Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 02/03/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Michèle Hostekint tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de maatregelen ter bescherming van kustpolders
De voorzitter : Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mevrouw Michèle Hostekint : Minister, al enkele decennia ijvert de milieubeweging in Vlaanderen voor een betere bescherming van de kustpolders en het behoud van de kustpoldergraslanden. Het pleidooi is niet nieuw. Het dateert al van halfweg de jaren zestig. Al die jaren kregen de natuurwaarden van de polders in het beleid niet altijd de aandacht die ze verdienen en, meer nog, broodnodig hebben. De bestaande wetgeving was jaren onvoldoende om de polders op een duurzame manier te beschermen, hoewel poldergebieden behoren tot de waardevolste en best bewaarde open ruimtes van Vlaanderen.
Deze hoofdzakelijk weidegebieden zijn ook op ecologisch vlak van zeer groot belang. Ze fungeren als broed-, overwinterings- en doortrekgebied voor vele duizenden weidevogels en steltlopers. In een aantal poldergebieden, zoals Damme of de IJzervallei, overwinteren vele duizenden ganzen. Naast de vogelrijkdom herbergen de polders eveneens een schat aan zeldzame en kwetsbare plantensoorten en moeras- en oeverplanten, amfibieën, insecten en vissoorten.
Minister, zoals de duinen 10 jaar geleden dreigden te verdwijnen, zo zijn ook de waardevolle polders op tal van vlakken bedreigd. Vooral het scheuren, namelijk het omploegen van de permanente poldergraslanden, is uiterst nefast voor de aantrekkingskracht van planten en dieren. Uit onderzoek van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) blijkt dat er tussen 1986 en nu minimaal 3000 hectare permanent grasland uit de polders is verdwenen. Dat heeft nefaste gevolgen. Het resultaat is dat de populatie aan weidevogels onder druk staat en overwinterende ganzen minder ruimte hebben. Dat leidt er dan weer toe dat ze in een aantal gevallen hun voedsel zoeken op akkers van naburige landbouwers, wat voor onvrede zorgt. Nochtans hebben natuur, landbouw en overheid uiteindelijk gezamenlijk belang bij een betere bescherming van de historische en eeuwenoude poldergraslanden.
In opvolging van de afbakening van het agrarisch gebied Kust-Polder-Westhoek in 2006, waarbij een passus werd opgenomen waarbij de Vlaamse Regering zich engageerde om initiatieven te nemen voor een bijkomende bescherming van de kustpolders, was de beslissing van 27 maart 2009 een zeer belangrijke stap in de bescherming van de kustpolders. De Vlaamse Regering heeft zich geëngageerd om binnen het jaar voor de kustpolders een beschermingsplan op te maken en erkende daarmee de nood aan een bijkomende bescherming van de polder. Dat maakte in principe de weg vrij voor een goede en duurzame bescherming van de polders.
Minister, de beslissing van de Vlaamse Regering hield onder meer in dat de minister van Leefmilieu binnen het jaar een concreet voorstel moest indienen voor de opmaak van een beschermingsplan voor de kustpolders. Dat jaar is bijna verstreken. Het is begin maart. Wat is de stand van zaken? Wat is de timing voor het nakomen van het engagement van de Vlaamse Regering?
Wat is uw strategie, minister, om de verdere inkrimping van de historische graslanden in de West-Vlaamse polders tegen te gaan en te voorkomen dat de historische poldergraslanden nog langer omgeploegd worden?
Hoe ziet u de sensibilisering voor het belang van het behoud van onze kustpolders? Zijn er concrete voorstellen voor de handhaving? Is er overleg geweest met instanties of belangengroepen?
Welke heel concrete projecten plant u voor natuurherstel in de kustpolders, conform de instandhoudingsdoelstellingen en de uitvoering van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijndoelstellingen?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw Hostekint, twee besluiten zijn parallel behandeld: aan de ene kant het besluit betreffende de kustpoldergraslanden en aan de andere kant het Wildschadebesluit. Op 27 maart 2009 werd het Wildschadebesluit door de Vlaamse Regering als voorontwerp goedgekeurd. Daarnaast trad op 1 september 2009 het vernieuwde vegetatiebesluit in werking. Dat vernieuwde vegetatiebesluit voorziet in artikel 7 in bijkomende bescherming van historisch permanente graslanden in de polders, in het bijzonder in speciale beschermingszones in het Poldercomplex, Het Zwin en aangrenzende polders en in de IJzervallei. De periode van 1 jaar, zoals u zegt, waarin de aanwijzing van deze graslanden moest worden opgemaakt, begint te lopen vanaf het in werking treden van het vernieuwde Vegetatiebesluit. Dat is vanaf 1 september 2009. Dat jaar loopt dus tot 1 september 2010.
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) legt momenteel samen met het INBO de laatste hand aan een geactualiseerde kaart van de historisch permanente graslanden. Daarna zal het ANB volgens de planning in maart 2010, deze maand, met het Departement Landbouw en Visserij overleggen. Op basis daarvan geef ik uitvoering aan de bepaling van het vernieuwde vegetatiebesluit om tegen 1 september 2010, 1 jaar na het in werking treden, een eerste lijst van historisch permanente graslanden in landbouwgebied met landschappelijke waarde te laten vaststellen. In de aangeduide graslanden zal een natuurvergunningsplicht gelden met het oog op het beschermen van die graslanden in de polders.
In het kader van het lopende aanwijzingsproces voor bijkomende beschermde poldergraslanden zal parallel met het overleg tussen de diverse betrokken administraties ook de communicatie naar de doelgroepen en de lokale overheden plaatsvinden. In het Handhavingsplan 2010 legt het ANB in het bijzonder de klemtoon op het handhaven van beschermde vegetaties in speciale beschermingszones, waaronder ook de Habitatrichtlijngebieden in de kustpolders en de Vogelrichtlijngebieden, zoals Het Zwin en aangrenzende polders, het Poldercomplex en de IJzervallei. En uiteraard zal bij het in werking treden van de nieuwe vergunningsplicht ook de handhaving worden afgestemd. Eventuele inzet van extra handhaving is pas nodig nadat er extra bescherming is gerealiseerd.
Momenteel maakt de Vlaamse administratie de instandhoudingsdoelstellingen op voor de Habitatrichtlijngebieden in Vlaanderen. Ook de Vogelrichtlijngebieden die al of niet gedeeltelijk overlappen met de Habitatrichtlijngebieden worden meegenomen. Ook voor het Habitatrichtlijngebied Polders en het Vogelrichtlijngebied Poldercomplex zijn dergelijke doelstellingen opgemaakt. Volgens de planning zal het Agentschap voor Natuur en Bos tegen september 2010 een ontwerprapport klaar hebben voor het Habitatrichtlijngebied Polders. Dit ontwerprapport moet daarna als basis dienen voor een breed overlegproces.
Daarnaast lopen er nog een aantal andere projecten met betrekking tot de poldergraslanden. Ik zal ze even opsommen: de uitbreiding van het Vlaams natuurreservaat De IJzermonding met een deel van de Hemmepolder in Lombardsijde door het herstel van het Pietegeleed als een meer natuurlijke kreek en de ontwikkeling van poldergraslanden rond die te herstellen kreek; het voortzetten van het door het natuurinrichtingsproject geïnitieerd herstel van de kreekoevers en aanpalende poldergraslanden in het Oostends Krekengebied; het Parkbosproject in Bredene, met name het valoriseren van poldergraslanden en het ontwikkelen van polderbos in het gebied het Vicognezwin; het natuur- en landschapsherstelproject Oud Fort Isabella in uitvoering van het door de gemeenteraad van Knokke-Heist en bij ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening van 23 mei 2002 goedgekeurde bijzonder plan van aanleg Oud Fort Isabella, met name het herstel over een oppervlakte van 11,2 hectare van poldergraslanden en rietmoeras op zeventiende-eeuwse aarden fortwallen die in de jaren 80 werden genivelleerd en opengescheurd. Dit natuurherstelproject sluit ook aan bij het landschapshistorisch valorisatieproject Staats-Spaanse Linies. Andere projecten zijn: het voortzetten van de in het natuurinrichtingsproject geïnitieerde inrichting en passend beheer van het weilandcomplex in de Meetkerkse Moeren; het uitvoeren van de compensatiematrix Natuurcompensaties Zeebrugge. In dat kader zullen poldergraslanden gecreëerd en geoptimaliseerd worden binnen de perimeters van de Vlaamse en Erkende Natuurreservaten gelegen in Klemskerke-Vlissegem, de omgeving van het Kanaal Brugge-Oostende, Uitkerkse Polder, Damme, Lissewege-Ter Doest. Na uitvoering hiervan zal het verlies aan poldergraslanden en aanverwante biotopen door de havenontwikkeling in Zeebrugge, inclusief het historisch passief, gecompenseerd zijn. Volgende projecten zijn: de structurele ondersteuning van Natuurpunt vzw bij de uitbouw van het erkend natuurreservaat Uitkerkse Polder, de stadswallen van Damme, Ter Doest, Fort Sint-Donaas, De Blankaart; de uitbouw van het Vlaamse natuurreservaat in de IJzer- en Handzamevallei. Het Agentschap voor Natuur en Bos en Natuurpunt vzw beheren in beide gebieden ongeveer 700 hectare graslanden. Op deze percelen worden naast een passend beheer, ook kleinschalige inrichtings- en herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Een laatste voorbeeld is de grootschalige inrichting en waterpeilherstel die momenteel gebeuren in de zone rond de Blankaartvijver in het kader van het lopende natuurinrichtingsproject.
Op dit ogenblik zijn het ANB, het INBO en de diensten van het Departement Landbouw en Visserij, onder meer de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, in een overlegproces betrokken. Het ANB heeft ook gestructureerd overleg met enkele doelgroepen, waaronder landbouw, en in het bijzonder met de Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat en Natuurpunt.
Mevrouw Hostekint, ik hoop hiermee geantwoord te hebben op uw vragen.
De voorzitter : Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mevrouw Michèle Hostekint : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik had gehoopt op een iets concreter antwoord. Ik heb begrepen dat de termijn verloopt op 1 september 2010. Ik heb ook begrepen dat u dan hoopt te landen met het beschermingsplan of dat het dan geconcretiseerd zal worden.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Eerst worden die zones concreet aangeduid, en dan zal er een aanpak volgen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.