Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 27/10/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de achteruitgang van de selectieve inzameling van luierafval
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de minister, mijnheer de voorzitter, geachte collegas, in de voorbije legislatuur was de verwerking van luierafval meermaals het onderwerp van een debat. Ons voorstel van resolutie van 12 oktober 2005 over de vraag naar een selectief inzamelsysteem werd ook door de meerderheid goed bevonden en op 20 oktober 2005 werd het door de meerderheid overgenomen.
Er is intussen al heel wat gebeurd, maar er is nog altijd geen concrete oplossing voor het selectief inzamelen van luierafval en het verwerken van dit afval in plaats van het te verbranden.
Volgens de laatste cijfergegevens zou de afvalberg niet meer uit 8 percent luierafval en incontinentiemateriaal bestaan, maar uit 10 percent. Dat is niet weinig. Een selectief afvalverwerkingssysteem en inzamelsysteem zou heel wat afvalverbranding kunnen uitsluiten.
Een techniek om het afval te verwerken, heb ik in Nederland gevonden bij de firma Knowaste. Jammer genoeg is die firma om onbekende redenen overkop gegaan. Dit was geen reden om onze visie op selectieve inzameling overboord te gooien. We vroegen ons af waarom zon initiatief in Vlaanderen niet mogelijk was.
Op 5 maart 2009 antwoordde toenmalig minister Crevits op mijn interpellatie dat een evaluatieonderzoek heeft aangetoond dat selectieve inzameling van luierafval slechts rendabel is als het afval verwerkt wordt volgens een aangepaste Knowaste-technologie. Mevrouw Crevits zei toen dat twee bedrijven hiervoor interesse hadden getoond. Ik dacht dat er dan in Vlaanderen ook wel een geweldige vooruitgang kon worden geboekt op het gebied van luierinzameling en luierverwerking. Intussen werd er door minister Crevits een nieuwe opdracht uitgeschreven en nieuwe studies besteld. De studie van de Universiteit Gent had als conclusie dat selectieve inzameling van luierafval steeds duurder is dan het basisscenario. De resultaten van deze studie zouden echter, volgens de minister, de bedrijven opnieuw moeten aanzetten om plannen te ontwikkelen voor recyclage waarbij de verwerkingsmethode ecologisch beter scoort dan het basisscenario.
Verschillende gemeenten zijn intussen gestart met een selectief inzamelsysteem. Er waren een aantal pilootgemeenten. Uit een persbericht van vorige week blijkt nu dat de stad Antwerpen de luiers niet meer selectief zal inzamelen. De stad Antwerpen maakt deel uit van de Intercommunale Grondbeleid en Expansie Antwerpen (IGEAN) die verantwoordelijk is voor huisvuilverwijdering en -verwerking in het hele arrondissement Antwerpen. IGEAN had samen met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een proefproject waarbij in de stad Antwerpen wegwerpluiers selectief werden ingezameld samen met het groente-, fruit- en tuinafval (gft) voor compostering.
Uit een tweede studie van OVAM blijkt echter dat de selectieve inzameling van wegwerpluiers wel verantwoord is, maar dat het resultaat te negatief is waardoor IGEAN in zijn strategische nota voor 2010 stelt dat de selectieve inzameling van wegwerpluiers moet worden stopgezet omwille van de verandering in de samenstelling van de luiers of incontinentiemateriaal. De kwaliteit van het compost kon niet meer gegarandeerd worden.
De vraag die we ons dan ook moeten stellen, is of de selectieve inzameling en verwerking van luierafval die momenteel in Antwerpen wordt beëindigd, in heel Vlaanderen ten einde loopt, waardoor opnieuw de te verbranden hoeveelheid afval groter wordt.
Mevrouw de minister, op welke manier geeft u opvolging aan de studies die door OVAM werden gevoerd in samenwerking met de Universiteit Gent? Zult u de gemeenten die nog selectief luierafval willen inzamelen, verder ondersteunen? Zijn er momenteel nog onderhandelingen bezig in de opstart naar een verwerkingsinstallatie volgens het Knowaste-principe? Toenmalig minister Crevits zei dat er twee bedrijven interesse hadden. Zijn die bedrijven nog aanwezig en hebben ze nog interesse? Bent u bereid in overleg te gaan met de federale minister verantwoordelijk voor productenbeleid, gelet op de problemen bij de verwerking van luierafval? Of meent u dat compostering van luiers niet langer aangeraden is en dat er moet worden gezocht naar verwerking volgens het Knowaste-principe?
De heer Bart Martens : Mevrouw de minister, mevrouw Van den Eynde vraagt naar een eventueel overleg met de federale overheid om na te gaan in hoever productnormen kunnen worden aangepast met het oog op recycleerbaarheid en composteerbaarheid. Ik vraag me af in hoever we ook geen aanvaardingsplicht zouden kunnen overwegen, net zoals we dat doen voor elektrische en elektronische apparaten, autowrakken, autobanden enzovoort. Je zou binnen het uitvoeringsbesluit Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) normen kunnen opleggen op het vlak van het percentage nuttige toepassing, het percentage recyclage enzovoort, zodat ook de producenten via het Vlaams instrument van een aanvaardingsplicht worden geresponsabiliseerd en al bij het design van hun product rekening gaan houden met de composteerbaarheid of recycleerbaarheid.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, de resultaten van de studie, die door OVAM werd uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit Gent, zijn opgenomen in een beleidstekst over de selectieve luierinzameling. Dit document is in april 2009 door OVAM overgemaakt aan alle Vlaamse gemeenten.
Zolang niet kan worden gegarandeerd dat het ingezamelde luierafval wordt gerecycleerd, is het weinig zinvol om gemeenten actief te stimuleren om luierafval selectief in te zamelen. De gemeenten die hiermee reeds gestart waren, mogen deze aparte inzameling van luierafval blijven organiseren.
Twee bedrijven hebben hun plannen kenbaar gemaakt om een nieuwe installatie te bouwen die werkt op basis van een aangepaste Knowaste-technologie voor de recyclage van luierafval. Een concrete vergunningsaanvraag werd nog niet ingediend.
De wegwerpluiers bevatten vandaag minder papierpulp en meer superabsorberende polymeren. Hierdoor wordt vergisting en compostering van luierafval economisch en milieuhygiënisch zeer moeilijk haalbaar. Het is in principe mogelijk de samenstelling van de luiers te veranderen zodat het opnieuw interessanter wordt om deze samen met het gft in te zamelen en te verwerken, maar dit zou wel de absorberende eigenschappen van de luiers verminderen. Bovendien moeten we er ook rekening mee houden dat de productie van wegwerpluiers op Europese schaal georganiseerd is. Productnormering kan dus best op Europees niveau gebeuren.
Voor een aanvaardingsplicht is er ook weer het probleem van de kwaliteit. Luiers verbeteren, de absorptie verbetert. Als we producenten verplichten om de luiers terug te nemen en de samenstelling te veranderen, dan vrees ik dat dit misschien ten koste gaat van de kwaliteit. We moeten nagaan of dit technisch haalbaar is. Ik twijfel er aan, maar ik wil het wel eens laten onderzoeken.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de minister, dit is een kort antwoord en ik ben ontgoocheld, want ik heb het gevoel dat we heel de discussie die we al enkele jaren voeren en waarvan iedereen overtuigd was dat er een goed voorstel in zat, met het badwater weggooien. Tien percent van de restafvalberg dat is niet min bestaat uit luiers en incontinentiemateriaal. U zegt dat u de studie hebt overgemaakt aan de gemeenten, maar wat doet u ermee? Ik denk dat de gemeenten daar niet veel mee zijn. U geeft het signaal: stop ermee, ik heb geen oplossing, we zien het niet meer zitten. Dat is geen voorbeeld voor een Vlaamse overheid
Ik begrijp dat u de gemeenten niet wilt stimuleren, maar u mag toch actief meewerken aan een oplossing voor het selectief inzamelen en verwerken van dat luierafval. Dat doet u niet. Hebt u contact met die twee firmas? Wat zijn de struikelblokken waarom ze niet kunnen overgaan tot de installatie van zulke verwerkingstechnieken? Ik heb het gevoel dat we heel de luierafvalproblematiek op een drafje afhandelen en opzijschuiven. We hebben nu andere dingen aan ons hoofd.
Inzake de compostering steun ik het voorstel van de heer Martens. De technologie staat niet stil. Waarom kan men niet verder zoeken naar goede absorbeerbare materialen die ook composteerbaar zijn? Ik ben geen wetenschapper, maar als we die opdracht geven aan de wetenschap en als we dat kunnen vastleggen in productnormen of een aanvaardingsplicht, dan zal de technologie er wel komen. Dan zal de industrie werken aan een oplossing.
Mevrouw de minister, met uw antwoord ben ik helemaal niet tevreden. U steunt veeleer de afvalverbrandingssector dan de recyclagesector.
De heer Bart Martens : Het is tegenstrijdig dat u stelt dat enerzijds de incontinentiematerialen zo snel veranderen dat ze niet meer composteerbaar zijn, en dat anderzijds twee bedrijven initiatieven zouden nemen en plannen hebben om aparte verwerkingsinstallaties voor dat soort materiaal op te zetten. Ik veronderstel dat dit met het oog is op een meer milieuvriendelijke verwerking dan het opstoken in de verbrandingsoven.
Als er initiatieven worden genomen en men kan aantonen dat de selectieve verwerking van dat materiaal betere milieuresultaten oplevert dan de klassieke verbranding met energierecuperatie, dan moeten we die kansen te baat nemen.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw Van den Eynde, u leidt verkeerde zaken af uit mijn antwoord. U zegt dat er niets gebeurt en dat we niets doen, integendeel. De samenstelling van de luiers is veranderd. Het composteren lukt niet, maar er is geen alternatief. Het moet dus worden verbrand. De kosten van selectieve inzameling zijn enorm hoog. Hoewel dat op containerparken dat dan nog meeval. Met deze situatie worden we vandaag geconfronteerd.
Ik zeg niet dat er niet verder wordt gezocht naar oplossingen, integendeel. OVAM is daar ook mee bezig. Uw suggestie en die van de heer Martens om het voorstel van de aanvaardingsplicht te onderzoeken neem ik ter harte. Ik ben geen expert, ik heb alleen de bedenking gemaakt dat het haalbaar moet zijn. Maar ik wil dat wel laten nagaan.
Het feit dat die twee geïnteresseerde bedrijven daar nog niet mee voortgaan, is omwille van de vraag of het wel rendabel is en of het op een milieuvriendelijke manier kan worden gerecycleerd. Ik zal u daar nog meer informatie over bezorgen. Over de productnormering hebben wij geen bevoegdheid, dat weet u. Of we met de aanvaardingsplicht iets kunnen doen, zal ik laten nagaan.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de minister, u zegt dat die twee bedrijven waarschijnlijk geen verdere plannen hebben ontwikkeld omdat ze niet weten of het rendabel is. Als het gaat om tien percent van de afvalberg, dan is dit een groot aanbod. Dan kan het misschien wel rendabel zijn. Ik vraag aan de Vlaamse overheid om daar actief aan mee te werken. Ik kan niet uit uw antwoord opmaken dat u daar ook actief aan werkt.
Over welke bedrijven gaat het? Hebt u al onderhandeld met die bedrijven? Ik denk het niet. Ik vraag u om een tandje bij te steken.
De voorzitter : De minister heeft ons extra informatie beloofd. Op basis van die informatie kunnen we zien hoe we hier desgevallend mee verder gaan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.