Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 06/01/2010
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over het uitblijven van besluiten en omzendbrieven met betrekking tot het Grond- en Pandendecreet
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collegas, ik verontschuldig mij voor het feit dat ik na het antwoord van de minister deze commissie zal verlaten omdat ik een andere commissie moet voorzitten. Ik zal dus de andere interessante vragen en antwoorden niet meer kunnen aanhoren.
Mijn vraag, mijnheer de minister, was een schriftelijke vraag van 8 oktober 2009 en is nu omgezet in een vraag om uitleg.
Het nieuwe decreet Grond- en Pandenbeleid is, zoals we allemaal weten, op 1 september 2009 in werking getreden. Het zorgt voor verregaande wijzigingen aan de verkavelings- en stedenbouwkundige vergunningen en heeft een grote invloed op de wijze waarmee overheid, private en publieke sector daarmee moeten omgaan.
In het regeerakkoord is duidelijk opgenomen dat het decreet integraal en onverkort zal worden uitgevoerd. Toch ontbreken momenteel nog een aantal besluiten en omzendbrieven om het vernieuwde grond- en pandenbeleid te operationaliseren. Dit zorgt voor rechtsonzekerheid.
Welke bepalingen van het decreet kunnen voorlopig niet worden toegepast door het ontbreken van de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten? Hoe moeten de lokale besturen hiermee omgaan?
Welke besluiten en omzendbrieven in uitvoering van dit decreet werden al genomen en opgesteld? Mijnheer de minister, ik heb er geen enkel probleem mee dat u mij een schriftelijk antwoord op deze tweede vraag bezorgt en via het secretariaat aan de andere leden van de commissie laat bezorgen, zodat dit niet moet worden voorgelezen.
Welke besluiten en omzendbrieven moeten nog genomen en gepubliceerd worden? Wanneer verwacht u dit te kunnen doen?
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, nu er toch een interessante vraag wordt gesteld over het Grond- en Pandendecreet, stel ik graag twee vragen aan de minister.
Mijnheer de minister, in hoeverre hebt u zicht op de activeringsprojecten waarvan sprake is in het Grond- en Pandendecreet? Deze activeringsprojecten kunnen met subsidie-enveloppen vanuit het Grondfonds worden gefinancierd om buurten, wijken, enzovoort aan te pakken. Zijn er al subsidies uitgereikt voor dergelijke activeringsprojecten? In het Grond- en Pandendecreet wordt ook vermeld dat voor die activeringsprojecten standaardaanvraagformulieren zouden worden opgemaakt. Staan die formulieren al ter beschikking van de lokale besturen?
Ik heb nog een informatieve vraag, en misschien kunt u, mijnheer de minister, daar niet meteen op antwoorden. In het Grond- en Pandendecreet staat een heel belangrijk hoofdstuk over het feit dat lokale besturen een lokaal of gemeentelijk reglement sociaal wonen of een stedenbouwkundige verordening bescheiden wonen kunnen opmaken. Hebt u zicht op gemeenten of steden die al dergelijke reglementen hebben opgemaakt? Ik denk dat vele lokale besturen daar veel interesse voor hebben.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Ik wil mij meteen verontschuldigen ten aanzien van de heer De Meyer, maar ook ten aanzien van anderen: wij waren te laat met het antwoorden op schriftelijke vragen doordat het organiseren van het kabinet wat meer tijd heeft gevraagd dan gepland. Daardoor is de vraag van 8 oktober 2009 nu minder relevant.
Ik heb een zeer uitvoerig antwoord. Ik zal het u bezorgen. Wij hebben ondertussen de prangende problemen opgevangen die er in oktober effectief nog waren. Zo goed als alle uitvoeringsbesluiten zijn genomen. Er zijn twee belangrijke uitvoeringsbesluiten. De sociale lasten in natura, het UP-besluit, is van kracht vanaf 31 december 2009. Een ander belangrijk besluit staat op stapel: het besluit met betrekking tot de kredietregeling. Dat ligt nu voor advies voor bij de Raad van State. Het is het laatste belangrijke besluit dat nog nodig is voor het Grond- en Pandendecreet.
Samen met minister Van den Bossche want ook zij is uiteraard bevoegd voor de uitvoeringsbesluiten met betrekking tot het Grond- en Pandenbeleid bereiden wij ook een omzendbrief voor om voor een aantal problemen die zijn gerezen in verband met interpretaties of andere zaken een eenduidige toepassing van het decreet te verkrijgen. Dat is het belangrijkste.
U krijgt een lijst met alle uitvoeringsbesluiten en alle punten die daarmee te maken hebben. Ik zal ze ook aan de andere leden van de commissie laten bezorgen.
Wat de activeringsprojecten betreft, is het de bedoeling dat dat dit jaar wordt uitgewerkt. Dat zal gebeuren in samenwerking met minister Van den Bossche. Zeker tot 2016 zullen dat projecten zijn die enerzijds belangrijk zijn vanuit Ruimtelijke Ordening, maar anderzijds ook een belangrijk woonaspect met zich meebrengen. De uitwerking en de operationalisering zullen dit jaar voltooid worden. In 2011 hopen we dan de eerste oproepen en projecten te kunnen doen.
De opvolging van de gemeenten inzake het sociaal wonen en bescheiden woonaanbod en het gemeentelijke reglement inzake sociaal wonen, is een zaak die in eerste instantie door de administratie Wonen wordt opgevolgd. De gemeenten worden daarin begeleid door de administratie Wonen. Dat valt dus onder de bevoegdheid van minister Van den Bossche. Zij zal dat aspect verder uitwerken en de gemeenten daar verder in begeleiden.
De heer Jos De Meyer : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw korte antwoord. Ik ben er mij ten volle van bewust dat de actualiteitswaarde van mijn vraag op 8 oktober veel hoger was dan op 6 januari. Dat is evident. Ik zal met veel belangstelling het document dat u mij straks zult overmaken, nalezen.
Essentieel is dat gemeenten effectief een grond- en pandenbeleid kunnen voeren, en dat ze daar de nodige plannen voor opmaken. Het is van uitermate groot belang dat ze daarbij heel sterk ondersteund en begeleid worden door uw administratie. Kunt u misschien nog iets meer zeggen over wat de gemeenten op dat vlak mogen verwachten vanuit de administratie? Of is het daar nog te vroeg voor?
Minister Philippe Muyters : We zijn een omzendbrief aan het voorbereiden, samen met het kabinet van minister Van den Bossche.
De heer Jos De Meyer : Wanneer mag die omzendbrief verwacht worden?
Minister Philippe Muyters : Er zijn hier en daar nog discussies aan de gang tussen de twee kabinetten. We hopen de omzendbrief in de volgende weken te kunnen afronden.
De heer Jos De Meyer : In de loop van de maand januari, dus. Mag ik misschien suggereren dat die omzendbrief ook aan de leden van de commissie en aan mezelf, als vraagsteller, wordt overgemaakt?
Minister Philippe Muyters : Absoluut. Dat is een goed voorstel.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Mevrouw Taeldeman, in Brugge hebben we al een reglement sociaal wonen. Als u wilt, kunnen we u dat ter beschikking stellen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.