Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 05/01/2010
Vraag om uitleg van de heer Mark Demesmaeker tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de ecologische en economische gevolgen voor Vlaanderen van de problemen met het waterzuiveringsstation Brussel-Noord
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de aanpak van de verontreiniging van de Vlaamse waterlopen ten gevolge van het stopzetten van het waterzuiveringsstation Brussel-Noord
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over een nieuwe vervuiling in een Vlaamse waterloop en het gebrek aan communicatie tussen de gewesten
Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de melding van intergewestelijke waterverontreiniging
Vraag om uitleg van mevrouw Gwenny De Vroe tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de recente vervuiling van de Dender
De voorzitter : De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker : Ik spits mij toe op de problematiek van de Zenne. Straks komt de Dender aan bod.
Mevrouw de minister, wij hebben op 17 december 2009 een actualiteitsdebat gehouden in de plenaire vergadering. De verontwaardiging over wat er is gebeurd met het waterzuiveringstation Brussel-Noord, was zowat algemeen, over alle fracties heen. Die verontwaardiging betreft natuurlijk de gevolgen die stroomafwaarts, op het Vlaamse grondgebied, met zowat alle zintuigen waarneembaar waren. Dit heeft een milieuramp veroorzaakt. De gevolgen mogen zeker niet gerelativeerd worden, zoals de Brusselse minister-president Charles Picqué doet in een Belgatelex van vandaag: Picqué pleit voor meer relativering in het dossier en wijst erop dat er twee jaar geleden nog helemaal geen sprake was van waterzuivering. Men kan zich afvragen of het opportuun is om dergelijke uitspraken te doen. Door de zaak te relativeren, ga je de problemen zeker niet oplossen.
In het debat was er ook vrij grote eensgezindheid over het feit dat de Vlaamse overheid en u zeer kort op de bal hebben gespeeld en de problemen van zeer nabij hebben opgevolgd, en dat u goed hebt gereageerd.
Ondertussen, sinds de start van het kerstreces, zijn er een aantal zaken gebeurd. Er was de uitspraak in kort geding op 18 december 2009 die de heropstart van het station beval. De Vlaamse Regering stuurde een gerechtsdeurwaarder om na te gaan of dat inderdaad gebeurde. Die heropstart vond plaats en de resultaten zijn al meetbaar en zichtbaar. Er zijn sindsdien ook een aantal persartikels geweest, die we allemaal met grote aandacht hebben gelezen: over de verantwoordelijkheden in dit dossier, over de financiële problemen bij Aquiris, over de problemen bij de bouw van het waterzuiveringstation Brussel-Noord en over het concept. Daarbij onthouden we vooral dat Brussel en Aquiris een gedeelde verantwoordelijkheid hebben. Zij gingen samen in de fout. Ook het moederbedrijf van Aquiris, Veolia Environment, heeft boter op het hoofd: het faalde bij het concept voor de voorbehandeling van het afvalwater waarbij de zware fracties, zand, puin en gruis, moeten worden afgescheiden. Het gebrekkige onderhoud van de oude riolen van Brussel doet natuurlijk de rest.
Afgelopen donderdag was er trouwens een nieuw incident in Brussel-Noord. Ik las dat vandaag in De Standaard. In een van de drie collectoren kwamen giftige dampen vrij afkomstig van brandstof of van een andere lozing in het afvalwater. Blijkt dat we opnieuw heel veel geluk hebben gehad. Het scheelde niet veel of er was opnieuw een groot probleem, met misschien wel een stillegging van het waterzuiveringstation Brussel-Noord. Ook dit is helemaal niet geruststellend.
Er zijn de uitspraken van de heer Picqué vandaag, ik verwees er al even naar. Hij zegt in dezelfde telex dat hij denkt aan een plan B, om sneller te kunnen optreden als de concessiehouder, Aquiris, zijn taak van algemeen belang niet meer uitvoert. De Brusselse regering denkt aan een overname van het station ofwel door het gewest ofwel door een andere partner dan Aquiris. Eenzelfde teneur lezen we in een interview in De Morgen van 26 december 2009 met Brussels Ecolo-minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck. Men stelt haar de vraag of het vertrouwen tussen Aquiris en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest nog kan worden hersteld. Zij zegt dat zij nog hoopt nog verder te kunnen samenwerken, maar als blijkt dat dat niet meer mogelijk is, dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn verantwoordelijkheid zal nemen en dat het zal onderzoeken of er alternatieven zijn. Dat kan een privé- of een publieke partner zijn. De journalist vraagt of een overname door Aquafin, de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij, tot de mogelijkheden behoort. Ze antwoordt dat het kan zijn dat ze met Aquafin tot een akkoord komen, maar dat dit zeker niet de enige optie is. Dat is zowel een vreemde als een interessante uitspraak, want Vlaanderen is via de Vlaamse Milieuholding toch wel betrokken partij. Mijn eerste vraag is of u daar meer uitleg over kunt geven. Is het een concreet spoor of niet?
In opvolging van het actualiteitsdebat en de verklaringen van de minister-president had ik een aantal vragen. De minister-president zei toen: Ook Vlaanderen kan met wat er contractueel is afgesloten, een aantal bijkomende acties ondernemen naast degene die nu reeds zijn genomen. Dat kan ten eerste ten aanzien van de meetinstrumenten en hoe we daarmee moeten omgaan. Het is heel belangrijk om met Aquiris afspraken te maken of die eenzijdig op te leggen, dat wij op dagbasis de resultaten moeten hebben van het water dat het waterzuiveringsstation verlaat. Wij kunnen heel uitdrukkelijk stellen dat wij maar facturen betalen wanneer de resultaten van het water dat in de Zenne wordt geloosd, ons op dagbasis worden overgemaakt.
In De Tijd van 22 december 2009 lezen we: Voortaan speelt Brussel realtime-meetresultaten voor en na de zuivering door aan Vlaanderen. Dat kwamen minister-president Peeters en zijn Brusselse collega Picqué eerder al overeen. Zijn deze afspraken gemaakt met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of met Aquiris, zoals tijdens de plenaire vergadering werd aangehaald? Zorgt dit voor een meerkost? Hoe wordt die verdeeld?
Tijdens het actualiteitsdebat zei minister-president Peeters: Het is belangrijk dat we naast de dagresultaten van het water dat in de Zenne komt, ook de betalingen van die facturen op een andere manier regelen, niet één keer per jaar maar op een kortere periode, zodat we ook sneller kunnen ageren als dat nodig is. Is dit reeds besproken? Is hierover reeds overeenstemming gevonden?
Voor rivieren als de Zenne en de Rupel is er op dit ogenblik geen gelijkaardige alarmprocedure zoals voor de Maas. De minister-president liet tijdens de plenaire vergadering weten niet uit te sluiten dat hij vindt dat bijkomende afspraken moeten worden gemaakt met de Brusselse collegas. Heeft de Vlaamse Regering de Brusselse regering reeds gecontacteerd? Welke afspraken over betere communicatie boven op het bezorgen van de dagelijkse meetresultaten werden gemaakt? U hebt daarstraks tijdens de bespreking van de beleidsnota het Waarschuwings- en Alarmsysteem Schelde (WASS) aangehaald. U zult hierover ongetwijfeld meer uitleg geven.
De minister-president zei ook dat men bij het overleg met de getroffen steden en gemeenten zou onderzoeken en communiceren wat men kan doen met aangespoeld afval. Heeft dit overleg al plaatsgevonden? Zo neen, wanneer zal dit plaatsvinden? Is ook het probleem van het aangespoeld afval aan bod gekomen?
Verdere juridische stappen werden ondernomen om een schadevergoeding te eisen, van het Brussels Gewest en/of van Aquiris. Bepaalde gemeenten zouden zich aansluiten. Welke gemeenten of provincies zijn in dat geval en hebben zich aangesloten? Welke afspraken zijn gemaakt over het verdelen van de gerechtskosten? Heeft men weet van gemeenten of provincies die zelf een rechtszaak begonnen zijn? Wanneer wordt een uitspraak verwacht?
Hoe lang zal het, volgens experts, duren eer de rivieren die getroffen zijn door de vervuiling van de Zenne, opnieuw op het niveau van enkele weken terug zijn, zowel wat waterkwaliteit betreft als wat fauna en flora betreft?
Momenteel legt Europa de laatste hand aan de veroordeling van België inzake de uitvoering van de richtlijn Stedelijk Afvalwater. België staat er op dat vlak niet goed voor, vooral omdat Brussel en Wallonië veel te laat waren met de uitvoering van de richtlijn. Zijn er al afspraken gemaakt over de verdeling van een eventuele boete over de gewesten? Welke invloed zal het dossier van de vervuiling van de Zenne hebben op de richtlijn Stedelijk Afvalwater en op een eventuele boete?
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de minister, mijnheer de voorzitter, geachte collegas, tijdens de laatste zitting van 2009, toen u in Kopenhagen was, hebben we een actualiteitsdebat gehouden over de stopzetting van de werking van het waterzuiveringsstation in Brussel-Noord. Toen reeds was duidelijk dat er een zware politieke verantwoordelijkheid rustte op de Brusselse Ecolo-minister voor Leefmilieu Huytebroeck. Het was daarom bijzonder schrijnend dat, na talrijke discussies hierover, de Brusselse meerderheidspartijen uiteindelijk opnieuw het vertrouwen gaven aan hun minister voor Leefmilieu.
De vraag die ik me vandaag stel, is hoe het nu verder moet. Wat is er allemaal gebeurd sinds het debat op 17 december? Hoewel de kwaliteit van het water in de Zenne, de Rupel en de Schelde in grote mate is hersteld, hebben de fauna en flora in deze waterlopen toch een stevige knauw gekregen. Er zullen dus nog veel inspanningen moeten gebeuren om de fauna en flora in Vlaanderen te herstellen. Er rijzen talrijke vragen over de graad van verontreiniging en over de manier waarop de opruiming van het afval moet gebeuren, maar vooral over hoe we in de toekomst zulke milieurampen kunnen vermijden.
Mevrouw de minister, ik wil u geen juridische vragen stellen, want dat laat ik over aan de rechters, maar ik heb toch een negental vragen. Welke concrete maatregelen hebt u chronologisch genomen na op de hoogte te zijn gebracht van de stopzetting van de waterzuivering op de Zenne? Tot welke bevinding is de Vlaamse Milieumaatschappij gekomen bij het bemonsteren van het water van de verschillende getroffen rivieren? Ik heb tijdens het actualiteitsdebat ook gevraagd naar de ondersteuning en de actieplannen voor de getroffen gemeenten. Werd er een actieplan opgestart om de getroffen gemeenten te begeleiden en te ondersteunen bij het opruimen van het aangespoelde afval? Op welke manier meent men op een versnelde manier de biologische waterkwaliteit te kunnen herstellen? Ik had ook gevraagd of er juridische ondersteuning zou kunnen worden gegeven aan de getroffen gemeenten om zich burgerlijke partij te kunnen stellen. Is dit gebeurd? Welke gemeenten zijn er betrokken?
Toen er een verontreiniging werd vastgesteld in de Maas, die ons drinkwater in het Albertkanaal bedreigde, is er een alarmbelprocedure in werking getreden. De minister-president had gezegd dat hij het voorstel van een dergelijke procedure mee in overweging zou nemen. U kon er toen immers niet op antwoorden. Werd er besproken of die procedure ook voor andere waterlopen kan worden ingevoerd? Is dat onderzocht? Kan dat? Werd er ondertussen ook al een financiële schadevergoeding verkregen? Ik denk het niet. Ik denk dat er nog een aantal juridische procedures zullen moeten plaatsvinden.
Ondertussen weten we ook dat het VMM-meetnet misschien nog wel wat kan worden bijgestuurd. Hebt u ondertussen verder onderzocht of dat meetnet kan worden uitgebouwd? Is dat noodzakelijk om dergelijke rampen voort te voorkomen?
De heer Demesmaeker heeft ook verwezen naar een nieuw probleem, waar ik zelf nog niet van op de hoogte was. Bent u daar misschien wel officieel van op de hoogte gebracht?
Tot daar mijn vragen over het rampverhaal van de Zenne, mee onder de verantwoordelijkheid van het Brusselse gewest.
Dan kom ik tot mijn volgende vraag om uitleg. Ik viel steil achterover toen ik in de kerstvakantie, op 23 december, vernam dat er zich opnieuw een milieuramp ontspon, ditmaal mee onder de verantwoordelijkheid van het Waalse Gewest. Tussen haakjes, het is heel pijnlijk dat het hier opnieuw over een Ecolo-minister gaat: begrijpe wie kan. Op 23 december loosde de fabriek La Floridienne Chimie 300 tot 600 kilogram zinkchloride in de Dender. Dat zijn de gegevens die ons werden doorgegeven. Natuurlijk is er wel een klein verschil tussen 300 en 600 kilogram, maar goed. Dat werd dus geloosd in de Dender, die zon 20 kilometer verderop Vlaanderen binnenstroomt, in Geraardsbergen en Aalst, naar Dendermonde. Dat was het gevolg van een aantal gebreken aan de zuiveringspomp.
De manier waarop Vlaanderen dit bericht ontving, was weer een staaltje van onkunde en onverantwoord gedrag. De Waalse minister van Leefmilieu, Philippe Henry, stelde dat een elektriciteitspanne aan de basis had gelegen van de laattijdige verwittiging van het Vlaamse Gewest over dit accident. Het Vlaamse Gewest verspreidde echter het bericht dat het Waalse Gewest Vlaanderen niet kon bereiken via het 09- of 0900-nummer, het meldpunt voor incidenten.
Mevrouw de minister, deze communicatie lijkt me stof voor Vlaamse humoristen als Geert Hoste of Philippe Geubels. Een 0900-nummer dat niet werkt: alsof er in 2010 geen andere communicatiemiddelen mogelijk zijn voor de communicatie tussen de gewesten. Blijft dat Vlaanderen niet tijdig op de hoogte werd gebracht, waardoor het goedje Vlaanderen al bereikte voor het nieuws bekend raakte. De lozing werd dan uiteindelijk geminimaliseerd door het bedrijf. Nochtans neemt een toxicoloog als Jan Tytgat dit incident zeer ernstig.
Mevrouw de minister, wanneer werd u nu eigenlijk op de hoogte gebracht? Kunt u ons daar nu eens duidelijkheid over verschaffen? Er hebben ons daarover immers heel veel verschillende versies bereikt. Bestaat er voor deze waterloop dan geen alarmbelprocedure met het Waalse Gewest, zoals dat wel bestaat voor de Maas en het Albertkanaal? Ik had het daar al over. Op welke manier wilt u een betere communicatie bewerkstellingen? In diverse persberichten lees ik dat minister Henry niet meer wil spreken over de slechte communicatie, maar wil werken aan een betere communicatie. Dat is natuurlijk gemakkelijk, om zich van deze strafbare feiten af te maken. Heeft de VMM metingen gedaan over de toxicologie van het geloosde zinkchloride? Wat waren de vaststellingen? Welke gevolgen zou deze lozing kunnen hebben voor Vlaanderen? Zal het Vlaamse Gewest zich opnieuw burgerlijke partij stellen? Ook daarover had ik graag wat duidelijkheid.
Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen, maar in het verhaal van de verontreiniging van onze waterlopen is dat wel zo geweest. De Ecolo-ministers doen dat. Brussels minster van Leefmilieu Huytebroeck verzuimde u in te lichten over het stopzetten van het waterzuiveringsstation in Brussel. Waals minister van Leefmilieu Henry verzuimde ook om u te informeren over de zware vervuiling van de Dender. Vlaanderen moet een duidelijk signaal geven dat het zulke incidenten niet langer pikt.
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mevrouw de minister, ik sluit me aan bij de vragen van de andere leden. Zoals u misschien hebt opgemerkt, heb ik bij uw voorganger in meerdere schriftelijke vragen sterk aangedrongen op een betere meldingsprocedure voor intergewestelijke milieuverontreiniging, naar aanleiding van vroegere incidenten, waarbij het Waalse Gewest al evenmin, of pas zeer laat melding maakte van de vervuiling van de Dender. Op 21 december 2009 bleek opnieuw duidelijk dat er nog steeds geen goede meldingsprocedure is, tot onze grote spijt, welteverstaan.
In mijn oorspronkelijke vraag plaatste ik al grote vraagtekens bij het verhaal dat toen circuleerde als zou het Waalse Gewest een fax hebben verstuurd die niet zou zijn aangekomen wegens een stroompanne. Ik dacht dat we hier toch leven in een West-Europees land, en niet in Afrika, maar dat terzijde. Nochtans berichtten de media dat u die versie bevestigde. Nu duiken dan weer andere theorieën op.
Los van die kwestie kan men zich de vraag stellen of men er zich bij dergelijke of nog zwaardere gevallen van verontreiniging vanaf kan maken met het versturen van een fax. Daarnaast zou men zeker ook moeten nagaan of zon fax effectief bij de bestemmeling is aangekomen.
Met betrekking tot de procedure en het werkingsgebied verwijs ik naar uw antwoord op verschillende schriftelijke vragen van mezelf en andere collegas, naar aanleiding van eerdere vervuilingsvoorvallen. Daarin wordt ook gewag gemaakt van e-mail als communicatiemiddel.
Mevrouw de minister, ik had graag geweten wat de stand van zaken is van de werkzaamheden die de werkgroep van de Scheldecommissie zou uitvoeren om de procedures te optimaliseren en het werkingsgebied uit te breiden. Uit uw laatste antwoord van februari 2009 leidde ik immers af dat het werkingsgebied toen nog steeds beperkt was tot de Schelde en de Maas, en uit het voorval leid ik af dat de communicatie nog steeds beperkt is tot de fax. Gezien de eerdere incidenten denk ik dat het aangewezen is om een soort rode telefoon of rode gsm te installeren tussen de verschillende gewesten, naar analogie van de rode telefoon tussen Moskou en Washington. Dat zou mijns inziens een gezond idee kunnen zijn.
Als deze werkzaamheden nog niet zijn afgerond, welke dringende stappen zult u ondernemen om dergelijke voorvallen in de toekomst te vermijden? Door het laattijdig of niet melden van dergelijke vervuilingen, kunnen de gevolgen voor het milieu en het financiële prijskaartje namelijk vele malen groter zijn.
Ik had ook graag geweten of er, behalve via de media, reeds enige intentie is gebleken van de bevoegde Waalse diensten of de Waalse minister Philippe Henry om dit voorval verder uit te klaren en te werken aan een oplossing om dergelijke zaken in de toekomst te vermijden. Wanneer zult u daarover samen zitten met uw collega? Ik vernam ook dat de stad Geraardsbergen niet te spreken was over het gebrek aan communicatie tussen de VMM en de stad. Wordt ook die communicatie tussen de VMM en de lokale overheden op punt gezet?
Via een ingenieur kreeg ik de suggestie om online meetapparatuur te plaatsen op de grote waterlopen die Vlaanderen binnenkomen, zoals eerder al werd gesuggereerd door de collegas. Zo zou Vlaanderen niet langer aangewezen zijn op het plichtsbewustzijn of de goodwill van Wallonië, Brussel of Frankrijk. Is die optie bestudeerd, financieel haalbaar en financieel verantwoord?
Kunt u een schets geven van de verdere afhandeling van de vervuiling van de Dender die op 21 december 2009 plaatsvond? Ik vernam dat de stad Geraardsbergen overwoog om een schadeclaim tegen het bedrijf in te dienen in samenspraak met de VMM, die ook een klacht zou overwegen. Of is de kous nu af met de vaststelling dat het zinkgehalte in de Dender na enkele dagen zware overschrijding teruggezakt is tot de normale waarden?
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collegas, als laatste vraagsteller zal ik de problematiek niet nog eens schetsen. Ze is intussen door iedereen gekend.
Ik wil u er wel op wijzen, mevrouw de minister, dat het hoog tijd is dat u klare wijn schenkt. Tot nog toe is de reactie die ik van u heb gehoord, dat u gaat samen zitten met Wallonië en Brussel om waterdichte afspraken te maken, en dat meldingen in de toekomst ook via gsm of e-mail moeten kunnen gebeuren. Zo heb ik het althans uit de pers vernomen. Ik hoop alvast dat het niet bij het samen zitten met die twee gewesten blijft, maar dat er ook daadwerkelijk werk wordt gemaakt van die crisisplanning, waar ik het al herhaaldelijk over gehad heb. Er is een crisisplan nodig voor de gewestoverschrijdende waterproblematiek, maar daar blijft het niet bij. Het gaat ook over andere milieuproblemen.
Mevrouw de minister, hoe komt het dat de melding van de vervuiling van de Dender de bevoegde Vlaamse milieudiensten niet heeft bereikt? Was er nu een stroompanne? Waar komt het indianenverhaal over de 0900-nummers vandaan? Hoe verklaart u dat de meldingen van zulke belangrijke zaken als rivierpolluties al twee keer niet zijn gebeurd?
Hoe verklaart u de inefficiëntie in de werking van de Vlaamse milieudiensten die de Vlaanderen binnenstromende rivieren de Zenne en de Dender op vervuiling horen te controleren? Die efficiëntie werd in twee weken tijd pijnlijk geïllustreerd. Hoe bent u van plan om een herhaling van dergelijke milieuschandalen te verhinderen? Welke initiatieven hebt u ondertussen genomen? Is er al een datum voor overleg met Brussel en Wallonië vastgelegd?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben het eens met de vorige sprekers, toen zij pleitten voor een beter communicatiesysteem tussen de gewesten, ook met realtime-metingen. Ik ben ook voorstander van een uitgebreider meetnet, eventueel online, van schadelijke stoffen in het water. Ik heb destijds voor mijn doctoraalscriptie de meetnetten voor water en bodem van Nederland, Vlaanderen, Wallonië, Brussel en Frankrijk vergeleken. Nederland was nog beter dan Vlaanderen, maar Vlaanderen was toch opmerkelijk beter dan Brussel en Wallonië. We kunnen nog een heleboel stappen zetten, maar we doen het op dat vlak toch ook al niet slecht.
Belangrijk is ook de vraag in welke maatregelen zal worden voorzien om de vervuiling vanuit de Zenne op te ruimen. Ik vraag me af of er al een planning is. De kosten moeten natuurlijk naar Aquiris of naar het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden doorgeschoven. Dat is afhankelijk van de uitspraak in de juridische procedure. Het is echter belangrijk dat we een stappenplan opstellen om die vervuiling aan te pakken.
De heer Bart Martens : Alvorens het woord aan de minister te geven, zou ik zelf nog een paar vragen willen stellen en bemerkingen willen maken.
Wat de communicatieprocedures betreft, lijkt de vraag me niet of naast het faxsysteem ook een telefoon- of gsm-systeem moet worden opgestart. Dit zou veeleer in de plaats van het faxsysteem moeten gebeuren. Ik vraag me immers af of een faxtoestel permanent wordt bemand. Indien tijdens het weekend een melding binnenloopt, is het niet zeker of er al dan niet iemand aanwezig is om hier effectief iets mee te doen. Indien niemand op die signalen kan antwoorden, zitten we met hetzelfde probleem als de problemen die we nu in de Dender hebben vastgesteld.
Niet alle verontreinigingen zijn remedieerbaar. Spijtig genoeg moeten we soms gewoon laten betijen en wachten tot het ecosysteem zich weer kan herstellen. Veel vormen van verontreiniging kunnen echter wel worden geremedieerd. Olievervuiling kan worden ingedamd en afgezogen. Eventueel kunnen solventen worden ingezet. Hetzelfde geldt voor andere vormen van bovendrijvende verontreiniging. In dergelijke gevallen is tijd enorm belangrijk. We hebben snel ad rem kunnen optreden.
Een faxtoestel lijkt me niet het geschikte instrument. Dit kan tot problemen leiden. Het geniet dan ook de voorkeur een telefonisch circuit uit te bouwen. Er moet een verbinding zijn met de VMM en met de waterloopbeheerder, die niet steeds een en dezelfde zijn.
Het belang van permanente meetstations is al voldoende aangetoond. Wat de Zenne betreft, denk ik dat we niet enkel een meetpost op de grens tussen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest moeten plaatsen. We moeten ook een meetpost plaatsen op het punt waar de Zenne het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest binnenstroomt. Op die manier kunnen we de impact van de lozingen en de zuiveringen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest nagaan. Ik pleit er met andere woorden niet enkel voor stroomafwaarts van het zuiveringsstation Brussel-Noord een meetstation te plaatsen. Desnoods moet dit ook gebeuren op het punt waar de Zenne Brussel binnenstroomt. Dit zou het mogelijk maken de impact van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest na te gaan.
Ik vraag me af in welke mate de bestaande overeenkomst tussen Aquafin en de NV Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ertoe verplicht de beschikbare meetgegevens rechtstreeks en in real time online aan de Vlaamse administratie over te maken. Ik heb die overeenkomst, die de Vlaamse Regering in 2007 heeft goedgekeurd, eens nagelezen. Ik heb dat daar nergens in teruggevonden.
Blijkbaar heeft de minister-president tijdens het actualiteitsdebat verklaard dat Aquafin of het Vlaamse Gewest op basis van de overeenkomst kunnen eisen dat de gegevens worden opgeleverd. Ik leid dit niet uit die overeenkomst af. Voor zover dit op basis van die overeenkomst of op basis van het goed nabuurschap niet mogelijk zou zijn, moet die overeenkomst worden aangepast. Dit moet het Vlaamse Gewest de mogelijkheid bieden te beschikken over alle informatie over de kwaliteit van influent en effluent van de zuiveringsinstallatie waarover het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest beschikt.
Tot slot vraag ik me af welke lessen we uit dit verhaal kunnen trekken. Wat betekent dit voor de waterzuivering in Vlaanderen en voor het statuut van Aquafin?
Voorlopig is Aquafin voor 100 percent in handen van het Vlaamse Gewest. De Vlaamse Milieuholding is hier volledig de baas. Dat is ooit, ten tijde van de Britse partner Severn Trent, anders geweest. De gebeurtenissen in verband met Aquiris tonen aan dat het niet evident is een maatschappelijk zo belangrijke taak in concessie te geven. Het lijkt me moeilijk de complexiteit van de zuiveringen in een goede concessieovereenkomst te vertalen. Dit zou snel tot discussies over de interpretatie en dergelijke leiden.
Ik hoop dat de twintigjarige beheersovereenkomst met Aquafin bewijst dat er nood is aan een permanent ad-hocoverleg tussen de toezichthouder, de politiek verantwoordelijke en de waterzuiveraar. Dit overleg moet tot ad-hocbeslissingen leiden. Die beslissingen passen misschien niet steeds in rigide commerciële overeenkomsten. Ik vraag me dan ook af welke lessen voor de toekomst van Aquafin we uit dit verhaal kunnen trekken.
De vraag is of we al dan niet weer de aandelen van de Vlaamse Milieuholding in Aquafin zullen verkopen. Op die manier zou hier tersluiks een privatisering worden doorgevoerd. Dit zou allerlei consequenties hebben. We moeten grondiger nadenken over de manier waarop taken van een dergelijk belang aan privébedrijven kunnen worden overgelaten. De gebeurtenissen in Brussel hebben aangetoond hoe belangrijk het is dat de overheidscontrole en -verantwoordelijkheid ten volle blijven gelden.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral wil ik benadrukken dat ik het eens ben met alle sprekers die hebben verklaard dat wat met de Zenne en met de Dender is gebeurd, totaal onaanvaardbaar is. Ik dank tevens alle sprekers die hebben verklaard dat Vlaanderen kort op de bal heeft gespeeld. We hebben kordaat gereageerd. We hebben onmiddellijk het resultaat van het kort geding gezien. Onder dreiging van een dwangsom was het plots wel mogelijk de waterzuivering weer op te starten. Volgens mij hebben we zo snel mogelijk gereageerd.
Ik overloop de verschillende vragen. Mijnheer Demesmaeker en anderen, u vroeg naar de toezegging door de minister-president van metingen in real time en de vergelijking van de meetresultaten. Dat staat niet in het contract. Het is een afspraak die werd gemaakt tijdens een onderhoud tussen de minister-president en minister-president Picqué. Ik heb gebeld en vergaderd met minister Huytebroeck. Het werd daar nogmaals bevestigd. Overmorgen vindt een ambtelijk overleg plaats tussen de VMM en het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) om specifieke afspraken te maken over de realtime-uitwisseling van gegevens. Daar is geen discussie meer over. Het gaat enkel nog over de praktische aanpak en de verdeling van de kosten. Dat zal op dagbasis kunnen gebeuren.
Mijnheer Demesmaeker, momenteel is er omtrent de facturatie een contract tussen Aquafin en de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB) en dus niet rechtstreeks met Aquiris. De afspraak is dat Aquafin 15,7 percent van de kosten op zich neemt. Dat gaat over waterzuivering die specifiek voor Vlaanderen bedoeld is, namelijk voor een aantal Vlaamse regios die gezuiverd worden. De bepalingen van dat contract liggen vast. Ik heb Aquafin de opdracht gegeven om daar opnieuw over te onderhandelen en nieuwe afspraken te maken. In het contract staat dat dit bedrag jaarlijks wordt betaald aan de BMWB. Voor 2009 is dat al in april of mei gebeurd. Dat kunnen we dus nog moeilijk opschorten. Er is een ingebrekestelling geweest. Dit maakt daar deel van uit. Aquafin is uiteraard tussengekomen in de ingebrekestelling. We moeten opnieuw onderhandelen over dat contract. Er moeten betere afspraken in staan. We zouden beter in schijfjes betalen à rato van de geleverde prestaties. Dat is niet meer dan logisch.
Waarom is de alarmprocedure niet voor elke rivier dezelfde? Net zoals voor de Maas bestaat er een meldingssysteem voor de Schelde: het Waarschuwing- en Alarmsysteem Schelde (WASS). Ik heb daar in mijn beleidsnota naar verwezen. Het WASS werd opgezet vanuit de Internationale Scheldecommissie (ISC) voor melding van milieu-incidenten op de waterlopen en rivieren gelegen in het stroomgebied van de Schelde.
Zoals reeds gezegd, heb ik aan mijn Brusselse collega twee weken geleden al gezegd dat we betere gegevens moeten doorspelen en dat er voor incidenten betere afspraken moeten worden gemaakt. Ook in de schoot van de ISC zal de actualisering van sommige procedures worden doorgevoerd. Daar kom ik straks nog op terug.
Zodra ik terug was uit Kopenhagen heb ik het overleg met de steden en gemeenten samengeroepen. Dat was positief. Het aangespoelde afval bevindt zich vooral langs de oevers van de Zenne, Dijle en Rupel. Deze waterlopen worden, samen met de oevers ervan, beheerd door Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z). Het is aan de beheerder van de waterweg, en alles wat daarbij hoort, en niet aan de gemeenten, om het aangespoelde afval te verwijderen. W&Z is daarom tussengekomen in de procedure die wij ten gronde hebben ingeleid tot het vergoeden van alle schade. De nv zal bijkomend personeel moeten inzetten om het afval op te ruimen. De kosten daarvan moeten worden meegerekend in de schadevergoeding die door een expert zal worden vastgesteld en desgevallend zal worden uitgesproken door de rechtbank.
Worden er verder juridische stappen ondernomen tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of Aquiris? We hadden een dagvaarding in kort geding uitgestuurd. Dat was positief. We hebben heel snel een uitspraak bekomen waarmee ook een dwangsom werd opgelegd. In het kort geding en dat is normaal werd ook bepaald dat binnen de week de vordering ten gronde moest worden ingeleid voor de rechtbank. We hebben contact gehad met alle betrokken gemeenten en met de provincie. De steden en gemeenten die zich bij de dagvaarding hebben aangesloten, waren Vilvoorde, Zemst en Antwerpen. Ze hebben zich ook aangesloten bij de vordering ten gronde. Zemst en Vilvoorde hebben zich volledig ingeschreven in de Vlaamse procedure en dezelfde raadsman genomen. Antwerpen heeft een eigen raadsman aangesteld. De inleidende zitting vindt plaats op vrijdag 8 januari. Andere gemeenten aan de Rupel en de Schelde hebben zich aangesloten bij de milieustakingsvordering van de stad Mechelen. Dat is iets anders dan een kort geding. De milieustakingsvordering is uitgesteld tot maandag 11 januari. De milieustakingsvordering wordt door een andere raadsman uitgevoerd dan de raadsman die is aangesteld door Vlaanderen.
Er zijn nog geen concrete afspraken gemaakt over hoe we de kosten gaan verdelen. Dat hangt af van hoe hoog die zullen zijn. De duur van de procedure ten gronde kunnen we moeilijk voorspellen. Het hangt onder andere af van de tijd dat het deskundigenonderzoek, dat waarschijnlijk wel zal worden bevolen, in beslag zal nemen. Ik verwacht daarover geen grote discussies. We gingen die procedure hoe dan ook voeren. Dat kan alleen maar in het voordeel zijn van de gemeenten die daar mee kunnen instappen. Het overleg met de verschillende steden en gemeenten was trouwens heel positief. Zij waren heel lovend over de aanpak en het feit dat ze heel snel bij de procedure zijn betrokken, die zowel in kort geding als ten gronde is ingeleid.
Sinds de melding van het milieu-incident volgt de Vlaamse Milieumaatschappij de fysico-chemische waterkwaliteit van de getroffen waterlopen nauwgezet op buiten de routinemonitoring. Er is een monitoring die maandelijks gebeurt, maar nu gebeurt het veel vaker omwille van dit incident.
Het herstel van de fysico-chemische waterkwaliteit, voornamelijk in de Zenne, kan snel verlopen, maar is sterk afhankelijk van de goede werking van het waterzuiveringsstation Brussel-Noord. We hebben geluk bij een ongeluk gehad, omdat in de winterperiode het biologische leven in de waterloop al beperkt was. Er is veel neerslag geweest, ook het smeltwater van de sneeuw heeft ervoor gezorgd dat het water snel verdund was. De koudere temperaturen hebben ervoor gezorgd dat de schade minder erg is dan als dit gebeurd was in een heel warme periode zonder neerslag in de zomer. Ik zeg niet dat er geen schade is, maar ze is minder erg door de klimatologische omstandigheden.
Door de winterperiode is het biologische leven in de waterlopen beperkt, waardoor de biologische monitoring momenteel niet zinvol is. De ecologische effecten op middellange termijn op de getroffen watersystemen stroomafwaarts van Brussel zijn op dit moment nog niet in te schatten. Ze zullen het voorwerp uitmaken van een nader onderzoek dat we hebben bevolen. We hopen dat we daar snel resultaat van zullen hebben. Alles hangt af van welk weer we de komende weken krijgen. De lokale vervuiling is weg, het biologische leven moet zich nu kunnen herstellen. Hoe lang dat duurt, hangt af van verschillende factoren.
Mijnheer Demesmaeker, u verwijst naar Europa, dat de laatste hand legt aan de veroordeling van België inzake de uitvoering van stedelijk afvalwater. Betreffende de verdeling van dwangsommen en/of boetes in het federale België moet ik verwijzen naar artikel 169 van de Grondwet. Daarin staat dat in een bijzondere wet kan worden geregeld hoe de federale, wetgevende en uitvoerende macht in de plaats kunnen treden van de wetgevende en uitvoerende macht van de gemeenschappen en/of de gewesten om de naleving van internationale of supranationale verplichtingen te verzekeren.
Hieraan werd uitvoering gegeven in de bijzondere wet tot hervorming der instellingen. In het laatste lid van artikel 16, paragraaf 3, werd bepaald dat de staat de kosten van het niet nakomen van een internationale of een supranationale verplichting door een gemeenschap of een gewest op de respectieve entiteit kan verhalen. Dat verhaal kan de vorm aannemen van een inhouding op de wettelijk aan de betrokken gemeenschap of gewest over te dragen financiële middelen. Met deze laatste zin wordt in dergelijke gevallen de figuur van de schuldvergelijking mogelijk gemaakt.
Verder werd aan deze bepaling echter geen uitvoering gegeven. Er werd nergens bepaald hoe dat verhaal zal worden gevoerd als meerdere gewesten of gemeenschappen er samen aanleiding toe geven dat er kosten voor niet-nakoming ontstaan. Als er maar één is, kan men de schuldvergelijking wel doorvoeren, als er verschillende schuldigen zijn, is er geen verdere uitvoering gegeven aan die bepaling.
Er kan worden gepoogd om de verdeling te maken aan de hand van bijvoorbeeld het aantal agglomeraties waarvoor de richtlijn wordt overtreden, het percentage zuivering dat al of niet wordt bereikt, of een combinatie van beide.
Mevrouw Van den Eynde, u vraagt welke maatregelen we hebben genomen nadat we op de hoogte werden gesteld van het stilleggen van de waterzuivering in Brussel. Het afdelingshoofd van de Milieu-inspectie van Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) werd op woensdag 9 december door het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) in kennis gesteld van het betreffende milieu-incident. De betrokkene heeft zowel de crisismanager van LNE als de VMM gewaarschuwd. Ook mijn kabinet werd op 9 december gewaarschuwd.
De VMM heeft onmiddellijk de milieu-incidentenwerking aangevat en dezelfde dag nog veldmetingen en staalnames uitgevoerd. Mijn kabinetschef heeft, eveneens dezelfde dag, geprobeerd zijn collega van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest telefonisch te contacteren en een boodschap ingesproken op de voicemail, want direct contact lukte niet. De volgende ochtend op 10 december heeft de kabinetschef van Brussels minister Huytebroeck teruggebeld en doorverwezen naar de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer. Mijn kabinet heeft de BMWB meteen gecontacteerd en mondeling een beperkte stand van zaken gekregen ik leg de nadruk op beperkte stand van zaken. Dezelfde ochtend heeft de VMM de onderzoeksgegevens over de waterhuishouding in de Zenne overgemaakt.
Omwille van de onduidelijkheid en de onvolledigheid van de vanuit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest verstrekte gegevens en de telefonische onbereikbaarheid van mijn Brusselse collega, maar vooral wegens het RWZI dat nog steeds niet opnieuw in werking was gesteld, heb ik de volgende dag, op vrijdag 11 december, mijn Brusselse collega een aanmaning gestuurd. Bij gebrek aan vooruitgang op zaterdag of zondag heb ik op maandag 14 december namens het Vlaamse Gewest en samen met Aquafin een ingebrekestelling verzonden aan de BMWB en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, beide partij in de overeenkomst van 2007 met Aquafin en het Vlaamse Gewest. Ondertussen heb ik samen met de Vlaamse Milieumaatschappij ook een dagvaarding in kort geding laten voorbereiden, die dan woensdag betekend is aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, het BIM, de BMWB en Aquiris. Zoals u weet, heeft dat geleid tot een voor het Vlaamse Gewest gunstige uitslag op de openbare zitting van 18 december.
Eveneens op 18 december en ook op 21 december hebben mijn kabinet en ik overleg gepleegd met de betrokken gemeenten en provincies over zowel het vervolg van de rechtsgang als het opnemen van de schade. Op zaterdag 19 december is het waterzuiveringsstation in Brussel-Noord opnieuw in werking gesteld. Op 24 december heb ik een gesprek gehad met mijn Brusselse collega, inzonderheid over het melden van de incidenten, het overmaken van de gegevens en het ter beschikking stellen van de deskundigheid van Aquafin.
De metingen die zijn uitgevoerd de eerste dagen na de melding toonden erg lage zuurstofgehalten en een hoge organische belasting van de Zenne aan. Deze resultaten waren duidelijk slechter in vergelijking met de resultaten van routinemetingen die werden uitgevoerd voorafgaand aan het milieu-incident en voldeden voor het merendeel niet aan de basiskwaliteitsnormen. In de Dijle, de Rupel en de Benedenschelde lag het zuurstofgehalte ook lager dan in vergelijkbare meetperiodes voorafgaand aan het milieu-incident, maar er werd doorgaans wel voldaan aan de basiskwaliteitsnorm van 5 milligram per liter. Ook op deze waterlopen was de organische belasting duidelijk meetbaar met een aantal normoverschrijdingen. De beschikbare analyseresultaten tot en met 23 december 2009 vertonen nog normoverschrijdingen voor stikstof en fosfor. Deze parameters zijn een indicatie voor het al dan niet goed functioneren van de waterzuiveringsinstallatie in Brussel-Noord. De kwaliteit van het zeekanaal Brussel-Schelde werd niet negatief beïnvloed door het milieu-incident. Een actuele bespreking van alle resultaten van het opvolgmeetprogramma van de Vlaamse Milieumaatschappij wordt in real time, als de gegevens bekend zijn, op de website www.vmm.be geplaatst. Ook in dit geval, waarbij er een grotere monitoring is, kunt u dus al de resultaten nalezen.
De vraag over het aangespoelde afval heb ik al beantwoord toen ik antwoordde op de vraag van de heer Demesmaeker.
Het herstel van de biologische waterkwaliteit op alle getroffen waterlopen kan pas gebeuren indien de fysico-chemische waterkwaliteit, voornamelijk op de Zenne, opnieuw verbetert. Dit is sterk afhankelijk van de goede werking van de RWZI Brussel-Noord. Ik kan daarover op dit moment moeilijk een timing of een antwoord geven. We voeren verder onderzoek uit. We hopen dat de fysico-chemische kwaliteit opnieuw in orde komt, zodat ook het biologisch herstel kan gebeuren.
Op uw vraag over de juridische ondersteuning ben ik al ingegaan toen ik antwoordde op de vraag van de heer Demesmaeker. Ook op uw vraag over de invoering van een alarmbelprocedure voor gewestoverschrijdende watervervuiling heb ik al geantwoord.
De vergadering van 18 en 21 december 2009 ging uiteraard ook over de schadevergoeding. De procedure ten gronde die wij hebben ingeleid, gaat over de vergoeding van de schade. In het kader van die procedure zal een gerechtsdeskundige worden aangesteld, die een oplijsting zal moeten maken van alle schade die we in Vlaanderen hebben geleden. Het is moeilijk om daar nu een inschatting van te maken. Er zullen experts aan te pas komen om te kijken wat de schade effectief is. Ik moet u niet uitleggen dat een milieuschade dikwijls moeilijk te bewijzen is. Wat is nu de schade aan de waterkwaliteit van de Zenne? Ik hoop dat er een goede expert wordt aangesteld, die een goede oplijsting kan maken van alle onkosten die vergoed moeten worden. We hebben aan de gemeenten ook aangeboden om daar vrijwillig in mee te stappen.
Er werd nog geen financiële vergoeding verkregen voor de kosten die het stilleggen van de RWZI Brussel-Noord in Vlaanderen veroorzaakte. Het Vlaamse Gewest, de VMM en enkele getroffen gemeenten hebben een procedure ingespannen.
De meet- en meldingsverantwoordelijkheid in Vlaanderen ligt in de eerste plaats bij de bedrijven en de waterzuiveringsinstallaties zelf, die telkens een autocontrole moeten doen van hun lozingen. De overheid heeft een toezichthoudende en bewakende functie te vervullen. De calamiteitenwerking van de VMM heeft aangetoond dat een snelle en efficiënte opvolging van gemelde milieu-incidenten kan worden gegarandeerd.
Het invoeren van permanente kwaliteitsmetingen op een aantal strategische meetplaatsen op Vlaamse waterlopen zal het voorwerp uitmaken van een haalbaarheidsstudie waarin wordt bekeken waar we best die metingen uitvoeren. Wel worden er routinemetingen uitgevoerd door de VMM in de waterlopen, zij het niet dagelijks maar om de paar weken, met een maximum van een tussentijd van vier weken. Of we een permanente meting moeten doen, zullen we dus onderzoeken.
Ik stap over naar een andere waterloop, de Dender, waar er ook problemen zijn gesignaleerd. Mevrouw Van den Eynde, u zegt dat een ezel zich geen twee keer stoot aan dezelfde steen, maar misschien waren er twee ezels.
Het incident heeft plaatsgevonden op 21 december. Wij zijn door de Waalse milieuminister zelf op woensdag 23 december om 9 uur telefonisch verwittigd en om 12 uur hebben wij per e-mail daarover een persbericht gekregen.
Ik kom tot de verschillende vragen met betrekking tot de alarmprocedure. Het waarschuwings- en alarmsysteem is een uitvoering van de artikelen 2 tot en met 4 uit de verdragen van Gent van 3 december 2002 over de Schelde en de Maas. Hierin wordt expliciet bepaald dat het voor het bereiken van een duurzaam en integraal waterbeheer nodig is om onder andere bij calamiteuze waterverontreinigingen waarvan de gevolgen de waterkwaliteit wezenlijk kunnen bedreigen, zo spoedig mogelijk de andere partijen bij het verdrag te informeren die daardoor kunnen worden getroffen. De commissies die zowel voor het stroomgebied van de Schelde als voor de Maas zijn ingesteld, moeten voor uitvoering van het verdrag zorgen, onder andere wat betreft de afstemming van het waarschuwings- en alarmsysteem bij dergelijke calamiteuze waterverontreinigingen. Deze procedure is van toepassing op het volledige stroomgebiedsdistrict van de Maas en de Schelde. Het gaat dus niet enkel over de hoofdstromen.
Voor de meldingen in het kader van het waarschuwings- en alarmsysteem worden tot nu toe papieren meldingsformulieren gebruikt die per fax tussen de partijen worden overgemaakt. Dat is expliciet voorzien in de bepalingen. Dat deze procedure ook werkt, blijkt uit het overzicht van de meldingen die aan de plenaire vergadering van de Internationale Scheldecommissie werden voorgelegd. Uit dit overzicht blijkt dat er geen ernstige grensoverschrijdende vervuilingen waren en dat de bronnen vooral moeten worden gezocht bij de scheepvaart of rechtstreekse lozingen in de waterlopen en dat het uitsluitend koolwaterstoffen betreft.
In de marge hiervan wil ik meedelen dat het federale crisiscentrum van Binnenlandse Zaken ook werkt met een fax. Blijkbaar was dat nog niet zo lang geleden de manier om iemand te verwittigen. Men wil graag een papieren bewijs dat het is doorgestuurd.
Op de plenaire vergadering van de ISC van 4 december 2008 werd beslist om de meldingsprocedure nu ook via elektronische weg te organiseren. Bovendien werd beslist het systeem grondig te actualiseren en aan te passen aan de opgedane ervaringen. De Werkgroep Calamiteuze Verontreinigingen van de ISC heeft er in de loop van 2009 voor gezorgd dat een nieuwe procedure is uitgewerkt en een handboek of gebruikersgids ten behoeve van de hoofdwaarschuwingsposten is opgesteld. Bovendien werd een digitaal formulier voor de melding van voorvallen aangemaakt en werd een cartografische tool ontwikkeld waarmee de locatie van voorvallen en het traject van een vervuilingsgolf in combinatie met het meldingsformulier nauwkeurig kan worden bepaald. Van de digitale kaart bestaat er momenteel al wel een basisversie, maar een aantal functionaliteiten is nog niet beschikbaar. Een volledige versie zou voor 1 juli 2010 beschikbaar moeten zijn.
Op 11 januari zal de communicatieproblematiek als zodanig worden behandeld op de Werkgroep Coördinatie van de ISC. Dit wordt dus zeker vervolgd. Uit efficiëntieoverwegingen werd de nieuwe procedure afgestemd met de gelijknamige werkgroep van de Internationale Maascommissie (IMC). Begin februari 2010 wordt een gezamenlijke workshop van de ISC- en IMC-werkgroep georganiseerd om de nieuwe meldingsprocedure voor te stellen aan de mensen uit de operationele diensten die geacht worden met die procedure te zullen werken.
Op de plenaire vergadering van de ISC van 10 december 2009 werd de nieuwe procedure voor de digitale melding door middel van een elektronisch formulier en digitale kaart goedgekeurd. In de loop van april 2010 zal een proefalarm worden georganiseerd om de nieuwe procedure te operationaliseren.
Ik zal waken over de tijdige uitvoering van deze beslissingen en erop aandringen dat deze procedure zo snel mogelijk ingang vindt zodat het volledige systeem, met inbegrip van de digitale kaart met alle functionaliteiten, voor 1 juli 2010 operationeel is. Tevens wordt een databank voor het registreren van de meldingen uitgebouwd, er zal informatie uitgewisseld worden over de modellen om het verloop van een verontreinigingsgolf te kunnen voorspellen en over de meetstations voor de online bewaking van de waterkwaliteit, en er zullen alarmoefeningen georganiseerd en geëvalueerd worden om op basis daarvan de meldingsprocedure eventueel aan te passen. Op 25 januari heb ik hierover een overleg met mijn Waalse en Brusselse collegas om te bekijken of we dit niet sneller intern in Vlaanderen kunnen invoeren.
U vraagt of het Vlaamse Gewest zich opnieuw burgerlijke partij zal stellen naar aanleiding van het Denderincident. Mijn diensten zijn momenteel aan het onderzoeken welke milieuschade geleden werd. Ik wijs erop dat dit niet in een-twee-drie kan gebeuren. Het verschil tussen de Dender en de Zenne is dat we voor de Zenne direct een kort geding hebben moeten inleiden om de waterzuivering opnieuw operationeel te maken. Bij de Dender ging het om een eenmalig incident bij een bedrijf, en de oorzaak was direct weg. Dat leidt ook tot een verschil van handelen, want hier hebben we eventjes tijd om de schade op te meten en om op basis van het onderzoek de schade te verhalen. De oorzaak was weggenomen, en dus was de kwestie minder urgent dan bij de vervuiling van de Zenne.
Mevrouw Stevens, uw vraag over de online meetapparatuur heb ik reeds beantwoord. U vroeg ook om een schets van de verdere afhandeling van de vervuiling in de Dender. Sinds de melding van het milieu-incident volgt de VMM de fysico-chemische waterkwaliteit van de Dender ook nauwgezet op buiten de routinemonitoring. Er werden op 23 en 28 december stalen genomen op vijf meetplaatsen gelegen tussen de gewestgrens met Wallonië en de monding van de Dender in de Schelde. De resultaten van de fysico-chemische staalnames van 28 december wezen uit dat er voldoende verdunning was opgetreden zodat de gevonden gehalten aan zink in het oppervlaktewater als normaal konden worden beschouwd. Ecotoxicologische testen op de waterbodem van de Dender tussen de gewestgrens en Geraardsbergen zullen begin januari worden uitgevoerd. Ingevolge de winterperiode is het biologische leven in de waterloop eerder beperkt, waardoor biologische monitoring, zoals voor de Zenne, momenteel niet zinvol is. De ecologische effecten op middellange termijn op de Dender stroomafwaarts van de gewestgrens, zijn op dit moment nog niet exact in te schatten en zullen uiteraard het voorwerp uitmaken van nader onderzoek in de loop van 2010. Het spreekt voor zich dat we dit nauwgezet zullen opvolgen.
Ik wil in de marge hiervan nog eens vermelden dat er op geen enkel moment, noch voor de Zenne, noch voor de Dender, gevaar is geweest voor de volksgezondheid of dat er een toxisch effect zou zijn geweest. Het betrof de biologische kwaliteit van de waterlopen. Als dit wel het geval was geweest, dan zouden er uiteraard bijkomende maatregelen genomen zijn zoals het waarschuwen van de bevolking en de gemeenten, en aankondigingen bij de waterlopen dat er geen gebruik mocht worden gemaakt van het rivierwater. Maar, het was winter en er is nooit sprake geweest van het gevaar voor een toxisch effect op mensen.
Mevrouw De Vroe, de reden voor het niet ontvangen in Vlaanderen van de melding van het milieu-incident dient effectief aan de andere kant van de gewestgrens te worden gezocht. De betrokken Vlaamse dienst, het River Information System bij de afdeling Bovenschelde van Waterwegen en Zeekanalen, was zowel telefonisch als per fax bereikbaar en werd, zoals blijkt uit het logboek, dat al werd overgemaakt aan de bevoegde minister, mevrouw Crevits, op datzelfde moment daadwerkelijk door anderen met succes gecontacteerd. Zowel de mededeling over de wegens een stroomonderbreking onbruikbare fax als het bericht over de geblokkeerde telefoonnummers werden ontkracht, zonder dat van Waalse zijde de werkelijke oorzaak is aangegeven. Ook wij tasten dus in het duister, we weten niet waarom die fax niet aangekomen is, maar het ligt in ieder geval niet aan de ontvanger, de afdeling Bovenschelde van W&Z. Ik herhaal dat uit het logboek duidelijk blijkt dat er op het moment dat de melding werd gemaakt, zeker geen problemen waren langs Vlaamse kant.
U insinueert dat wij in gebreke zouden zijn gebleven, dat we niets ondernomen zouden hebben. Ik ontken ten stelligste dat onze Vlaamse milieuadministratie in gebreke zou zijn gebleven. Integendeel zelfs, er werd heel snel en efficiënt opgetreden binnen de mogelijkheden waarover we beschikten. De voorzitter heeft terecht aangehaald dat zodra een vervuiling in een waterloop zit, het water niet handmatig kan worden gezuiverd. We kunnen monitoren en dat is gebeurd, we hebben alles gedaan wat kon, we hebben het kort geding heel snel ingeleid. Meer kon er op dat moment echt niet gedaan worden. Zowel bij de Zenne als bij de Dender zijn de diensten van LNE, namelijk crisismanagement en milieu-inspectie, en de VMM onmiddellijk in actie geschoten. Dat gebeurde trouwens in een periode waarin dat niet evident is: de permanentie werd verzekerd tijdens de eindejaarsperiode en alles werd in het werk gesteld om de problemen op een goede manier aan te pakken. Ik heb daar trouwens absoluut geen klachten over ontvangen.
Mijnheer Sanctorum, u vroeg hoe het nu verder moet. We moeten dit verder goed opvolgen. De smurrie wordt door W&Z verder geruimd.
Er werd ook een vraag gesteld over het nieuwe incident met giftige dampen rond oudejaar. Op geen enkel moment was er een gevaar dat de installatie zou worden stilgelegd. De ontruiming was nodig ten aanzien van het personeel, want in de ruimte waren giftige dampen aanwezig. Er was geen acuut probleem dat de installatie zou stilvallen, maar er was een risico voor het personeel ter plaatste. Dit kan niet worden vergeleken met het massaal lozen van ongezuiverd afvalwater in Vlaamse waterlopen.
Mijnheer Martens, u vraagt of we hieruit lessen kunnen trekken ten aanzien van Aquafin, maar er is een groot verschil tussen Aquafin en Aquiris. Uiteraard is Aquafin absoluut nog geen privébedrijf. De kwaliteit en de opvolging zijn er goed. Het is niet voor niets dat men vanuit Brussel en Wallonië vraagt om de expertise van Aquafin te mogen gebruiken. We moeten eens nagaan hoe we die expertise ter beschikking kunnen stellen.
U hebt in het algemeen gelijk dat we voldoende controle moeten behouden op de dienstverlening van de overheid van de tramlijnen tot de waterzuivering als die in privéhanden komt. Er zijn goede afspraken en contracten nodig, zodat het niet mis kan lopen. In Vlaanderen rijst dat probleem niet, het is vooral een probleem voortvloeiend uit het contract tussen Brussel en Aquiris.
De voorzitter : De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker : Gezien het gevorderde uur zal ik bijzonder kort zijn. De antwoorden op mijn vragen voldoen helemaal, waarvoor dank.
Het moet me wel nog van het hart dat bij beide incidenten de informatie-uitwisseling de ene keer met Brussel, de andere keer met Wallonië volledig mank liep. Dat getuigt van een gebrek aan verantwoordelijkheidszin. In het kader van het goede nabuurschap begrijp ik dat niet. En dat staat in schril contrast met de verantwoordelijke, performante en efficiënte manier waarop Vlaanderen en de Vlaamse overheid zijn opgetreden.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Beide milieurampen zullen nog voor veel overleg van en werk voor uw kabinet zorgen.
We mogen nog van geluk spreken: de weersomstandigheden hebben ertoe geleid dat de toxiciteit dankzij de verdunning is verminderd. En als er overstromingen waren geweest, hadden we nog meer problemen gekend. Dat wil evenwel niet zeggen dat beide incidenten moeten worden geminimaliseerd, zoals de minister-president van de Brusselse regering doet. We moeten zijn houding afkeuren. Ik wil u vragen om hem mee te delen dat we zijn standpunt niet kunnen verdragen. Als het omgekeerde zou gebeuren, zou de Brusselse regering ook op haar achterste poten staan.
U zegt dat enerzijds de stad Antwerpen en de Vlaamse Regering, en anderzijds de stad Mechelen en een aantal gemeenten een procedure hebben ingeleid. Ik denk dat beide zaken goed moeten worden opgevolgd. En zo nodig zal de Vlaamse Regering moeten optreden.
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Ik dank u voor het duidelijke en zeer uitgebreide antwoord.
Ik heb nog enkele bedenkingen. Ik dring er opnieuw op aan om de procedure waarvan sprake zo snel mogelijk op punt te zetten. Het moet voor iedereen duidelijk zijn waar en wanneer er iets gebeurt als er zich een nieuwe verontreiniging voordoet. Er is immers gebleken dat er problemen zijn met de coördinatie en de communicatie. Zeker voor mij, als dove persoon, is dat onbegrijpelijk. Het volstaat toch om gewoon naar de telefoon te grijpen? Dat is toch niet moeilijk? Dat alles moet voor de Maas en het Scheldegebied worden geoptimaliseerd. Alle belangrijke waterlopen komen daar eigenlijk voor in aanmerking. We zijn een klein land, en er is nood aan een duidelijke, eenvormige procedure voor alle waterlopen die Vlaanderen bereiken.
Ik dring er ook op aan dat wordt onderzocht of het niet mogelijk is om de meetapparatuur te installeren op de plaatsen waar de waterlopen Vlaanderen binnenkomen. Zo kunnen we voorkomen dat we afhankelijk zijn van de medewerking van de andere gewesten.
Ik begrijp ook niet waarom Wallonië en Brussel de moed niet hebben opgebracht om hun verantwoordelijkheid op te nemen en ons te melden dat er een probleem is en zelf de nodige maatregelen te nemen. Als wij zo zouden hebben gehandeld, was het kot te klein geweest! Ik hoop dat we hier lessen voor de toekomst uit trekken.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. De gebrekkige communicatie en het gebrek aan verantwoordelijkheidszin roepen een spreekwoord op: goede afspraken maken goede vrienden. Mevrouw de minister, ik hoop dan ook dat u de commissie op de hoogte houdt van wat de resultaten zijn van de overlegmomenten van 7 en 25 januari. Om daarover onnodige vragen te vermijden zou het aangewezen zijn dat u ter zake zelf een initiatief neemt. Ik hoop ook dat u ons informeert over de voortgang van de haalbaarheidsstudie over de permanente metingen.
De heer Bart Martens : Ik denk dat het goed is dat de alarmprocedure tegen het licht wordt gehouden en dat ze wordt verbeterd. Het is niet alleen een zaak ervoor te zorgen dat de communicatie tussen de aangrenzende gewesten goed is, maar ook tussen de waterloopbeheerder en de waterloopgebruiker. Spijtig genoeg is er dan niet veel meer aan te doen, maar men kan toch snel de watergebruikers verwittigen; diegenen die een vergunning hebben voor watervang en dat gebruiken als proceswater of als drinkwater. Die maatschappijen moeten uiteraard zeer snel gecontacteerd kunnen worden. Het water van het Albertkanaal wordt afgenomen van de Maas, en de Antwerpse Waterwerken halen hun water uit het water van het Albertkanaal. Die instanties moeten heel snel op de hoogte gebracht kunnen worden bij bijvoorbeeld verontreinigingen van de Maas. Daarom is het goed dat die alarmprocedure tegen het licht wordt gehouden en waar mogelijk wordt geautomatiseerd. Men moet perfect weten voor welk type verontreinigingen men welke instanties moet informeren om te kunnen optreden en voorzorgsmaatregelen te kunnen nemen. De verontreiniging mag niet leiden tot nadelige gevolgen voor de volksgezondheid of de industrie.
Minister Joke Schauvliege : We engageren ons om de gesprekken en de resultaten daarvan verder op te volgen. Ik zal de commissie daar zeker van op de hoogte brengen.
Het is inderdaad totaal ongepast en onaanvaardbaar dit incident te minimaliseren.
De voorzitter : Het incident is gesloten.