Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 21/01/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Liesbeth Homans tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de geplande hervorming van het klein beschrijf
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Lieten.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Mevrouw Liesbeth Homans : Voorzitter, minister, in het Vlaamse regeerakkoord staat te lezen dat het zogenaamde klein beschrijf zou worden omgevormd tot een systeem van huiskorting. Iedereen kent wel het systeem van het beschrijf: het gaat erover of men 5 of 10 percent registratierechten moet betalen bij de aankoop van een huis.
Ik wil daarbij opmerken dat ik vind dat de steden bij dit systeem per definitie worden gediscrimineerd. De kadastrale inkomens in de steden liggen nu eenmaal hoger dan elders in Vlaanderen. Om in aanmerking te kunnen komen voor het huidige klein beschrijf, mag iemands kadastraal inkomen maximaal 745 euro bedragen. Het gemiddelde kadastraal inkomen in een stad als Antwerpen bedraagt echter 1045 euro. Ik heb die gegevens opgevraagd bij de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen (AKRED). In Gent bedraagt het gemiddelde kadastraal inkomen 900 euro en in Mechelen 845 euro. Ik kan zo nog een tijdje doorgaan.
Bekijken we dat alles, dan kunnen we niet anders dan concluderen dat de steden per definitie veel minder woningen hebben die in aanmerking komen voor het klein beschrijf. Voor Antwerpen heb ik het uitgerekend: momenteel kan maar 26 percent van alle woongelegenheden op het grondgebied van Antwerpen in aanmerking komen voor die vermindering van de registratierechten.
Ik vraag me af welke criteria er in overweging zullen worden genomen om in aanmerking te komen voor het systeem van de huiskorting. Ik zou dus een pleidooi willen houden om het kadastraal inkomen niet mee te nemen zoals het thans wordt gehanteerd. Men zou kunnen overgaan tot een gedifferentieerd hanteren van het kadastraal inkomen, bijvoorbeeld door de ligging in beschouwing te nemen.
Minister, ik maak me eigenlijk een beetje zorgen over de hervorming. Ik heb uw voorzitter, mevrouw Gennez, op de gezinsdag van de sp.a in Antwerpen horen zeggen dat men zou moeten overgaan tot een hervorming van het klein beschrijf en dat men rekening zou moeten houden met de aankoopprijs van het huis. Op huizen tot 250.000 euro zou 5 percent registratierechten worden toegepast, op huizen tussen 250.000 en 500.000 euro 10 percent en op huizen boven 500.000 euro 15 percent. We moeten elkaar geen Liesbeth noemen: de verkoopprijs van een huis in een stad als Antwerpen is gewoon veel hoger dan elders in Vlaanderen. Dat geldt niet alleen voor Antwerpen, maar ook voor andere steden.
Hier moet rekening mee worden gehouden, zeker als men het systeem van huiskorting wil inzetten als een efficiënt middel tegen de stadsvlucht. Volgens mij kan het een middel zijn, maar dan moet men criteria hanteren waardoor steden op gelijke hoogte worden gesteld met andere steden en gemeenten zodat ze niet worden gediscrimineerd.
Ik ben ervan overtuigd dat het eigenlijk tot de bevoegdheid van minister Van den Bossche behoort, bevoegd voor Wonen en Stedenbeleid, en uiteraard ook tot de bevoegdheid van minister Muyters, bevoegd voor Financiën en Begroting. Ik zie de heer Sannen al knikken. Ik was ook een beetje bang dat u me zou zeggen dat ik het aan mijn eigen minister moest vragen. Dat is niet waar. Als men het wil inzetten tegen de stadsvlucht, dan kan de minister bevoegd voor Wonen en Stedenbeleid een inbreng hebben in de uitwerking van het systeem. Ik zal het zeker ook aan minister Muyters vragen. Ik hoop wel dat u rekening zult willen houden met mijn suggestie om de steden niet per definitie te discrimineren.
Minister, wanneer zou de huiskorting in werking treden? Ze staat gepland in het regeerakkoord, maar ze moet blijkbaar nog helemaal worden uitgewerkt. Ik denk dat ik een aantal waardevolle suggesties heb gedaan ten voordele van de steden. Ik hoop dat er rekening mee zal worden gehouden.
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Voorzitter, minister, ik wil me graag aansluiten bij de vraag van mevrouw Homans omdat we hierover tijdens de vorige legislatuur, weliswaar in de commissie voor Begroting en Financiën, een paar keer van gedachten hebben gewisseld. Het ging toen vooral over een harmonisatie en een vereenvoudiging van de verschillende maatregelen om het verwerven van een woning te bevorderen.
Er is niet alleen het klein beschrijf, maar ook het abattement. Op het einde van de vorige legislatuur is er ook nog iets extra gekomen rond de hypothecaire lening.
Minister, het is belangrijk dat niet alleen het klein beschrijf, maar ook de andere maatregelen en kortingen die in het leven zijn geroepen om het verwerven van een woning te bevorderen, mee in de discussie worden betrokken. Volgens mij kunnen we zorgen voor een grote vereenvoudiging en actualisering. Ik pleit er dus voor dat we de discussie ruimer opentrekken en niet alleen het klein beschrijf in ogenschouw nemen, maar ook de maatregelen rond het abattement, om tot een heel duidelijke Vlaamse aanpak te komen om het verwerven van een woning te bevorderen.
De voorzitter : Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mevrouw Patricia De Waele : Voorzitter, ik kan mevrouw Homans enigszins bijtreden als ze zegt dat we waakzaam moeten zijn omdat het klein beschrijf de stadsvlucht zou kunnen promoten.
Ik heb in deze commissie al eerder aangehaald dat de enige manier om stadsvlucht tegen te gaan, het geven van fiscale stimuli is. De prijzen voor woningen en appartementen zijn bijzonder hoog. Extra fondsen vrijmaken om hier en daar wat stadsprojecten te subsidiëren, is niet de manier om stadsvlucht tegen te gaan. De enige manier om dat te doen, is iets doen aan de fiscaliteit.
Minister, wij zijn bijzonder bezorgd over wat ons te wachten staat bij een eventuele aanpassing van het kadastraal inkomen of het klein beschrijf. Als we lezen dat er nieuwe criteria in beschouwing zullen worden genomen de prijs van de woning, de oppervlakte of de gezinssamenstelling dan denk ik dat we niet de juiste criteria hanteren. Als we criteria moeten vastleggen, dan moeten we zorgen dat we op zn minst geen variabele criteria vastleggen. De gezinssamenstelling en de prijs zijn variabele criteria. Het kan niet zijn dat het nieuwe klein beschrijf hierop zal worden geënt.
Onze partij is er voorstander van om de onroerende voorheffing af te schaffen voor een eerste woning of voor het huis waar men zijn woonplaats heeft. Dit is een aandachtspunt dat de aankoop van een woning makkelijker kan maken voor diegenen die het wat moeilijker hebben.
Inderdaad zal minister Muyters misschien oordelen over die hogere belastingdruk. Hij stelt dat er geen hogere belastingdruk mag zijn voor wie een huis koopt. Wij vragen u dat u erover waakt dat dit niet zal leiden tot een hogere belastingdruk voor wie al eigenaar is.
De voorzitter : Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mevrouw Michèle Hostekint : Ik sluit mij aan bij een aantal opmerkingen van mijn collegas, al denk ik dat ze een klein beetje voorbarig zijn omdat we hadden gezegd dat die huiskorting een prioriteit is. Ze is zowel in het regeerakkoord als in de beleidsnota opgenomen.
De opmerking van mevrouw Homans is pertinent. Wij moeten inderdaad de stadsvlucht tegenhouden en zeker niet stimuleren. De beleidsnota pleit ervoor om met enkele stimuli de renovatie van woningen in steden en niet de stadsvlucht aan te moedigen. Mevrouw Homans moet zich hier niet echt zorgen over maken, ook omdat de beleidsnota stelt dat een aantal criteria in aanmerking zullen worden genomen, onder andere gezinssamenstelling en inkomen. De studie moet uitwijzen wat de precieze criteria kunnen zijn die hier in aanmerking moeten worden genomen.
Mevrouw De Waele, u spreekt over de aanpassing van het kadastraal inkomen. Dat is een andere discussie, die niet hier moet plaatsvinden. Dat behoort niet tot onze bevoegdheid.
De opmerkingen, hoe pertinent ook, zijn een beetje voorbarig. Minister, misschien kunt u een perspectief bieden met betrekking tot de studie die hierover moet gebeuren.
De heer Jan Penris : Ik sluit mij hierbij aan. Wij hebben dit debat tijdens de vorige legislatuur meermaals gevoerd, zowel in het kader van Wonen als in het kader van Stedenbeleid.
Wij stellen allemaal vast dat het kadastraal inkomen zeker in de stedelijke gebieden niet meer beantwoordt aan de realiteit van de woonmarkt aldaar. Helaas is dat geen bevoegdheid voor onze instelling. Wij moeten daarvoor rekenen op de goodwill van de overkant. Wij stellen vast dat de algemene perequatie al meer dan dertig jaar niet is herzien. Zolang dat niet gebeurt, zul je, als je de steden aantrekkelijk wilt houden en ik volg het pleidooi van mevrouw Homans volledig inventief met je eigen bevoegdheden moeten omspringen. Ik denk dat het de bedoeling van de vraagsteller is om van minister Lieten te vernemen in hoeverre zij in dezen inventief kan en wil zijn.
Minister Ingrid Lieten : Voorzitter, ik zal antwoorden binnen de bevoegdheden van mijn collega Van den Bossche. Een aantal issues die hier werden opgeworpen, behoren tot de bevoegdheden van andere niveaus, waar ik inderdaad geen standpunt kan innemen.
Het invoeren van de huiskorting is inderdaad een belangrijke maatregel die in het regeerakkoord en in de beleidsnota Wonen is opgenomen en die zal worden uitgewerkt in samenwerking met de Vlaamse minister van Financiën en Begroting. In het kader daarvan zal weldra een onderzoek worden gestart dat ons meer zicht zal geven op de concrete vorm van de huiskorting. Het is dus nog te vroeg om daar verder uitspraken over te doen. Wel wens ik nogmaals aan te geven dat de relatie tussen het klein beschrijf en het kadastraal inkomen dringend aan hervorming toe is. Het is een arbitraire regeling uit de jaren zeventig, die niet meer is afgestemd op de huidige maatschappelijke uitdagingen, de gewijzigde woonbehoeften en het gewijzigde woningbestand dat hiervan het gevolg is. Criteria zoals woonoppervlakte, aankoopprijs, gezinssamenstelling moeten meer beginnen door te wegen. Uiteraard is het in de eerste plaats de bedoeling om tot een betere verdeling te komen. Het is niet de bedoeling dat de hervorming leidt tot een hogere belastingdruk. Dit is trouwens ook zo opgenomen in de beleidsnota Financiën en Begroting.
De huiskorting inzetten als instrument tegen de stadsvlucht is een mogelijke piste. Ook dit zal in het onderzoek bekeken moeten worden. Mogelijk komen ook nog andere noden aan bod waar de huiskorting oplossingen kan bieden, ik denk aan incentives voor de opwaardering van de 19e-eeuwse stadsgordels of andere buurten met een hoge renovatiebehoefte, de concurrentieproblematiek tussen de kernstad en haar buurgemeenten, enzovoort.
Ook in het verder uitdiepen van deze denkpistes zullen we kunnen voortbouwen op de resultaten van het onderzoek. De timing is afhankelijk van de vordering van het voornoemde onderzoek. Gelet op de noodzaak om vooral de gevolgen van een alternatieve aanpak in kaart te brengen, zowel op financieel, beleidsmatig als organisatorisch vlak, zal het onderzoek uiteraard enige tijd in beslag nemen.
De voorzitter : Mevrouw Homans heeft het woord.
Mevrouw Liesbeth Homans : Uw antwoord stelt mij een beetje teleur. Ik had in mijn vraag al aangegeven dat ik mij ervan bewust ben dat dit een met minister Muyters gedeelde verantwoordelijkheid is. De minister bevoegd voor Wonen en Stedenbeleid kan echt wel aangeven welke prioriteiten zij zou willen leggen.
Ik wil nog eens benadrukken dat ik geen pleidooi heb gehouden voor een aanpassing van het kadastraal inkomen. Dat moet gebeuren aan de overkant van de straat. Het kadastraal inkomen is inderdaad iets helemaal anders dan het klein beschrijf. De voorwaarde van het kadastraal inkomen is slechts één van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de 5 percent registratierechten en is niet exclusief. Als u zegt dat er eventueel rekening zou kunnen worden gehouden met criteria als de aankoopprijs, stel ik vast, zoals ik al deed in mijn oorspronkelijke vraagstelling, dat huizen in steden als Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt nu eenmaal meer kosten dan huizen elders en dat je dus met die discriminerende beginfase blijft zitten.
Ik wil enkele suggesties geven waarmee de studie dan rekening kan houden. Men moet niet alleen rekening houden met sociale, maar ook met urbanistische criteria. Men kan rekening houden met bijvoorbeeld de ouderdom van het huis, aangevuld met inkomensvoorwaarden.
Mevrouw de minister, ik weet dat dit niet op korte termijn zal gebeuren. Dit is een werk voor de middellange termijn. Maar wij mogen ambitieus zijn en nu al suggereren waarmee u zeker rekening zult moeten houden om de belangen van de stedelingen te bewaken.
Minister Ingrid Lieten : Ik denk dat wij hetzelfde zeggen. Ik heb al aangegeven dat we een aantal nieuwe criteria moeten zoeken. De steden en de gemeenten staan voor heel wat uitdagingen. Het is de bedoeling van het onderzoek na te gaan wat de objectieve feiten zijn en welke instrumenten we eventueel kunnen gebruiken om die maatschappelijke uitdagingen te benaderen. Een aantal van de door mevrouw Homans opgesomde punten vinden wij in elk geval ook belangrijk. We zullen hier rekening mee houden.
De voorzitter : Mevrouw Homans heeft het woord.
Mevrouw Liesbeth Homans : Ik ben absoluut overtuigd van de goede wil van de minister. Als inwoner van Antwerpen kan ik niet anders dan de minister hierop attent te maken. Het is immers mogelijk dat zij hierover een andere mening heeft. Volgens mij moeten volksvertegenwoordigers proberen een positieve insteek te geven. Dat is in elk geval de bedoeling van deze vraag om uitleg. Ik hoop dat bij de uitwerking rekening zal worden gehouden met mijn suggesties.
De voorzitter : Het incident is gesloten.