Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 09/03/2010
Vraag om uitleg van de heer Johan Verstreken tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over kustreddingsdiensten tijdens het toeristische seizoen
De voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Voorzitter, minister, toen ik deze vraag indiende, wist ik niet dat de zon zou schijnen. Als de zon begint te schijnen, denken we meteen aan de zee en de gezonde lucht. Dat geeft wat vakantiegevoel, maar als kinderen gaan zwemmen in de zee, moet de veiligheid ook daar kunnen worden gegarandeerd. Het is beter om nu deze vraag over de kustreddingsdiensten te stellen en tijdig te zijn, dan er plots aan te denken in de paasvakantie of in juni.
Minister, in de beleidsnota Toerisme 2009-2014 beschouwt u de Vlaamse kust als een Vlaamse bestemming met toeristisch potentieel. U bent dan ook bereid om via een impulsprogramma voort te investeren in de kust als kwalitatieve bestemmingsregio. Een van de attractiepunten van de kust is ongetwijfeld de zee, met als extra troef de beveiligde zwemzones tijdens bepaalde periodes van het jaar. Dit gaf u zelf aan bij de besprekingen over de kustreddingsdiensten buiten het seizoen tijdens de vorige legislatuur.
De kust, met 33.946 meter strand, wordt bewaakt door de Intercommunale Kustreddingsdienst van West-Vlaanderen (IKWV), met meer dan 1300 gebrevetteerde strandredders. De IKWV kan jaarlijks rekenen op een financiering door de gemeenten ik dacht ten bedrage van 95.000 euro in 2009 en door de provincie, ten bedrage van 250.000 euro in 2009. Ik kijk even in de richting van de eregedeputeerde en hij knikt bevestigend: die bedragen kloppen. Dank u wel, mijnheer Durnez. De financiering van de IKWV wordt voor minstens de helft gedragen door de inbreng van sponsors. Dat is niet onbelangrijk. Naast financiële stimuli worden ook de kledij van de redders en elf terreinwagens gesponsord.
Daardoor is de financiering van de IKWV natuurlijk onderhevig aan de inbreng van derden. Krabbelen de sponsors terug en dat gebeurt nu en dan wel eens in slechtere economische tijden , dan wordt het voor de IKWV nog moeilijk om de dienstverlening van de kustreddingsdiensten tijdens de zomermaanden in stand te houden. Het is natuurlijk zo dat de kustgemeenten de grootste financiers zijn in dit geheel, want ze betalen de lonen van hetzij de professionele redders, hetzij de jobstudenten die daar in dienst zijn.
Minister, bent u van mening dat de dienstverlening van de kustreddingsdiensten bijdraagt tot de toeristische ontwikkeling van de Vlaamse kust? Bent u bereid om een inspanning te doen om de IKWV te ondersteunen? Indien niet, waarom niet? Ziet u mogelijkheden om de kustreddingsdiensten te ondersteunen via het impulsprogramma van de kust?
De voorzitter : De heer Vanden Bussche heeft het woord.
De heer Marc Vanden Bussche : Dit is uiteraard een zeer interessante vraag. Als er geld kan vloeien naar de reddingsdiensten, is dat toeristisch zeer interessant.
De heer Johan Verstreken : Van de KBC.
De heer Marc Vanden Bussche : Van het KBC-postje.
Natuurlijk is de kust 67 kilometer lang, en niet 33 kilometer. U doelde waarschijnlijk op de bewaakte zones.
De heer Johan Verstreken : Het ging inderdaad over de bewaakte zones.
De heer Marc Vanden Bussche : In West-Vlaanderen bestaat daar al langer een discussie over, onder impuls van de gouverneur. Hij wil de tijdspanne voor het bewaken van de kust van juli en augustus uitbreiden tot juni en september. Dat vraagt een zeer belangrijke financiële inspanning van de gemeenten. Naar aanleiding daarvan is gevraagd of de provincie of Toerisme Vlaanderen, de Vlaamse overheid, ter zake ook een inspanning kan doen.
We kampen bovendien met het grote probleem dat we de jobstudenten uiteraard niet in juni kunnen inzetten, aangezien ze zich dan nog in de examenperiode bevinden. Jammer genoeg moeten velen van hen in september opnieuw examen afleggen. We hebben dus een probleem om die 33 kilometer van onze kust te bewaken.
Ik denk dat er een zekere consensus is gegroeid om ervoor te zorgen dat die zones van 15 juni tot 15 september worden bewaakt. In juli en augustus zou er dus altijd bewaking zijn voor het geheel van die 33 kilometer, maar buiten die periode zou er bewaking zijn in een paar hoofdposten. Elke gemeente zou dat voor zichzelf uitmaken. Er moet uiteraard zeer goed over worden gecommuniceerd, zodat bij de mensen niet de verwachting wordt gewekt dat, als ze in juni of september komen, de bewaking in alle bewaakte zones wordt gegarandeerd. Ook vragen we dat de minister of de Vlaamse Gemeenschap een bijkomende inspanning zou doen om die zones uit te breiden tot juni en september. Dan zijn er immers ook veel mensen, hetzij senioren die zich geroepen voelen om nog eens te zwemmen, hetzij schoolgroepen. Zij rekenen ook op bewaakte zones om veilig in de zee te kunnen gaan. We mogen echter ook niet overdrijven. Meestal gebeurt alles in juli en augustus, en in de week gaat het inderdaad maar over heel beperkte zones.
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Ik heb er geen probleem mee dat de vraag opnieuw wordt gesteld. Ik krijg er wel een déjà-vugevoel van. De heer Verfaillie heeft daarover in het verleden ook al verschillende vragen gesteld. Dit dossier sleept al meer dan 10 jaar aan, van in de tijd dat de heer Landuyt nog minister was. Maar er gebeurt niets mee.
Ik heb de antwoorden op de vragen van de heren Verfaillie, Verougstraete en zelfs Patrick De Klerck bij me. Minister, in een antwoord van 2008 zegt u terecht dat u begrijpt dat de kustgemeenten geld vragen van de Vlaamse overheid, maar er is ook nog zoiets als de spreiding van lusten en lasten, naast de verantwoordelijkheid van de ouders. U zei toen dat het niet uw taak is om subsidies vrij te maken, ook al omdat u geen voogdijminister bent.
Het beheer van het strand is een verantwoordelijkheid van de lokale overheden. U kondigde toen wel aan dat u de kustburgemeesters zou contacteren. U zou een brief schrijven en met hen overleggen. Op die brief is vanwege de kustburgemeesters geen reactie gekomen. Het moet toch van twee kanten komen, met overleg dat een oplossing oplevert. U vermeldde toen even het inschakelen van jobstudenten, en sprak over mogelijkheden om eventueel via interimkantoren sportleraren in te schakelen. Er zijn dus al veel ideeën en initiatieven aangekondigd, wanneer komen er daadwerkelijke oplossingen?
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, collegas, veiligheid aan de kust is belangrijk. Zoals u wellicht weet, heeft Toerisme Vlaanderen samen met Westtoer een nieuw toeristisch strategisch beleidsplan voor de kust opgemaakt, voor de periode 2009-2014. Dit strategische beleidsplan werd goedgekeurd door de West-Vlaamse provincieraad en werd onlangs naar aanleiding van de goedkeuring van het Impulsprogramma voor de Vlaamse Kust eveneens door de Vlaamse regering goedgekeurd. In dit strategische beleidsplan wordt het belang van een actieve strandbeleving in een veilige omgeving sterk naar voren geschoven. De reddingsdiensten spelen hierin uiteraard een belangrijke rol.
Ik heb vroeger al gezegd dat wij op het vlak van kustbewaking een van de goede voorbeelden in Europa zijn. Veiligheid is een bevoegdheid van de gemeenten, en er worden op dat vlak grote en toenemende inspanningen geleverd. Ik heb toen ook gezegd dat we geen subsidies zullen verstrekken. Ik heb echter gesuggereerd dat er misschien een project ter bevordering van de dienstverlening in het kader van het Kustactieplan kan worden ingediend. Dat is inmiddels ook gebeurd. Dat past in het beleidsplan, want reddingsdiensten zijn een onderdeel van de dienstverlening.
Het versterken van de kwaliteit van het kustproduct en de dienstverlening is een strategische doelstelling van het beleidsplan. De strategische doelstellingen worden verder geconcretiseerd in een aantal krachtlijnen en acties, en een aantal daarvan hebben betrekking op het kwaliteitsniveau van de basisinfrastructuur. Maken deel uit van dat plan: voorzien in stranddouches, sanitair, EHBO-posten, lockers voor kledij en strandgerief; de communicatie over de veiligheid op de stranden en op zee intensifiëren; op structurele wijze de kustreddingsdiensten financieel ondersteunen, zowel door de Vlaamse overheid als de provincie; op gemeentelijk niveau zoeken naar mogelijkheden voor uitbreiding van de permanentie van de kustreddingsdienst buiten het seizoen de schoudermaanden en de afstemming ervan tussen de kustgemeenten.
Op 26 februari keurde de Vlaamse Regering het Impulsprogramma goed. Daarin is bepaald dat Toerisme Vlaanderen en Westtoer een indicatieve projectenlijst opmaken, in overleg met de betrokken actoren en sectoren. Die lijst moet nog voor de zomervakantie zijn opgesteld en de basis vormen voor de investeringen in het kader van het Impulsprogramma Kust.
In uitvoering van het derde Kustactieplan is 396.451 euro uitgetrokken voor de realisatie van een uniforme uitbreiding van de bewakingsperiode van de kustredders teneinde de veiligheid te garanderen. We zullen dus niet in alle posten, maar wel in een aantal posten in de weekends van juni en september in bewaking voorzien. Bovendien zullen we in de periode van 19 juni tot en met 5 september elke dag van de week in kustbewaking voorzien, wat dus leidt tot een aanzienlijk uitbreiding van de bewaking. De voorwaarden daartoe zijn opgenomen in een ministerieel besluit dat minister Peeters destijds ter uitvoering van het Kustactieplan ondertekende.
Ik wil ook nagaan of we kunnen onderzoeken of de kustredders, die een moeilijke job uitoefenen maar daar een goed loon voor krijgen, niet kunnen worden ingeschakeld op strandvrije dagen, wanneer de rode vlag wordt gehesen dagen waarop ze wel worden betaald en dan kunnen worden ingezet voor andere taken, zoals kinder- en sportanimatie voor vakantiegangers, het begeleiden van fiets- en wandeltochten of het verzorgen van natuur- en zee-educatie. Zo kan de kustbeleving nog attractiever worden.
Ik vat samen. Het Kustactieplan is een eenmalige zaak, en geldt voor 3 jaar. De bewaking wordt in de schoudermaanden uitgebreid. Ik verwacht dat in het Impulsprogramma suggesties worden geïntegreerd om op een structurele wijze aandacht te hebben voor de uitbreiding van de bewakingstaken in juni en september. Er is dus een evolutie ten goede bezig.
De voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Ik dank u voor uw positieve impulsen. We zullen dat in de toekomst goed blijven opvolgen.
De voorzitter : De heer Vanden Bussche heeft het woord.
De heer Marc Vanden Bussche : Er wordt gezegd dat de kustgemeenten niet enkel de lusten, maar ook de lasten op zich moeten nemen. Die 95.000 euro, waarover de heer Verstreken het had, dient enkel voor de werkingskosten. Alle gemeenten betalen zelf de personeelskosten. Koksijde geeft elk jaar 1 miljoen euro aan lonen van redders uit. De gemeenten leveren dus belangrijke inspanningen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.