Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 20/04/2010
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, en tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de groepsaankoop 100 percent groene stroom van het provinciebestuur Antwerpen
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over het vonnis in verband met de centralisering door het OCMW van bestellingen van stookolie
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Voorzitter, minister, collegas, beide vragen kunnen samen worden gesteld en behandeld. Het provinciebestuur Antwerpen kwam een tijdje geleden naar buiten met een groepsaankoop van 100 percent groene stroom. In verband daarmee zijn er twee belangrijke zaken: de parallellie met de groepsaankopen van stookolie door de OCMW-besturen en het kerntakendebat van de provincies, dat we meer en meer eens zouden moeten voeren.
Het provinciebestuur van Antwerpen pakt uit met een opmerkelijk initiatief. In het najaar van 2010 zullen alle inwoners kunnen instappen in een gezamenlijke groepsaankoop van 100 percent groene stroom. Al zestig gemeentebesturen engageerden zich bij de provincie om de groepsaankoop bekend te maken bij hun inwoners. De provincie gaat een externe dienstverlener inschakelen om de actie te begeleiden. Kort voor de zomer zullen burgers effectief kunnen intekenen. Energieleveranciers krijgen dan later de kans om te bieden.
Dat laatste is al een groot verschil met de centralisering van OCMW-aankopen van stookolie. Daar volgt men meestal niet de procedure van bieding. Men vergelijkt er enkel offertes.
Minister, hoe evalueert u het initiatief van het provinciebestuur? Behoort een dergelijk opzet volgens u tot de kerntaken van een provinciebestuur? Hoe beoordeelt u de praktische organisatie van deze actie, onder andere de inschakeling van een externe dienstverlener? Wilt u dit soort initiatieven van lokale of provinciale overheden globaal stroomlijnen, naar aanleiding van gelijkaardige acties in verband met bijvoorbeeld samenaankoop van stookolie door een OCMW-bestuur, zeker gelet op het vonnis van de rechtbank over deze OCMW-bestelling van stookolie?
Ik stel meteen mijn tweede vraag, over de centralisering van OCMW-bestellingen van stookolie in de winter. Iedereen weet dat in 2008 het OCMW-bestuur van Zottegem de stookoliebestelling van 1443 gezinnen centraliseerde om tot een scherpere prijs te komen. Tien stookolieleveranciers stapten daarop in protest naar de rechter. Voor het Gentse hof van beroep hebben ze recent gelijk gekregen. De rechter oordeelde dat het OCMW met zijn actie beschouwd kan worden als een makelaar, ook al was het niet de bedoeling om winst te maken.
Daar heb je de parallel met het initiatief van de provincie Antwerpen, zij het met één verschil: er wordt met biedingen gewerkt. Kan hierdoor worden vermeden dat er een veroordeling zou volgen bij een klacht, ook door het hof van beroep in Gent, dat stelt dat de wet op handelspraktijken van toepassing is en is geschonden? Volgens de rechter zijn er twee fundamentele bezwaren. Alle Zottegemnaars konden intekenen op de actie, waarmee het OCMW buiten zijn wettelijk bepaalde opdracht getreden is. Die bestaat er immers in dat alleen mensen worden geholpen die hulp nodig hebben. Ook het gelijkheidsbeginsel zou volgens de rechter geschonden zijn omdat niet alle leveranciers van stookolie de kans kregen om naar het megacontract mee te dingen.
Minister, hoe evalueert u het vonnis van het hof van beroep in Gent? Bent u dezelfde mening toegedaan en beschouwt u elk gelijkaardig initiatief door een lokaal OCMW-bestuur bijgevolg als onmogelijk? Kunt en/of wilt u een initiatief nemen om een dergelijk project van gezamenlijk bestellen via een lokaal OCMW-bestuur alsnog een betere legale basis te geven?
Ik vind het spijtig dat mijn collega-parlementslid, die ook OCMW-voorzitter is van Zottegem, wel in de pers reageert maar vandaag niet in de commissie is. Het was interessanter geweest als hij als ervaringsdeskundige het debat ook mee hier in de commissie had gevoerd. Hij kan een vervanger sturen, maar hij had als OCMW-voorzitter beter zelf deelgenomen.
De voorzitter : De heer Demeulemeester heeft het woord.
De heer Marnic Demeulemeester : Er is inderdaad het arrest van het hof van beroep in Gent in verband met de stookoliebestellingen door het OCMW van Zottegem. Minister, ik zou van u ook graag eens duidelijk horen wat kan en wat niet, ook qua richtlijnen voor de lokale overheden.
Het initiatief van het OCMW van Zottegem is lovenswaardig als het echt gaat om de hulpbehoevenden, die het vandaag al zo moeilijk hebben. Er zijn er spijtig genoeg steeds meer. Maar het kan niet zijn dat iedereen daaraan kan deelnemen, zeker niet als het uitgaat van een OCMW. De eerste groep die zij moeten bereiken zijn de hulpbehoevenden, die sukkelaars voor wie de groepsaankopen echt nuttig zijn. Het is een principiële kwestie. Er kunnen zich in de toekomst nog gevallen voordoen. Uiteindelijk is het OCMW bevoegd voor één bepaalde groep, die zeer belangrijk is en het steeds meer nodig heeft om geholpen te worden.
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Mijnheer Reekmans, ik wil graag de heer De Loor verontschuldigen, die nog vastzit in het buitenland. Hij was hier anders zeker geweest. In zijn plaats wil ik graag namens onze fractie reageren.
Wat het initiatief van de provincie Antwerpen betreft, vind ik het lovenswaardig dat een provincie een initiatief neemt om de kloof in de samenleving te verkleinen, hier in het geval van energiearmoede. Volgens ons behoort dat wel tot de taak van een provincie. De provincie Antwerpen is ook geen rechtstreeks betrokken partij, maar faciliteert enkel de aankoop. Het initiatief is beperkt tot de inwoners van de provincie Antwerpen. Je zou dus kunnen stellen dat het hier gaat om grondgebonden materie. We waren het erover eens dat dat tot het takenpakket van de provincie behoort.
Wat het OCMW van Zottegem en het arrest van de rechter betreft, dat is een gevaarlijk precedent. Men stelt hier nu dat het OCMW enkel bevoegd zou zijn om initiatieven te nemen voor mensen die het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. We stellen vast dat het aantal mensen die het moeilijk hebben om hun energiefactuur te betalen, alsmaar groter wordt. De groep wanbetalers wordt ook alsmaar groter. Daarnaast zijn er ook heel wat mensen die ternauwernood hun rekeningen kunnen betalen. Het is toch ook een taak van het OCMW om te proberen te voorkomen dat mensen in die absolute noodsituatie terechtkomen. Ik ben het er niet helemaal mee eens dat het OCMW zich moet beperken tot de mensen die het moeilijk hebben. Daarnaast kunnen we er met zon groepsaankoop juist voor zorgen dat de mensen die altijd een kleine hoeveelheid aankopen, nu ook eens kunnen genieten van kortingen waar ze anders nooit recht op hebben.
Er wordt gezegd dat enkel minderbedeelden in de acties van OCMWs mogen worden opgenomen. Hoe zit het dan met de andere diensten van de OCMWs? Poetsdiensten, maaltijddiensten, rusthuizen en kinderopvang zijn ook niet beperkt tot mensen die het echt moeilijk hebben of tot de minderbedeelden. Als je die lijn doortrekt, zouden we die diensten ook moeten voorbehouden voor minderbedeelden. Dat lijkt me een gevaarlijke evolutie.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Het is een delicate discussie. De heer Demeulemeester wil uitdrukkelijk het OCMW terugplooien op zijn taak van de tijd van de Commissie van Openbare Onderstand (COO), toen de hulpbehoevenden in beeld kwamen. We hebben die taak in de loop van de geschiedenis opgetild tot een algemene sociale dienst. Zoals mevrouw Robeyns ook zegt, wordt dat bewezen in de kinderopvang en de ouderenzorg. Je hoeft niet hulpbehoevend te zijn om in een rusthuis van het OCMW te verblijven.
Ik vind wel dat het OCMW acties moet kunnen nemen die direct of indirect ten goede kunnen komen van de bevolking. In principe zou dat de markt niet mogen verstoren. Dat is uiteraard de afweging die je moet maken: wat is marktverstoring en wat is sociaal beleid? Ik pleit ervoor dat OCMWs die het willen doen, de kans zouden krijgen. Dat is uiteraard een politieke uitspraak, geen juridische. Elk OCMW mag daar een andere visie op hebben. Dat is eigen aan een democratie: we verkiezen besturen die er een verschillende visie op hebben en een verschillend beleid voeren.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Het is een problematiek die veel reacties oproept, veel belangstelling wekt en maatschappelijk leeft. Ik heb me er in een ander leven ook over uitgelaten.
Collegas, h et recente arrest van 29 maart 2010 van het hof van beroep van Gent verbiedt het OCMW van Zottegem om op een algemene wijze, zonder enige controle naar de materiële behoeftigheid van de concrete besteller, zich te richten tot elke inwoner van Zottegem binnen het kader van de organisatie van een gezamenlijke aankoop van stookolie. Het verbiedt ook om de deelneming aan de gezamenlijke koop en verkoop niet op een openbare wijze mogelijk te maken minstens voor elke stookolieleverancier binnen een vooraf bepaalde regio. Het hof van beroep is dus van oordeel dat het OCMW van Zottegem zijn wettelijke opdracht heeft overschreden door de verzameling van bestellingen voor alle inwoners van Zottegem. Daarnaast zegt het hof dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden.
Het is evident dat ik als minister van Binnenlands Bestuur rekening moet houden met dit arrest bij de beoordeling van eventuele gelijkaardige initiatieven van andere lokale OCMW- besturen. Dit arrest doet uiteraard geen uitspraak bij wege van algemene en als regel geldende beschikking. Zo werkt ons recht niet. Dat zegt het Gerechtelijk Wetboek ook. Dat geldt voor elk arrest. Het doet enkel uitspraak in dit concrete geval van het OCMW van Zottegem. Maar het heeft toch een belangrijke precedentswaarde als het gaat om gelijkaardige casussen. De overheid moet zich houden aan de uitspraken van de rechtbanken. Dat is de essentie van de rechtsstaat. Als ik via het bestuurlijk toezicht zou worden geadieerd door eventuele andere initiatieven, zal ik die mee moeten toetsen aan het arrest van het hof van beroep van Gent.
Volgens het hof van beroep heeft het OCMW in dit geval zijn wettelijke opdracht overschreden. Daaruit kan evenmin worden afgeleid dat het hof met betrekking tot een eventueel ander initiatief van andere gemeenten of provincies tot eenzelfde conclusie zou zijn gekomen. Elk geval is anders. Je moet het in concreto beoordelen.
Het provinciebestuur van Antwerpen wil een actieve rol spelen op de energiemarkt. De doelstelling van het initiatief is, in zoverre ik dat kan beoordelen, in hoofdlijnen gelijklopend met dat van het OCMW van Zottegem: een prijsvoordeel creëren door schaalvergroting. De procedure is anders. Het provinciebestuur van Antwerpen gaat niet zelf de markt op, treedt niet zelf op als makelaar en doet niet zelf een aanbesteding bij de directe leverancier. De provincie selecteert een externe dienstverlener, na toepassing van de overheidsopdrachtenwetgeving. Het is een andere casus. De externe dienstverlener brengt de mogelijke leveranciers en de geïnteresseerde inwoners met elkaar in contact. De provincie doet dat vanuit een voorkeurregeling, namelijk de voorkeur om een beroep te doen op een externe dienstverlener omdat ze zelf niet over het logistieke apparaat beschikt om voor haar eigen inwoners in de dienstverlening te voorzien.
Ik heb een arrest van het hof van beroep tot mijn beschikking dat een heel duidelijke uitspraak heeft gedaan over de zaak Zottegem. Het OCMW van Zottegem heeft zich weliswaar in strijd met de overheidsopdrachtenwetgeving op de markt begeven. Maar we kunnen ervan uitgaan dat elk bestuur dat een dergelijk initiatief zou nemen, er zorg voor zou dragen dat de overheidsopdrachtenwetgeving wordt nageleefd.
Het is belangrijk dat het hof van beroep stelt dat het OCMW dit niet mag doen voor alle inwoners zonder een onderscheid te maken met betrekking tot de doelgroep waarvoor het OCMW moet instaan. Voorts is het gegeven van belang dat de provincie Antwerpen nu ook een initiatief aankondigt.
Ik heb beslist om daarover juridisch advies in te winnen omdat het een complexe aangelegenheid is. Het is niet alleen een zaak van overheidsopdrachten, en ik veronderstel dat elk bestuur deze wetgeving ook naleeft, maar het is evenzeer een zaak van bevoegdheden. Is dit wel geoorloofd binnen het takenpakket van het OCMW? Voor het OCMW Zottegem is duidelijk geoordeeld dat het zijn wettelijke bevoegdheid heeft overschreden.
Voorts is het ook een zaak van mededinging. De wet op de handelspraktijken is hier in het geding. Het hof van beroep in Gent heeft zich daarover uitgesproken. Het is een complexe juridische materie. Ik heb juridisch advies ingewonnen, maar dat advies is mij nog niet verstrekt. Zodra ik dat advies heb, zal ik een standpunt innemen en dat ook aan de commissie meedelen, omdat ik hoop dat dit de zaken kan verduidelijken.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Er zijn twee belangrijke punten waarover ik opmerkingen heb. Ik bleef wat op mijn honger zitten met uw antwoord, minister. Het gaat wel degelijk over een kerntakendebat. Het hof van beroep te Gent heeft wel degelijk de wettelijke bepalingen die voor een OCMW zijn omschreven, in zijn vonnis gedefinieerd. Het OCMW heeft wettelijk bepaalde kerntaken waarvoor het door de overheid is opgericht. Het is de reden van zijn bestaan. Ik wil er rustig een debat over voeren. Dit vonnis is natuurlijk niet van toepassing voor alle gemeenschappelijke aankopen van de OCMWs.
Over het gelijkheidsbeginsel kunnen we ook nog redetwisten omdat er misschien OCMWs zijn die meerdere leveranciers aanschrijven waardoor er geen klacht bij de rechtbank wordt ingediend. We moeten uit het vonnis van het hof van beroep van Gent een belangrijk punt onthouden, namelijk dat het OCMW buiten zijn wettelijk bepaalde opdracht is getreden.
Bijgevolg kan het debat gevoerd worden over de opdrachten van het OCMW en kan men daar van alles bij sleuren: de rusthuizen, de maaltijden en zo meer. Politici zijn er echter om wetten te maken, niet om wetten te overtreden. Dat is wat er in Zottegem is gebeurd. Volgens het vonnis van het hof van beroep heeft er een overtreding van de wet plaatsgevonden. Zo simpel is dat. Ofwel kunnen we zeggen dat de rechter in Gent daar geen verstand van heeft en ons als politici boven de wet stellen. Dat vonnis is heel duidelijk, minister. (Opmerkingen van de heer Bart Caron)
Ik ben misschien geen eminent jurist, maar ik tracht de materie toch te doorgronden.
Het tweede element is de rol van de provincies, en dat aspect maakt er een kerntakendebat van, niet alleen van de OCMWs. Ik hoor sommige partijen hier zeggen dat het OCMW dat wel degelijk kan, ook al is dat niet wettelijk bepaald. Dan moeten de collegas maar decreetwijzigingen en federale wetsvoorstellen indienen om de rol van de OCMWs groter te maken.
Opmerkelijker is het debat over de provincies. Op twee partijen na zijn bijna alle partijen in Vlaanderen het erover eens dat de provincies mogen worden afgeschaft. Dat de kerntaken van de provincies zouden moeten worden uitgebreid of het organiseren van gemeenschappelijke aankopen van groene stroom door het provinciebestuur van Antwerpen een kerntaak is, zijn de uitspraken van een sp.a-collega. Ik zak bijna door mijn stoel. De vraag is sinds wanneer dat volgens de sp.a een kerntaak van de provincies is. Ik heb nooit geweten dat dit een kerntaak was.
Als dit als een kerntaak van de provinciebesturen wordt omschreven, noem ik dat een falen van de intercommunales. Ik dacht dat de meeste intercommunales provinciaal ook actief waren. In de meeste intercommunales zetelen afgevaardigden van de provincieraden. Er schort blijkbaar iets dat dit moet worden overgenomen. Willen we effectief iets doen om de energiefacturen te doen dalen, dan moeten we niets oprichten binnen de provincies maar moeten we de intercommunales eindelijk aansturen om de distributiekost in Vlaanderen gelijk te maken. Pas dan krijgen we een toepassing van de principes van eerlijkheid en gelijkheid en is ieder stopcontact in Vlaanderen gelijk. Ik heb weinig steun van de meerderheid ondervonden toen dat voorstel door Groen! en LDD werd ingediend.
De voorzitter : De heer Vanden Bussche heeft het woord.
De heer Marc Vanden Bussche : Ik sluit mij aan bij mijn collega. Het is duidelijk dat de Vlaamse overheid dringend een ondubbelzinnig standpunt moet innemen. Men gaat een gevaarlijke weg op, want niet alleen de wet op de mededinging maar ook de Europese regelgeving over de vrijheid van de markt kan in het gedrang komen. Als men iets organiseert dan weer met het OCMW, dan weer met de provincie of met de Vlaamse Gemeenschap, dan kan federaal België zelfs afspraken gaan organiseren. Men voelt met de ellebogen aan dat daardoor de markt aan banden wordt gelegd.
Ik sluit mij aan bij mijn collega. Als het arrest van het hof van beroep een duidelijk standpunt heeft ingenomen, wie zijn wij dan om dat in vraag te stellen en te vinden dat het toch mogelijk moet zijn? Het is duidelijk dat iedereen de wet moet eerbiedigen, wie er ook aan het hoofd staat van het OCMW. Daarover kan geen discussie meer zijn.
De voorzitter : Mevrouw Vissers heeft het woord.
Mevrouw Linda Vissers : Wat de kerntaken betreft, hierover zal de komende maanden nog zeker een uitgebreid debat worden gevoerd. Zeker de kerntaken van de provincie zullen nog aan bod komen.
Ik heb nog een andere vraag. De minister zegt dat er voor Antwerpen geen enkel probleem is omdat er een externe dienstverlener is geselecteerd om die actie te begeleiden. Ik heb nog een vraag over het OCMW in de veronderstelling dat het OCMW had gesteld zelf de aankoop niet te verrichten. Binnen het OCMW functioneren immers verscheidene vzws. Een van de vzws kon eventueel de aankoop verrichten. Is dat een mogelijkheid?
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Het dichten van kloven in een samenleving, ervoor zorgen dat mensen niet uit de boot vallen, zorgen dat mensen recht hebben op betaalbare energie, is een taak van alle overheden. Als een provincie daartoe een initiatief neemt, kunnen we dat in mijn ogen alleen maar aanmoedigen.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Ik wil nog een aantal zaken verduidelijken. Ik heb niet gezegd dat er geen probleem was met het initiatief van de provincie Antwerpen, ik heb enkel gezegd dat ik het probleem zou laten onderzoeken.
Ik heb gezegd dat de provincie Antwerpen een andere techniek toepast: men schrijft eerst een aanbesteding uit om tot een dienstverlener te komen, die op zijn beurt als makelaar kan optreden en een bevraging op de markt kan laten doen om tot de beste prijs te komen om die dan aan te bieden aan de inwoners, de consumenten van de provincie Antwerpen. Ik heb me niet uitgesproken over de wettigheid daarvan, ik heb alleen gezegd dat het arrest van het hof van beroep heel duidelijk is in deze casus en dat dit niet geldt bij algemene uitspraak, wat in artikel 6 van het wetboek staat. Elke situatie kan anders zijn. Ik heb alleen gezegd: als aan mij een volkomen identieke zaak zou worden voorgelegd, zal ik me uiteraard gedragen naar de uitspraak van het arrest van het hof van beroep. Er kunnen daar tientallen varianten op zijn. Ik kan geen algemeen geldende regel uit dit arrest van het hof van beroep halen. Dat heeft een duidelijke uitspraak gedaan in dit geval.
Laten we de miskenning van de wet op de overheidsopdrachten even terzijde schuiven. Ik ga ervan uit dat men dit elders wel zou respecteren. Hier is de wet op de handelspraktijken geschonden omdat het OCMW buiten zijn wettige opdracht treedt, die toen nog viel onder artikel 1 van de wet, terwijl dit artikel ondertussen is gewijzigd. Daarom is mijn standpunt dat ik daar geen algemene conclusies uithaal.
Ik vraag een juridisch advies over dit ruime aspect. Het volstaat niet te zeggen of dit al of niet een kerntaak is. Een kerntaak is geen juridisch of wettelijk sluitend begrip, en we hebben een systeem dat uitgaat van autonomie van gemeenten waarbij wij bijna niets goedkeuren. Er is geen goedkeuringsvoogdij, geen opportuniteitstoezicht, ik treed op bij klachten over de wettigheid, over iets wat een gemeente doet buiten haar wettelijk omschreven taken. Het kan nog altijd een beslissing zijn waarvan de gemeente zegt dat ze het opportuun vindt om dat initiatief te nemen. Als dat niet strijdig is met de wet, kun je niet optreden.
Dit zijn heel delicate zaken. Er was een andersluidende uitspraak in eerste aanleg, het hof van beroep heeft de beslissing van het OCMW Zottegem wel onwettig verklaard. Gelet op de complexiteit, gelet op het feit dat de provincie Antwerpen een ander initiatief neemt dan wat het OCMW Zottegem heeft gedaan, gelet op de dubbele problematiek, het wettigheidsaspect vanuit het bestuursrechtelijke oogpunt enerzijds en de mededinging van de vrije markt en van de wet op de handelspraktijken anderzijds, heb ik een advies gevraagd om te weten welke lijn ik desgevallend kan aanhouden. Ik hoop dat er verduidelijking over komt.
Ik heb me niet uitgesproken over het initiatief van de provincie Antwerpen, ik heb alleen gezegd dat het een ander initiatief is. Mocht het initiatief identiek zijn aan wat Zottegem heeft gedaan, dan is het onwettig. Maar dat is het niet.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, als er morgen een OCMW in Vlaanderen biedingen organiseert en een initiatief neemt zoals de provincie Antwerpen, dan zou u dat niet onwettig noemen. Dezelfde procedure wordt daar gevolgd. Enerzijds zegt het arrest dat het OCMW zijn wettelijke rol te buiten gaat, maar mocht het OCMW anderzijds biedingen organiseren waaraan alle firmas kunnen deelnemen zoals de provincie Antwerpen doet, dan zou er in principe geen juridisch probleem zijn.
Mevrouw Robeyns is hier nu niet, maar sp.a zegt dat het kloven wil dichten en dat alle overheden in ons land bezig moeten zijn met betaalbare energie. Ik zeg aan sp.a: laat de distributiekosten zakken op één peil, maak alle stopcontacten gelijk, dan pas ben je sociaal bezig. Maar je moet niet te pas en te onpas zeggen dat energie te duur is, als je daar zelf mee verantwoordelijk voor bent.
De voorzitter : Het incident is gesloten.