Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 26/01/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Els Robeyns tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de openstelling van een kabinetsgebouw voor daklozenopvang
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de leegstand van Vlaamse overheidsgebouwen
Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de opvang van daklozen in de Kreupelenstraat
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Voorzitter, minister, mijn vraag sluit aan bij de oproep die de heer Keulen tijdens de eindejaarsperiode lanceerde aan u en de Vlaamse Regering om zijn voormalig kabinetsgebouw ter beschikking te stellen van de daklozen. Omdat de huidige regering één minister minder telt dan de vorige, stond het gebouw al een halfjaar leeg.
Minister, net als een aantal van uw collegas, stond u meteen open voor deze oproep. U zou de diverse mogelijkheden onderzoeken en nagaan of het ex-kabinetsgebouw geschikt was voor de opvang van daklozen. U zou het Agentschap voor Facilitair Management (AFM) laten nagaan of en hoe het gebouw kon worden aangepast.
Vlak na het kerstreces diende ik mijn vraag om uitleg in. Ondertussen zijn we enkele weken verder. Er werden om diverse redenen geen vragen om uitleg geagendeerd. Als ik de pers mag geloven, is er een en ander gebeurd. We vernamen via de media dat er intussen een aantal gezinnen hun intrek konden nemen in het bewuste gebouw. Mijn vraag is waarschijnlijk grotendeels achterhaald, maar ik vind de problematiek belangrijk en ik zou willen dat elke minister hier binnen zijn bevoegdheid structureel aandacht voor heeft. Ik zal mijn oorspronkelijke vragen een beetje samenvoegen.
Minister, wat waren de bevindingen van uzelf en het Facilitair Management met betrekking tot het geschikt maken van het betreffende gebouw? Welke aanpassingen zijn er eventueel gebeurd? Waren er aanpassingen nodig op het gebied van brandveiligheid en hygiëne?
Is het gebouw intussen in gebruik genomen? Zo ja, hoeveel plaatsen zijn er? Zijn die allemaal bezet?
Worden naast Caritas Vlaanderen en caw Brussel nog andere organisaties die actief zijn in de opvang van daklozen betrokken bij dit initiatief?
Zijn er nog andere leegstaande gebouwen in eigendom van de Vlaamse overheid die kunnen worden ingericht als opvanginitiatief voor daklozen? Zo ja, welke en hoeveel opvangplaatsen kunnen er desgevallend gerealiseerd worden?
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Ik ben blij dat er zon brede belangstelling voor bestaat. Mevrouw Robeyns heeft de zaak helder geschetst. Als men daklozen op straat ziet overnachten terwijl het stenen uit de grond vriest en vlakbij een gebouw leeg staat, beseft men dat er iets moet gebeuren. Dat staat los van politieke overtuiging. Er kan echt iets gebeuren zonder dat iemand iets moet afgeven of inleveren of betalen. Men kan gewoon de nood en de opvang samenbrengen om mensen te helpen. Een kabinetsgebouw is natuurlijk geen woonhuis. De grootste vijand van het goede is het beste. De keuze tussen overnachten in de open lucht of in een kabinetsgebouw is snel gemaakt.
Ik was ook heel blij dat minister Bourgeois als verantwoordelijke voor het patrimonium en minister Vandeurzen als verantwoordelijke voor welzijn daar meteen heel open op gereageerd hebben en stappen hebben gezet om dat idee in de praktijk om te zetten. Daar ben ik hen dankbaar voor.
Ik heb vragen bij ons patrimoniumbeleid. Ik heb zes jaar in de Vlaamse Regering gezeten. Ik heb er nooit bij stilgestaan, maar net als elke overheid bezitten wij ongetwijfeld heel wat gebouwen en gronden. Die hebben over het algemeen een bestemming, ze worden economisch en maatschappelijk nuttig aangewend. De diensten werken daar. Maar er zullen ook wel gebouwen leeg staan, gronden vrij liggen. Hoe gaan we daarmee om? Er is ook wel maatschappelijke nood, zoals de opvang van daklozen. Of zijn we gebouwen aan het huren terwijl er vlakbij leegstaande infrastructuur beschikbaar is? Op welke wijze, minister, wordt aan een actief patrimoniumbeleid gedaan? Hoe wordt ons vastgoed economisch en maatschappelijk verantwoord aangewend? Wordt dat gemonitord? Is men daar concreet mee bezig?
Hoe staat het nu met het inhuizen van daklozen en andere behoeftige mensen in het leegstaande kabinetsgebouw in de Kreupelenstraat 2? Hoe zit het met het Vlaamse patrimoniumbeleid? Hoe krijgt dat vorm? Hoeveel gebouwen van de Vlaamse overheid staan momenteel leeg? Hoe lang staan ze leeg? Waar bevinden deze gebouwen zich? Misschien kunt u die vragen schriftelijk beantwoorden, want dat is heel veel. Maar kunt u toch al wat cijfers geven? Wat was hun functie? Welke herbestemming is er mogelijk? Hoe wordt dat gekaderd naar die herbestemming? Wordt er een permanent overleg tussen de diensten van het Facilitair Management georganiseerd? Welk kapitaal vertegenwoordigen deze gebouwen? Hoe krijgt dat actief patrimoniumbeleid vorm? Dat is belangrijk, want op dit ogenblik gaat het ons budgettair minder voor de wind, terwijl deze gebouwen en gronden ook als ze geen concrete bestemming hebben een vermogen vertegenwoordigen. Misschien kunnen daar ook middelen worden gevonden om de begroting te versterken.
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Voorzitter, minister, dames en heren, mijn vragen zijn voor zover niet achterhaald gelijklopend met die van mevrouw Robeyns. Ik ga ze niet herhalen, ik wacht met spanning het antwoord van de minister af.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Ik zal eerst de vragen van mevrouw Robeyns beantwoorden omdat die alle aspecten omvatten, om dan nog eens dieper in te gaan op de vragen van de heer Keulen.
Er zijn met de nieuwe regeringsvorming inderdaad twee gebouwen vrij gekomen. Een ervan staat in de Boudewijnlaan, en werd volledig ingenomen door de administratie. U weet dat Bestuurszaken, Buitenland en de Bouwmeester daar nu ook zitten. Mijn voormalig kabinet was daar, dat is voorbehouden voor administratie. Het kabinet in de Kreupelenstraat zal in het kader van het actieve patrimoniumbeheer worden verhuurd. Dat is geen gebouw om te verkopen, mijnheer Keulen. Het heeft een strategische ligging op het Martelaarsplein, daar is het hart van de Vlaamse Regering gevestigd. Het is niet omdat we het nu niet nodig hebben, dat we het in de toekomst ook niet nodig zullen hebben.
Tijdens de kerstvakantie waren er contacten nadat de heer Keulen zijn voorstel lanceerde. We hebben het al uitvoerig gehad over de opvangproblematiek. Dat is het gevolg van een federale maatregel waardoor schrijnende toestanden ontstonden. We hebben allemaal de beelden gezien van gezinnen met kinderen die in barre weersomstandigheden buiten moesten overnachten. Dat was onmenselijk.
Mijnheer Keulen, dat gebouw is inderdaad niet het meest ideale, daar is iedereen het over eens, maar het is altijd beter te slapen in zon gebouw dat verlicht en verwarmd is dan op straat. Alles is beter dan op straat te slapen in zulke omstandigheden. Daar moeten we niet lang over nadenken. Dat betekent niet dat er geen praktische problemen zijn.
We hebben in de kerstvakantie onmiddellijk contacten gelegd. Op 6 januari volgde een overleg dat is daarna door de caws omgedoopt tot het Driekoningenoverleg. We hebben een rondgang gemaakt met de caw's, met mijn agentschap, mijn kabinet en iemand van het kabinet-Vandeurzen. Ik heb de opdracht gegeven om daar snel werk van te maken op de meest eenvoudige manier, met de minste kosten en zonder zware investeringen. Zo heb ik voorgesteld om aankopen te doen in kringloopwinkels. De eindbestemming van het gebouw blijft immers kantoorgebouw. Men moet daar geen luxueuze zaken realiseren.
Het parket is bedekt met linoleum, dat is tijdelijk, we verkiezen dat boven verregaande structurele ingrepen. Er waren dus technische aanpassingen. Het Agentschap voor Facilitair Management heeft dat heel behoorlijk en snel gedaan, namelijk in de week van 11 januari. Alle ingrepen samen waren zeer beperkt in kostprijs. Er zijn aanpassingen gedaan met betrekking tot veiligheid, bekabeling, verbinding met de brandcentrale, camerabewaking, controlebadgelezer, buitendienststellen van de liften op uitdrukkelijke vraag van de caws, plaatsen van stopcontacten voor bijvoorbeeld een wasmachine, afdekken van het parket, de slotenmaker en aankoop van een wasmachine. Dat alles samen met de logistieke taken voor de prijs van 8700 euro.
Extra douches zou een bijkomende kostprijs geven, inclusief btw, van 9328 euro, maar daar werd niet toe beslist. Dat zal alleen gebeuren indien de caws hieromtrent een gemotiveerde vraag zouden indienen. Ik heb toen gezegd dat ze moeten zorgen voor beurtregelingen en voor goede begeleiding zodat het beperkte aantal douches er zijn er maar twee voor heel veel mensen , toch efficiënt kunnen worden gebruikt.
Logistiek is er de verhuis geweest van meubelen, werden er kantoren vrijgemaakt en is er natuurlijk een grote schoonmaak gebeurd om de gebouwen, de kantoren, bewoonbaar te maken. Ook is er een verhuis gebeurd van bedden en matrassen van het leger. Ik heb aan Defensie bedden gevraagd en die werden ter beschikking gesteld, maar u kent het antwoord van Defensie dat de FOD zelf niet instaat voor het transport in deze aangelegenheden. Schoonmaak, transport en verhuis heeft het agentschap met eigen middelen gedaan. Ik heb ook aan het agentschap gevraagd om de grote schoonmaak om de veertien dagen ook zelf te doen. Die mensen nemen dat op in hun dagtaak, ze leveren allemaal een extra inspanning, maar er is met de begeleiding van de caws afgesproken dat de mensen die daar wonen, zelf instaan voor het gewone onderhoud, voor de hygiëne in het gebouw, voor het dagelijkse onderhoud, en dat gebeurt ook.
Op woensdag 13 januari hebben de eerste daklozen, grote gezinnen want dat is de doelgroep, en die werd onder meer ingegeven door de configuratie van het gebouw er onderdak gevonden. Het zijn allemaal gezinnen met jonge kinderen. In totaal is er plaats voor maximaal een dertigtal dakloze vluchtelingen. Op dit ogenblik zijn er vijf grotere gezinnen gehuisvest, uit onder andere Somalië, Djibouti, Irak en Afghanistan. Op dit ogenblik zijn er 25 personen. Er is nog een beetje plaats om eventueel nog een paar kinderen extra op te vangen, maar dit zal pas gebeuren als er in de plaats van de huidige gezinnen grotere gezinnen zouden komen, met meer kinderen dus. Het is immers niet de bedoeling dat de gezinnen er permanent verblijven.
Hun kinderen worden inzake schoollopen begeleid. Het betreft allemaal mensen die een formele asielprocedure doorlopen of formeel in België mogen verblijven omwille van bijvoorbeeld een beroepsprocedure. Er is geen sprake van dat er illegalen zouden verblijven. Er wordt ook streng toezicht gehouden op wat er in het gebouw gebeurt en er zijn afspraken gemaakt. Alle gezinnen waren effectief dakloos voor ze in het gebouw werden opgevangen. Er is in begeleiding voorzien, maar ik kom daar later op terug.
Kort samengevat: alles verloopt vlot en de mensen zijn heel tevreden. Ze staan wel op respect voor hun privacy. Vandaag nog vroeg een tv-station om daar te mogen filmen, en die mensen hebben gezegd dat ze dat liever niet hebben. Wij moeten ze respecteren in hun waardigheid, en hun wens op dat vlak is primordiaal.
Het is en blijft een kantoorgebouw dat niet optimaal is voor bewoning. In de praktijk lukt het wel dankzij pragmatische afspraken tussen de begeleiders en de bewoners, onder meer over het gebruik van het sanitair, maar ook dankzij de intensieve begeleiding en de selectie van de gezinnen. Er zijn voldoende toiletten, twee kitchenettes, een keuken en twee douches. Alle voorzieningen zijn dus aanwezig om een beperkt aantal mensen te huisvesten.
De nog aanwezige zitplaatsen van het kabinet komen goed van pas om de gezinnen ook een leefruimte aan te bieden, naast de slaapruimtes. Voor dit soort bewoning wordt teruggevallen op bepalingen voor bewoning die minder streng zijn dan die voor kantoren. Door het toepassen van een rotatiesysteem voor de douches wordt de hygiëne gewaarborgd. Het agentschap staat in voor een veertiendaagse schoonmaak van de gemeenschappelijke ruimtes. De mensen zelf staan onder begeleiding in voor de schoonmaak in hun privévertrekken. Ook hier is de hygiëne gewaarborgd en wordt erop toegezien door de begeleiding.
Het gebouw is volledig uitgerust met een branddetectiesysteem en een sprinklerinstallatie. Er is een vluchtweg via de garage. Die is uitgerust met een bijkomende bewakingscamera en een beveiligingsysteem, zodat die vluchtweg enkel in geval van nood kan worden gebruikt. Wat betreft hygiëne, brandveiligheid en andere voorzieningen rijzen er geen problemen, maar het gaat natuurlijk wel slechts om basisvoorzieningen; luxe is er niet.
De beperkingen inzake opvangplaatsen hebben vooral te maken met de praktische voorzieningen, en dan vooral met de kookgelegenheden en de douches. Dankzij rotatiesystemen die met de bewoners zijn afgesproken, kunnen de twee douches en de beperkte kookgelegenheid optimaal worden gebruikt. Het Rode Kruis stelt enkel veldbedden ter beschikking. Daarom heeft Defensie op mijn vraag dertig bedden ter beschikking gesteld en er kunnen dus maximaal dertig personen worden opgevangen. Het agentschap heeft de bedden opgehaald en geïnstalleerd. Vijf gezinnen is praktisch het maximum om nog een goede invulling te hebben. Meer gezinnen is onmogelijk wegens de beperkte kookgelegenheden en sanitaire voorzieningen. Er worden in principe enkel grotere gezinnen opgevangen, met verschillende kinderen.
Welke diensten staan in voor het openhouden en onderhouden van deze locatie? Het gaat in de eerste plaats om de twee Brusselse caws: Archipel en Mozaïek. Ik heb met hen contact opgenomen, alsook met Caritas. Ik vond die keuze zinvol omdat zij de Brusselse problematiek goed kennen, door Welzijn worden gesubsidieerd en onder de Vlaamse regelgeving vallen. Ze waren erg bereidwillig en hebben in de vakantie de handen uit de mouwen gestoken om een goed resultaat neer te zetten.
De caws staan in voor de aanwezigheid in het gebouw van 8.30 uur s ochtends tot 19.00 uur s avonds. s Nachts is er enkel videobewaking, maar dat vormt geen probleem aangezien het om gezinnen gaat. Tot nu toe zijn er geen problemen gemeld. Voorts helpen de caws zoeken naar scholen voor de kinderen, ondersteunen ze de ouders bij het papierwerk en zoeken ze mee naar een permanentere huisvesting. De caws stemmen af met Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Fedasil over het doorsturen van kandidaten en de selectie ervan. Zij zorgen ook voor allerlei praktische elementen zoals kleren, huisraad enzovoort.
Een kleine anekdote: de caws hebben het gebouw herdoopt tot Driekoningenstraat omdat de startvergadering plaatsvond op 6 januari 2010. Dat is hun keuze, maar die naam staat wel voor de solidariteit die er is tot stand gekomen. Het agentschap of een andere administratie is niet de exploitant, ook omdat ze onvoldoende expertise en praktische voorzieningen in huis hebben voor de exploitatie en de begeleiding van daklozen. Het AFM stond enkel in voor de beperkte aanpassingen van het gebouw en neemt er nu ook de veertiendaagse schoonmaak bij. Vluchtelingenwerk Vlaanderen is het contactpunt tussen de caws en Fedasil. Zij zijn het intermediaire niveau voor het aanbrengen van gezinnen.
Ik wil hier ook even melding maken van de solidariteit die dit initiatief bij diverse partners heeft teweeggebracht. De FOD Defensie verleende zijn medewerking door het ter beschikking stellen van de bedden en matrassen. De ICT-partner van de Vlaamse overheid, EDS-Telindus, stelde gratis computers ter beschikking voor de begeleiders. Een beperkte oproep voor het meebrengen van kledij, bedlinnen, handdoeken en speelgoed bij de ambtenaren van het Boudewijngebouw zorgde voor een overweldigende ophaling van maar liefst drie grote postkarren met mooi, netjes gereinigd materiaal. Het ging om twee karren bedlinnen, wasgerief en zelfs een beetje kleren, en een kar vol speelgoed.
Het Agentschap Overheidspersoneel wil bovendien vrijwilligers leveren om de begeleiders bij te staan met spelen, koken, enzovoorts. Ik ben hen daar erg dankbaar voor. De caws bekijken dit aanbod en maken hierover afspraken zodra volledig duidelijk is wat de precieze behoeften zijn van zowel de caws als van de bewoners als ze de opstartfase voorbij zijn. U begrijpt dat dit project veel meer inhoudt dan enkel een gebouw ter beschikking stellen. Dit initiatief heeft flink wat solidariteit teweeggebracht. Vooral de solidariteit vanuit de administratie doet mij, de mensen van de caws maar zeker ook de tijdelijke bewoners veel plezier. De vraag van de heer Keulen heeft dus tot veel goeds geleid.
Ik weet uiteraard niet of er nog andere leegstaande gebouwen van de Vlaamse overheid zijn die men kan inrichten als opvanginitiatief voor daklozen. Deze vraag zou moeten worden omgezet in een schriftelijke vraag. Wel is het zo dat het AFM in het kader van het beter bestuurlijk beleid het grootste gedeelte van de gebouwen in Brussel beheert of in eigendom heeft. In Brussel is er van leegstand geen sprake. Er was wel de Kreupelenstraat, en er is een gedeeltelijke leegstand in het Ellipsgebouw. De vorige regering heeft een beslissing genomen om daar extra ruimte te huren, want binnenkort zal daar de administratie belast met de inning van de verkeersbelasting worden gehuisvest. Die ruimtes kunnen nu niet worden aangewend voor de opvang van daklozen, want die worden op zeer korte termijn kantoren.
Momenteel staat er slechts één omvangrijk gebouw uit de vastgoedportefeuille van AFM leeg dat als opvang voor daklozen in aanmerking kan komen. Het is het voormalige gebouw van de VDAB in Sint-Niklaas. Het VDAB-gebouw is ook een kantoorgebouw, maar het is, gegeven de ligging, niet geschikt voor de opvang van daklozen uit Brussel. Dit blijkt uit het initiatief van de FOD Defensie die kazernes buiten Brussel ter beschikking stelt en waar geen bewoners voor worden gevonden. Volgens mijn informatie staan er in Brussel nog veel kantoorgebouwen leeg die door het federale niveau worden beheerd en die nog veel groter zijn dan het voormalige kabinetsgebouw. Op dat vlak worden geen inspanningen gedaan, hoewel iedereen ervan overtuigd is dat de opvang in hotels geen goede zaak is, want dat bevordert de begeleiding van die mensen niet. Sint-Niklaas is dus geen goede optie, het Martelaarsplein is dat wel gebleken.
De heer Keulen stelde een algemenere vraag over het patrimoniumbeleid. Ik ben van oordeel dat er te veel een ad-hocbeleid is gevoerd. In mijn beleidsnota Bestuurszaken staat dat ook zo. We moeten een actief patrimoniumbeleid voeren. Veel patrimonium zit bij Wegen en Verkeer. Daar zitten nogal wat restgronden die dan gewoon worden verkocht.
Ik heb Toerisme Vlaanderen opgedragen om een actief patrimoniumbeleid te voeren. Ik vraag om alle patrimonium in kaart te brengen en alles wat niet onmiddellijk bruikbaar is, te koop te stellen en met de opbrengst te investeren in ons toerisme. Die oefening kan ook op andere vlakken gebeuren.
Er is gevraagd wat de huurprijs voor de Kreupelenstraat zou kunnen zijn. Mijn diensten ramen die op ongeveer 150 euro per vierkante meter. Er moeten evenwel nog aanpassingen gebeuren vooraleer dat gebouw verhuurklaar is. Het is een wat bijzonder gebouw, niet vergelijkbaar met moderne, ruime kantoorgebouwen. In elk geval is de marktbevraging nog niet gebeurd. Als het gebouw verhuurklaar is, zullen we een aanbesteding doen.
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Minister, ik dank u voor het zeer uitgebreide antwoord. Het verheugt me dat met relatief kleine inspanningen op korte termijn tamelijk veel is gerealiseerd. Met een klein budget zijn een dertigtal personen uit vijf grote gezinnen van de straat gehaald. Een kabinetsgebouw is natuurlijk niet ideaal als opvangplaats, maar dat is toch beter dan mensen op straat te laten.
En het doet me nog meer plezier te horen dat een golf van solidariteit de verschillende administraties beroerde en iedereen een steentje heeft bijgedragen. Ik feliciteer u en de mensen van de administratie voor de snelle aanpak. En ik hoop dat in de toekomst een structurele aanpak van deze problematiek mogelijk is.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, ik dank u zeer dat u het idee vlot opneemt en dat dan ook in de praktijk omzet. Een idee formuleren vereist eigenlijk maar een beperkte inspanning, maar de praktijk een veel grotere. Ik waardeer de inspanning zeer, zowel die van u als van minister Vandeurzen. Wat betreft het remediëren aan de schrijnende, onmenselijke toestand was er de reactie van mevrouw Robeyns. Wij allen hebben al meermaals in die zin initiatieven genomen. Het is een elementaire, menselijke reactie op de toestand die we vandaag in de straten waarnemen.
Het actief patrimoniumbeleid is een belangrijke uitdaging voor de regering. Ik heb het nu meer dan enkel maar over de opvang van mensen in nood. We mogen dat aspect nooit uit het oog verliezen, maar meer in het algemeen moeten we de vraag stellen: hoe gaan we op een doelmatige, maatschappelijk en economisch verantwoorde manier met het patrimonium om? Zowel in Brussel als in heel Vlaanderen ligt er op dat vlak nog heel wat kapitaal niet enkel bij het departement, maar zeker ook bij de agentschappen. Ik denk bijvoorbeeld aan de nv De Scheepvaart, maar ook aan Waterwegen en Zeekanaal NV en dergelijke. Zij beschikken over een groot patrimonium waarmee ze goed omspringen. Ze hebben al een rijke traditie opgebouwd, maar toch blijven er soms zaken onbenut. En dan kan men zich afvragen waarom er niet zou worden verhuurd, verpacht of zelfs verkocht. Alles is beter dan leegstand. Het moet wel op een economisch en maatschappelijk verantwoorde manier gebeuren. Nog beter is het als je het economische en het maatschappelijke aan elkaar kunt koppelen. Zeker op een moment dat het budgettair moeilijk is, zitten daar als ik het beeld mag gebruiken nog schatten op zolder, in dit geval misschien wel over heel Vlaanderen verspreid.
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Minister, ik wil u en de regering danken voor het engagement. De eerlijkheid gebiedt me ook om de heer Keulen, die terecht aandacht heeft gevraagd voor de problematiek, te danken. Het lijkt me ook opportuun om te wijzen op het gebrek aan verantwoordelijkheidszin van de federale overheid die in gebreke blijft. Dat mogen we ook benadrukken.
De voorzitter : De heer Kennes heeft het woord.
De heer Ward Kennes : Minister, is er een termijn voor de huisvesting in het gebouw aan de Kreupelenstraat? Of hangt het af van de omstandigheden en dus zolang de nood zich voordoet? Is het gekoppeld aan klimatologische omstandigheden? Is er een einddatum afgesproken? U bent van plan om het gebouw te verhuren; dan is het belangrijk om te weten wat er verder is afgesproken.
Minister Geert Bourgeois : Er is een termijn waarna het gebouw moet worden vrijgegeven. Het gaat om een contract van zes maanden; dat start op 15 januari en eindigt op 15 juli.
Het is geen permanente huisvesting. De bedoeling is dat het een doorloophuis is. Ik hoop dat een aantal van de gezinnen die er nu zijn, andere definitieve huisvesting zullen vinden. Er is ook een afspraak dat er op het einde van de huurperiode geen grote nieuwe gezinnen aankomen omdat er dan grote logistieke problemen zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
■