Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid
Vergadering van 20/10/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Griet Coppé tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de uitspraken van de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) over cannabis
De voorzitter : Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw Griet Coppé : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collegas, ik stel deze vraag naar aanleiding van een uitspraak van een medewerker van de Vereniging voor Alcohol- en Andere Drugsproblemen (VAD) in de Vlaamse pers.
In het Vlaams regeerakkoord 2009-2014 gaat de Vlaamse Regering het engagement aan om het Vlaams Actieplan Middelengebruik volledig uit te voeren. Daarin werd specifiek het streefdoel opgenomen om het gebruik van cannabis en andere illegale drugs bij de 18- tot 35-jarigen te verminderen tot acht percent in 2015. In 2004 was dit nog 10,7 percent. Om dit te realiseren, worden verschillende organisaties ingeschakeld. Een belangrijke partner in het drugspreventiebeleid is de VAD.
Op de site van de VAD kan men een anonieme test doen naar het risicogehalte van zijn of haar gebruik. Als men bij de test ingeeft dat men dagelijks een jointje rookt, maar dat men zelf niet de indruk heeft dat er een probleem bestaat en dat men normaal kan functioneren, dan krijgt men het bericht dat dagelijks cannabisgebruik niet problematisch is.
In maart van dit jaar stelde het Vlaams Platform tegen Drugs deze boodschap van de test aan de kaak. In een reactie hierop stelde de VAD in het Nieuwsblad dat: ... een dagelijks jointje bij volwassenen niet problematisch hoeft te zijn. Ik was verbaasd dit antwoord uit de mond van een preventiemedewerker te horen. Een dagelijkse joint bij volwassenen moet per definitie niet meteen problematisch genoemd worden, akkoord, maar dat betekent niet dat precies een beperkte gewoontevorming niet-problematisch is. Dat betekent zeker niet dat die moet worden aanbevolen via de media. Een dagelijkse joint kan op lange termijn een risico op afhankelijkheid inhouden. Gewoontevorming is de basis van elke verslaving, aangezien het lichaam voor hetzelfde effect een steeds zwaardere dosis vraagt. Zwaar gebruik verhoogt ook de kans op aantasting van het immuunsysteem, op nicotineverslaving en op psychotische symptomen. Cannabisgebruik kan een daling van de bloeddruk, versnelling van de hartslag, invloed op de fijne motoriek en het kortetermijngeheugen met zich meebrengen.
Ten slotte zijn ook de gezondheidsrisicos bij het roken algemeen bekend. Ontrading is dus de boodschap, of zou toch de boodschap moeten zijn. De uitspraak van de medewerker wordt bovendien aangegrepen als een argument tegen een algemeen rookverbod. Dagelijkse gebruikers kunnen echter geen recreatieve gebruikers worden genoemd. Gepaste interventies zijn daarom aangewezen. De uitspraak van de medewerker is voor interpretatie vatbaar. Over welke periode van dagelijks gebruik gaat het, vanaf welke leeftijd en in welke context? Een uitspraak van een beetje kan is volgens mij geen uitspraak, zeker niet uit de mond van een preventiemedewerker. Het signaal moet daar krachtig voor zijn. Jonge mensen leven niet altijd in een rustige omgeving. Ze krijgen veel prikkels. Deze week konden we ook nog in een reportage van Koppen zien dat het gevaar bestaat dat cocaïnegebruik wordt gebagatelliseerd. Ook van een jongerenafdeling van een partij hadden we gedacht dat ze meer verantwoordelijkheidszin had. Ze doet een wervingscampagne gericht op jongeren, met een positieve inslag met betrekking tot cannabis- en cocaïnegebruik.
Mijnheer de minister, wat is uw houding tegenover die uitspraak van een VAD-preventiemedewerker? Acht u dit standpunt verzoenbaar met het Vlaamse actieplan ter zake, dat het gebruik van cannabis wil reduceren en in een verder stadium de drugsproblematiek wil aanpakken, ook op langere termijn?
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Ik deel de bekommernis van mevrouw Coppé volledig. Ik wil onderschrijven wat ze zegt. Toen ik die uitspraak zag, vond ik dat bijna niet te geloven. Het is onaanvaardbaar dat iemand die werkt voor de VAD, dat als hoofddoel het voeren van een degelijk preventiebeleid heeft, dit signaal geeft aan de jongeren. Terecht werd gesteld dat er maar één boodschap kan zijn, namelijk ontrading. Mijnheer de minister, ik hoop dan ook dat u aan de VAD het duidelijke signaal geeft dat dit absoluut niet voor herhaling vatbaar is.
Ik had nog een vraagje in de marge over preventie. We hebben het hier altijd over illegale drugs. Tabak maakt daar geen deel van uit. Mijnheer de voorzitter, u weet wellicht nog dat ter zake herhaaldelijk een bekommernis is geuit, maar dat er op het terrein helaas weinig is veranderd. Drugspreventie valt nadrukkelijk onder de VAD, terwijl rookpreventie grotendeels onder het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG) valt. Mijnheer de minister, bent u bereid te onderzoeken of dat alles niet kan worden ondergebracht bij één coördinerende instantie? Dat kan nuttig zijn en meer renderen voor de preventie.
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Mijnheer de voorzitter, eigenlijk is er sprake van twee zaken. Eerst zal ik het hebben over de uitspraken die al dan niet zouden zijn gedaan. Ik zal me niet uitlaten over de vraag of de voorzitter van de VAD correct is geciteerd, maar wel over de uitspraak dat een dagelijks jointje bij volwassenen niet problematisch hoeft te zijn. Dat was op zijn minst een ongelukkige uitspraak, wat ook de verdere context ervan weze. Iemand die elke dag een joint rookt, loopt wel een gezondheidsrisico, ook al zou dat op dat moment nog geen enkel negatief effect op zijn of haar gedrag hebben. Dat laatste is trouwens vrij onwaarschijnlijk: een paar uur per dag rondlopen onder de invloed van cannabis lijkt niet meteen een constructieve manier om in het leven te staan.
Ik twijfel er echter niet aan dat de VAD met de test de beste bedoelingen heeft, en dat ze zich bewust is van de gevaren van cannabisgebruik, maar de communicatie is natuurlijk wel verwarrend. De naam van de site, www.hoeveelisteveel.be, suggereert dat er bij elk product waarvoor een test wordt aangeboden, een bepaalde hoeveelheid is die niet problematisch is. Voor een aantal producten gaat dat ook op. Zo is het mogelijk om op een veilige manier alcohol te gebruiken of op het internet te surfen, maar voor illegale drugs als cannabis, xtc of speed is die baseline eigenlijk wel misleidend.
Bij de introductie van de test staat ook te lezen dat het resultaat geen uitspraken doet over problemen met de politie of het gerecht, problemen op het werk of op school, relatieproblemen, financiële problemen, schulden enzovoort. Riskant of problematisch gebruik wordt bij deze test verengd tot zeer acute afhankelijkheidsproblemen, maar dat is volgens mij geen correcte invulling. Epidemiologisch onderzoek leert ons dat heel wat gezondheidsschade door alcohol of drugs niets te maken heeft met afhankelijkheid: denken we maar aan verkeersongevallen of ongevallen op het werk. Die mensen zijn niet noodzakelijk verslaafd. Bovendien zijn het hoe dan ook gevaarlijke toxische producten. Cannabis kan verslavend en kankerverwekkend zijn.
Het actieplan geeft aan dat de gezondheidsdoelstellingen streefdoelen zijn die, afhankelijk van de kenmerken van het product en de doelgroep, verder moeten worden geconcretiseerd. Het gebruik terugdringen kan onder meer betekenen: voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen beginnen te roken, alcohol te gebruiken of illegale drugs nemen; de beginleeftijd uitstellen; verantwoordelijk gedrag bevorderen; een vroegtijdige aanpak stimuleren, bijvoorbeeld stoppen met roken en vroegdetectie; hulp aanbieden,vroeginterventie, behandeling, terugvalpreventie; een gezonde leefomgeving waarborgen.
Al die dimensies zijn nodig. Het moet dan ook mogelijk zijn de informatie aan te passen aan de doelgroep, zeker als het gaat over hulpverlening of vroeginterventie. Het is immers jammer genoeg zo dat mensen die cannabis of andere producten gebruiken, in veel gevallen niet openstaan voor de boodschap dat ze daar best zo snel mogelijk mee stoppen. Het kan helpen hen in eerste instantie op een niet-veroordelende manier te doen nadenken over hun gebruik, in de hoop dat er een lampje gaat branden. Dat is duidelijk de bedoeling geweest van die test.
Tegelijk mag de communicatie over vroeginterventie en hulpverlening de eenduidigheid van de preventieboodschap aan het grote publiek niet in gedrang brengen. Het is een illusie te denken dat een bepaalde boodschap altijd maar terechtkomt bij diegene waarvoor ze bedoeld is, zeker in de media. Het is voor de organisaties die rond dit thema werken, een voortdurende evenwichtsoefening. Soms moet er worden bijgestuurd, in de ene of andere richting. Ik zal dit punt op korte termijn op de agenda zetten, bij de bespreking van het nieuwe jaarplan van de VAD voor 2010 en het nieuwe convenant, dat ingaat vanaf 2011.
Mevrouw Dillen, de fusie waarover u het had, zal pas na 2014 aan de orde kunnen zijn. We willen onze partnerorganisaties inderdaad op een andere manier structureren. We bepalen een thema waarvoor we een preventiebeleid willen uitwerken, en doen dan een oproep aan potentiële partners om dat beleid waar te maken. Een consortium is dan natuurlijk mogelijk. Dat zal op dat moment kunnen.
Bij de goedkeuring van het besluit dat uitvoering geeft aan dit element uit het Preventiedecreet heb ik van de huidige convenanthouders, het VIG, de VAD en Sensoa, verkregen dat zij, mits ze een goede evaluatie krijgen, nog voor één termijn van vijf jaar een verlenging krijgen als partnerorganisatie. Dat betekent dat pas daarna een dergelijke formule in overweging kan worden genomen.
De voorzitter : Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw Griet Coppé : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U erkent dat preventie een duidelijke en krachtige boodschap moet uitdragen. Die boodschap moet eenduidig zijn. De VAD zal daarop gewezen worden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.