Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 18/05/2010
Vraag om uitleg van de heer Wilfried Vandaele tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de evenementenlijst
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, tijdens de periode rond de Koningin Elisabethwedstrijd wordt elk jaar gediscussieerd over de zendtijd die de VRT aan deze wedstrijd besteedt. We weten dat dit klassiekemuziekconcours momenteel als enig niet-sportieve evenement op de evenementenlijst is opgenomen.
In haar beleidsnota heeft de minister het volgende over de evenementenlijst gesteld: De evenementenlijst zorgt ervoor dat de maatschappelijk meest relevante evenementen op het open net moeten worden uitgezonden en niet via betaaltelevisie. Deze lijst bevat op dit ogenblik bijna uitsluitend sportevenementen. De enige uitzondering is de Koningin Elisabethwedstrijd. De Vlaamse evenementenlijst maakt deel uit van een Belgische evenementenlijst, die werd opgemaakt na overleg tussen de drie gemeenschappen, en die werd ingediend bij de Europese Commissie. De beslissing van de Europese Commissie die deze Belgische lijst goedkeurde en publiceerde, wordt momenteel aangevochten door de Union of European Football Associations (UEFA) en de Fédération Internationale de Football Association (FIFA) voor het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Unie. Los van wat het gerecht beslist, zal ik na afloop van deze gerechtelijke procedure de evenementenlijst herbekijken en, indien mogelijk, uitbreiden met zowel sportieve als andere, bijvoorbeeld culturele, evenementen. Om te vermijden dat bepaalde rechten worden verworven door omroeporganisaties die uitsluitend in andere landsdelen uitzenden waardoor de Vlaamse kijker verstoken zou kunnen blijven van beelden van belangrijke sportevenementen, zal ik ook onderzoeken of het mogelijk is om sportrechten verplicht aan te bieden per landsdeel.
Volgens de informatie waarover ik beschik, wordt een uitspraak in de zogenaamde FIFA-zaak de komende maanden verwacht. Hoewel onze evenementenlijst hierdoor niet rechtstreeks zal worden geraakt, mogen we niet uitsluiten dat de beslissing tot een aanpassing van onze lijst zal leiden.
De evenementenlijst is in artikel 153 van het nieuwe Mediadecreet opgenomen. Eind vorig jaar hebben drie onderzoekers, mevrouw Lefever, de heer Evens en mevrouw Valcke, dit artikel in een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Auteurs en Media, getiteld De Koningin Elisabethwedstrijd voor iedereen! Of toch niet? De evenementenlijst in het digitale televisielandschap, onder de loep genomen. In dit artikel komen de auteurs onder meer tot de volgende conclusie: Hoewel de nieuwe bepaling tot doel had het recht op informatie te versterken, toont de praktijk aan dat dit recht eerder werd uitgehold. Digitale themakanalen programmeren zonder enige sanctie sport- en cultuurevenementen, die niet beschikbaar zijn voor de analoge televisiehuishoudens. Hoewel hun aantal dalend is, maakt deze groep vandaag nog steeds de helft van televisiekijkend Vlaanderen uit. Tot 2015 valt het echter te hopen dat analoge huisgezinnen niet uitgesloten worden van deze belangrijke evenementen. Het jaartal 2015 wordt hier vermeld omdat iedereen verwacht dat de penetratiegraad van digitale televisie dan 85 tot 90 percent zal bedragen.
De auteurs vervolgen met: Ondanks de vereiste dat deze evenementen voor minstens 90 percent van het publiek toegankelijk moeten zijn zonder extra betaling via het basispakket van een of meerdere dienstenverdelers, werden zowel de Koningin Elisabethwedstrijd (Canvas+) als de Europese voorrondewedstrijden van Club Brugge (EXQI Sport) op digitale kanalen aangeboden die niet aan de vereiste penetratiegraad voldoen. Strikt genomen hebben de betrokken omroepen hierdoor artikel 153 van het Vlaamse Mediadecreet in samenhang met het bestaande Evenementenbesluit geschonden. In theorie had de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) de omroepen op het matje kunnen roepen. Ze stellen tevens het volgende: Het goede nieuws is alvast dat de nieuwe Vlaamse Regering het herbekijken van deze evenementenlijst opgenomen heeft in de regeringsverklaring. Hopelijk laat de wetgever daarbij niet na een aantal cruciale begrippen te operationaliseren, zodat verdere interpretatieruimte uitgesloten wordt.
Minister, aangezien het Vlaams Parlement de in het artikel bedoelde wetgever is, zou ik u een aantal vragen willen stellen.
Volgt de Vlaamse Gemeenschap de FIFA-zaak momenteel op? Vermoedt u in welke richting de uitspraak zal gaan? Los van de inhoud van de evenementenlijst, stellen de auteurs het volgende:Hoewel de nieuwe bepaling tot doel had het recht op informatie te versterken, toont de praktijk aan dat dit recht eerder werd uitgehold. Is dit ook uw conclusie? Zo ja, moeten we op een of andere manier ingrijpen? Zo neen, waarom deelt u die conclusie niet? Is het nodig of wenselijk het decreet aan te passen?
De auteurs stellen tevens het volgende: Hoog tijd dus voor een democratisch debat over welke evenementen nu precies op het analoge of digitale (open) net, live dan wel uitgesteld, en geheel of gedeeltelijk te volgen moeten zijn. Deelt u ook deze conclusie? Bent u van plan op dit vlak initiatieven te nemen?
Volgens de auteurs is het besluit van 28 mei 2004 van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving aan een opfrissing toe. In dit besluit is nog steeds sprake van kosteloze televisie. Het is niet samen met het decreet gewijzigd. Daarbij is het wellicht nuttig om te bepalen of investeringen in een technische uitrusting, bijvoorbeeld de decoder, al dan niet als een extra kost moeten worden beschouwd. We stellen vast dat er op internationaal vlak verschillen bestaan. Het ene land doet dat wel, het andere niet. Hoe ziet u een dergelijke wijziging? Bent u een dergelijke wijziging al aan het voorbereiden?
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Dit is een heel goede vraag. In het regeerakkoord wordt eveneens verwezen naar de evenementenlijst. Er zijn natuurlijk ook de lopende rechtsprocedures. Het is dus wachten op de uitspraak van het Hof van Eerste Aanleg.
Toch, minister, wil ik pleiten voor enige preventie. Ik kan me niet terugvinden in de discussie over analoog en digitaal. Die is mijns inziens over 2 jaar voorbij. De penetratie gaat nog sneller dan eerst gedacht. We kunnen die discussie aanvatten, maar het zal dan misschien over slechts 10 percent gaan. De vraag is of dat de moeite waard is.
Er is ook het decreet over de vrije nieuwsgaring.
Het is een misvatting van vele collegas dat wat op de evenementenlijst staat, gratis moet zijn. Op het einde van de vorige legislatuur is dat erin geslopen.
Ik wil nogmaals de nadruk leggen op preventie. Wat zult u doen wanneer bijvoorbeeld Google worldwide de cricketrechten opkoopt? Dat voorbeeld is gegeven tijdens ons bezoek aan Telenet. Wat zult u doen wanneer Flanders Classics integraal wordt verkocht aan Apple? Wordt daarover nagedacht? Komt dit ook aan bod in de discussie?
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Ik vind dit eveneens een zeer interessante vraag, mijnheer Vandaele. Ik deel evenwel niet de mening van de heer Decaluwe.
Tijdens ons studiebezoek aan Belgacom is een duidelijk alarmsignaal gegeven over het feit dat men er niet van uitgaat dat de analoge kanalen volledig zullen verdwijnen. Integendeel, de praktijk leert dat veel mensen voor een tweede, derde of zelfs vierde televisietoestel nog altijd gebruik maken van het analoge kanaal.
Heel wat analoge kijkers krijgen op dit moment de aanbieding om over te stappen naar digitaal met de belofte dat ze daar gratis of aan sterk verminderde prijs analoge kanalen bij krijgen. Ik denk dat deze discussie de volgende jaren nog hard zal woeden. Het blijft een evenwichtsoefening, minister, wat er analoog en digitaal wordt aangeboden. De penetratiegraad van het digitale net is vandaag nog altijd niet voldoende zodat een aantal kijkers verstoken blijven van wat door de verschillende omroepen wordt aangeboden.
Ik sluit me aan bij deze vraag, maar met de bedenking dat analoge kanalen nog altijd voor een deel een invloed zullen hebben in onze samenleving.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Ik sluit me aan bij de opmerking van de heer Tommelein. Er is inderdaad een evolutie waarin de digitalisering redelijk snel gaat. We mogen echter ook niet vergeten dat de mensen die analoog blijven kijken, vooral de zwakkeren uit de samenleving zijn, de mensen die geen kosten willen doen om digitaal te kijken.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Ik volg de stelling van de heer Decaluwe. Analoog gaat steeds meer achteruit en is vooral een promokanaal geworden voor een aantal distributeurs. Als we kijken naar de groeicurve van digitale tv, dan heb ik het niet alleen over Belgacom. De cijfers van Belgacom zijn immers niet uitgesplitst. Wanneer we bijvoorbeeld Wallonië wegnemen, dan stelt Belgacom niet veel voor op dat vlak.
In de curve van Telenet zien we een fenomenale groei. Analoge televisie wordt nog bekeken in een gore achterkamer of op een gore parking. Een parkingwachter zal nog wel eens analoog kijken, maar dat is het dan. Ik vind het dan ook een voorbijgestreefde discussie om te stellen dat analoge televisie vooral door de zwakkeren wordt bekeken. Telenet heeft tijdens de vorige legislatuur zelf gesteld dat mensen die het snelst mee zijn met alle nieuwe technieken, vooral dan inzake beeldgebruik en nieuwe applicaties, mensen zijn wier leven bestaat uit de aanbiedingen van het digitale kanaal. Zij hebben vaak meer abonnementen dan u en ik samen.
Er is dan ook een vervalste discussie aan de gang. We moeten de discussie voeren zoals ze gevoerd wordt. Punt. Een andere lijn is: iedereen stapt over naar het digitale kanaal. Wanneer die analoge switch-off gebeurt, dan kijkt iedereen digitaal. Ik vind het een beetje vreemd dat wij hier discussies zullen voeren, die sowieso over de komende jaren getild zullen worden, over wat al voorbij is. Ik zou graag hebben, en ik zeg dit ook vaak over het radioverhaal, dat weet u, dat we vooruit kijken en niet proberen om te behouden wat eigenlijk al afbouwend is.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Voorzitter, dames en heren, de FIFA heeft inderdaad het besluit van de Europese Commissie houdende goedkeuring van de Belgische evenementenlijst aangevochten. België, dit wil zeggen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, is in deze zaak opgetreden als tussenkomende partij ter ondersteuning van de conclusies van de Europese Commissie. De pleidooien voor deze zaak werden gehouden op 24 februari 2010. België was op de zitting vertegenwoordigd door zowel de advocaat van de Vlaamse als die van de Franse Gemeenschap. Beiden hebben gepleit.
De administratie is steeds zeer nauw betrokken geweest bij deze procedure, want zowel tijdens de schriftelijke als tijdens de mondelinge fase is er geregeld overleg geweest tussen de administratie en de advocaten. De Vlaamse administratie was ook aanwezig op de zitting ter ondersteuning van de advocaat van de Vlaamse Gemeenschap. De rol van de administratie op de zitting was om vanuit het publiek de advocaat bij te staan bij het beantwoorden van bijkomende vragen die het gerecht stelde over de opstelling van de evenementenlijst, over het belang van de evenementen zelf, over de consequenties van de opstelling van de lijst en over het besluitvormingsproces dat tot de opstelling van de lijst heeft geleid.
We verwachten een uitspraak van het gerecht over deze zaak na de zomer. Over de richting waarin de uitspraak zal gaan, kan ik mij op dit ogenblik uiteraard niet uitspreken. Ik wacht, net als u allen, met grote belangstelling het arrest af.
De televisiecontext anno 2010 is inderdaad grondig gewijzigd ten opzichte van die van 2004, het jaar waarin het Evenementenbesluit vorm kreeg. In 2004 had meer dan 95 percent van de Vlaamse huishoudens toegang tot analoge kabeltelevisie. In zon context was het begrijpelijk dat een bepaling in het besluit stelde dat ten minste 90 percent van de bevolking een evenement moest kunnen ontvangen zonder extra betaling boven op de prijs van het kabelabonnement. Met de opkomst van Belgacom TV, de ontwikkelingen van TV Vlaanderen en DVB-T en het bestaan van zowel digitale als analoge kabeltelevisie, is een bepaling over een 90 percentpenetratiegraad gekoppeld aan het kabelabonnement, niet meer up-to-date. Het decreet heeft het op zijn beurt over de basispakketten van de verschillende dienstenverdelers.
Dit neemt niet weg dat een situatie waarin evenementen enkel digitaal zouden worden uitgezonden, afbreuk doet aan de geest van het decreet en het besluit, die inderdaad tot doel hadden de toegang te garanderen voor 90 percent van de Vlamingen. Aangezien nu bijna de helft van de Vlamingen niet of nog niet digitaal kijkt, deel ik de mening van de auteurs van het door u aangehaalde artikel dat het recht op informatie in dat geval eerder wordt uitgehold dan wordt versterkt.
Het is in ieder geval duidelijk dat een eenduidige interpretatie van het Evenementenbesluit niet evident blijkt en dat enkele bepalingen wellicht niet langer actueel zijn of minstens vragen om een verduidelijking. Mijns inziens dient er zich dan ook een grotere oefening aan met het oog op een actualisering van het besluit, met mogelijk ook een aanpassing van het Mediadecreet tot gevolg. Ik zal mijn administratie de opdracht geven om deze oefening voor te bereiden. Ik zal hierbij vragen om ook aandacht te hebben voor de handhavingsmechanismen die het Mediadecreet al dan niet reeds op dit vlak biedt.
Het opnemen van de problematiek van de evenementenlijst in de beleidsnota Media betekent inderdaad dat ik een initiatief zal nemen tot herziening van deze lijst. Uiteraard zal ik dit doen na alle betrokken partijen te hebben gehoord: omroepen, dienstenverdelers, sportfederaties en de rechtenhouders. Daarom wil ik nu nog geen uitspraken doen over evenementen die van de lijst kunnen worden geschrapt of die aan de lijst zouden moeten worden toegevoegd. Bij een herziening van de evenementenlijst zal ook overlegd moeten worden met de Franse Gemeenschap en met de Europese Commissie, die de lijst uiteindelijk zal moeten goedkeuren. Ik wacht wel eerst het arrest van het Europese Gerecht van Eerste Aanleg in de FIFA-zaak af alvorens een initiatief te nemen.
Aangaande het debat over waar en in welke vorm de evenementen moeten worden uitgezonden, verwijs ik naar wat ik daarnet heb gezegd en geef ik mijn administratie dus de opdracht om een grondige analyse voor te bereiden.
Het Evenementenbesluit spreekt, net als het decreet, van kosteloze televisie. Dit begrip is overgenomen uit de Europese richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. Het doel van de evenementenregeling is ervoor zorgen dat een substantieel deel van de bevolking een evenement op televisie kan bekijken zonder extra in de buidel te moeten tasten. In het digitale televisielandschap geldt echter: geen decoder is geen toegang. De Europese richtlijn geeft geen definitie van wat kosteloos is, maar laat dit over aan de lidstaten. Dit leidt ertoe dat in sommige lidstaten de aankoop van een decoder kosteloze televisie niet uitsluit, terwijl in andere lidstaten er bij de aankoop van een decoder juist geen sprake meer kan zijn van kosteloze televisie. Het Evenementenbesluit spreekt zich niet uit of de extra kost voor de aanschaf van een decoder al dan niet onder het begrip kosteloze televisie valt. Ik ben wel van plan om dit aspect mee te nemen in de vraag aan de administratie en hierin ook de betrokken partijen, zoals de dienstenverleners en consumentenorganisaties, te horen.
Ik heb op dit ogenblik nog geen initiatief genomen om het Evenementenbesluit aan te passen. Ik wacht, zoals gezegd, eerst het arrest van het Europees Gerecht van Eerste Aanleg af.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, minister, ik dank u voor uw antwoord, waaruit blijkt dat u in elk geval de zaak op de voet volgt en misschien zelfs een wijziging van de regels overweegt. Ik kan me voorstellen dat het verstandiger of makkelijker is om het ministerieel besluit aan te passen veeleer dan het decreet. Ik laat dat uiteraard in uw handen.
De heer Decaluwe merkte op dat het niet zo is dat de evenementen op de evenementenlijst kosteloos moeten worden uitgezonden. Dat klopt als je zegt dat het kabelabonnement ook geld kost en dus nooit helemaal kosteloos is. Ze moeten niet uitgezonden worden, maar als ze worden uitgezonden, dan moet dat kosteloos en op het open net gebeuren.
De discussie die we daarnet even hadden over digitaal en analoog is volgens mij niet eens de essentie van de zaak. Het probleem is of ze kosteloos of aan een heel laag tarief al dan niet op het open net komen. U kunt ook best de definitie zo oprekken dat ook digitaal open net kan zijn, zolang dat inderdaad geen grote hinderpaal is om met de decoder op het open net te komen. Ook vandaag betaalt men het kabelabonnement, het is dus nooit helemaal gratis. Vandaar het belang van de definities. Eerst had men het erover dat ze kosteloos moeten worden aangeboden, ondertussen zeggen we dat ze in het basispakket moeten zitten. Wat begrijpen we onder basispakket? Wat moet erin zitten? Misschien moeten wij daar toch ook eens over nadenken. En dan zitten we natuurlijk helemaal in het digitale verhaal, waar we uiteraard, over 2, 3 of 4 jaar helemaal in terechtkomen, dat weten we allemaal.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Ik wil het kort nog even hebben over de kosteloosheid. Bij veel mensen leeft de perceptie dat als een evenement op de evenementenlijst staat, het volledig kosteloos is. Natuurlijk is, zoals de minister ook opmerkte, ondertussen alles geëvolueerd. Ik vind het een goede aanpak om te wachten op een uitspraak, maar de wetgeving is vandaag volledig achterhaald. Het is maar de vraag hoe we daarmee omgaan. Misschien zullen we hier een jaar over discussiëren, maar is alles op het moment van de stemming alweer achterhaald.
Tv kijken wordt in de toekomst hoe dan ook duurder, want op een subtiele manier wordt het afgeschafte kijk- en luistergeld op een verkapte manier weer ingevoerd, dat is de harde realiteit. Welke visie zullen we daarop ontwikkelen, ook in het licht van de komende beheersovereenkomst met de VRT? Deze discussie, onder meer over de rode knop, is niet onbelangrijk en moet worden uitgeklaard.
Inzake analoog/digitaal zal het volgens mij nog sneller gaan en dat, mijnheer Wienen, heeft niets te maken met rijk of arm zijn. Straks is er weer kiescampagne en zullen wij weer van deur tot deur gaan en als bepaalde deurtjes opengaan, is het vaak schrikken van het materiaal dat in huis staat.
De digitale kloof is iets anders. Ik ben er geen voorstander van om voor een tweede en een derde toestel nog een aparte wetgeving te maken. We moeten een integrale visie ontwikkelen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.