienettarieven te zullen aanrekenen, omdat het zijn budgettaire oefening wél goed heeft gemaakt. Het heeft eveneens verklaard een voorstander te zijn van een herziening van het systeem. Ondertussen heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) ook gereageerd, en dat vrij genuanceerd. Ze stelt dat alles zal afhangen van de gemaakte beleidskeuzes.
Minister, hoeveel groenestroomcertificaten hebben Eandis en Infrax moeten opkopen? Wat is het aandeel voor zonnepanelen ten opzichte van de andere categorieën? Hoe verklaart u eventuele verschillen tussen Eandis en Infrax? Gelet op de verschillende reacties van de twee distributienetbeheerders ga ik ervan uit dat die verschillen er misschien wel zijn. Hoe komt het dat de beide beheerders het succes en de budgettaire impact zo verschillend hebben ingeschat? Bent u vertrouwd met de aanbevelingen en voorstellen van Infrax? Ik neem aan van wel. Bent u op de hoogte van de cijfers van de VMM? Zijn die correct?
Tijdens het actualiteitsdebat hebt u aangekondigd een aantal aspecten te zullen bekijken. U wilt ook een hervorming van het subsidiesysteem doorvoeren. Ik weet dat dit nog niet zo lang geleden is, maar dit is vrij dringend. Hebt u ondertussen al stappen in die richting gezet, en zo ja, welke?
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Voorzitter, ik heb geen bijkomende vraag, maar een bijkomende opmerking. Ik heb het daarnet ook al gezegd: ik vind dat Infrax kleintjes heeft gereageerd naar aanleiding van deze problematiek. Eandis, de gemengde distributienetbeheerder, heeft meerjarentarieven, waarbij alles is ingecalculeerd. Infrax, de zuivere distributienetbeheerder, heeft geen meerjarentarieven en heeft tot op heden weinig of niets ingecalculeerd. Minister, ik heb u de vorige maal in de plenaire vergadering de vraag gesteld te bekijken hoe dat kwam bij Infrax, omdat ik het niet goed begreep. Daarin schuilt echter een deel van de waarheid: de ene heeft dit mee verrekend in een meerjarentarief, omdat er een dading was van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), terwijl Infrax dat niet heeft gedaan. Vroeg of laat komt die rekening ook en wordt Infrax daarmee geconfronteerd. Ik vond de reactie van die zuivere distributienetbeheerder dus minnetjes, want ze was niet correct.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Voorzitter, geachte leden, de distributienetbeheerders hebben in 2009 enkel groenestroomcertificaten afkomstig van fotovoltaïsche installaties (PV-installaties) opgekocht. Voor alle andere productietechnologieën ligt de marktprijs voor groenestroomcertificaten immers hoger dan de minimumprijs waartegen de distributienetbeheerders verplicht zijn de certificaten op te kopen. In 2009 heeft Eandis in totaal 93.950 groenestroomcertificaten opgekocht. Voor Infrax ging het over 34.678 groenestroomcertificaten. De hoeveelheid certificaten die de distributienetbeheerders moeten opkopen, zijn afhankelijk van de investeringen in PV-installaties die op hun grondgebied gebeuren en van de productie door de al geplaatste installaties.
De Vlaamse overheid is niet betrokken bij de opmaak of beoordeling van de tariefdossiers van de netbeheerders. Ik kan dan ook niet beoordelen op welke parameters, gegevens en overwegingen de tariefdossiers en -beslissingen zijn gebaseerd. Ik stel wel vast dat de groei van de kostprijs voor 2009-2010 gelijklopend is. Bij Infrax is er een stijging van 8 miljoen euro naar 22 miljoen euro en bij Eandis van 31 miljoen euro naar 110 miljoen euro. Voor de beide is dat grofweg een verdrievoudiging. Het verschil is dus blijkbaar dat Infrax met deze stijging vooraf al meer rekening heeft gehouden in zijn tarieven en Eandis niet. Bovendien heb ik vernomen dat Infrax blijkbaar in staat is om andere kosten te drukken, waardoor het een gedeelte van de gestegen PV-kosten kan opvangen. Ik heb wel ernstige vragen bij de communicatie die Eandis heeft gedaan en waarbij het de kosten van zonnepanelen, offshore windparken en de gevolgen van zijn eigen misrekening bij zijn tariefvoorstellen op een hoop heeft gegooid. Dit zijn drie te onderscheiden factoren. Bovendien zijn er geen aanwijzingen dat de totaalfactuur voor de gezinnen met 20 percent of meer zal stijgen in 2013, zeker niet door de kost van PV-installaties.
Het is me opgevallen dat Eandis in zijn communicatie niet duidelijk het onderscheid heeft gemaakt tussen de distributienetkost en de totale elektriciteitsrekening. Dat is nochtans essentieel om een correct beeld te schetsen van de impact van de steun voor PV-installaties op de elektriciteitsrekening. Vandaag bedraagt het aandeel van de kostprijs van zonne-energie ongeveer 1 percent van de elektriciteitsrekening, ofwel 6 à 8 euro per jaar. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) heeft becijferd dat dit aandeel tegen 2018 maximaal 4 tot 7 percent van de elektriciteitsrekening zal bedragen, ofwel 35 à 50 euro. Op de totale elektriciteitsrekening is dit een stijging van ongeveer 5 percent. Deze feiten staan in schril contrast met het beeld dat is ontstaan door de communicatie van Eandis.
In het document Naar een maximale inpassing van decentrale productie heeft Infrax inderdaad een aantal beleidsaanbevelingen geformuleerd. Sommige van die voorstellen maken op het ogenblik het voorwerp uit van onderzoek of acties door mijn diensten. Er is het aanmoedigen van vooral kleinere en geografisch gespreide PV-installaties. Ik bekijk op het ogenblik of de huidige steun voor grootschalige PV-installaties niet te hoog ligt. Daarbij is het uitgangspunt dat de steun moet zijn aangepast aan de echte kost van de installaties, wat ook een aanbeveling van Infrax was. Dit uitgangspunt is overigens al sinds het invoeren van het systeem van groenestroomcertificaten de basis voor de hoogte van de minimumsteun voor alle technologieën. Infrax wijst erop dat ons net moet evolueren naar een slimmer net, onder meer om meer kleinschalige en decentrale energieproductie te integreren. Wij bereiden dit voor via proefprojecten, innovatief onderzoek en aanpassingen aan het technisch reglement.
De cijfers van het Milieurapportteam over de kost in 2020 zijn mij bekend en lijken mij, rekening houdend met de uitgangspunten, correct. Deze cijfers zijn echter moeilijk te vergelijken met de cijfers van Eandis en Infrax. Eandis en Infrax hebben gecommuniceerd over de te verwachten impact van het groenestroomcertificatensysteem voor zonnepanelen op het distributienettarief. Het Milieurapportteam heeft een berekening gemaakt van de totale meerkost van alle vormen van hernieuwbare energieproductie op de elektriciteitsrekening van een gezin.
Het is belangrijk dat de overheid een duidelijk zicht heeft op de impact van bijkomende milieuvriendelijke energieproductie op de elektriciteitsfactuur die de eindgebruiker zal moeten betalen, net zoals het zeer belangrijk is om een zicht te hebben op de baten van hernieuwbare energieproductie voor de werkgelegenheid en het milieu. Ter onderbouwing van het actieplan Hernieuwbare Energie 2020 voert de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) momenteel een meer gedetailleerde berekening uit van de kosten en baten van de doelstelling voor 2020, opgesplitst naar de verschillende technologieën. Ik verwacht de definitieve resultaten nog voor het zomerreces.
De Vlaamse energieadministratie heeft de opdracht gekregen om een aantal concrete voorstellen uit te werken. Op basis van die voorstellen zal ik met mijn collegas van de Vlaamse Regering nagaan welke aanpassingen aan het huidig kader worden aangebracht. Ik verwacht in het najaar het politiek besluitvormingsproces te kunnen finaliseren.
Mevrouw Liesbeth Homans : Dank u, minister, voor uw uitgebreide antwoord. In de plenaire vergadering hebben we een debat gevoerd over het systeem van de groenestroomcertificaten. U hebt daarover op het einde gezegd dat uw administratie bekijkt hoe dat best gebeurt en dat er in het najaar een politiek besluitvormingsproces zal volgen. Ik besef dat alles tijd vergt, maar in de plenaire vergadering was er een consensus dat er snel moet worden overgegaan naar een nieuw systeem omdat het ook budgettair veel te moeilijk wordt.
Als er naar een nieuw systeem wordt overgestapt, vind ik het heel belangrijk dat er aan de aangegane contracten niet wordt geraakt. Personen die door bepaalde engagementen aan te gaan in het verleden bepaalde zekerheden hebben verkregen, kun je die niet afnemen. Ik denk wel dat we naar een systeem moeten waarbij de waarde van een groenestroomcertificaat nauwer aansluit bij de effectieve meerkost van het opwekken van groene stroom. Die elementen lijken me belangrijk bij een nieuw systeem.
Minister Freya Van den Bossche : Het definitieve nieuwe systeem komt er bij de evaluatie in 2012. Maar ik wil wel vrij snel gaan met het nieuwere systeem met aanpassingen omdat ik niet wil ingrijpen in wat er eerder is gebeurd. Dan moeten we tijdig handelen, anders wordt het onvermijdelijk om erop terug te komen en dan breng je de rechtszekerheid in gevaar. Dat wil ik niet. Ik volg u daarin.
De voorzitter : Het incident is gesloten.