Commissie ad hoc
Vergadering van 14/09/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Gerda Van Steenberge tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de steun van het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen aan het actieplatform BOEH!
De voorzitter : Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collegas, ik ben al vijf jaar lid van de commissie voor Gelijke Kansen. De leden van die commissie verschillen soms grondig van mening, maar over één punt heerst er over de partijgrenzen heen eensgezindheid: wij vinden de gelijkheid tussen man en vrouw unaniem zeer belangrijk.
In de laatste beleidsbrieven van uw voorgangster Kathleen Van Brempt werd onzes inziens nogal veel gefocust op allerlei doelgroepen, en te weinig op de doelgroep van de vrouw zelf. De minister beaamde dat wel, maar ze vond de andere groepen ook belangrijk. Wij vonden dat er moest worden gefocust op de gelijkheid tussen man en vrouw.
Mijnheer de minister, de uitbouw van een sterk middenveld voor elk van de beoogde doelgroepen is een van de pijlers van het gelijkekansenbeleid van de Vlaamse overheid. Het allochtone vrouwenmiddenveld wordt onder meer ondersteund via het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen (SAMV), omdat lokale allochtone vrouwengroepen nood hebben aan ondersteuning op het vlak van emanciperende visieontwikkeling, en het SAMV hiervoor goed geplaatst is en aan die nood tegemoet kan komen, zo lezen we in de beleidsbrief.
Een van de belangrijkste middelen daartoe, luidens de beleidsbrief, is de structurele subsidiëring van enkele zorgvuldig uitgekozen organisaties. Hun opname ad nominatim, zoals het SAMV, in de begroting van Gelijke Kansen houdt in dat die organisaties in hun werking ondersteunend zijn voor het gelijkekansenbeleid. De subsidies laten de betrokken organisaties toe zichzelf waar te maken in hun specifieke doelstellingen, maar die dienen tevens te passen in de inhoudelijke lijnen waarrond het Vlaamse gelijkekansenbeleid wordt uitgebouwd.
In de huidige hoofddoekenkwestie zien we dat een overkoepelende organisatie, Baas Over Eigen Hoofd (BOEH!), zich onder andere tegen het hoofddoekenverbod kant. BOEH! verzamelt verschillende verenigingen in zich. Het is een actieplatform van autochtone en allochtone feministische organisaties. Bij nazicht van de webstek van de actievoerders blijkt dat die organisatie onder andere, naast het AEL (Arabisch-Europese Liga), ook het Minderhedenforum en het SAMV in haar rangen telt. Nochtans zegt de beleidsbrief dat het SAMV het emancipatie- en participatieproces van allochtone meisjes wil onderbouwen en stimuleren en dat het onder andere als doelstelling heeft om het emancipatorische denken bij allochtone vrouwengroepen te versterken.
Vorig jaar werd de subsidie van het SAMV nog vermeerderd met 50.000 euro, omdat een personeelsuitbreiding een must was om deze intensieve tak tot een goed einde te brengen. Het steunpunt kreeg voor 2009 in totaal 158.000 euro.
In het licht van de recente gebeurtenissen moeten we echter stellen dat de eis tot het dragen van een hoofddoek in wezen niets te maken heeft met emancipatie, zelfbeschikking of gelijke kansen. De eis tot het dragen van een hoofddoek leidt niet tot betere kansen. Integendeel, allochtone meisjes worden zo gelijke kansen ontnomen. Ik verwijs daarbij opnieuw naar uitspraken van de directrice van de school in Antwerpen, mevrouw Heremans, die stelt dat de schoolkeuze niet meer wordt bepaald door de richting die ze willen kiezen, maar door het gegeven of ze al dan niet een hoofddoek kunnen dragen. Bovendien wordt de sociale druk op een hoofddoek zodanig groot en die wordt bovendien ook nog opgedrongen door moslimmannen dat van een vrije keuze nog maar weinig sprake is.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van het feit dat door het Vlaamse gelijkekansenbeleid gesubsidieerde organisaties deel uitmaken van het actieplatform BOEH!? Behoort de eis tot het dragen van een hoofddoek tot de doelstellingen van het SAMV? Ik meen van niet.
Indien u deze mening deelt, worden de subsidies die het waarmaken van de specifieke doelstellingen toelaten, ingetrokken?
Valt de mening van het steunpunt nog te rijmen met de inhoudelijke lijnen waarrond het Vlaams gelijkekansenbeleid wordt uitgebouwd?
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : De Open Vld-fractie is er zich van bewust dat een middenveldorganisatie, ook al wordt ze gesubsidieerd, niet altijd de dingen zegt die de minister graag wil horen. Ze moet natuurlijk de doelstellingen uitvoeren die in haar opdracht zijn vastgelegd. Dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat ze alles moet zeggen wat de minister zegt. Die kanttekening wou ik toch maken.
Ik herhaal nog eens de vraag die de heer Keulen al twee keer stelde en waar u niet op antwoordde: zult u optreden tegen die mannen en jongens die de vrije keuze van meisjes verhinderen? Zult u actie ondernemen tegen de personen die ervoor zorgen dat meisjes niet naar school kunnen gaan of niet vrij kunnen kiezen voor of tegen een hoofddoek?
De voorzitter : Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mevrouw Elisabeth Meuleman : Ik twijfel geen seconde aan de goede bedoelingen en de jarenlange inzet van de directies van de scholen in kwestie. Dat is belangrijk.
Ik wil me niet uitspreken over de regels die de scholen bepalen. Er zijn in Brussel voorbeelden waar dergelijke reglementen in verband met hoofddeksels zonder problemen worden nageleefd. Er zijn ook scholen die daar wel problemen mee ondervinden. Los daarvan: het algemene hoofddoekenverbod dat eenzijdig en van bovenaf is opgelegd dat is toch de perceptie is een ander verhaal. De protagonisten in deze kwestie, de personen die de emancipatie kunnen bewerkstelligen wat we zo graag zouden willen , dat zijn net de allochtone vrouwenorganisaties. Dat zijn net organisaties als BOEH! en er zijn er nog veel meer. Het zijn net die sterke vrijgevochten vrouwen die we nodig hebben. Ze zijn wel gelovig maar de meesten werken buitenshuis en zijn geëmancipeerd. Zij hebben die keuzevrijheid verworven en staan erop. Deze vrouwen moeten een rol spelen. We moeten die organisaties versterken in plaats van te verzwakken. We moeten hen horen.
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Ik voel niet de noodzaak om de minister te verdedigen, hij zal dat zelf wel doen. Mevrouw De Knop, ik ben maar een jurist, maar ik vraag me echt af hoe de minister zon aanpak zou kunnen ontwikkelen. Hij heeft daar de bevoegdheid niet toe. U blijft dat tot drie maal toe vragen, maar hij kan dat niet.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Ik ben blij met die tussenkomst, want ik begrijp de vragen van Open Vld ook niet. Het lijkt wel of u van de ministers superflikken wil maken en dat zijn we niet.
Ik heb het al gezegd in het eerste debat en ook voor tv, ik zal het nog eens herhalen. Het is onaanvaardbaar dat kinderen die naar school willen gaan, verhinderd worden om dat te doen. Het is onaanvaardbaar dat mensen moeders en vaders onder druk zetten om hun kinderen niet in te schrijven. Als er zon probleem is, moet de school dat vaststellen en doorgeven aan de politie. Ook ouders kunnen het doorgeven aan de politie. Zo werkt een rechtsstaat. Zoiets gaat niet via een minister. Als we in zon systeem terechtkomen, zitten we met een regime waar ik niet achter sta. Uw vraag, net zoals die van de heer Keulen, is totaal zonder voorwerp.
Mevrouw Van Steenberge, ik ben er inderdaad van op de hoogte dat het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen deel uitmaakt van het actieplatform BOEH! Ik ga hen trouwens binnenkort ontmoeten, ik heb hen al gesproken maar ik ga hen nogmaals zien. Ik vind dat belangrijk.
Het SAMV is een middenveldorganisatie die door het Vlaamse gelijkekansenbeleid ad nominatim ondersteund wordt. In ruil voor de middelen die het krijgt, ontvangt, onderbouwt en stimuleert het de emancipatie- en participatieprocessen van allochtone meisjes en vrouwen. Jaarlijks worden hiervoor concrete inspannings- en resultaatsverbintenissen afgesproken. De toegekende subsidie wordt zo becijferd dat de kosten worden gedekt.
Het staat de organisatie in kwestie uiteraard vrij om bijkomende activiteiten te ontplooien. Ik wil even opmerken ik hoop dat u het daarmee eens bent dat ook die organisaties die ondersteund worden door de Vlaamse overheid, standpunten mogen innemen die getuigen van een kritische zin ten opzichte van het beleid. In een democratische rechtsstaat als de onze is dat mogelijk en zelfs wenselijk. We leven gelukkig niet in een totalitair regime waar elke mogelijke kritiek de kop wordt ingedrukt en waar organisaties geld krijgen van de overheid om haar propagandamachine te worden. Zo functioneren wij niet, mevrouw Van Steenberge.
U vraagt of de eis tot het dragen van een hoofddoek tot de doelstellingen van het steunpunt behoort. Mag ik er u even op wijzen dat ik nergens gezien, gelezen of gehoord heb dat het steunpunt eist dat moslimas een hoofddoek dragen? Het ijvert wel voor de emancipatie van allochtone vrouwen, en stelt de vraag of het hoofddoekverbod een goede garantie is om die emancipatie te bewerkstelligen. Dat is iets anders dan eisen dat vrouwen een hoofddoek mogen dragen. Het steunpunt geeft trouwens een brochure uit: de sluier opgelicht. Kent u ze? Dan zal ik u straks een exemplaar bezorgen. U kunt daarin genuanceerde standpunten voor en tegen de hoofddoek lezen. Ik lees daar echt geen pleidooi in voor of tegen de hoofddoek. Ik lees argumenten voor beide keuzes. Het is een instrument voor leerkrachten om hiermee om te gaan.
Tot slot, we gaan het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen verder ondersteunen. Ik heb er geen probleem mee dat het deel uitmaakt van het actieplatform BOEH! Dat bestaat overigens uit zeer mondige jonge dames.
De voorzitter : Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Dat laatste betwijfel ik niet, mijnheer de minister.
Op de websites van het steunpunt en van BOEH! vond ik de Arabisch-Europese Liga. Ik heb er mijn bedenkingen bij in hoeverre dat een feministische organisatie is tot daar aan toe. Ik vind wel dat het steunpunt, als het blijft subsidies ontvangen, moet blijven ijveren voor de doelstellingen van het gelijkekansenbeleid. We zullen daarin van mening verschillen, maar het al dan niet dragen van een hoofddoek is een politiek statement geworden. De gelijke kansen en onderwijskansen van de allochtone meisjes, die mij overigens wel nauw aan het hart liggen, worden daarmee gefnuikt. Dat is niet alleen mijn mening. Ik lees dat ook steeds vaker in de kranten. Ik heb bedenkingen bij het ondersteunen van BOEH! door het SAMV omdat BOEH! wel eenzijdig is en oproept tot acties en tot spijbelen.
Wat me frappeert en ik spreek u aan als minister van Gelijke Kansen is het oorverdovende stilzwijgen van onze vrouwenorganisaties. Daar hebt u niets mee te maken, maar het moet me even van het hart. Ze hebben zo lang gestreden voor gelijke kansen van mannen en vrouwen maar nemen nu geen enkel standpunt in tegen de ongelijkheid van de vrouw binnen de islam.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Blijkbaar is onze vraag niet duidelijk. Onze vraag is dat u als minister van Gelijke Kansen aan dit thema niet alleen aandacht besteedt via het SAMV. Onze enige verzuchting is dat zij die keuzevrijheid hebben en die keuze zelf kunnen maken. Ik vraag u om de nodige aandacht via het SAMV of via andere steunpunten voor het feit dat die meisjes hun keuze niet altijd zelf maken. In veel gevallen wordt de keuze voor hen gemaakt. Wij vinden dat dat punt onderbelicht blijft in heel deze discussie, vandaar dat we daar herhaaldelijk op terugkomen. We hopen dat u daar als minister van Gelijke Kansen aandacht voor hebt en dat u binnen die gemeenschap de bewustwording mee voedt dat deze dames voor zichzelf kunnen kiezen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.