Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 04/02/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Vera Jans tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over stageplaatsen voor de opleiding (kinder)psychiatrie
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Vera Jans : Minister, in Vlaanderen zijn er een twintigtal centra voor geestelijke gezondheidszorg (cggs), met 98 vestigingplaatsen waar mensen met allerlei problemen op een laagdrempelige manier terechtkunnen en waar in goede multidisciplinaire opvang wordt voorzien.
Zoals zoveel zorg- en welzijnsvoorzieningen hebben ook zij problemen om op korte termijn voldoende geschikt personeel te vinden, zowel maatschappelijk assistenten, psychologisch assistenten als verpleegkundigen. De situatie is nog het schrijnendst bij de vacatures voor kinderpsychiaters. De vacatures voor kinderpsychiater blijven soms meer dan 3 jaar vacant. Intussen gaat het zo ver dat men zich moet organiseren, ervan uitgaand dat de kinderpsychiatrische functie niet zal worden ingevuld.
De verklaring voor het tekort aan psychiaters zijn het beperkte aantal dat afstudeert en de betere arbeidsvoorwaarden in onze buurlanden. Ik denk dan heel concreet aan Nederland. De cggs zijn momenteel ook niet erkend als stageplaats voor kinderpsychiaters in opleiding. Ze kunnen die enkel aantrekken als ze een rechtstreekse band hebben met een universitair ziekenhuis. Pas dan kunnen de artsen een arbeidscontract afsluiten met het universitair ziekenhuis en betaalt het cgg de kosten daarvan terug aan het ziekenhuis.
Wetende dat het aantal zorgvragen voor ambulante geestelijke gezondheidszorg zal blijven stijgen en dat het tekort aan kinderpsychiaters, dat al een oud probleem is, alleen nog maar prangender zal worden, is het belangrijk dat we het aantal mogelijke stageplaatsen voor geneesheer-specialisten in opleiding uitbreiden. Mogelijk draagt dat er ook toe bij dat de instroom van studenten tot die specialisatie groter wordt.
Er worden jaarlijks slechts een beperkt aantal studenten toegelaten tot de specialisatie kinderpsychiatrie. Dat zou te maken hebben met een tekort aan stageplaatsen. Waarom wordt daar niet actief aan gewerkt? Waarom worden centra voor geestelijke gezondheidszorg niet erkend als stageplaats? Aan welke criteria moet een zorginstelling voldoen om erkend te kunnen worden als stageplaats? Bent ook u ervan overtuigd dat de erkenning van centra voor geestelijke gezondheidszorg als stageplaats kan bijdragen tot een betere instroom van studenten geneeskunde tot deze specialisatie en zo mee een oplossing kan bieden voor het tekort aan gekwalificeerd personeel in de ambulante geestelijke gezondheidszorg?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Mevrouw Jans, ik doet het niet graag, maar ik moet u ongelukkig maken. Ik kan en mag niet antwoorden op uw vraag, omdat deze materie tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort.
Het aantal studenten geneeskunde dat na de basisopleiding kan doorstromen naar een opleiding tot huisarts of geneesheer-specialist, is een bevoegdheid van de federale overheid. Dat geldt dus ook voor de toegang tot een opleiding die leidt tot de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de kinder- en jeugdpsychiatrie. De aantallen daarvoor zijn vastgelegd in het KB van 12 juni 2008 betreffende de planning van het medische aanbod. Een collega van u in het federale parlement zou dus de federale minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, minister Onkelinx, moeten interpelleren over deze aangelegenheid. Minister Onkelinx is trouwens ook bevoegd voor de erkenning van stageplaatsen voor specialisten in opleiding en het vaststellen van de criteria waaraan een zorginstelling moet voldoen.
Als minister Vandeurzen het met u eens is dat de centra voor geestelijke gezondheidszorg ook als stageplaats kunnen fungeren, waar ik mij niet in zijn plaats over wil uitspreken, dan kan ik dat samen met hem wel bij minister Onkelinx aankaarten. Maar dan wil ik eerst van hem horen of hij akkoord gaat.
Mevrouw Vera Jans : Minister, ik ben inderdaad teleurgesteld over uw antwoord, maar ik begrijp dat dit op een ander forum moet worden voorgelegd. Ik zal dan ook aan minister Vandeurzen vragen om dat samen met u te doen bij de eerstvolgende gelegenheid. Dan hoop ik dat er een opening komt in dit probleem. Ik begrijp dat ik daarvoor niet bij u moet aankloppen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.