Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 04/02/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Mercedes Van Volcem tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de Vlaamse Woonlening van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)
Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de Vlaamse Woonlening
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Lieten.
De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Voorzitter, minister, mijn vraag gaat over de Vlaamse Woonlening die Vlaanderen via de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) aanbiedt, en vooral het enorme succes ervan.
Zowel de Vereniging van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen als de VMSW klagen aan dat het budget voor 2009 vrij snel was opgebruikt. Er moest een wachtlijst worden aangelegd, terwijl op de website van die verschillende verenigingen nog promotie werd gemaakt voor de Woonlening.
We waren onlangs te gast bij het Vlaams Woningfonds. Daar sprak men ook van moeilijkheden ter zake.
Minister, hebben uw diensten reeds, aan de hand van de trends van 2009, een schatting gemaakt wanneer in 2010 het krediet voor de Woonlening opgebruikt zal zijn? Wordt er bij toekomstige promotiecampagnes voor sociale leningen door uw diensten rekening gehouden met het nog beschikbare budget? Hoeveel aanvragen staan momenteel op de wachtlijsten?
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : We beschikken inderdaad over een overzicht van de cijfers. De Vlaamse Woonlening wordt exclusief toegekend door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en betreft een vorm van een bijzondere sociale lening die wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Ik zal aan de commissiesecretaris een overzicht van de aanwending van de Vlaamse Woonlening sinds 2005 bezorgen.
Men vraagt of ik een zicht heb op de budgetten die de afgelopen jaren werden gespendeerd aan leningen voor het bouwen van een eigen woning. Uit de tabel kunt u afleiden dat het volume aan bijzondere sociale leningen dat wordt aangewend voor de bouw van een eigen woning bijna verdrievoudigd is in de afgelopen 5 jaar. In 2009 werden met betrekking tot de particuliere nieuwbouw 43 bijzondere sociale leningen toegekend voor een totale waarde van 4.845.000 euro. Dit betekent ongeveer 3 percent van het totaal van de bijzondere sociale leningen die door de VMSW werden verstrekt.
Klopt het dat de Vlaamse Overheid de lening voor het bouwen van een eigen woning als minder prioritair beschouwt ten opzichte van de andere vormen van lening? In het decreet houdende de Vlaamse Wooncode wordt uitdrukkelijk het accent gelegd op de renovatie van het patrimonium en op sociale koopwoningen. Dit kan worden afgeleid uit artikel 22, punt 1, dat voorziet in de bouw van minstens 17.000 bijkomende sociale koopwoningen. De koper van een sociale koopwoning heeft immers automatisch recht op een bijzondere sociale lening. Daarnaast staat in artikel 54 dat minstens 30 percent van de leningen die het Vlaams Woningfonds verstrekt, moet worden aangewend voor de verwerving en/of de renovatie, en zo nodig de sloop en vervanging van ongeschikte woningen of ongeschikte gebouwen en aan de verbetering of aanpassing van woningen. De Vlaamse Regering heeft hieraan uitvoering gegeven in het besluit van 11 mei 1999 dat de voorwaarden regelt voor de toekenning van bijzondere sociale leningen aan particulieren door de VMSW.
Ook de VMSW zelf heeft de voorkeuren van de decreetgever vertaald in haar intern reglement voor de toekenning en opvolging van bijzondere sociale leningen. Zo worden de laagste rentevoeten toegekend aan leningen die worden aangewend voor de aankoop met renovatie van met sociale koopwoningen gelijkgestelde woningen en gelden de hoogste sociale rentevoeten voor de bouw van particuliere nieuwbouwwoningen. De programmatie per verrichting van de jaarlijkse budgetten gebeurt op voorstel van de raad van bestuur van de VMSW en wordt goedgekeurd door de Vlaamse minister van Wonen, waarbij de hierboven beschreven decretale prioriteiten als referentiepunt voor ogen worden gehouden.
Welke middelen wil ik uittrekken voor de VMSW, meer specifiek voor de Vlaamse Woonlening? De middelen die worden besteed aan de VMSW omvatten enerzijds subsidies voor het verstrekken van renteloze leningen aan SHMs voor de bouw van sociale huurwoningen, en anderzijds subsidies voor het verstrekken van bijzondere sociale leningen aan particulieren. In het kader van geplande sociale woonprojecten ontvangt de VMSW daarnaast ook subsidies voor de uitvoering van infrastructuurwerken, voor de verwerving van sommige gronden en panden en in sommige gevallen ook voor de bouw en de renovatie van sociale woonprojecten.
De middelen die in de Vlaamse begroting zijn ingeschreven, worden berekend op basis van een jaarlijks programma dat uitvoering geeft aan een vijfjaarlijks investeringsprogramma. De minimumbudgetten voor dit investeringsprogramma werden in artikel 22 van de Vlaamse Wooncode vastgelegd en worden vanzelfsprekend gehonoreerd. Conform de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse Regering dat de procedure regelt voor de planning, de vaststelling en de goedkeuring van het uitvoeringsprogramma, wordt in het ontwerp van uitvoeringsprogramma 2010 voorzien in de bouw van sociale koopwoningen voor een totaal bedrag van 150 miljoen euro. Daarbovenop belopen de gesubsidieerde investeringen in dit uitvoeringsprogramma bijna 530 miljoen euro. Daarvan wordt net geen 213 miljoen euro gereserveerd voor het toekennen van de Vlaamse Woonlening. Concreet betekent dit dat de Vlaamse Regering in deze besparingstijden een verhoging van de investeringen met betrekking tot de Vlaamse Woonlening plant met meer dan 24 percent ten opzichte van het jaar 2009, waarbij moet worden opgemerkt dat 2009 ook al een recordjaar was in het volume aan sociale leningen.
Er werd me gevraagd of ik begrip heb voor het standpunt dat het absurd is dat mensen niet over een hypotheek mogen beschikken voor hun bouwgrond. We kunnen er zeer zeker begrip voor opbrengen dat het op het eerste gezicht absurd lijkt dat er geen hypotheek mag liggen op de bouwgrond alvorens particulieren een beroep kunnen doen op de Vlaamse Woonlening voor de bouw van een nieuwbouwwoning. Dit heeft echter te maken met het goede huisvaderschap van de overheid en haar administratie met betrekking tot het voeren van een degelijk waarborgenbeheer.
Een van de belangrijkste waarborgen binnen een woonkredietproces, is precies de hypotheekstelling. Als een particulier zijn hypothecaire lening niet terugbetaalt, garandeert de hypotheekstelling de kredietgever een voorrang op de opbrengst bij een eventuele uitwinning. Wie eerste rang heeft, is dus bijna zeker dat het uitgeleende geld zal worden terugbetaald als de kredietnemer in gebreke blijft. Als een particulier voor de verwerving van de grond deze reeds in hypotheek heeft gegeven bij een andere partij, heeft deze andere partij automatisch het eerste recht op uitwinning bij de verkoop van de grond en alle eventueel nog op te richten gebouwen op die grond. Deze andere partij krijgt dus voorrang bij uitwinning, en daardoor is het veel minder zeker dat de VMSW alle openstaande kredieten die werden gebruikt voor de bouw van de woning kan recupereren indien dat nodig is. Daarom is erin voorzien dat een Vlaamse Woonlening in principe enkel kan worden verstrekt in het geval een hypotheek in eerste rang kan worden genomen. Op deze regel zijn wel uitzonderingen voorzien, bijvoorbeeld als het om een bijkomende lening gaat en de VMSW reeds de eerste rang bekleedt, maar u zult begrijpen dat de risicos voor de VMSW veel groter worden als dit ook bij particuliere nieuwbouw het geval zou zijn.
Zullen we de regel aanpassen? Als de VMSW de vereiste van een hypotheek in eerste rang bij de bouw van een particuliere nieuwbouw zou laten vallen, betekent dit een sterke stijging van de risicos voor de VMSW. Dit zou worden vertaald in een veel hogere sociale rentevoet. In het kader van een risicospreiding wordt daarbij niet uitgesloten dat dit kan leiden tot een hogere sociale rentevoet voor alle sociale leners, wat niet de bedoeling is. Dus als het Vlaamse Gewest dit risico volledig overneemt, kan dit niet anders dan leiden tot een nog veel hoger budget op de Vlaamse begroting voor de Vlaamse Woonlening.
Rekening houdend met de grote budgettaire inspanningen die reeds zijn geleverd het budget voor de Vlaamse Woonlening is dit jaar met 24 percent gestegen , en ermee rekening houdend dat we zo veel mogelijk woonbehoeftige mensen willen laten genieten van deze overheidsmaatregel, meent minister Van den Bossche dat een aanpassing van deze regel momenteel niet verzoenbaar is met de doelstellingen van het Vlaamse Woonbeleid die, zoals eerder reeds aangehaald, onder meer in de Vlaamse Wooncode gespecificeerd worden.
Hebben we aan de hand van de trends van 2009 ingeschat wanneer in 2010 het krediet opgebruikt zal zijn? Het proces van de Vlaamse Woonlening is zo georganiseerd dat iedere kandidaat-ontlener die aan de voorwaarden voldoet, zich kan inschrijven en onmiddellijk een kredietaanvraag kan doen als er nog budget voorhanden is. Dit betekent dat als in 2010 de 212 miljoen euro aan sociale leningen is opgebruikt, de kandidaat-ontlener die aan de voorwaarden voldoet, op een chronologisch inschrijvingsregister wordt geplaatst. Reglementair is bepaald dat deze particulieren op de wachtlijst tijd hebben tot uiterlijk 6 februari van het volgende jaar om een concrete aanvraag in te dienen. Er wordt verwacht dat het budget voor de belening van de aankoop van sociale koopwoningen zal volstaan voor het hele jaar.
Voor de andere verrichtingen verwacht de VMSW een kredietstop die, afhankelijk van de verrichting, vroeger of later in het jaar zal vallen. Op verschillende momenten in het jaar wordt ook een regionale herverdeling van de budgetten georganiseerd in functie van de noden. Ten slotte worden steeds opportuniteiten gezocht in budgetverschuivingen tussen verschillende verrichtingen, dit steeds teneinde de budgetten zo optimaal mogelijk in te zetten, conform de prioriteiten die worden gesteld in de Vlaamse Wooncode.
Zullen we bij toekomstige promotiecampagnes voor sociale leningen nog rekening houden met de beschikbare budgetten? De Vlaamse overheid heeft bij mijn weten nog geen promotiecampagne voor sociale leningen opgezet. Zowel het Vlaams Woningfonds als de VMSW organiseren wel regelmatig informatiecampagnes. De bedoeling van deze campagnes kan enkel zijn om zo veel mogelijk behoeftige burgers op de hoogte te brengen van de steunmaatregelen waar ze aanspraak op zouden kunnen maken. Het is tenslotte niet de bedoeling dat er informatiecampagnes worden gehouden op momenten dat de budgetten reeds opgebruikt zijn. Maar het spreekt voor zich dat de informatiecampagnes natuurlijk wel kunnen bijdragen tot het versneld opgebruiken van de budgetten in een lopend jaar.
Hoeveel aanvragen staan momenteel op wachtlijsten? De Vlaamse Woonlening wordt enkel verstrekt door de VMSW. De sociale huisvestingsmaatschappijen fungeren daarbij als frontoffice voor de particulieren. Op 31 december van vorig jaar waren er 216 inschrijvingen op een wachtlijst. Niet al deze inschrijvingen zullen leiden tot aanvragen, vermits sommige kandidaat-ontleners reeds andere financiële oplossingen gezocht zullen hebben.
Verder kan ik u nog de volgende details meegeven met betrekking tot de Vlaamse Woonlening in de eerste twee weken van dit jaar. Er werden 128 concrete informatievragen voor de Vlaamse Woonlening geregistreerd voor een totaal bedrag van circa 17 miljoen euro, daarvan is ruim 800.000 euro voor aanvragen voor particuliere nieuwbouw. Ten slotte werden er al 34 kredieten vastgelegd voor een totaal bedrag van ongeveer 4.150.000 euro, waarvan ook één dossier voor particuliere nieuwbouw.
De voorzitter : Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Minister, mijn excuses dat ik een beetje te laat was. Uw antwoord bevatte ook een antwoord op mijn vragen, ik zal ze dus niet herhalen.
Wat ik toch wel absurd vind, is dat men om een sociale woonlening te kunnen bekomen, eigenaar van de grond moet zijn. Ofwel schaft u dat artikel af en schrapt u het, omdat het niet past in een woonbeleid waarbij we vooral leningen willen geven aan mensen die woonbehoeftig zijn. Ofwel pleegt u overleg met uw collega in de federale regering en vraagt u dat er een aanpassing komt van de rangregeling, zo niet heeft de bepaling totaal geen nut. U moet stappen zetten om een gelijke inschrijving te bekomen in eerste rang, zodat de VMSW ook in eerste rang kan worden ingeschreven, net als de banken. Als u dat niet doet, kunt u niet tot een oplossing komen, want ik zie niet in dat iemand die een stuk bouwgrond bezit, behoeftig kan zijn.
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Minister, bedankt voor het uitgebreide antwoord. Ik zie de cijfers tegemoet om ze te kunnen analyseren.
Ik noteer dat we het slachtoffer waren van ons eigen groot succes, maar dat de Vlaamse Regering de inspanningen onverminderd voortzet en zelfs nog opdrijft in 2010. Ik vind dat een heel goeie zaak.
Ik had allusie gemaakt op een promotiecampagne, dat was inderdaad een soort infocampagne. De timing ervan was misschien niet helemaal juist, maar ik meen te mogen begrijpen uit uw antwoord dat we daar in de toekomst beter op zullen letten.
De voorzitter : Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw Griet Coppé : Voorzitter, minister, ik zou hier enkel nog aan willen toevoegen dat CD&V er voorstander van is dat er een goede campagne wordt gevoerd over de Vlaamse Woonlening. Ze wordt eigenlijk reeds aangekondigd in het boekje Woonwoord, want daarin staat dat ze vanaf half februari zal starten, onder meer via tv-spots.
Ik zou als suggestie willen meegeven dat ik denk dat de nadruk moet liggen op mensen die er nu geen kennis van hebben.
Er zijn nog te veel mensen die niet weten dat men een beroep kan doen op een sociale lening, zowel voor aankoop en renovatie van een woning als voor een sociale koopwoning. Het kan niet zijn dat, wanneer er geen budgetten genoeg zijn, de aandacht ligt op de totale bevolking. Dit geef ik als suggestie.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Mevrouw Van Volcem, er zit een logica in. Als er voor de grond al is geleend en er een hypothecaire inschrijving op is, wordt de waarborg voor de VMSW duidelijk verminderd. Men kan niet post factum zeggen dat als de particulier al heeft geleend bij de bank om een grond te kopen, de rangorde van de bank op die hypotheek zou verminderen. Dat zullen de banken niet aanvaarden.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Minister, ik ga daar niet mee akkoord. Iemand die geen recht heeft op een sociale woonlening, moet ook eerst zijn grond kopen, en dat grotendeels met een lening. Misschien kan hij een stukje van die grond zelf betalen. Wie kan nu nog een bouwgrond betalen? Dan moet men ook nog een aparte lening aangaan voor het bouwen van de woning. Je zit dan met dezelfde kredietverstrekker. U zegt dat u later komt. Daarom pleit ik ervoor dat u bij de federale regering tussenkomt om in gelijke rang te worden ingeschreven. Niets belet dat toch?
Minister Ingrid Lieten : Dat men voor de financiering van de aankoop van de grond en van de woning een beroep doet op dezelfde kredietverstrekker, daar heeft niemand iets op tegen.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Gelet op het statuut van sociale lening zou u toch kunnen vragen dat er in dezelfde rang wordt ingeschreven. Het is niet uw bevoegdheid, maar dat kan op het federale vlak worden geregeld. In het kader van het Woonbeleid vind ik dat u daarin moet tussenkomen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.