Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 24/03/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Mercedes Van Volcem tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over hoogspanningskabels en de gezondheidsrisicos die er mogelijk aan zijn verbonden
Interpellatie van de heer Hermes Sanctorum tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over het Stevin-project van Elia en de toepassing van het voorzorgsbeginsel bij de aanleg van hoogspanningsleidingen
De voorzitter : Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Voorzitter, minister, collegas, ik stelde hier in de commissie reeds een vraag om uitleg betreffende hetzelfde onderwerp. Verschillende onderzoeken tonen toch aan dat er een ongunstige invloed is van de hoogspanning op de gezondheid. Nu heeft blijkbaar ook de Vlaamse Regering, dat las ik in de krant, gesteld dat er wordt aanbevolen om nieuwe scholen en crèches niet in de buurt van die masten te bouwen.
Toen ik u daar enkele maanden geleden over aansprak en verwees naar de regelgeving en de aanpak in Nederland, Zwitserland en Italië, zei u dat u zolang u geen richtlijnen krijgt van uw collega Vandeurzen of van de Vlaamse Regering, u er maar moeilijk iets aan kunt doen.
Gelet op de conclusies van de Vlaamse Regering is mijn vraag of u nu van zins bent om daar wel iets aan te doen en om eventueel de veiligheidszones in de ruimtelijke ordening in te schrijven. Bij om het even welke kabel die er op het grondgebied komt, zijn er altijd wel vier, vijf, zes actiegroepen. Het zijn altijd heel moeilijke kwesties, want de ene studie stelt dat ze totaal geen impact zouden hebben of dat die toch niet bewezen zou zijn, andere studies stellen dat er toch waakzaamheid geboden is. Ik meen dat we niet mogen spelen met de gezondheid van onze inwoners. Omdat er studies zijn en men in andere landen meent dat de straling een impact kan hebben op de gezondheid, vraag ik u of u veiligheidszones zult aanleggen rond hoogspanningskabels.
Is het initiatief nu bespreekbaar, gelet op de resultaten en de aanbevelingen van de Vlaamse Regering? Zult u uw eerder verklaard standpunt in de commissie, toen u wachtte op deze richtlijn, ten uitvoer brengen?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Voorzitter, minister, onlangs zei uw collega van Volksgezondheid dat er ernstige aanwijzingen zijn dat de magneetvelden van bovengrondse hoogspanningslijnen invloed kunnen hebben op de gezondheid van kinderen, meer bepaald op het voorkomen van leukemie. Waarden hoger dan 0,4 microtesla gaan gepaard met een verhoogde kans op leukemie.
Dat is geen nieuw feit, die aanwijzingen waren er al, maar het is wel nieuw dat een minister publiekelijk waarschuwt en scholen en crèches afraadt om zich in de omliggende zone te bevinden. Op zich vind ik het heel positief dat de minister van Volksgezondheid daarover bezorgd is, maar daar mag het natuurlijk niet bij blijven. De vraag is wat we hiermee zullen doen en ik denk niet alleen aan de huidige hoogspanningslijnen en -masten, maar ook aan de toekomstige, vandaar dat ik in deze interpellatie ook verwijs naar het Stevin-project van Elia.
Dat project bevat verschillende deelprojecten, maar het gaat onder meer over een net van 380 kilovolt tussen Zomergem en Zeebrugge. Ik heb het milieueffectenrapport (MER) eens doorgenomen en daarin is er steeds sprake van een bovengronds net van Elia tussen Zomergem en Zeebrugge. Voor alle duidelijkheid, ik ben hevig voorstander van de windparken op zee en van het Europese netwerk, maar de vraag is toch wat we met de informatie uit de epidemiologische studies en dergelijke zullen doen. Hoe zullen we die informatie toepassen in onze regelgeving en bij toekomstige projecten?
Minister, op welke manier bent u van plan om als minister van Ruimtelijke Ordening die gezondheidsproblematiek ernstig te nemen, ook bij de Vlaamse beslissingen in verband met het Stevin-project van Elia?
In het verleden werd onder meer verwezen naar onderzoek via een samenwerkingsovereenkomst tussen Elia en Belgian BioElectroMagnetic Group (BBEMG). Wat zijn de resultaten daarvan?
In welke mate wordt in dat MER aandacht geschonken aan de gezondheidsproblematiek? Ik verwijs nogmaals naar het bovengrondse 380 kilovoltnet. Op welke manier zal de Vlaamse overheid ervoor zorgen dat hoogspanningslijnen zodanig worden opgesteld dat de risicos worden vermeden? Is de overheid van plan om ze zo veel mogelijk ondergronds te plaatsen?
Is er met het federale niveau overleg omtrent de toepassing van het zogenaamde voorzorgsbeginsel bij de aanleg van hoogspanningsleidingen?
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Voorzitter, minister, aangezien mijn schriftelijke vragen van vorige week de oorzaak zijn van de verhoogde aandacht voor hoogspanning, meen ik ook iets te mogen zeggen. Met het project Stevin voorziet Elia in de versterking van het net tussen Zomergem en Zeebrugge. Deze netversterking moet een oplossing bieden voor drie behoeften: het mogelijk maken om de windenergie van de windparken op zee aan land te brengen en naar het binnenland te transporteren, een verdere interconnectie tot stand brengen van het Belgisch net met een onderzeese verbinding naar Engeland en de zekerheid van de elektriciteitsbevoorrading in de West-Vlaamse regio verbeteren met als focus de haven van Zeebrugge.
Mevrouw Van Volcem en de heer Sanctorum verwijzen naar het voorzorgsprincipe. Dat is inderdaad een principe dat de beleidsmakers in Vlaanderen nooit uit het oog mogen verliezen. Ik verwijs naar het antwoord dat ik vorige week kreeg van minister Schauvliege op mijn schriftelijke vraag. Ze verwijst naar haar administratie, die een actieplan zal opstellen waarin zal worden nagegaan welke maatregelen kunnen worden genomen om de mogelijke invloed van hoogspanningslijnen op omwonenden te beperken. De mogelijke richtlijnen die uit het actieplan voortkomen en betrekking hebben op ruimtelijke ordening, zouden worden overgemaakt aan de bevoegde minster. Dat bent u, minister Muyters. Ik wil graag de suggestie doen dat Leefmilieu, Welzijn en Ruimtelijke Ordening de problematiek samen bestuderen en richtlijnen uitwerken.
De heer Bart Martens : De studies die wijzen op mogelijke gezondheidsrisicos voor wonen in de buurt van hoogspanningslijnen, zijn niet nieuw. Ik heb uit het verleden begrepen dat het een complexe materie is. Soms kan een versterking van het voltage leiden tot minder niet-ioniserende straling voor de omgeving. Dat heeft met fases en zo te maken. Ze hebben mij dat bij Elia eens proberen uit te leggen. Ondergronds geeft ook nog altijd risicos. Dat vermindert niet altijd het blootstellingsniveau, soms zelfs integendeel. Met die zaken moeten we rekening houden als we een oplossingskader uitwerken.
Ik ben het eens met de suggestie van mevrouw Taeldeman dat het kader in overleg met de ministers van Welzijn en Leefmilieu moet worden uitgetekend. Het is niet alleen een probleem van Ruimtelijke Ordening. Ruimtelijke Ordening is belangrijk om nieuwe blootstelling te vermijden door bijvoorbeeld geen nieuwe woongebieden af te bakenen op tracés van hoogspanningslijnen of daar waar het toch kan via ondergrondse leidingen dat op te leggen aan de exploitant van het hoogspanningsnet via stedenbouwkundige vergunningen of zelfs verordeningen. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Minister Schauvliege zal initiatieven moeten nemen voor normen voor niet-ioniserende straling. U, minister, zult de maatregelen op het vlak van ruimtelijke ordening moeten nemen.
Minister Philippe Muyters : Het aangename is altijd dat een deel van de antwoorden al wordt gegeven voor ik het doe. Ik heb daar geen problemen mee. Uiteraard deel ik de bezorgdheid. Ik verwijs naar het antwoord dat u hebt gekregen, mevrouw Taeldeman, van minister Vandeurzen op gezondheidsvlak. U hebt 100 percent gelijk dat het met de drie ministers samen zal moeten worden bekeken, zoals ook de heer Martens zegt.
Concreet voor de hoogspanningsverbinding tussen Zeebrugge en Zomergem wordt de gezondheidsproblematiek uitdrukkelijk in het plan-MER bekeken. Dat is niet alleen daar zo, maar altijd. Daar wordt het voorzorgsprincipe gehanteerd. De goedkeuring van dit plan-MER gebeurt door de dienst MER en valt dus onder de bevoegdheid van minister Schauvliege. Het plan-MER-onderzoek voor de verbinding tussen Zeebrugge en Zomergem is lopende. Een nota voor publieke consultatie is opgemaakt en heeft ter inzage gelegen tot en met 19 december. Op 20 januari vond de richtlijnenvergadering plaats. Nu kan er verder worden gewerkt aan het ontwerp-MER. Vandaag hebben we daarvan nog geen resultaten. Het is ook nog niet duidelijk hoe de hoogspanningslijnen opgesteld zullen worden.
In de publieke consultatie wordt aangegeven dat Elia het wetenschappelijk onderzoek over elektromagnetische velden van zeer dichtbij opvolgt en in dat kader een samenwerkingsakkoord gesloten heeft met onafhankelijke onderzoekscentra aan verschillende Belgische universiteiten. Dat hebt u al aangehaald: the Belgian BioElectroMagnetic Group.
Het spreekt voor zich dat als uit het plan-MER-onderzoek zou blijken voor dit project en voor andere dat aan bepaalde tracéalternatieven mogelijke gezondheidsrisicos gekoppeld zijn, dat deel zal uitmaken van de besluitvorming en de beleidskeuze. Het blijft een trio dat de besluitvorming samen moet doen: Volksgezondheid, Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening.
De resultaten van het plan-MER moeten in elk geval meegenomen worden in die besluitvorming. Het plan-MER is een beleidsvoorbereidend document dat mee in overweging wordt genomen als de Vlaamse Regering het gewestelijk RUP dat wordt opgemaakt voor de geplande hoogspanningsleiding, zal goedkeuren.
De realisatie van bovengrondse leidingen wordt in de nota voor publieke consultatie naar voren geschoven als het enige haalbare alternatief. In de nota wordt aangegeven waarom een bovengrondse leiding meer aangewezen is. De argumentatie van Elia is in grote mate gebaseerd op de technische beperkingen voor de aanleg van verbindingen van 380 kilovolt en op het grote ruimtebeslag dat gepaard gaat met ondergrondse leidingen. De uiteindelijke keuze voor bovengronds of ondergronds is nog niet gemaakt, maar zal door het verder verloop en met het plan-MER in de hand gebeuren. Het zou ongepast zijn om nu een voorafname te doen op de resultaten van het plan-MER. We moeten de normale procedure zijn gang laten gaan. Het is logisch dat de gezondheidsaspecten in het plan-MER aan bod zullen en kunnen komen.
In het kader van de opmaak van dit plan-MER voor het Stevin-project is al meermaals overlegd tussen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) en mijn departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO). Aangezien de minister van Leefmilieu bevoegd is voor het plan-MER, is die hier uiteraard het nauwst bij betrokken. We hebben echter wel overleg daarover met het kabinet. Overleg met de federale overheid, los van dit specifieke project, is voor zover wij weten nog niet gepland.
Mocht bij de toepassing van het voorzorgsprincipe blijken dat het aanduiden van een veiligheidszone rond hoogspanningskabels opportuun is, zal dat voort worden onderzocht. Dat is in overeenstemming met het antwoord dat ik op 15 december heb gegeven. Zoals ik toen echter ook al heb gezegd, is het in eerste instantie aan Leefmilieu en Volksgezondheid om na te gaan of de normen en richtlijnen van de buurlanden al dan niet moeten worden gevolgd. Als dat daar is beslist, kunnen we ter zake de nodige maatregelen nemen.
De voorzitter : Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Minister, mijn vraag was veeleer algemeen. Ze ging niet zozeer over dat concrete project. Ik stond zelf vooraan bij die consultatieronde. Er zaten vierhonderd mensen in de zaal. Een van de uitgekozen tracés voor het project Zeebrugge-Zomergem loopt over een woonuitbreidingsgebied. Men wist niet dat dit gebied ondertussen was volgebouwd, wat kan, vanuit het oogpunt van de ruimtelijke ordening. De concrete cijfers en plannen waren dus niet aan de orde. U kunt zich indenken dat heel die wijk op haar achterste poten staat.
De mensen van Elia hebben die plannen zeer technisch en ook zeer bekwaam uitgelegd, maar dan vanuit hun redenering dat ze die kabels nodig hebben om de offshore windmolenparken met het vasteland te verbinden. Onder de zee kost dat honderden miljoenen euros, maar als dat het vasteland bereikt, doet het er allemaal niet meer zoveel toe. Dat kan men niet aan de bevolking uitleggen. Plots moet er kostenefficiënt worden gewerkt. Natuurlijk is dit bovengronds niet mogelijk op zee, maar dat is toch een zeer gevoelig punt: als die kabels eenmaal het vasteland bereiken, wordt meteen die inspanning niet meer gedaan.
Er moet ook eerlijk worden gecommuniceerd over de betaalbaarheid. Elia zegt vlakaf dat het haar om het even is welke leidingen er komen: ze heeft gewoon die leidingen nodig. Ze zegt echter wel dat ondergrondse leidingen veel meer zullen kosten dan bovengrondse. Voor de mensen die daar wonen, speelt die betaalbaarheid ook een rol, en de solidariteit. Die kosten zullen worden doorgerekend op het transmissienet, aan de afnemers van de energie. Die hebben daar ook geen boodschap aan.
Er zijn geen drie of vier tracés mogelijk, maar achttien. Er zijn veel lijnen mogelijk van Zeebrugge naar Zomergem. Elia is echter vooraf gaan spreken met de departementen LNE en RWO. LNE is een zeer sterke administratie. Die administratie, en deels ook RWO, stelt dat dit via de bestaande hoogspanningsleidingen en tracés moet gaan. Wat het meest kwaad bloed zet, is dat de departementen die tracés kiezen. Die gaan niet over openruimtegebied, omdat de departementen vinden dat het geen goede ruimtelijke ordening is dat hoogspanningskabels tussen de weiden en de koeien lopen, en omdat de biotoop van de vogels voor een deel kan worden verstoord.
Dat krijgt men niet uitgelegd aan de mensen. Er moet een evenwicht worden gevonden, ook voor de mensen die er wonen. Ze vragen zich af hoe dat mogelijk is. Ik wil niet populistisch doen, maar dat leeft. Ik begrijp de zorg voor de vogels, voor groen en open ruimte, maar als Elia dat tijdens die consultatievergadering heel technisch uitlegt en dat op een dergelijke manier naar voren brengt, dan staat heel de bevolking op haar achterste poten, zeker als in de krant berichten verschijnen dat de Vlaamse Regering zelf vindt dat er toch eigenlijk een probleem is.
De regering stelt immers dat in de toekomst nieuwe scholen en kinderdagverblijven beter niet worden gebouwd onder die hoogspanningsmasten en -kabels, terwijl in Koolkerke die kabels over een school en een hele bevolking lopen. De Vlaamse Regering moet zeer voorzichtig zijn wat de communicatie betreft. Het is ook aan de Vlaamse overheid, aan RWO en LNE, om aanwezig te zijn op die consultatierondes, en niet enkel aan Elia. Onze stad heeft ter zake heel weinig in de pap te brokken. Wij kunnen alleen maar een advies geven. Dit moet echter zeker ter harte worden genomen.
Dat was de concrete vraag, maar mijn vraag vandaag gaat eigenlijk over het algemene beleid. Het is immers niet de eerste hoogspanningsmast. Er zijn ook nog de gsm-masten. Ook bij het installeren van hotspots en Wi-Fi-zones is dat aan de orde. Hoe zult u in de toekomst omgaan met die zaken, waarover de Vlaamse Regering blijkbaar nu al een beslissing heeft genomen?
Misschien is het krantenbericht niet correct, maar erin wordt heel duidelijk gesteld dat de regering aanraadt in de toekomst geen nieuwe scholen en crèches in de buurt van die masten te bouwen. Ik vraag dat de regering niet alleen via kranten zou communiceren, maar dat ze ook via de ruimtelijke ordening initiatieven neemt zodat er rechtszekerheid komt, zowel voor Elia als voor de mensen die er wonen, voor de ouders en hun kinderen in die scholen en kinderdagverblijven. Het heeft geen nut om in alle kranten paginagrote emotionele verhalen te lezen. Ik vraag u dat u dat nu concreet oplost.
Ik heb dat al in december naar voren gebracht omdat ik dat probleem zag aankomen. Ik hoop dat u tegen de zomer met een concreet actieplan komt en eventueel eens bekijkt hoe men dat in Italië en andere landen aanpakt. Ik denk niet dat de normen inzake gezondheid in een ander Europees land anders zijn dan in Vlaanderen.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik dank u voor het antwoord, maar het lijkt me allemaal wat vrijblijvend. Dat stoort me. U verwijst naar een actieplan, het zoveelste actieplan dat zal worden opgesteld. Ik heb ondertussen al een paar actieplannen zien passeren. Dat blijft altijd verschrikkelijk vaag. Ik stel me de vraag of er duidelijke oplossingen uit dat actieplan naar voren zullen komen.
Mevrouw Van Volcem verwijst er heel terecht naar dat men spreekt over technische moeilijkheden om dat ondergronds aan te leggen. Dat is ongetwijfeld zo. Als je echter ziet wat het kost om de leidingen onderzees te installeren van de windparken naar de kust, dan vind ik dat de financiële kosten niet opwegen tegen de gezondheidsaspecten aan land.
In Nederland wordt onder meer geëxperimenteerd met masten die voor minder straling zorgen, de zogenaamde Wintracklijnen. U bent natuurlijk geen vertegenwoordiger van Elia, maar misschien is er ook op dat vlak een en ander te bereiken, zodat mensen die onder een dergelijke mast leven, aan minder straling worden blootgesteld. Weet u daar iets meer over?
De voorzitter : De heer Sabbe heeft het woord.
De heer Ivan Sabbe : Voorzitter, minister, als je een aantal commissies volgt, merk je dat men politiek blijkbaar voor een aantal zaken altijd geld en ruimte heeft, en zaken die vrij evident zijn, liggen politiek meestal moeilijker.
Ik illustreer dat aan de hand van een aantal voorbeelden. Als het gezond verstand al lang heeft uitgemaakt dat het Schipdonkkanaal een volledig nutteloze investering zou zijn, is men toch bereid om daar 2 miljard euro aan te besteden. Ik wacht nog altijd op de studies van minister Crevits. We moeten alle argumenten van het gezond verstand naar boven halen om aan te tonen dat dat niet noodzakelijk is. Het is evident en duidelijk dat door het plaatsen van hoogspanningskabels onder de grond de reststraling veel kleiner is en deze oplossing is voor de ruimtelijke ordening en het leefmilieu veel minder storend. Ik heb het gevoel dat men de grootste moeilijkheden heeft om dat te realiseren omdat er blijkbaar niet het nodige politieke gewicht voor is. Er zijn nog andere voorbeelden zoals het verhaal over de verkeersknoop rond Antwerpen. Iedereen weet al lang dat die brug de slechtst mogelijke oplossing is, en toch blijft een groot deel van deze meerderheid erop insisteren dat we dergelijke zaken doen.
We hebben altijd gezegd: wat we zelf doen, doen we beter. Ook in dit dossier, dat een minimale financiële implicatie heeft ten opzichte van de andere zaken die op til zijn, moeten we resoluut kiezen voor gezondheid, voor leefmilieu en voor ruimtelijke ordening. Door de kabels onder de grond te plaatsen, heb je de drie problemen in één keer opgelost. Er is één keer miserie, namelijk op het ogenblik dat men de werken uitvoert, maar als de werken eenmaal uitgevoerd zijn, heb je een veel betere en elegantere oplossing.
Er is een contradictie in dit verhaal: enerzijds gaat men er prat op dat men energie opwekt via een alternatief systeem, namelijk windenergie, en anderzijds zou men, als men aan land komt, teruggrijpen naar de meest traditionele oplossingen. Men zou beter de groene gedachte doortrekken tot bij de gebruiker.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Ik kan het antwoord dat ik heb gegeven, herhalen. U hebt zelf gezegd dat ondergronds niet automatisch 100 percent veilig is. Ik herhaal dat een plan-MER wordt gemaakt om te kijken wat de gezondheidsimplicaties zijn en dan kan men beslissingen treffen. Zoals mevrouw Taeldeman al zei: minister Schauvliege zal een actieplan opstarten samen met minister Vandeurzen en mezelf. Ik zal meewerken om tot oplossingen te komen. Dat heb ik op 12 december al gezegd. Ik wacht op het initiatief van minister Schauvliege.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik had een vraag gesteld over de Wintracklijnen. Ik weet dat u geen expert ter zake bent, maar bent u van plan de masten die minder straling uitzenden, mee te nemen in de actieplannen?
Minister Philippe Muyters : Ik zal zien wat de collegas aan bod brengen. Wintracklijnen zijn niet onmiddellijk een aspect van ruimtelijke ordening. In de conclusies kan dat wel een effect hebben op de ruimtelijke ordening.
De voorzitter : Het incident is gesloten.