Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 09/02/2010
Vraag om uitleg van de heer Bart Martens tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het recuperatiesysteem met betrekking tot dampen bij tankstations
De heer Bart Martens : Minister, collegas, automobilisten die aan de pomp tanken, kunnen worden blootgesteld aan vluchtige organische stoffen in de dampen die daarbij vrijkomen. Die stoffen zijn gevaarlijk voor de volksgezondheid. Ze kunnen aanleiding geven tot kanker en dies meer. Daarom is er ook een Europese richtlijn van toepassing omgezet in onze VLAREM II die een recuperatiesysteem verplicht om de vluchtige organische componenten te recupereren. VLAREM II bepaalt dat bij het tanken van benzine in motorvoertuigen een damprecuperatiesysteem verplicht is, waarbij ten minste 75 percent van de benzinedampen die tijdens het vullen van de autotank uit de autotank worden verdrongen, worden teruggevoerd.
Test-Aankoop heeft een onderzoek uitgevoerd bij een twintigtal stations in ons land, en heeft daar de concentratie van benzeen en vluchtige organische stoffen gemeten waaraan de automobilisten tijdens het tanken worden blootgesteld. In dat onderzoek werd bij bijna de helft van de automobilisten een te hoge blootstelling aan gevaarlijke stoffen vastgesteld bij het vullen van de brandstoftank. Helaas blijkt ook dat bij bijna de helft van de pompen met een recuperatiesysteem overtredingen worden vastgesteld. Aan een van de stations werden de automobilisten gedurende 1 minuut zelfs blootgesteld aan een concentratie van meer dan 1000 microgram per kubieke meter benzeen, terwijl deze stof als kankerverwekkend wordt beschouwd en de norm door Europa werd vastgesteld op 5 microgram per kubieke meter. Het gaat hier natuurlijk maar om een periodieke blootstelling, maar we moeten ons er ook rekenschap van geven dat er in die tankstations ook pompbedienden werken die permanent aan dergelijke hoge concentraties kunnen worden blootgesteld.
De redenen voor die hoge dampconcentraties in de buitenlucht bij stations waarvan de pompen voorzien zijn van recuperatiesystemen, zijn blijkbaar veelvoudig. Er is sprake van niet-operationele systemen die nog niet verbonden zijn met het brandstofreservoir, slecht afgestelde systemen, slecht onderhouden systemen, maar soms ook een slechte positionering van het mondstuk in de tank door de automobilist.
Minister, bent u op de hoogte van de studie van Test-Aankoop? Hoe interpreteert u de resultaten? Wie is bij ons belast met de controle op de naleving van de recuperatiesystemen bij tankstations? Hoeveel controles werden er de laatste jaren van overheidswege effectief uitgevoerd? Wat kan uit de controles worden afgeleid op het vlak van naleving van deze VLAREM-reglementering? Wordt het recuperatiesysteem voor brandstofdampen gecontroleerd op installatie, onderhoud en werking? Worden er ook metingen gedaan naar de aanwezigheid van vluchtige organische stoffen in de omgevingslucht bij tankstations? Komen uw bevindingen overeen met de bevindingen van Test-Aankoop, namelijk dat bijna de helft van de automobilisten aan te hoge concentraties wordt blootgesteld?
Plant u een uitbreiding van de verplichting van de damprecuperatiesystemen voor alle tankstations, ongeacht hun debiet? Is er een code van goede praktijk voor die recuperatiesystemen en hun installatie? Zo niet, plant u dat nog? Wat vindt u van het idee om naar analogie van Duitsland en Californië de installatie van een automatisch controlesysteem te verplichten dat bij panne een alarm activeert en de brandstofverdeling automatisch onderbreekt? Wat vindt u van het idee om een informatiebord in de stations te plaatsen om aan de automobilisten het belang en de werking van het systeem uit te leggen?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Martens, de resultaten van de studie van Test-Aankoop zijn me bekend. Vorig jaar werd inderdaad een nieuwe Europese richtlijn ingevoerd, die de verplichting van de damprecuperatie in benzinestations oplegt aan alle lidstaten. Vlaanderen heeft die maatregelen al in 2001 in VLAREM opgenomen. De VLAREM-regelgeving zal nu moeten worden afgestemd op de Europese richtlijn. Ik heb aan mijn administratie de opdracht gegeven om daar in de eerste helft van dit jaar werk van te maken.
In 1999 bleek uit een BBT-studie (beste beschikbare technieken) van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) dat bij het tanken van benzine meer dan 1 gram vluchtige organische stoffen (VOS) per liter getankte benzine uit de autotank wordt verdreven. Mede op basis daarvan werd beslist om een damprecuperatiesysteem op te leggen aan alle tankstations in Vlaanderen met een doorzet van meer dan 100 kubieke meter per jaar. De verplichting werd in 2001 in VLAREM ingevoerd, waardoor stapsgewijs alle tankstations met een doorzet van meer dan 100 kubieke meter per jaar tegen uiterlijk 2008 uitgerust moesten zijn met een damprecuperatiesysteem. Verder werd ook een verbod ingevoerd om nog benzine te verdelen onder woningen.
Damprecuperatiesystemen zorgen ervoor dat ongeveer 85 percent van de dampen wordt opgevangen. Het is dus onvermijdelijk dat klanten bij het tanken nog steeds worden blootgesteld aan verhoogde benzeenconcentraties, maar merkelijk minder dan in het verleden. Voor benzeen legt Europa een maximale jaargemiddelde concentratie op van 5 microgram per kubieke meter. Door gericht beleid is de gemiddelde concentratie van benzeen in de omgevingslucht in Vlaanderen in de laatste 15 jaar met 50 tot 70 percent gedaald. De Europese norm wordt nergens overschreden. Het is verder niet correct om een kortstondige piekmeting tijdens het tanken te vergelijken met een jaargemiddelde norm. De effecten van benzeen hebben immers eerder te maken hebben met chronische blootstelling in plaats van acute blootstelling.
Benzinestations zijn volgens VLAREM hinderlijke inrichtingen meestal zelfs van klasse 1 waardoor de afdeling Milieu-inspectie bevoegd is voor het toezicht. De afdeling Milieu-inspectie voert sinds jaren, in het kader van haar milieu-inspectieplannen, een inspectiecampagne bij benzinestations, waarbij de naleving van de VLAREM-voorwaarden wordt geëvalueerd. Tijdens de inspectiecampagne in 2009 werd, gezien de verplichte aanwezigheid van een damprecuperatiesysteem fase 2 vanaf ten laatste begin 2008, bijkomend nagegaan of de benzinestations ook daarmee in regel waren. Ruim 400 benzinestations werden aan een inspectie onderworpen. Bij de controles werd nagegaan of het recuperatiesysteem aanwezig was en of de nodige certificaten en attesten beschikbaar waren en voldeden.
Ongeveer 95 percent van de gecontroleerde benzinestations bleek effectief te beschikken over een fase 2-damprecuperatiesysteem. De uitbaters van stations waar nog geen systeem in gebruik was, werden geverbaliseerd en aangemaand om zich in regel te stellen. De meeste overtreders hebben ondertussen het systeem ook aangebracht. Enkele benzinestations hebben naar aanleiding van de vaststellingen hun activiteiten stopgezet.
Elk tankstation moet over een certificaat beschikken waaruit blijkt dat het damprecuperatiesysteem een rendement haalt van minstens 75 percent. In praktijk garanderen de certificaten een rendement van 85 percent. Het damprecuperatiesysteem is verder onderworpen aan een tweejaarlijks visueel onderzoek en een vijftienjaarlijks onderzoek waarbij wordt gemeten of het systeem voldoende lucht afzuigt.
Na installatie maar voor ingebruikname en bij elke wezenlijke verandering van het fase 2-damprecuperatiesysteem moeten de efficiëntie en de technische voorschriften die aan het damprecuperatiesysteem opgelegd zijn, worden gecontroleerd door een erkende milieudeskundige. Deze initiële controle moet tevens verifiëren of het systeem op goede wijze is geplaatst en moet worden geattesteerd in een conformiteitsattest.
Tijdens de inspectiecampagne van de afdeling Milieu-inspectie werden voor de controle op de efficiëntie van het damprecuperatiesysteem de certificaten en onderzoeksattesten van de benzinestations ingekeken. Alle benzinestations met het recuperatiesysteem konden een geldig conformiteitsattest voorleggen.
VLAREM bepaalt verder dat het fase 2-damprecuperatiesysteem gelijktijdig met de houders waarop dit systeem aangesloten is, periodiek moet worden onderworpen aan een onderzoek door een erkend milieudeskundige. Ook de attesten van deze periodieke onderzoeken werden beoordeeld door de toezichthouders. In de nieuwe Europese richtlijn werd een verplichte jaarlijkse meting van de efficiëntie opgenomen. Voor bestaande tankstations geldt volgens diezelfde richtlijn deze verplichte meting pas vanaf 2018. Omdat deze verplichting nog niet is opgenomen in VLAREM, zal het dus hieraan moeten worden aangepast.
In Vlaanderen worden in uitvoering van de richtlijn luchtkwaliteit de benzeenconcentraties in de omgevingslucht gemeten met behulp van vaste meetstations. Deze metingen tonen geen overschrijdingen aan van de Europese norm van 5 microgram per kubieke meter. Er worden momenteel geen dergelijke metingen gedaan in de onmiddellijke buurt van tankstations.
U vroeg of onze bevindingen overeenkomen met de bevindingen van Test-Aankoop. Ik heb eerder reeds aangegeven dat de kortstondige blootstelling tijdens het tanken niet mag worden vergeleken met de jaarlijkse grenswaarde. Ik ga ervan uit dat als de VLAREM-regelgeving aangepast is aan de nieuwe Europese richtlijn, de concentraties aan benzeen in de omgevingslucht van tankstations nog verder zullen dalen omdat door de jaarlijkse controle de goede werking van de damprecuperatieinstallatie gegarandeerd zal blijven. Ik zal mijn administratie vragen om, zodra de nieuwe regelgeving in de praktijk in werking is, een aantal controlemetingen uit te voeren.
Momenteel ligt de drempel in de Vlaamse milieuwetgeving op een doorzet van 100 kubieke meter, terwijl Europa voor nieuwe installaties een drempel van 500 kubieke meter hanteert en voor bestaande installaties een drempel van 3000 kubieke meter. Bovendien is de exploitatie van benzinepompen onder woningen bij ons totaal verboden, terwijl Europa zulke benzinepompen wel toelaat, en die bovendien pas vanaf 100 kubieke meter uitgerust moeten zijn met een damprecuperatiesysteem. De Vlaamse regelgeving is dus niet alleen veel vroeger van kracht dan de Europese, bovendien is ze veel strenger. In de eerste helft van 2010 zal de Vlaamse regelgeving volledig worden afgestemd op de nieuwe Europese regelgeving. Ter voorbereiding van deze VLAREM-wijziging zal met de betrokkenen worden overlegd.
De installatie moet gekeurd zijn alvorens ze in gebruik wordt genomen. Met andere woorden, als de installatie goed werkt, dan worden de klanten, zo goed als technisch mogelijk is, beschermd. Het is dus belangrijk dat de goede werking van het systeem wordt gegarandeerd door een regelmatige controle.
In de Europese richtlijn werd ervoor geopteerd om een automatische controle niet op te nemen, omdat uit studiewerk was gebleken dat de kosten zeer hoog zijn en de meerwaarde ten opzichte van een regelmatige controle niet is bewezen. De commissie hoopt tegen 2014 voldoende praktijkervaring op te kunnen doen om een finale uitspraak te doen.
Volgens de Europese richtlijn is het verplicht om de consument in te lichten over het al dan niet aanwezig zijn van een damprecuperatiesysteem in een tankstation. Maar het lijkt me inderdaad een goed idee om te onderzoeken of we de informatie voor de klanten met betrekking tot de werking van het systeem, zichtbaar moeten maken. Dat zal in het overleg met de betrokkenen worden meegenomen.
De heer Bart Martens : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik onthoud uw suggestie dat er, naast de metingen naar benzeenconcentraties in de omgevingslucht die vandaag al gebeuren in het vast meetnet van de Vlaamse Milieumaatschappij, er ook een aantal metingen van de omgevingslucht in tankstations zullen gebeuren. Het is inderdaad zo dat een automobilist maar periodiek aan een dergelijke piekbelasting wordt blootgesteld, maar er zijn natuurlijk ook mensen die continu werken in zulke tankstations. Het zou daarom nuttig zijn om de omgevingslucht in zon tankstation over de periode van een volledig jaar eens te meten.
Ik begrijp dat u zegt dat het automatisch controlesysteem voorlopig zeer duur is en dat de meerwaarde nog niet is aangetoond. Als er uit de meting van de omgevingslucht bij de tankstations zou blijken dat zich problemen zouden kunnen voordoen, dan moeten we dit serieus nemen en eens nagaan hoe dit systeem in Duitsland is ingevoerd.
Ik heb ook begrepen dat u in overleg met de betrokkenen zult nagaan hoe de automobilisten beter kunnen worden geïnformeerd over de werking en het nut van die systemen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
■