Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 16/03/2010
Interpellatie van de heer Eric Van Rompuy tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het akkoord inzake de geluidshinder rond de luchthaven van Zaventem
Vraag om uitleg van mevrouw Tine Eerlingen tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het federale akkoord betreffende de beperking van de geluidsoverlast op de luchthaven Brussels Airport
Vraag om uitleg van mevrouw Mia De Vits tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het voorstel van staatssecretaris Schouppe met betrekking tot de vliegroutes van Brussel-Nationaal en de aanpak van Vlaanderen om het aantal ernstig gehinderden te verminderen
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Voorzitter, minister, collegas, mijn interpellatie heeft betrekking op het luchthavenakkoord van vrijdag 26 februari. De federale ministerraad heeft na 10 jaar discussie een akkoord bereikt, dat is zon beetje de leeftijd van de Lange Wapper. Men is er eindelijk in geslaagd om de discussie af te sluiten en in alle sereniteit een akkoord te bereiken. In de media heb ik bijzonder weinig reacties gelezen. Het heeft zeker niet de storm veroorzaakt die men met zon akkoord kon verwachten. Dit betekent dat er rekening is gehouden met heel wat gevoeligheden en realiteiten.
Het akkoord heeft betrekking op de beperking van het aantal nachtvluchten dat wisten we al van 21 januari 2009, toen de nachtvluchten bepaald zijn op maximum 16.000 waarvan 5000 opstijgingen , de stille weekendnachten, het gebruik van geluidsarme vliegtuigen, de vluchtprocedures. Dit alles is nu aangevuld met akkoorden die betrekking hebben op de opstijgroutes, de vluchtprocedures en de windnormen. Het is heel belangrijk, want het baangebruik is één zaak, maar de manier waarop de vluchtroutes worden geconcipieerd en opstijgingen en landingen gebeuren, is een andere zaak.
Ik ga niet in op het technische aspect, want je moet bijna een verkeersleider zijn om over de Zoeloeroute te kunnen spreken. Er zijn allerlei aanpassingen. De grote lijnen bestaan erin dat in de richting van Leuven er opstijgroutes zijn vastgelegd die minder vaak richting Huldenberg gaan, maar eerder rechtdoor gaan zodat er een verschuiving is van de geluidslast over minder bevolkte gebieden.
Tijdens de weekends wordt de Chabertroute vervangen. Het is bijna onmogelijk om Chabert te vervangen die scheen eeuwig te zijn , maar sinds hij minister van staat is, hebben we zijn route dan toch kunnen vervangen door de Kanaalroute voor vluchten richting Chièvres. Dit betekent een ontlasting van wat men de Noordrand noemt: Wemmel, Meise enzovoort. Door de Kanaalroute verschuift het lawaai meer richting Brusselse ring.
Belangrijk is ook dat men de windnormen heeft vervangen. De windnormen voor het baangebruik zijn nu overal dezelfde. Vroeger was er een verschil tussen de windnormen van baan 20 en van baan 25. Dit zal natuurlijk gevolgen hebben. De studie die in opdracht van de federale regering is gebeurd, wijst uit dat de windnormen die overal dezelfde zijn, een beperkte invloed hebben op het baangebruik. Het zou maar gaan over 0,8 tot 1 percent. Hier moet nog duidelijkheid over komen, en dat creëert natuurlijk een zekere onzekerheid als de wind in een bepaalde richting gaat. Vroeger wist men dat er een verschil was tussen baan 25 en baan 20, waar de windnorm overdag nul was. Nu is de windnorm overal 7 knopen rugwind. Dat zou soms wel aanleiding kunnen geven tot concentraties op bepaalde banen. Men beweert dat dit niet het geval zal zijn, dat de winden elkaar voor een stuk neutraliseren en dat er een aantal dominante windrichtingen zijn waardoor er in de toekomst geen grote verschuiving van banen zal gebeuren.
Minister, hoe evalueert de Vlaamse Regering dit plan? De Vlaamse Regering heeft altijd gepleit voor een evenwichtig banengebruik en geen concentratie. Men heeft ook gepleit om tijdens de nacht periodes van stilte te creëren voor bepaalde gebieden, ook in de week. U weet nog dat tijdens de periode-Durant alle nachtvluchten richting Noordrand gingen. Men pleitte ook voor een spreiding van het routegebruik tijdens de nacht. Al die elementen zitten voor een stuk in het plan, maar hoe evalueert de Vlaamse Regering dit plan? Dit alles moet in een vliegwet worden gebetonneerd, zodat men in de toekomst niet meer naar rechtbanken kan stappen om dit alles te betwisten.
Het vliegplan is ook gebaseerd op de ervaring van de piloten. We moeten niet in de plaats van de piloten opereren. Een piloot kan altijd, gelet op de omstandigheden, kiezen welke piste hij neemt. Het is belangrijk dat zoiets niet politiek wordt geregeld.
Is er overleg geweest? Ik heb daar enkele weken geleden al eens een vraag over gesteld. Toen was de Vlaamse Regering nog niet gecontacteerd. Heeft de Vlaamse Regering een standpunt ingenomen? Een aantal elementen zitten niet in het akkoord. De Vlaamse Regering heeft in bepaalde gebieden isolatiepremies vooropgesteld en men wilde ervoor zorgen dat in bepaalde corridors meer mag worden gebouwd. Er zijn in het verleden allerhande dingen naar voren geschoven. Hoe zal de Vlaamse Regering en Vlaanderen in het algemeen omgaan met die problematiek? Hoe zal ze het flankerend beleid ontwikkelen?
Er is de grote discussie met Brussel over de Brusselse normen. Is er overleg geweest met de Vlaamse Regering over de normen? We hebben een periode meegemaakt waarin vanuit Vlaanderen werd gepleit om dezelfde normen als Brussel te hanteren en Brussel op die manier te dwingen om de normen naar beneden te brengen. Die Brusselse normen blijven bestaan. Ik heb in de pers gelezen dat als men de normen overschrijdt, de boetes niet worden geïnd. Wat is er afgesproken in verband met de normen?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Voorzitter, mijn vragen liggen in de lijn van wat de heer Van Rompuy al aanhaalde. Reeds in 2008 werd een akkoord gesloten over de geluidshinder. Het heeft tot nu geduurd om verder overleg te plegen en een voorstel op tafel te leggen. De gemaakte afspraken zouden worden vastgelegd in een vliegwet. Een studie zou worden uitgevoerd door internationale experts over de toe te passen windnormen en hun impact op veiligheid, capaciteit, gebruik van de banen en geluidshinder.
Enkele weken geleden waren hierover al geruchten in La Libre Belgique. Minister Lieten liet toen protest optekenen omdat er geen rekening was gehouden met de engagementen van het Vlaamse regeerakkoord inzake een billijke en evenwichtige verdeling van de hinder over de inwoners in het Vlaamse Gewest en die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Op dat moment distantieerde staatssecretaris Etienne Schouppe zich in de Kamer wel van de berichtgeving, maar hij zei dat er een groep van experts mee bezig was. We hebben dat toen hier in de commissie aangehaald. Minister, in een vorige commissievergadering zei u dat er nog geen overleg was geweest met het Vlaamse Gewest. Over het dossier van de vliegwet werd op de federale ministerraad van vrijdag 26 oktober een consensus bereikt. In diverse media beweerde staatssecretaris Schouppe dat hij wel overleg had gepleegd met politici van de gewestregeringen. Dat is wat tegenstrijdig.
Minister, wat zijn de krachtlijnen van dit akkoord? Komen zij tegemoet aan de uitgangspunten van het Vlaamse regeerakkoord, dus meer dan volgens de initiële berichtgeving van januari? Toen was er blijkbaar geen consensus over het feit dat het in de lijn lag van het regeerakkoord.
Men gaat uit van het aanpassen van de windnormen, nieuwe vluchtroutes enzovoort. Zo zou men meer gespreid afdraaien bij het opstijgen vanaf baan 25R. Ik heb me laten vertellen dat de manier waarop men opstijgt, ook samenhangt met de capaciteit van de vlieghaven. Welke capaciteit zal hieruit voortvloeien? Is die onderzocht in functie van de plannen van de binnen START uitgestippelde strategische visie van de Vlaamse Regering over de luchthaven?
De Vlaamse Regering zou tijdig geïnformeerd worden. Is er een officiële vraag tot standpuntbepaling van de federale regering aan de Vlaamse Regering gesteld? Zo ja, wanneer werd die behandeld op de Vlaamse ministerraad? Werd door de Vlaamse Regering het advies gevraagd van de Vlaamse Luchthavencommissie (VLC)? Omdat het een maatregel van strategisch belang voor de luchthaven is, is het van belang dat de VLC een advies geeft. Is er een advies gevraagd van de afdeling Luchthavenbeleid, die officieel instaat voor de voorbereiding en de evaluatie van het luchthavenbeleid van de Vlaamse Regering? Ik heb de indruk dat alles zeer snel is gegaan.
Graag had ik een toelichting over het standpunt van de Vlaamse Regering en over het overleg dat er is geweest. Hebben nog andere vormen van overleg plaatsgevonden of zullen die nog plaatsvinden? Wie was daar dan eventueel aanwezig namens de Vlaamse Regering? Wat was het standpunt van de Vlaamse Regering? Was de Vlaamse Regering ook in het bezit van de studie van de experts? Zo ja, wanneer hebt u die gekregen?
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Ik sluit me aan bij de gestelde vragen. Dat staatssecretaris Schouppe bekendstaat als iemand die niet veel aan aankondigingspolitiek doet, is juist. Plots tovert hij een wit konijn uit zijn hoed en zegt dat hij een aantal principes heeft die in een vliegwet zullen worden gegoten, zodat de controverse en de discussie over de luchthinder van de luchthaven van Zaventem voor eens en voorgoed tot het verleden zou behoren.
Dat hij daartoe een poging onderneemt, is natuurlijk lovenswaardig. Verschillende ministers hebben al hun tanden stukgebeten op de gevolgen van de onwaarschijnlijke blunder van de paarse regering, die in 1999 en 2000 plots heeft besloten alle nachtvluchten boven de Noordrand te concentreren. Opeenvolgende ministers hebben getracht die blunder door middel van een of ander spreidingsplan, met welke modaliteiten dan ook, recht te zetten. Het gevolg is dat het al zo broze maatschappelijke draagvlak compleet is weggeslagen. Nu doet de staatssecretaris opnieuw een poging. Ik denk evenwel dat er, in tegenstelling tot de euforische berichten over de oplossing van het dossier, nog steeds veel vragen zijn.
Een aantal van die vragen zijn hier al gesteld. Ik vraag me af hoeveel de minister van dit plan afweet. In welke mate komt dit plan overeen met de principes die de vorige Vlaamse Regering met betrekking tot de geluidshinder rond de luchthaven van Zaventem steeds heeft gehuldigd? Indien ik me niet vergis, gaat het om vier principes. Ten eerste, er moet een billijke spreiding komen. Ten tweede, er moeten stiltemomenten zijn. Ten derde, het moet technisch haalbaar zijn. Ten vierde, het moet veilig zijn. De Vlaamse Regering heeft die principes steeds gehanteerd om elk voorstel met betrekking tot deze problematiek te toetsen. Ik vraag me dan ook af of de minister dit voorstel van de federale regering aan deze vier principes heeft getoetst.
De windnormen zijn nu voor alle banen gelijkgeschakeld. Dat was vroeger niet het geval. Ik heb me laten vertellen dat de windnormen in vergelijking met het verleden zodanig zijn opgetrokken dat er in de praktijk niet veel verschil meer zou zijn. Zelfs indien het banengebruik zou worden gewijzigd en indien een nieuw routeplan zou worden gebruikt, zou er nog steeds een overwegende concentratie over de Noordrand blijven. Klopt dit?
Er zijn hier al vragen over het overleg gesteld. Ik vind dit in elk geval essentieel. Heeft de federale staatssecretaris van Mobiliteit in de aanloop naar die plannen op enigerlei mate overleg gepleegd met de Vlaamse minister van Leefmilieu? Wat moet nu allemaal worden geïmplementeerd? Het komt erop neer dat dit voorstel tot een wetsontwerp zal leiden. Staat het overleg nog in de steigers? Het zou me vreemd lijken hierover geen overleg te plegen. Het Vlaamse Gewest zal nog steeds het gros van de vluchten over zich heen krijgen. Dat kan natuurlijk niet anders. Zaventem ligt nu eenmaal in Vlaanderen. De vraag is of er overleg is geweest.
Hoe zit het nu met de afstemming van de geluidsnormen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op de geluidsnormen van het Vlaamse Gewest? Deze essentiële vraag is daarnet ook al gesteld. Zijn hierover eventueel al afspraken gemaakt? Hoe ziet de minister beide verschillende geluidsnormen, die momenteel helaas nog bestaan, in dit plan gestalte krijgen?
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Voorzitter, mijn vragen sluiten nauw aan bij de vragen die daarnet zijn gesteld. Het gaat er niet enkel om of er al overleg met de Vlaamse Regering is geweest. We moeten de hand ook in eigen boezem durven te steken.
Er wonen daar veel mensen. Ze hebben duidelijk met geluidsoverlast te maken. De huidige isolatienormen voldoen niet. Er bestaat geen enkele subsidieregeling voor de mensen die iets aan de isolatie van hun woning willen doen. In mei 2009 is in het ontwerp van het Actieplan Omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport verklaard dat, in afwachting van een stabiel exploitatieschema, in de meest belaste zones maatregelen moeten worden overwogen.
Minister, welke initiatieven hebt u al genomen of wilt u nemen met betrekking tot de akoestische isolatie? In welke terugbetaling voorziet u voor de mensen die zware hinder van het luchtverkeer ondervinden?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Voorzitter, een aantal door mevrouw De Vits aangehaalde zaken zijn in deze commissie recent al besproken. Ik vind het natuurlijk interessant dat ze hier nogmaals worden aangehaald.
Ik vind het bijzonder grappig dat een volksvertegenwoordiger van CD&V een minister van CD&V over een staatssecretaris van CD&V ondervraagt. Dat neemt niet weg dat het om een terechte vraagstelling gaat. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy. Gelach)
Ze zijn inderdaad al menige jaren overal aan de macht. (Opmerkingen. Gelach)
Wat de belangrijkste vragen betreft, heeft mevrouw De Vits gelijk. Het is belangrijk dat overleg wordt gepleegd. Dat is echter niet de essentie van het verhaal. Het betreft hier een ongelooflijk complex dossier. De belangrijkste vraag is wat de precieze impact op de geluidsoverlast en op de leefbaarheid in de regio zal zijn. Ik zou graag van de minister vernemen of ze hier een duidelijk beeld van heeft.
De voorzitter : Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mevrouw Karin Brouwers : Voorzitter, op het gevaar af het zoveelste lid van CD&V te zijn dat hierover iets zegt, wil ik toch nog twee korte vragen stellen. (Opmerkingen. Gelach)
De federale overheid heeft aangekondigd dat, naar aanleiding van het ontwerp van vliegwet dat de federale regering wil opstellen, samenwerkingsovereenkomsten met de gewesten moeten worden opgesteld. Wat zal daar precies in staan? Hebt u er een idee van wat men daarvan verwacht? Ik kan me daar wel een aantal zaken bij voorstellen, maar ik zou het graag eens van u horen.
Bij de vorige discussie over dit onderwerp had ik al laten verstaan dat men, volgens wat ik ervan vernomen had, over minder bevolkte gebieden zou gaan vliegen. Dat is die baan 07 rechtdoor, die meer zou worden gebruikt, terwijl men niet of nauwelijks nog op Huldenberg zou vliegen. Dat heeft natuurlijk een impact. Het is niet omdat het minder bevolkt is, dat er niemand woont. Is daar binnen de Vlaamse Regering al over gesproken? Ook minister Muyters zal hier immers mee geconfronteerd worden. Als die baan 07 veel meer zal worden gebruikt, zal de minister er moeten op toezien dat men daar geen nieuwe woonuitbreidingsgebieden en dergelijke aansnijdt. Dat zou uw collega eens moeten controleren. Is het allemaal open ruimte, landbouw en natuur? Zijn het bedrijventerreinen? Welke woningen liggen daar? In welke mate zullen die mensen bijkomende last krijgen?
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Voorzitter, minister, collegas, recent namen we allemaal kennis van het luchthavenakkoord van 26 februari 2010. Het overleg tussen het Vlaamse Gewest en het federale niveau is heel belangrijk. Het is inderdaad een complex dossier, maar ik had graag eens geweten, minister, of de voorgestelde vliegwet voldoet aan uw verwachtingen. Hebt u dat al geëvalueerd? Verwacht u dat er een stijging of een daling zal zijn van de geluidshinder?
In uw beleidsvisie hebt u een aantal maatregelen opgenomen met betrekking tot de inperking van geluidshinder. Welke maatregelen of initiatieven gaat u concreet nemen? Wat is uw visie op de vooropgestelde vliegwet?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, collegas, laat mij beginnen met een citaat uit het Vlaamse regeerakkoord, dat voor ons altijd het uitgangspunt is geweest en zal blijven: We zorgen voor een stabiel juridisch kader en gepaste afspraken met de federale overheid en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om de exploitatie van de luchthaven van Zaventem in het kader van het Start-project te laten gebeuren zonder onaanvaardbare hinder en gezondheidsimpact voor de omwonenden. Het uitgangspunt is dat het aantal potentieel ernstig gehinderden verder moet dalen, waarbij we streven naar een billijke en evenwichtige verdeling van de hinder over de inwoners in het Vlaamse Gewest en deze in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Daarom maken we een samenwerkingsakkoord waarin we afspraken maken over geluidsnormen en de toepassing ervan, routes en baangebruik, en windnormen. Indien nodig, overwegen we eigen Vlaamse geluidsnormen en we onderzoeken of we daarbij de frequentie van de geluidshinder mee in rekening kunnen brengen.
Wat betreft het stabiele juridische kader, lijkt de manier waarop men nu werkt, via een federale wet, waarin onder andere de initiële routes, het initiële baangebruik en de procedures worden vastgelegd, mij een goede oplossing. Ik heb verder ook vastgesteld dat de federale overheid een voorstel van samenwerkingsakkoord met de gewesten zal bespreken. Of het voorontwerp van wet of het voorstel van samenwerkingsakkoord effectief tegemoetkomen aan wat in het Vlaamse regeerakkoord staat, en dus aan het standpunt van de Vlaamse Regering, zal nog moeten blijken, wanneer de analyse van de teksten gebeurt in de schoot van de Vlaamse Regering.
Tot op vandaag is er nog altijd geen formeel overleg aangevraagd of gepleegd met het Vlaamse Gewest. Het is pas nu er een echt voorontwerp is en een akkoord binnen de federale regering, dat die federale regering een formeel overleg en een advies kan en zal vragen aan de Vlaamse Regering.
Het standpunt van de Vlaamse Regering blijft de formulering uit het Vlaamse regeerakkoord. Zodra er een formele adviesvraag is, zullen wij dat binnen de Vlaamse Regering bespreken en zullen we een duidelijk standpunt en advies formuleren over het federale standpunt. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is van de federale regering om eerst een advies van de Raad van State aan te vragen, en dan formeel een advies te vragen aan de Vlaamse Regering.
Er is tot op vandaag dus ook vanuit de Vlaamse overheid geen officiële adviesvraag gesteld aan de Vlaamse Luchthavencommissie, omdat we officieel nog niet gevat zijn door een definitieve tekst of een definitief akkoord. Hetzelfde geldt voor de afdeling Luchthavenbeleid: ook daar hebben we nog geen advies aan gevraagd.
Wat START betreft, is het belangrijk erop te wijzen dat de Vlaamse Regering nooit een formeel standpunt heeft ingenomen inzake het groeipad wat betreft het aantal passagiers of vracht, noch van welke impact dat zou mogen hebben op het aantal bewegingen landingen en vertrekken vanaf de luchthaven van Zaventem. Er is ook gevraagd of wij de studie van experts die als basis zou hebben gediend, al in ons bezit hebben. Die is ons nog niet overgemaakt.
Er is ook een vraag naar de implicaties hiervan voor de Brusselse geluidsnormen. Men vraagt ook of er overleg is geweest met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het is zo dat het plan dat naar wij vernemen, is goedgekeurd, geen rechtstreekse implicaties heeft op de toepassing van de Brusselse geluidsnormen. Of er in de praktijk implicaties zijn, zal moeten worden uitgemaakt door de Brusselse hoofdstedelijke regering. In elk geval is het zo dat er hierover tot op heden geen overleg is geweest tussen de Vlaamse Regering en de Brusselse hoofdstedelijke regering of met de federale regering.
De heer Van Rompuy vraagt of het aantal mensen dat hinder ondervindt, zal verminderen. Is er een mogelijkheid dat de situatie verbetert? Ik ga ervan uit, tot het bewijs van het tegendeel, dat het federale plan een constructief plan is zo is het ook voorgesteld in de pers om de geluidshinder rond de luchthaven van Zaventem te verminderen. Een aantal belangrijke beslissingen die ook al eerder werden genomen, zowel op federaal niveau met betrekking tot de exploitatiebeperking, als op Vlaams niveau via de milieuvergunning, en die al werden gefaciliteerd door het verdwijnen van de intercontinentale hub van DHL, hebben in elk geval nu reeds de overlast van de nachtvluchten sterk verminderd. Ook de beperkingen op de individuele geluidsquota van vliegtuigen zullen in de toekomst leiden tot een verdere vermindering van de geluidshinder, overdag en in het weekend. Of het nu voorgestelde route- en baangebruik een globale verdere verbetering voor Vlaanderen inhoudt, zullen wij, wanneer we die formele vraag krijgen, verder bestuderen. Op dat moment zullen we ook een definitief standpunt innemen.
Mevrouw De Vits, zoals de heer Sanctorum ook al zei, hebben we het in de commissie al verschillende keren gehad over de ontwerpactieplannen, onder andere voor de luchthaven van Zaventem. De ontwerpactieplannen met betrekking tot omgevingslawaai werden aan een openbaar onderzoek onderworpen. Mijn administratie verwerkt op dit moment de verschillende bemerkingen en bezwaren die tijdens het onderzoek werden geformuleerd, zodat een finaal ontwerp kan worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Zodra deze actieplannen definitief zijn goedgekeurd, kunnen de verschillende acties op het terrein worden uitgevoerd. Tot op heden werden dus nog geen maatregelen genomen inzake akoestische isolatie en de eventuele terugbetaling ervan. Het is wel zo dat in de ontwerpactieplannen isolatie een van de mogelijke maatregelen is.
De federale regering heeft in haar recente beslissing met betrekking tot het dossier Brussels Airport aangegeven dat er een voorstel voor samenwerkingsakkoord met de betrokken gewesten zal worden besproken. In het kader van dat samenwerkingsakkoord zullen er onder andere afspraken moeten worden gemaakt over de financiering van maatregelen inzake ruimtelijke ordening en isolatie van woningen.
Een aantal elementen die in het samenwerkingsakkoord moeten komen, staan ook in het Vlaams regeerakkoord: geluidsnormen en de toepassing ervan, routes en baangebruik en windnormen. Ik denk dat er ook afspraken kunnen worden gemaakt over de financiering en ruimtelijke ordening.
Ik kan u dus nog geen formeel standpunt van de Vlaamse Regering overmaken. Het spreekt voor zich dat we, als we die vraag krijgen ik heb begrepen dat ze snel zal komen zodra het advies van de Raad van State is bezorgd aan de Vlaamse Regering op basis van het Vlaams regeerakkoord een goed onderbouwd advies zullen geven en dat we goede afspraken zullen maken in een samenwerkingsakkoord zodat er hopelijk en deze intentie heb ik toch ook hier gehoord een aantal verbeteringen komen zodat het een stabieler kader wordt voor de toekomst waardoor het dossier niet nog eens 10 jaar moet aanslepen. Op een officieel standpunt van de Vlaamse Regering is het dus nog eventjes wachten.
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Minister, ik denk dat u een eerlijk antwoord geeft in die zin dat er, vooraleer die definitieve akkoorden zijn bereikt op het federale niveau en het wetsontwerp ligt nu bij de Raad van State , geen formele besluitvorming is gebeurd in de Vlaamse Regering. Dat hoeft ook niet. Het is geen verplichting.
De vliegwet houdt in dat men routes en banen bijna vastlegt in wetten zodat men ze niet meer kan betwisten voor rechtbanken. Herinner u hoe men opstijgroutes kon laten vernietigen. Er waren rechters die al dan niet in een bepaald deel van Brussel woonden en die er dan voordeel bij hadden enzovoort. Het was totaal subjectief. Het is belangrijk dat er toch een samenwerkingsakkoord is tussen Vlaanderen en het federale niveau, maar ook met Brussel want die Brusselse normen hangen nog altijd in de lucht. Er zijn boetes die nu niet worden geïnd, maar het zou kunnen dat die wel worden geïnd. Het creëert een grote onzekerheid en in Vlaanderen een gevoel dat men die routes vastlegt in functie van het vermijden van die Brusselse normen en dat er dus meer geluidslast over Vlaanderen komt. Dat is een verdachtmaking die op niets is gebaseerd. Het zou goed zijn dat wij kunnen verkrijgen dat die Brusselse normen zouden verdwijnen en dat ze dezelfde worden als de Vlaamse normen. Het kan niet dat er in het luchtruim afzonderlijke normen zijn wanneer men boven de negentien gemeenten komt.
Mijnheer Sanctorum, u ziet dat wij niet alles weten. U ziet dat men federaal beslist zonder dat de Vlaamse Regering het wist. Ikzelf kende het standpunt van de Vlaamse Regering ook niet. Wij zijn een open partij waar ieder op elk niveau zijn verantwoordelijkheid neemt. Met Brussel-Halle-Vilvoorde gaat dat ook zo gebeuren. We zullen zien.
Minister, ik bedank u voor het eerlijke antwoord. Ik hoop dat we met het samenwerkingsakkoord kunnen komen tot een grotere rechtszekerheid, want als een van de twee gewesten het niet ziet zitten, dan komen we terug tot een discussie ten gronde. Het moet ook nog in het federale parlement worden goedgekeurd. Ook daar zullen er nog een aantal discussies zijn. Als de vliegwet een gedetailleerde invulling krijgt van banenroutes en vliegroutes, dan vermoed ik dat men vanuit verschillende hoeken zal proberen te interveniëren. Actiegroepen zullen parlementsleden onder de arm nemen om die en die route in hun richting te doen verschuiven.
Het zou goed zijn dat de gewestregeringen, vooraleer het in het parlement komt, via een samenwerkingsakkoord afspraken maken. Anders vrees ik dat iedereen weer zijn eigen broodjes zal willen bakken. Bepaalde partijen zitten in het federale parlement in de oppositie en in Vlaanderen in de meerderheid of omgekeerd. Er zijn er die overal in de oppositie zitten. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Nee, in Brussel niet. Ik was bijna de Zenne en mevrouw Huytebroeck vergeten. De heer De Lille zit ook in Brussel.
In elk geval wachten we af.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Het is zeker positief dat er een juridisch stabiel kader zou komen. Ik begrijp dat u nog geen oordeel kunt vellen voor u alle gegevens hebt. Ik hoop dat u de nodige tijd zult nemen om te onderzoeken wat de implicaties zijn voor Vlaanderen en dat het een voldoende verbetering inhoudt voor onze inwoners. Ik hoop dat u bij het samenwerkingsakkoord de geluidsnormen nog eens aan bod kunt brengen.
Ik hoop dat u nog overleg zult plegen met de bewoners. Er zijn een aantal actiegroepen. Ik denk dat de bewoners zelf het beste kunnen inschatten wat voor hen kan en niet. Iedereen probeert natuurlijk voor zichzelf een zo goed mogelijke route te laten bepalen. In het algemeen belang denk ik dat het goed is dat er voldoende overleg is en een goed onderzoek.
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik vind het ook belangrijk dat er een stabiel juridisch kader tot stand komt. Dat zou een basis moeten zijn zodat er in de Vlaamse Regering meer duidelijkheid komt over hoe men verder wil met de toekomst van de luchthaven.
Wat de isolatienorm betreft, kunt u misschien informatie geven over de termijn waarin u die voorziet. U zegt dat de ontwerpactieplannen aan een openbaar onderzoek werden onderworpen en dat men de verschillende opmerkingen nu onderzoekt. Heeft men een timing? Het zal nog een tijdje duren voor die woningen geïsoleerd kunnen worden. Ik vraag enige spoed in de behandeling van dat dossier. Tegelijkertijd zou een dergelijk programma kunnen bijdragen tot enige relance van onze economische activiteit als er mensen overgaan tot akoestische isolatie.
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Minister, iedereen is tevreden met uw antwoord, en zeker de heer Van Rompuy. We zitten formeel toch in een vreemde situatie. U zegt dat u formeel niet op de hoogte bent. Er is een ontwerp van vliegwet in een eerste lezing in de federale regering goedgekeurd. Die ligt nu blijkbaar volgens uw informatie bij de Raad van State voor advies. En de Vlaamse Regering weet van niets. U weet niet wat erin staat. Wat er ook in die vliegwet zal staan, dat zal deels bepalend zijn voor de toekomst van de luchthaven en van haar omgeving. U komt namens de Vlaamse Regering zeggen: ik weet van niets, ik ben niet op de hoogte, het ligt bij de Raad van State en als het terugkomt, zullen wij wellicht formeel om advies gevraagd worden. In het kader van de vliegwet die in het federale parlement zal worden behandeld, zal wellicht gelijktijdig een samenwerkingsakkoord in de marge daarvan ontwikkeld worden.
Ik vind het verbijsterend, minister, dat u hier zegt dat u op dezelfde hoogte staat als de media, dat u niets meer weet dan in de media over die zaken is verschenen, terwijl u het eerste, niet het enige, betrokken gewest bent. Deze luchthaven ligt in het Vlaamse Gewest, en de Vlaamse Regering mag er blijkbaar niet naar kijken, maar leest de kranten en zegt: goed, er is een akkoord, we zullen wachten op een formele vraag naar advies. Excuseer, maar zo gaat dat toch niet. U hebt de principes die ongeveer overeen komen met die van het vorige regeerakkoord, nog eens voorgelezen. Als ik minister van Leefmilieu zou zijn en nog van dezelfde partij ook, dan zou ik zeggen: hallo Etienne, het is Joke hier, mogen wij eens weten wat er allemaal aan de gang is zodat wij ons ten minste kunnen voorbereiden en ons in de zaak verdiepen? Ik weet niet of dat is gebeurd, want dat is natuurlijk iets informeels. Ik hoop van wel. Of Eric, die zou zeggen: hallo Brigitte, hoe zit het nu met de Brusselse geluidsnormen?
De heer Eric Van Rompuy : Dat is niet gebeurd.
De heer Joris Van Hauthem : Misschien zou u dat dan eens moeten doen.
Minister, het is een complex dossier, dat is waar. Maar wat nu staat te gebeuren met de vliegwet is bepalend voor de toekomst. Dan vind ik het verbijsterend dat u zegt: we zitten erbij en kijken ernaar en we wachten gewoon af tot de federale regering zo vriendelijk is om ons formeel om advies te vragen. Dat gaat er bij mij niet in.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik sta echt perplex van uw antwoord, en dan nog op een vraag van een partijgenoot. Het komt er dus op neer dat u gewoon zult afwachten wat de federale overheid zal ondernemen om jullie te contacteren om jullie advies te vragen. U gaat blijkbaar zelfs geen evaluatie maken. Zult u gewoon afwachten wat actiecomités en bezorgde burgers aan u zullen communiceren met mails en brieven? U bent minister van Leefmilieu en u weet net zo goed als ik dat geluid nu net een van de grootste uitdagingen is voor de toekomst inzake milieu en gezondheid. Het enige wat u doet, is afwachten wat uw collega Schouppe zal ondernemen. U onderneemt zelf niets. Ik sta daar perplex van.
U zei dat START niets zegt over bijkomende vliegbewegingen en dergelijke meer. Ik ben nieuw in het parlement, maar bij mijn weten is een van de belangrijkste pijlers in START de bijna verdubbeling van het vrachtvervoer en het personenverkeer via vliegtuigen tegen 2025. Als u zegt dat START niets zegt over de bijkomende vliegbewegingen, dan sta ik nog meer perplex.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Minister, net zoals de twee voorgaande sprekers ben ik verbijsterd door uw antwoord. U gaat pas analyseren op het ogenblik dat u een officiële vraagstelling zult krijgen. U zult pas een standpunt innemen op het moment dat u dat gevraagd wordt, terwijl er zeer recent een openbaar onderzoek is geweest met betrekking tot het omgevingslawaai. U hebt dat zelf aangehaald. Ik denk dat de resultaten van dat openbaar onderzoek zeker ook kunnen worden gebruikt en dat het dringend is dat er verder overleg wordt gepleegd met de federale collegas. Het voorliggende ontwerp van vliegwet is nog niet volledig af, er is wel een consensus over bereikt, maar u kunt als Vlaams minister daarover toch wel overleggen met uw CD&V-collega. Ik hoop dat u dat alsnog dringend zult doen. We gaan er allemaal mee akkoord dat er een noodzaak is aan een duidelijk juridisch kader en dat er een samenwerkingsakkoord moet komen tussen de drie gewesten, maar ik vraag nogmaals: overleg alstublieft met uw federale collega.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Ik ga akkoord met de leden die zeggen dat er meer rechtszekerheid moet komen. Dat is ook het standpunt van de Vlaamse Regering. Dat zal onze toetssteen zijn.
Er zijn leden die zeggen dat ik niets doe en alleen maar afwacht. Het gaat nog niet om een ontwerp, maar een voorontwerp. Het betreft uitsluitend een federale bevoegdheid: een vliegwet. Vlaanderen is daarin niet bevoegd. Formeel worden wij in dat proces betrokken op het moment dat de federale overheid advies vraagt aan de Vlaamse overheid. Op dat moment zullen wij formeel een standpunt innemen. Dat is de normale procedure. Er is niets van aan dat wij gewoon zitten af te wachten en niets doen, integendeel. We zijn ondertussen ook bezig met onze actieplannen waar ik daarnet naar heb verwezen. Ik ga er niet mee akkoord dat wat onze bevoegdheden betreft, wij onze verantwoordelijkheid niet nemen, integendeel.
Het openbaar onderzoek is afgerond. De administratie heeft me laten weten dat de bezwaren die in verband met dit openbaar onderzoek zijn geformuleerd, op redelijk korte termijn kunnen worden verwerkt.
Ik heb niet beweerd dat START geen belangrijke elementen bevat. Ik heb enkel verklaard dat de Vlaamse overheid hierover nooit een officieel standpunt heeft ingenomen. We hebben daar akte van genomen. Er is nooit formeel een standpunt over het groeipad ingenomen. Dat is wat ik daarnet uitdrukkelijk heb gezegd.
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Ik ben verwonderd te horen dat de oppositie verbijsterd is. De federale regering krijgt al jarenlang het verwijt geen beslissingen te nemen. Nu heeft de federale regering een duidelijk standpunt ingenomen. Na 10 jaar discussie hebben de Vlamingen, de Franstaligen en de Brusselaars in de federale regering formeel verklaard wat hun standpunt is.
Dit wordt nu naar de Raad van State gestuurd. Het is een ingewikkelde geschiedenis. Het is niet duidelijk hoe de Raad van State dit zal beoordelen. Het is juridisch niet duidelijk of dit allemaal in wetten kan worden gebetonneerd.
Vooraleer de staatssecretaris dit in het federale parlement zal indienen, zal overleg met het Vlaamse Gewest en met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest plaatsvinden. Op dat ogenblik zal de Vlaamse Regering nagaan wat de implicaties voor Vlaanderen zijn. Het plan van staatssecretaris Schouppe is ingewikkeld. Wie wil weten wat het allemaal op het terrein betekent, moet het maar eens lezen.
Vervolgens zal in het federale parlement een discussie worden gevoerd. Op basis van de uiteindelijke tekst zal een samenwerkingsakkoord met Vlaanderen, Wallonië en Brussel worden opgesteld.
Dat zijn de normale regels. Dit komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht gevallen. Natuurlijk is gedurende jaren een maatschappelijke discussie gevoerd. De voorbije maanden is overleg gepleegd. In 2007 was premier Leterme, in de hoedanigheid van vice-premier, een tijdje bevoegd voor de luchthaven. Voor hij premier is geworden, heeft hij gedurende een aantal maanden formeel overleg gevoerd met de actiegroepen en met het Vlaamse Gewest. Dergelijke zaken worden niet zomaar, in één beweging, gedecreteerd.
We mogen blij zijn dat er eindelijk een standpunt is. Het gaat om een standpunt van Vlamingen en van Franstaligen. Het is natuurlijk een meerderheidsstandpunt. Ik vind het in elk geval belangrijk dat er eindelijk een standpunt is.
Tijdens het overleg zal moeten blijken in welke mate de Vlaamse Regering zich hierin kan vinden. Misschien moeten bepaalde aanpassingen gebeuren. Aangezien het belangrijk is dat er een standpunt is ingenomen, zijn we verbijsterd om de opmerkingen van de oppositie.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Het is allemaal zeer snel gegaan. Toen het plots werd aangekondigd, waren we allemaal verbaasd. Ik heb het dan ook over de aard van de berichtgeving. Staatssecretaris Schouppe heeft verklaard dat hij overleg heeft gepleegd met politici uit de gewestregeringen. Dat is blijkbaar niet gebeurd. Daarom is met betrekking tot dit overleg enige commotie ontstaan.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Indien de studie van de experts niet blijkt te voldoen, zal de minister dan zelf een bijkomende studie over de impact op de geluidshinder laten uitvoeren?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Dit spreekt voor zich. We zullen dit volledig door experts laten nakijken.
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Van Rompuy, door de heer Sanctorum en door mevrouw Van den Eynde werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.