Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 02/03/2010
Vraag om uitleg van de heer Frank Creyelman tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de bestrijding van hormonale stoffen en resten van medicijnen in het drinkwater
De voorzitter : De heer Creyelman heeft het woord.
De heer Frank Creyelman : Minister, ik stel u deze vraag om uitleg met enig genoegen, want ik heb intussen gezien dat u zich in 2008 zelf hebt aangesloten bij een gelijkaardige vraag van een andere collega.
Uit diverse studies blijkt dat het Vlaamse oppervlaktewater in hoge mate vervuild wordt door hormonen. Die zijn onder meer afkomstig van vrouwen die de anticonceptiepil weer in de waterkringloop brengen. Ik hoef u niet te zeggen hoe dat gebeurt. Ook resten van medicijnen komen op deze manier in de waterkringloop terecht. Er blijkt een causaal verband te zijn tussen de blootstelling via water aan hormoonverstorende stoffen en reproductiestoornissen. Vissen zouden zelfs van geslacht veranderen. De kunstmatige oestrogene stoffen komen ook ruimer in het milieu voor, zodat ze onder andere via voeding een negatief effect uitoefenen op de vruchtbaarheid bij mannen. Onder andere de beweeglijkheid van zaadcellen zou daardoor sterk verminderen.
Een Europese studie uit 2008 toont eveneens aan dat het aantal borstkankers de voorbije decennia spectaculair is gestegen. Een op tien Europese vrouwen wordt vroeg of laat geconfronteerd met borstkanker. Dat zou grotendeels toe te schrijven zijn aan kunstmatige oestrogenen die in verschillende medicijnen voorkomen. Het probleem met die kunstmatige oestrogenen is dat zij slechts langzaam afbreken, in tegenstelling tot natuurlijke hormonen.
De problematiek van de aanwezigheid van hormoonverstorende stoffen in drinkwater wordt ondertussen door alle drinkwatermaatschappijen erkend. In 2008 antwoordde de toenmalige minister van Leefmilieu, mevrouw Crevits, op een vraag om uitleg over hetzelfde thema dat eraan werd gedacht om bij de drinkwaterproductie nog een bijkomende zuiveringsstap in te voeren, waarbij door ozonisatie de overblijvende schadelijke producten zouden worden vernietigd. Indien sommige schadelijke producten toch in het drinkwater zouden blijven voorkomen, zou aan de federale regering worden gevraagd om in het kader van de productnormering de nodige stappen te zetten. Minister Crevits wilde in bepaalde kwetsbare gebieden gebruiksbeperkingen invoeren voor sommige producten.
Wordt het drinkwater systematisch gecontroleerd op de aanwezigheid van hormonen en medicijnen? Welke parameters werden daarvoor vastgelegd? Is er reeds in een bijkomende zuiveringsstap voorzien die alle overblijvende schadelijke stoffen uit het drinkwater haalt? Zijn er kwetsbare zones aangeduid waarin gebruiksbeperkingen werden vastgelegd? Wat zijn die gebieden en voor welke stoffen werden gebruiksbeperkingen ingevoerd? Is er nood aan het uit de handel nemen van bepaalde producten? Zo ja, werd daarover reeds contact opgenomen met de federale overheid?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Voorzitter, minister, collegas, niet alleen hormonen komen in het water terecht, maar ook vervuilende stoffen die een invloed hebben op de hormonenhuishouding van jongeren. Zo blijkt bijvoorbeeld ook cadmium voor te komen in het drinkwater. De hoeveelheid blijft wel onder de norm, maar het is toch meer dan wat de Wereldgezondheidsorganisatie aanraadt. Past Vlaanderen ook zuiveringsmethodes voor het drinkwater toe rond cadmium?
De voorzitter : Minister Schauvliege heef het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Creyelman, de problematiek is ons en de drinkwatermaatschappijen bekend. Zij doen evenwel geen systematische controle op de aanwezigheid van hormonen en medicijnen, omdat dat ook geen onderdeel uitmaakt van de wettelijke kwaliteitseisen voor drinkwater. De drinkwaterbedrijven zijn zich echter wel bewust van de problematiek en volgen ze ook op.
In dat kader kan ook worden verwezen naar de studie van de Vereniging van Nederlandse en Belgische rivierwaterbedrijven (RIWA-Maas), getiteld Bedreigende stoffen voor drinkwater uit de Maas. Die studie is mee aangevraagd en ondersteund door Antwerpse Waterwerken (AWW) en Vivaqua.
In de meeste landen zit de monitoring en reglementering van hormoonverstorende stoffen en medicijnen in drinkwater nog in een onderzoeksfase. Zo stelt een rapport van het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over de medicijnen in drinkwaterbronnen, dat die stoffen frequent in oppervlaktewater worden aangetroffen en als ongewenst worden beschouwd. De concentraties die worden aangetroffen in drinkwater, zijn echter zo laag dat geen gezondheidseffecten worden verwacht. Bij gebrek aan aantoonbaar effect is de vertaling naar wettelijke kwaliteitseisen of monitoringsverplichtingen voor drinkwater in de meeste landen nog niet gebeurd.
Een operationele monitoring tijdens het productieproces van deze stoffen is wel gewenst. Op internationaal niveau dringt daarvoor geleidelijk het Water Safety Plan als instrument door. Met dat instrument kan de wijze van productie van drinkwater afgestemd worden op de kwaliteitsbewaking op geïdentificeerde risicos. Dat instrument wordt ondersteund door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de Vlaamse drinkwatermaatschappijen, en er werd recent gestart met de voorbereiding van de invulling ervan. De aanwezigheid van dergelijke nieuwe stofgroepen is duidelijk een van de risicos die dienen te worden meegenomen in dat Water Safety Plan.
Op het programma 2010 voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek Leefmilieu (TWOL) van de VMM staat een studie om de relevantie van bijkomende analyses op nieuwe stofgroepen in het water bestemd voor menselijke consumptie te evalueren.
Actiefkoolfilters vormen een effectieve barrière voor een groot deel van de stoffen waar u naar verwijst. Dergelijke filters zijn reeds op alle oppervlaktewaterwinningen aanwezig. Op een aantal plaatsen wordt eveneens gebruikt gemaakt van ozonisatie en UV-filtratie om een maximale verwijdering van alle ongewenste organische microverontreiniging te verkrijgen. 100 percent zekerheid dat alle schadelijke stoffen worden verwijderd, kan echter niet worden gegeven, onder meer ook omdat er steeds nieuwe stoffen ontstaan. We hebben daarover gepraat met de watermaatschappijen. Voor hen is het heel moeilijk om daar alles tot in detail uit te kunnen halen.
Er zijn nog geen kwetsbare zones afgebakend waarin gebruiksbeperkingen werden vastgelegd. Naast het bestaande beleid en werking rond de bestrijdingsmiddelen werden nog geen initiatieven genomen. De nood hieraan dient eerst in kaart te worden gebracht. Daarom wachten we op het resultaat van de TWOL-studie. Op basis daarvan hopen we bijkomende acties te kunnen ondernemen.
De normering op het vlak van producten blijft uiteraard een federale aangelegenheid, maar ook Europa is daar een belangrijke speler. Er kan dus ook in die richting worden gekeken.
Mevrouw Eerlingen, cadmium zou niet aanwezig zijn in grondwater, noch in het oppervlaktewater. Ik zal nog eens nakijken of daar specifieke zuiveringen rond gebeuren. Ik zal u dat laten weten. Maar op het eerste gezicht lijkt mij daar niet echt een probleem te zijn.
De voorzitter : De heer Creyelman heeft het woord.
De heer Frank Creyelman : Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik kan het vrij eenvoudig samenvatten. In 2008 is hier een vrij degelijke en gestoffeerde vraag om uitleg over gesteld, met allerlei beloftes van de vorige Vlaamse minister tot gevolg. Ik weet wel dat u dat dossier hebt geërfd en dat u nog niet zo lang bezig bent, maar ik stel toch vast dat er op 2 jaar tijd nog niets is veranderd. Er zijn geen systematische controles, die zijn ook niet wettelijk bepaald, er zijn geen normeringen, er zijn geen gebruiksbeperkingszones afgebakend en dergelijke meer. Ik zou toch voorstellen dat u daar werk van maakt.
U wacht op studies, maar we kunnen niet eeuwig blijven wachten op alle mogelijke nieuwe studies. Als ik daar over 1 of 2 jaar nog eens een vraag stel, hoop ik dat we toch wat verder zullen zitten in dit dossier.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister, er is inderdaad geen probleem met het overschrijden van de cadmiumnormen. Het is gewoon een kwestie van voorzichtigheid. Mocht u mij de gegevens kunnen doorgeven, dan zou ik die graag ontvangen.
De heer Bart Martens : Minister, u hebt gewezen op actiefkoolfilters. Als ik het mij goed herinner, hebben die het nadeel dat men er een bepaald soort pesticiden, bestrijdingsmiddelen of organische micropolluenten uit haalde. In functie van de structuur van die organische micropolluenten is er een deel dat daar eigenlijk gewoon doorloopt. Je moet dus naar een ander soort filter gaan. Ik geef u dat maar mee.
Misschien is het nuttig om dat ook eens te onderzoeken: welke extra zuiveringstrappen kunnen welke groepen vervuiling eruit filteren? Mocht achteraf blijken dat er andere filtertechnieken worden toegepast, dan zijn de drinkwaterbedrijven die investeren in actieve kool, misschien de verkeerde investeringen aan het doen. Ik zou het toch raadzaam vinden om daaraan aandacht te besteden in het TWOL-programma. Misschien is dat onderzoek al gebeurd, dan zou het zinvol zijn dat wij daarvan als commissie in kennis worden gesteld.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Creyelman, ik ga niet akkoord dat er niets gebeurt. De actiefkoolfilters zijn overal aanwezig. Het meeste wordt eruit gehaald. Aan de ene kant is het positief nieuws, aan de andere kant is het voor het drinkwater misschien minder interessant dat hoe milieuvriendelijker de bestrijdingsmiddelen worden en hoe meer wateroplosbaar, hoe moeilijker het wordt om ze uit het oppervlaktewater te halen als het naar drinkwater wordt omgezet. Daar worstelt men mee. Daarom zoekt men ook continu naar nieuwe technieken, mijnheer Martens. Men zoekt de beste techniek om die fijnere stoffen eruit te halen. Men zit niet stil.
Ik ben ervan overtuigd dat het lopende onderzoek alle aspecten zal meenemen. Dat er niets gebeurt en dat men zomaar alles laat doorstromen in het drinkwater, is niet correct. De actiefkoolfilters doen hun werk. Er worden ook andere technieken toegepast. Dat neemt niet weg dat er nog altijd restfracties mee kunnen met het drinkwater.
De heer Frank Creyelman : Ik ben geen technicus, u allicht ook niet. Ik weet dat die koolfilters niet volstaan. Ik heb een citaat van een waterconsulent, Jessica Daniëls, van 2008. Ze zegt dat de zuiveringsprocessen die water nu ondergaat voor het drinkwater wordt, niet gemaakt zijn om er hormonen uit te filteren. De enige efficiënte manier om af te geraken van hormonen en medicijnen is de omgekeerde osmose. Hoe men dat precies doet, weet ik ook niet, maar ik neem aan dat die mensen weten waarover ze het hebben.
De voorzitter : Het incident is gesloten.