Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 23/02/2010
Vraag om uitleg van de heer Ivan Sabbe tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, en tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over het opbergen van hoogradioactief afval
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Schauvliege.
De heer Sabbe heeft het woord.
De heer Ivan Sabbe : Voorzitter, minister, dames en heren, een rapport van het publieksforum van de Koning Boudewijnstichting stelt dat burgers er vertrouwen in hebben dat kleilagen een goede bescherming bieden tegen radioactieve stralen. Er zijn heel wat opties voor de berging van hoogradioactief afval: diepe boorgaten in de zeebodem wat niet mijn voorkeur wegdraagt , berging in zoutlagen, berging in rotsen en berging in klei. Zweden en Finland hebben al een site gekozen voor de berging in ondergrondse, kristallijnen gesteentes. Frankrijk kiest voor de kleilaag. Duitsland kiest voor zoutlagen.
In Mol hebben we het ondergrondse labo, het High-Activity Disposal Experimental Site (HADES). Dat labo werd gebouwd door het Studiecentrum voor Kernenergie, samen met de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS). Men is daar al sedert de jaren tachtig bezig met onderzoek, en na jarenlang testwerk concludeerde men dat de Boomse kleilaag diep en dik genoeg is om hoogradioactief afval veilig op te bergen.
Kernenergie en alle afgeleiden zijn natuurlijk federale materie. Maar nu gaat het over de berging van hoogradioactief afval op of onder de Vlaamse bodem. Dan zijn er op het vlak van milieu toch zaken die de Vlaamse Regering aanbelangen.
Minister, wat is uw visie met betrekking tot de berging van hoogradioactief afval op of onder de Vlaamse bodem? Wat denkt u over de mogelijke schadelijke gevolgen van de berging van kernafval voor onze gezondheid en het leefmilieu? Ik insinueer geen enkel antwoord. Ik vraag gewoon naar uw visie. Ik heb daar mijn eigen visie over. U weet dat wij net als Barack Obama opteren voor kernenergie zolang er niet voldoende groene energie is. Ik wil geen negatieve weerklank in mijn vraag leggen. Toch ben ik zoals mijn collegas bekommerd om de volksgezondheid, daar komen mijn vragen uit voort.
We moeten ervoor zorgen dat de mens en het leefmilieu niet worden blootgesteld aan die straling, en dat er geen radioactieve stoffen in ons leefmilieu terechtkomen. Welke mogelijkheden ziet u voor de berging van hoogradioactief afval? Wat schuift u naar voren bij het overleg met de federale overheid? Ik heb u hier al eerder over ondervraagd en u verwees toen vaak naar dat overleg. Hebt u al iets besproken met de federale overheid? Welke alternatieven zult u naar voren schuiven?
Tegen eind dit jaar moet premier Leterme een beslissing nemen over de berging van het langlevend radioactief afval. Voor de berging van hoogradioactief afval in de diepe kleilagen onder Noord-Limburg, dat is de site die men voor ogen heeft, mogen we verwachten dat Vlaanderen ondanks die federale bevoegdheid zal worden geconsulteerd. We zullen wellicht meer dan een adviserende rol kunnen spelen. In het licht van de Vlaamse en federale coalities zal Vlaanderen zelfs een doorslaggevende rol kunnen spelen. Is er al overleg geweest met de federale overheid? Zo ja, wat is de stand van zaken? Wat zijn de mogelijkheden? Wat is, of zal, de rol van Vlaanderen hierbij zijn?
Er moet worden bepaald welke sites en/of gemeenten in aanmerking komen voor de berging van hoogradioactief afval. Moeten die locaties specifiek worden bestemd binnen de ruimtelijke uitvoeringsplannen? Dat is een vraag voor de minister van Ruimtelijke Ordening, maar ze sluit hierbij aan. Welke sites en/of gemeenten komen in aanmerking voor de
berging van hoogradioactief afval?
Er is een overleg met de hogere overheid. Het Vlaams Parlement telt veel burgemeesters en schepenen, onder meer van Ruimtelijke Ordening. Wordt er daaromtrent overleg gepleegd met de gemeenten? Kan de gemeente haar mening geven over de berging van radioactief afval, mits garanties van Mol? Ik heb dat nagevraagd. Mol voert deze studie naar de veiligheid van kleilagen al gedurende 30 jaar uit. De kleilagen zouden totaal niets doorlaten van de radioactieve straling. Men spreekt over 100.000 jaar. Ik weet dat radioactief afval langer radioactief blijft. Daardoor is ook de discussie ontstaan over het al dan niet permanente karakter van die opberging die dus niet-reversibel is. Ik denk dat we moeten pleiten voor een reversibele opberging. Dat betekent dat men na 100.000 jaar het afval weer kan opgraven en op een andere manier bergen. Het zal niet meer voor ons zijn, ook niet voor onze kleinkinderen, en met 2012 in het vooruitzicht is het misschien voor niemand meer.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Sabbe, ik heb daar geen visie over omdat ik er geen mag hebben. De berging van radioactief afval is een federale materie. De gewesten hebben op grond van de bijzondere wetten op de staatshervorming geen enkele bevoegdheid om via een vergunningsplicht de bescherming te organiseren tegen ioniserende stralingen, met inbegrip van het radioactief afval. Mogelijk zal het Vlaamse Gewest wel bevoegd zijn voor het afleveren van de vergunning voor enkele randactiviteiten. Dat is hier en nu absoluut niet aan de orde.
De federale overheid oefent haar bevoegdheid inzake de bescherming tegen de ioniserende stralingen uit via het koninklijk besluit van 20 juli 2001. De vergunningsprocedure die in dit koninklijk besluit is bepaald voor klasse 1-inrichtingen, omvat de inspraak van de bevolking via de organisatie van een openbaar onderzoek en de advisering door het college van burgemeester en schepenen en door de deputatie. De bezwaren die door de bevolking tijdens het openbaar onderzoek worden uitgebracht, en de adviezen van het college en de deputatie worden, ook wat de milieuaspecten betreft, geëvalueerd door een wetenschappelijke raad, waarvan het eindadvies bindend is indien dit negatief is. De finale beslissing over de vergunningsaanvraag wordt genomen bij koninklijk besluit en mede ondertekend door de minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren. Wat de milieuaspecten aangaat, is het duidelijk dat, op grond van de huidige bevoegdheidsverdelende wetten, de Vlaamse overheid in het dossier van de opslag van radioactief afval in de Boomse kleilagen geen normerende bevoegdheid heeft.
Uw vraag was ook gericht aan minister Muyters in verband met de aspecten van ruimtelijke ordening. Minister Muyters heeft mij een antwoord bezorgd. Locaties voor berging van hoogradioactief afval dienen te worden aangeduid in ruimtelijke uitvoeringsplannen voor zover de werken die deze berging vereisen vergunningsplichtig zijn en voor zover de bestaande juridische toestand deze werken niet toelaat op de vooropgestelde locaties.
De berging van hoogradioactief afval in de ondergrond heeft twee aspecten. Er zijn enerzijds de installaties die moeten worden gebouwd aan de oppervlakte, en er is anderzijds de ruimte nodig voor de opslag in de ondergrond. Zowel voor bovengrondse als voor ondergrondse constructies dient een stedenbouwkundige vergunning te worden aangevraagd. Immers, niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning een constructie optrekken of plaatsen. Een constructie wordt hierbij gedefinieerd als een gebouw, een bouwwerk, een vaste inrichting, een verharding, een publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds.
Voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning voor de berging van radioactief afval vormen de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen het toetskader. De stedenbouwkundige voorschriften van de bestemmingscategorie gebieden voor de vestiging van kerninstallaties, zoals aangeduid op het gewestplan Herentals-Mol, laten berging van hoogradioactief afval toe. Indien de bestaande juridische toestand het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning niet toelaat, kan het nodig zijn om een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken.
De keuze van locaties voor de berging van hoogradioactief afval, het zogenaamde categorie C-afval, wordt gemaakt door de federale minister van Binnenlandse Zaken. Voor vragen over de manier waarop deze locatiekeuzes tot stand komen en wat de betrokkenheid van de verschillende gemeentes hierin is, dient u zich te richten tot de bevoegde minister van Binnenlandse Zaken.
De voorzitter : De heer Sabbe heeft het woord.
De heer Ivan Sabbe : Minister, ik vind uw antwoord heel mooi, maar uiteindelijk zegt u dat we in een federaal land leven met bevoegdheden voor gewesten en gemeenschappen, maar hier praten we over iets dat misschien het meest fundamentele is in uw verantwoordelijkheidsgebied, namelijk hoogradioactief afval. Dat heeft meer ingrijpende consequenties dan wat ook binnen uw bevoegdheid. U legt zich samen met uw coalitiepartner N-VA neer bij het feit dat de federale regering kan beslissen over wat we in onze Vlaamse ondergrond steken. Ik heb het daar heel moeilijk mee. Daarom heb ik die vraag ook gesteld.
Als Vlaamse Regering en Vlaams Parlement kunnen we toch moeilijk aanvaarden dat een dergelijke ingrijpende beslissing u hoort me niet zeggen dat ik ertegen ben, het gaat om het principe enkel op het federale niveau wordt genomen. Wij moeten dan maar zeggen: waarvan akte. Mocht Milieu geen bevoegdheid zijn die is overgeheveld naar de gemeenschappen en gewesten, wat echter wel het geval is, dan zou ik aanvaarden dat het een volledige federale bevoegdheid is, dat er geen bevoegdheidsoverlapping is. Maar Milieu is een van de weinige bevoegdheden, samen met Onderwijs en Cultuur, die 100 percent Vlaams is. In veel bevoegdheden, zoals Economie en Werk jammer genoeg, wijst iedereen naar elkaar en er gebeurt niets. Voor Milieu zijn we autonoom bevoegd en we zeggen dat de federale regering zal beslissen, en wij zullen daar akte van nemen.
Ik apprecieer het antwoord van minister Muyters, die zegt dat het moet passen in het RUP. Dat is duidelijk. Bedankt voor die boodschap. Toch vind ik dat u zich als minister moet opwerpen, wat ook de wettelijke achtergrond is, en als Vlaanderen een rol spelen in de bepalingen over waar en hoe dit moet gebeuren. Ook de communicatie met de Vlamingen en het Vlaams Parlement moet u verzorgen. Dit is een heel ingrijpende materie. U kunt niet verwijzen naar het commentaar van de federale overheid en zeggen dat het ons probleem niet is.
Er is nog altijd een verschil tussen de zuivere toepassing en de interpretatie van de wet en de feitelijke situatie. Als parlementslid doe ik een beroep op u om u, op basis van een ernstige feitelijke situatie met zeer ernstige implicaties voor de volksgezondheid, te mengen in het debat. U moet minstens worden geraadpleegd; u moet mee aan tafel zitten om te beslissen over die bepalingen.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Mijnheer Sabbe, u spreekt ons aan als N-VA en zegt dat we mee verantwoordelijk zijn. U weet dat we voor een zo ver gaand mogelijke zelfstandigheid van Vlaanderen zijn, maar dat we altijd, net als de Volksunie voor ons, binnen de wettelijke kaders opereren. We houden ons aan het wettelijke systeem zoals het vandaag werkt. U predikt de revolutie. Ik wil daar een eind in meegaan, maar niet zover als u.
De heer Ivan Sabbe : Mijnheer Vandaele, u zou toch buiten de lijntjes kleuren.
De heer Pieter Huybrechts : Mijnheer Sabbe, mag ik dan vragen dat u de volgende keer met uw partij de voorstellen van het Vlaams Belang om over te gaan tot een boedelscheiding, mee verdedigt. Dan zullen deze vragen overbodig zijn.
De heer Ivan Sabbe : Met onze partij hebben we in de mate van het mogelijke dergelijke constructieve voorstellen en veel resoluties mee goedgekeurd. We hebben resoluties van de N-VA, toen die nog deel uitmaakte van de oppositie, aangepast, geactualiseerd en mee ingediend. U hebt die ook gesteund. Ik vind hier een dode letter. Ik heb zoveel gehoord in de aanloop naar de verkiezingen door Bart De Wever over buiten de lijntjes kleuren, tot ik het niet meer kon horen, en als u nu eens buiten de lijntjes kunt kleuren, zegt u: mijn naam is haas, zie commentaar hiernaast, leve de federale regering. Sorry, dit is niet ernstig.
De heer Pieter Huybrechts : Dat klopt, mijnheer Sabbe, daar moet ik u 100 percent in bijtreden. We hebben al meermaals gezien dat de N-VA haar standpunten laat bepalen afhankelijk van of het deel uitmaakt van de oppositie of van de meerderheid. Dat is zoals een windhaan.
De voorzitter : Het gaat hier niet over de zesde resolutie van het parlement over de regionalisering van bevoegdheden.
De heer Ivan Sabbe : Begrijp ik het goed, minister, dat u zegt dat u geen partij bent in dit debat en dat u het aan u laat voorbijgaan. Is dat uw antwoord?
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Sabbe, ik ben blij dat u terug bij de les bent. Een bijzondere wet bepaalt uitdrukkelijk dat dit een federale bevoegdheid is. Er is wel een consultatie en een openbaar onderzoek, waarin de deputatie en de betrokken gemeenten worden geconsulteerd. Dat is het moment waarop Vlaanderen eventueel samen met die gemeenten kan kijken wat de advisering is. Hier en nu kan ik niet buiten mijn bevoegdheid treden.
De heer Ivan Sabbe : Ik heb daar mijn visie over en die heb ik u duidelijk gemaakt. Dank u, minister.
De heer Bart Martens : Mijnheer Sabbe, het is hetzelfde met de hoogspanningslijnen. Dat is ook een federale bevoegdheid, maar het neemt niet weg dat de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of de stedenbouwkundige vergunningen nog altijd gewestelijke bevoegdheden zijn. Op het moment dat Elia in haar ontwikkelingsplan bepaalde keuzes maakt, is het aan het gewest om zijn deel van het werk te leveren. Ik ga ervan uit dat dit ook zal gebeuren met de berging van radioactief afval. Het staat u vrij om op het federale niveau wetsvoorstellen in te dienen tot regionalisering van de bevoegdheden over nucleaire activiteiten. Hier zijn sommige partijen die u daarin zullen steunen.
De heer Wilfried Vandaele : We gaan u daarin steunen.
De heer Ivan Sabbe : Mijnheer Vandaele, ter gelegenheid van de volgende resolutie zal ik naar u zwaaien.
De voorzitter : Het incident is gesloten.