Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 04/02/2010
Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het steunpunt voor studenten met een handicap in het hoger onderwijs
De voorzitter: Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Voorzitter, minister, op het einde van de vorige legislatuur interpelleerde ik uw voorganger, voormalig minister van Onderwijs Vandenbroucke, over de perikelen rond het steunpunt voor studenten met een handicap in het hoger onderwijs. De officiële naam is Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO). Ik betreur dat ik u vandaag opnieuw moet bevragen. Uw voorganger drukte nog de hoop uit dat ik hem de volgende keer over de realisaties van het SIHO zou kunnen ondervragen, niet over de perikelen. Ik wil het werk en de inzet van de medewerkers van het SIHO geen onrecht aandoen, maar helaas moet ik u opnieuw aanspreken, en jammer genoeg gaat het niet over zomaar wat kleine probleempjes.
Een van de grote associaties is na verschillende pogingen tot bemiddeling nu toch tot de vaststelling gekomen dat dit tot niets leidt. Ze beslisten eind oktober dan ook om de bemiddeling te staken. Daardoor is de wisselwerking met deze associatie de facto stopgezet. De situatie is vandaag dus nog erger dan enkele maanden terug.
Nochtans onderkent deze associatie en waarschijnlijk alle associaties de nood aan een goed werkend steunpunt in het belang van studenten met een handicap. Het is dan ook pas na verschillende bemiddelingspogingen en rijp en moeilijk beraad dat deze beslissing werd genomen. Ik verneem dat ook andere associaties zich onvoldoende kunnen vinden in de huidige werking van het SIHO.
Minister, volgens de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) wordt zowat de helft van de instellingen voor hoger onderwijs niet bereikt. Dat vind ik ontstellend. De helft betekent echt een ernstig gebrek. Mogelijk spelen nog andere elementen, maar het SIHO slaagt er niet in om de verschillende zienswijzen die er bestaan omtrent de te hanteren modellen te erkennen, te overstijgen of te verzoenen. Nochtans is het mijns inziens belangrijk dat elk van de partners zich vanuit zijn eigenheid kan herkennen in de gehanteerde methodiek en dat het steunpunt met andere woorden voor elke associatie nuttig werk verricht. Men zou verwachten dat alle tegenstellingen kunnen worden overstegen als het de samenwerking betreft ter ondersteuning van een doelgroep studenten die het zo hard nodig heeft. Blijkbaar lukt dit echter niet. Als alles blijft zoals het is, zullen gesprekken weinig of geen nut hebben.
Nu de betrokken partijen er niet in slagen om tot een oplossing te komen, is het volgens mij uw plicht om tussen te komen, minister. Ik wil niemand met de vinger wijzen! Ik stel enkel vast dat de studenten met een handicap waar het toch allemaal om draait de dupe zijn.
Bent u op de hoogte van dit conflict? Hebt u al iets ondernomen of bent u van plan dit te doen? Hoe wilt u de ontstane patstelling doorbreken?
De VVS is voorstander van een structurele verandering om de huidige impasse te doorbreken. Het lijkt mij een verdedigbare optie om het steunpunt los te koppelen van instellingenbelangen en dit dan bijvoorbeeld te positioneren in de nieuw op te richten Vlaamse Universitaire en Hogescholen Raad (VLUHR). In afwachting van de oprichting kunnen afspraken worden gemaakt met de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR).
Uw voorganger zette zich in zijn antwoord op mijn vraag ook af tegen de enggeestige belangenverdediging in het spel van de instellingen en stelde dat een voldoende ruim draagvlak een absolute noodzaak was voor de relevantie en het voortbestaan van het SIHO.
Een herkenbaar en laagdrempelig steunpunt, naar Nederlands model, is van groot belang voor de studenten met een handicap. Een gedragen steunpunt met een kwalitatieve output waar niet alleen de instellingen hoger onderwijs maar vooral de studenten concreet iets aan hebben, is en moet het uitgangspunt zijn. Zo niet is er amper wisselwerking, moet elke partij weer het warm water uitvinden en is er geen ondersteuning voor de associaties die op dat vlak minder ver staan. Wat is uw visie hierover? Wilt u dit aftoetsen met de betrokkenen?
Kan in tussentijd een evaluatie worden gemaakt van de werking van het SIHO, zeker in het licht van de kritische adviezen van de stuurgroep, het antwoord daarop van het SIHO en de opmerkingen van uw voorganger?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : U hebt een mooi overzicht van de problemen gegeven, mevrouw Stevens. Ik zal het niet herhalen. Het klopt dat één associatie, die van Leuven, het voorstel van de bemiddelaar niet heeft aanvaard. De andere associaties deden dat wel. Dat betekent dat er toch voldoende draagvlak is om het steunpunt te laten functioneren. Net als u betreur ik echter uiteraard dat de Associatie K.U.Leuven daar niet bij is. Ik heb een paar weken geleden de Leuvense vicerector voor studentenbeleid ontmoet. Ik heb het onder meer met haar over het steunpunt gehad. Ze heeft me de redenen uiteengezet. Als ik het goed begrijp, gaat het vooral over een probleem van filosofie, ideologie of visie op de problematiek. Blijkbaar is dat niet overbrugbaar. Dat lijkt me moeilijk, aangezien de beleidsvisie vastligt in een door ons goedgekeurd VN-verdrag. Dat stelt dat er in principe een inclusiebeleid is, met redelijke aanpassingen. We zijn dus eigenlijk aan die visie gebonden, net als iedereen in dit land.
Ik ken dus de beslissing van de K.U.Leuven. Ik heb gemerkt dat ze niet onomkeerbaar is. Ik wil dus ook nog eens contact hebben met de mensen van het steunpunt. Ik zal dat ook doen. Op basis daarvan zal ik bekijken wat er kan en wat er niet kan. In ieder geval heeft de K.U.Leuven toegezegd te zullen meewerken aan activiteiten, ook al maken ze zelf geen deel uit van de projectgroep.
Ik denk dat de integratie in de VLUHR op zich geen probleem hoeft te vormen. Ik heb daar op zich geen bezwaar tegen, maar ik denk niet dat het de problemen zal oplossen. Het gaat immers over een visieprobleem. Ik verkies dus eerst te zien of het steunpunt dat verschil in visie kan overstijgen en de K.U.Leuven toch nog zou meedoen. Alleszins zal de instelling deelnemen aan activiteiten. Ik heb immers begrepen dat ook voor de Associatie K.U.Leuven toegankelijkheid een heel belangrijk punt is.
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Minister, ik dank u voor uw antwoord, dat bijzonder kort was. U hebt ook niet op al mijn vragen geantwoord. Gezien het probleem met het draagvlak vind ik toch dat het echt tijd wordt om in te grijpen. SIHO heeft onvoldoende draagvlak om ernstig voort te werken. Het wordt hoog tijd om in te grijpen. Bij wijze van spreken de helft van de studenten wordt hiermee immers niet bereikt. Die Associatie K.U.Leuven vertegenwoordigt immers een heel grote groep. Het verheugt me wel dat de K.U.Leuven nog mag meewerken en actief zal meewerken, ook al maakte de instelling formeel gezien geen deel uit van die groep. Dat is al een eerste stap, maar op termijn moet er een duidelijke oplossing komen, waarin alle partijen zich kunnen vinden. Het gaat over studenten met een handicap.
Wat de toekomst betreft, moeten we ook kijken naar het Nederlandse model. Blijkbaar zijn er ook problemen met de visie van het SIHO zelf. Het SIHO zou veel meer een bemiddelende rol moeten kunnen spelen tussen de studenten en de instellingen van het hoger onderwijs. Dat moet worden bekeken. Stel dat in een bepaalde instelling een student vindt dat hij nood heeft aan een redelijke aanpassing en de instelling oordeelt dat die aanpassing niet redelijk is, waar moet hij dan heen? Ik vind dat het SIHO hier zeker een bemiddelende rol kan spelen. Anders moet de student naar de rechtbank trekken, of naar het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Dat is toch een bijzonder grote stap. Er zou een tussenstap moeten kunnen worden ingevoerd, waarbij het SIHO een bemiddelende rol krijgt toegekend, net als in Nederland. Daarom is het belangrijk dat het steunpunt voldoende onafhankelijk is van die instellingen en van hun belangen. Daarom is het echt nodig dat er een heel duidelijke visie is op de werking van het SIHO, maar blijkbaar is er over die visie ook geen duidelijke consensus binnen het SIHO zelf. Er is dus heel veel werk aan de winkel.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Ik denk wel dat ik op de vragen heb geantwoord.
Ik weet niet of het noodzakelijk is dat het SIHO een bemiddelingsfunctie vervult. De Vlaamse overheid heeft, in het kader van het gelijkekansenbeleid, een aantal meldpunten Discriminatie opgericht. Toegankelijkheid is een van de mogelijkheden. In elf van de dertien centrumsteden is er nu een meldpunt. De bedoeling ervan is dat ze registreren en bemiddelen. Pas als bemiddeling niets oplevert, kan er naar het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding worden gegaan, en eventueel naar de rechtbank. We hebben momenteel dus wel een instrumentarium. Ik weet niet of het de opdracht moet zijn van een steunpunt om te bemiddelen in conflicten. Een steunpunt moet ondersteunen qua beleid. U hebt absoluut gelijk als u stelt dat er een probleem is met de visie die daar wordt gehanteerd, maar ik heb daarnet gezegd dat ik dat een enigszins verkeerde discussie vindt. De visie ligt immers vast. Er is het VN-verdrag met betrekking tot personen met een handicap. U weet dat alle overheden in het land dat hebben geratificeerd. Het is dus bindend.
Nu is het zaak te bekijken wat de problemen zijn. Ik heb de vicerector nogmaals ontmoet. Het SIHO is op komst. Op basis daarvan zal ik bekijken of er een mogelijkheid is. Er is echter wel vooruitgang geboekt: de Associatie K.U.Leuven wil meedoen aan de activiteiten, ook al maakt ze geen deel uit van de projectgroep. Aangezien alle andere associaties meedoen, is er voldoende draagvlak.
Mevrouw Helga Stevens : Er zijn inderdaad meldpunten Discriminatie, maar ik vind dat ze te weinig een bemiddelende rol spelen. Veel mensen weten ook niet dat die meldpunten bestaan. De specifieke situatie van het hoger onderwijs vereist specifieke expertise. Het SIHO zou toch een aanvullende rol kunnen spelen. Dat is echter een discussie voor een ander moment.
De voorzitter : Het incident is gesloten.