Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 11/03/2010
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de achterstallige uitkeringen van huursubsidies
Vraag om uitleg van mevrouw Griet Coppé tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de Vlaamse huursubsidie
De voorzitter : De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans : Voorzitter, minister, collegas, ik krijg signalen, onder andere in het Limburgse, van mensen die een geweldige achterstand hebben in het uitbetalen van hun huursubsidie. Ik krijg brieven waarin mensen zeggen dat dat juist is wat ze nodig hadden om helemaal in de armoede weg te zinken.
Het heeft ermee te maken dat de administratie is overgeschakeld naar een ander informaticasysteem. Het probleem bevindt zich in de dossiers van alle uitkeringsgerechtigden die in die periode van huurhuis veranderd zijn. Daar liep iets mis, waardoor deze dossiers van alle provincies gegroepeerd werden en handmatig verwerkt moeten worden, met alle gevolgen van dien.
Ministers, ik ken concrete gevallen waarbij mensen nog recht hebben op 7 maanden subsidie. Ik weet dat er een periode is van 3 maanden. U weet dat deze financiële tegemoetkoming voor deze mensen geen luxe is, maar vaak noodzakelijk om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen en om de maand rond te komen. Als deze mensen contact nemen met de administratie, krijgen ze bovendien te horen dat het nog wel eens 2 maanden zou kunnen duren voor de achterstallige bedragen uitgekeerd worden. Als ik het goed begrijp, wachten sommige mensen dus 9 maanden op hun geld. Ik weet niet of het een algemeen gegeven is, ik hoop van niet.
Minister, kunt u het probleem toelichten? Kunt u bevestigen dat er zich een probleem stelt, namelijk een flinke achterstand in de uitkeringen van huursubsidies in bepaalde dossiers? Hoeveel individuele dossiers huursubsidie zijn er op dit moment en voor welk totaalbedrag? En hoe groot is het aandeel van de dossiers die de geschetste achterstand oplopen, in aantal dossiers en in euros?
Op welke manier heeft men geanticipeerd op de problemen die zich voordoen? Waren de maatregelen die in deze genomen werden volgens u afdoende en werden ze tijdig genomen?
Werd er proactief gecommuniceerd naar de betrokkenen en op welke wijze?
De voorzitter : Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw Griet Coppé : Ik zal de vraag niet helemaal herhalen. Het belangrijkste is dat ik onthoud dat de vraag in Limburg leeft. Dat is ook het geval in West-Vlaanderen. Mevrouw Heeren heeft deze vraag al eens gesteld. Ik was er toen nog niet van op de hoogte dat dat zo was. Nu blijkt dat in West-Vlaanderen een groot probleem te zijn. Mensen die recht hebben op een huursubsidie, moeten daar maanden op wachten.
Minister, ik sluit me aan bij de vragen van de voorzitter van het parlement. Hebt u al een onderzoek laten doen naar de oorzaak? Informatica kan niet overal de oplossing bieden. Vroeger, toen alles manueel moest worden ingevuld, ging het ook. We hebben een huursubsidie in het leven geroepen. We zijn het aan onszelf verplicht om te zorgen dat het systeem werkt. Welke maatregelen zult u nemen om te zorgen voor een bijsturing met betrekking tot de vertraging?
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Voorzitter, op 14 oktober 2009 heb ik een actuele vraag gesteld over de achterstallige betalingen van huursubsidies aan sociale verhuurkantoren.
Minister, minister Lieten heeft in haar antwoord mijn vraag fel gebanaliseerd. Ik ben daarna terug naar de actoren gegaan om te vragen of het wel klopte, omdat de minister me iets anders had geantwoord. Ik zal letterlijk citeren wat minister Lieten heeft gezegd. Er is een probleem dat wordt veroorzaakt door twee feiten die negatief op elkaar inwerken. Het eerste is de overschakeling op een nieuw informaticasysteem, waardoor er tijdelijk vertraging is opgelopen in verband met de huursubsidies voor september, oktober en november. Die worden pas nu uitbetaald. Het tweede probleem is van een andere orde. Er is een aantal dossiers waarbij mensen al bijna 2 jaar huursubsidie krijgen. In de reglementering staat dat na 2 jaar wordt nagegaan of die mensen nog aan de inkomensvoorwaarden voldoen om huursubsidies te krijgen. Die informatie is afkomstig van de Federale Overheidsdienst Financiën. Nu blijkt er een discrepantie te bestaan tussen de informatie van Financiën enerzijds en de identificatiegegevens van de mensen die recht hebben op huursubsidies anderzijds. Met andere woorden, voor heel wat mensen die recht hebben op een huursubsidie zijn er nog geen informatiegegevens van Financiën aangeleverd. Die mensen hebben om een of andere reden hun belastingsaangifte niet gedaan of kunnen niet getraceerd worden. Een maand geleden ging het om 200 dossiers.
Minister, ik citeer letterlijk wat minister Lieten heeft gezegd. Ondertussen is die achterstand verminderd met 50 dossiers. Dat zegt ze op 14 oktober 2009. Er blijven dus nog 150 dossiers over waarvoor op een andere manier informatie moet verkregen worden over de inkomenstoestand van die mensen, waarbij opnieuw overleg moet worden gepleegd met Financiën om te zien of er geen fouten zijn gemaakt. De dienst heeft me verzekerd dat de achterstand voor de resterende 150 dossiers deze maand en de eerste weken van november wordt weggewerkt.
Minister, in mijn repliek heb ik aan minister Lieten voorgesteld om opnieuw contact op te nemen met haar administratie, omdat die haar verkeerd inlicht. Het klopt niet. Ze heeft me toen gezegd dat de informatie die zij gaf, juist was. Minister, er kloppen een aantal zaken niet. Op dit ogenblik geloof ik de administratie niet. Ik neem het haar persoonlijk niet kwalijk, maar ik vind het bijzonder erg dat ze het parlement verkeerd heeft ingelicht. Het antwoord was voorbereid door uw kabinet. Het kan bijna niet anders als we een half jaar later moeten vaststellen dat het probleem nog altijd niet was opgelost, terwijl de minister op 14 oktober expliciet zei dat het begin november zou worden opgelost.
De voorzitter : Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw Mieke Vogels : Voorzitter, ook vanuit de Antwerpse regio krijg ik gelijkaardige signalen over de achterstallige huursubsidies van de sociale verhuurkantoren. Dat brengt ook de sociale verhuurkantoren, die een engagement hebben tegenover de eigenaar om die huur elke maand te betalen, in moeilijkheden. Een aantal huurders kunnen hun huur niet betalen. De sociale verhuurkantoren moeten dan voorschieten, moeten daar dikwijls leningen voor aangaan. Ze hebben absoluut niet de financiële draagkracht om die bedragen voor te schieten. Ook de sociale verhuurkantoren komen serieus in de problemen.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Collegas, ik deel natuurlijk de bezorgdheid van de vraagstellers over die problematiek. Ook op het kabinet hebben we eind januari een aantal klachten ontvangen over laattijdige uitbetalingen van huursubsidies. Het is ook op dat moment dat ik me heb geïnformeerd en die klacht heb doorgestuurd naar Wonen Vlaanderen, naar de administratie met de vraag naar een stand van zaken en om een snelle oplossing te bieden. Men heeft me toen beloofd dat die oplossing er begin februari zou zijn. Men heeft gezegd dat het om IT-problemen ging en dat er 33 gevallen waren. Dat is wat de administratie heeft gezegd.
Samen met u stel ik vast dat een maand later een aantal mensen nog altijd wachten op de uitbetaling van die huursubsidies en dat het probleem helemaal niet is opgelost op het tijdstip dat me was meegedeeld door de administratie. U moet ook weten dat de administratie me niet heeft gemeld dat ze de timing niet kon handhaven. Ik vind het onaanvaardbaar dat die huurders zo lang in de kou blijven staan. Ik heb aan Wonen Vlaanderen laten weten dat het onaanvaardbaar is dat als er problemen zijn, men ze niet meldt, zodat er gewerkt kan worden aan een oplossing. Het is ook onaanvaardbaar dat wanneer ik zelf problemen meld omdat u ze me signaleert of omdat mensen me een brief schrijven, men me dan een oplossing voorstelt, die in de praktijk niet blijkt te werken, waarna men ons daarvan niet op de hoogte brengt. Dat is een belangrijk probleem.
Mevrouw Heeren, ik wil minister Lieten toch verdedigen. Het is normaal dat een minister voortgaat op het ontwerpantwoord dat door een administratie is voorbereid. (Opmerkingen van mevrouw Veerle Heeren)
Ik probeer u enkel duidelijk te maken dat we telkens opnieuw aan Wonen Vlaanderen zeggen dat er een probleem is, zoals ook met de renovatiepremie. U weet dat er ook daar een achterstand is. Ik zal een voorbeeld geven. Mijn kabinet heeft toen onmiddellijk aan Wonen Vlaanderen laten weten dat er ruimte was om extra personeel aan te werven ingeval van een toevloed aan aanvragen, indien er door informaticaproblemen meer manueel moest worden gewerkt. Men heeft die mensen niet aangeworven. Men heeft gezegd dat dat niet nodig was, dat men het zo wel zou oplossen binnen een redelijke termijn. Nu blijkt dat die timing voor geen enkele van die subsidies wordt gehaald. Het specifieke probleem dat zich vandaag stelt, is een ander dan dat waar u naar verwijst. Maar men heeft me al melding gemaakt van een nieuw probleem dat er zit aan te komen. Inzake de huursubsidies gaat het telkens om een ander probleem en om een andere doelgroep binnen die subsidies. Maar het ene probleem volgt het andere op.
Men verwijst dan ook altijd naar het informaticasysteem, waar blijkbaar een probleem mee is. Ik heb daar natuurlijk navraag over gedaan. Als dat informaticasysteem niet deugt, dan wil ik weten waarom. Men heeft toegegeven dat men het informaticasysteem onvoldoende heeft getest alvorens goedkeuring te verlenen voor de implementatie. Het is natuurlijk de verantwoordelijkheid van een administratie om, vooraleer een nieuw informaticasysteem wordt opgeleverd, het voldoende te testen. Als men weinig test en men op basis van de weinige, maar geslaagde tests het systeem goedkeurt, dan kan ik de leveranciers van het systeem natuurlijk niet in gebreke stellen. Want zij hebben blijkbaar iets afgeleverd dat goed genoeg werd bevonden door de diensten.
We zijn met andere woorden sinds een aantal maanden met die informaticaspecialisten bezig om telkens ad-hocproblemen in dat systeem op te lossen. Men slaagt daar ook in. Het ene na het andere probleem wordt opgelost. Maar na elk probleem dat wordt opgelost, duikt er een nieuw probleem op. Dat stel ik samen met u vast.
Wat mij betreft, is dat niet voor herhaling vatbaar. Ik heb dat ook duidelijk laten weten aan Wonen Vlaanderen. Men wist dat er problemen waren. Men heeft de ernst van die problematiek ofwel zelf onvoldoende ingeschat, ofwel er onvoldoende over gecommuniceerd met mij of met minister Lieten, die me toen vervangen heeft. Dat maakt ook dat ik of minister Lieten u niet voldoende kon inlichten over de ernst van het probleem.
De gedupeerden werden wel aangeschreven, waarin werd gemeld hoelang die vertraging zou duren. Er werd ook een timing werd gegeven. Dat is wat men mij heeft gemeld. U mag er in alle geval op rekenen dat we dat verder op de voet zullen volgen. Ik vind het bijzonder belangrijk dat de meest kwetsbare mensen in deze samenleving, die recht hebben op een subsidie, die subsidie op tijd krijgen. Mevrouw Vogels heeft daar ook naar verwezen. Als er dan een manuele handeling moet worden gesteld omdat het informaticasysteem nog niet op punt staat, dan moet dat maar gebeuren. Mijn aanbod voor de dienst blijft nog steeds gelden. Er is enige ruimte om extra personeel, al is het tijdelijk, aan te werven om die achterstand weg te werken.
Ik heb de bevoegde personen rechtstreeks laten weten dat daar dringend werk van gemaakt moet worden. Ik heb gevraagd om voor elk individueel dossier dat vertraging oploopt, uit te leggen hoe groot de vertraging is, wat het specifieke probleem is en wanneer het wordt opgelost. Op basis daarvan hoeven we niet langs elkaar heen te praten, en krijg ik een goed zicht op het probleem. Men zegt me dat er een probleem is, en ook u zegt dat, maar niemand heeft een goed globaal zicht op het probleem. Ik wil dat probleem dus duidelijk in kaart brengen.
De voorzitter : De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans : Dank u, minister. Vanuit verschillende hoeken vernemen we dat in die administratie zich een structureel probleem voordoet. Onlangs had ik een aangenaam onderhoud met de administrateur-generaal van het Agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA). Dat agentschap maakt sterkte-zwakteanalyses van de administratie. Misschien is het goed dat we die administratie eens doorlichten. Mevrouw Heeren vermeldt dat dit probleem ook al vorig jaar is gemeld. Er is dus meer dan een communicatieprobleem, maar ook een probleem met het management.
Misschien kunnen we het Agentschap IAVA vragen? Het Agentschap IAVA doet dat ook voor het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Het Agentschap IAVA levert schitterende analyses aan. Eigenlijk is dit onaanvaardbaar. Dat men op een renovatiepremie wat langer moet wachten, is misschien nog tolereerbaar, maar dit kan niet. Ik krijg over dit probleem nogal wat brieven, dus ik hoop dat dit probleem op korte termijn wordt weggewerkt.
De voorzitter : Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw Griet Coppé : Ik dank u voor het antwoord. Ik hoor hier dat mevrouw Heeren dit probleem in oktober in de plenaire vergadering heeft aangekaart, en dat de minister toen heeft geantwoord dat alles in orde zou komen. Vorige week luidde dan de alarmbel. De eigen woondiensten, die een goede regierol trachten te vervullen, zeggen dat het niet langer doenbaar is. Ze hebben het over onbehoorlijk bestuur, ten nadele van de meest kwetsbaren. Dat is een schande voor Vlaanderen. Het is erg dat we dat hier moeten aankaarten.
U dringt er bij de administratie op aan om een oplossing te vinden. U moet de toestand van de woningen eens bekijken. De schimmel staat soms op de muren. Als u dat met eigen ogen zou zien, dan zou u hier met rode wangen zitten. Als de mensen willen verhuizen naar een woning die toch iets beter is, dan kunnen ze dat niet.
Ik wil echter positief eindigen: het Agentschap Wonen-Vlaanderen heeft het signaal van de commissie zeer goed opgevangen. U belooft bij prioriteit erop toe te zien dat dit in de toekomst goed verloopt. Ik hoop dus dat we vanaf volgende maand deze zeer kwetsbare mensen het signaal kunnen geven dat de administratie haar verantwoordelijkheden opneemt.
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Ik heb het niet op u gemunt, minister, maar het is onverantwoord wat de administratie aanvangt met wat het parlement doet. Onze rol bestaat erin de regering te controleren en wetgevend werk te verrichten. Controle impliceert ook dat men suggesties ter verbetering formuleert.
Toen ik bij het begin van het parlementaire jaar de vraag stelde, wekte minister Lieten de indruk dat het om een klein probleem gaat. Ik ben dan naar buiten gelopen en heb mensen in Limburg gebeld en gevraagd of het probleem wel reëel is. Ze bevestigden dat en ik heb dat ook tegen minister Lieten gezegd, waarop ze antwoordde dat alles onder controle is.
Maar vandaag, een half jaar later, stellen we vast dat de administratie haar eigen minister voor schut zet. Een minister mag dat niet pikken. De voorzitter van het parlement stelt een onderzoek voor: wel, dat is meer dan nodig. De administratie moet eens op het terrein gaan kijken wat de problemen zijn, en luisteren als het parlement zaken aankaart.
De voorzitter : Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw Mieke Vogels : Het gaat hier over kwetsbare huurders, maar ook over de draagkracht van sociale verhuurkantoren. We geven die kantoren heel veel extra opdrachten. Ik vraag aandacht voor het feit dat ze hun normale werking moeten kunnen voortzetten. Ze signaleren me dat ze steeds meer administratieve taken moeten verrichten en steeds minder tijd hebben voor begeleiding, terwijl dat nu precies meerwaarde genereert.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Ik deel uw boosheid. Ik geef een voorbeeld over de informatieverschaffing. Ook ik lees Het Belang van Limburg. Toen ik het bericht las, heb ik de vraag gesteld. Men zei me dat het gaat over 55 dossiers op een totaal van 10.000. Voor dat ene specifieke probleem is dat misschien juist, maar men zegt niet welke andere problemen er nog zijn. Men geeft dus correcte informatie, maar die is wel partieel, waardoor ik eigenlijk niet ben geïnformeerd.
Ik heb dan zelf expliciet de vraag moeten stellen of er nog andere problemen met dat huursubsidiestelsel zijn, welke problemen men al eerder heeft beloofd op te lossen en tegen welke datum dat zou gebeuren en ook welke problemen men in de toekomst nog kan verwachten. Pas dan kregen we bijkomende informatie, en werd me gemeld dat er ook problemen zijn met de nieuwe aanvragen, enzovoort. Als men me ondervraagt, via een brief of door een parlementslid dat zijn controletaak ter harte neemt, dan ga ik natuurlijk voort op de gegevens die de administratie me bezorgt. Ik informeer me altijd grondig. Maar als de administratie daar de ernst niet van inziet, is er een probleem.
De suggestie om eens te laten analyseren hoe daar wordt gewerkt, zal ik ter harte nemen. Ik zal onderzoeken of dat via het Agentschap IAVA kan, en ook of dat even goed en sneller op een andere manier kan. Die manier van werken kan niet, en zeker niet omdat het gaat over de meest kwetsbare mensen die moeten wachten op een huursubsidie en zo ook de werking van de sociale verhuurkantoren in het gedrang kan komen. We hebben met die kantoren contact opgenomen en gevraagd ons op de hoogte te houden. We zullen dus de mechanismen onderzoeken die verklaren waarom de problemen zich opstapelden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.