Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 23/04/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Tinne Rombouts tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de uitvoering van het Schoolsportdecreet, wat betreft het Follo-project
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, bij decreet van 13 februari 2009 werd het schools en naschools sporten voor leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs georganiseerd. Het decreet van 1 december 1993 en zijn uitvoeringsbesluiten houdende erkenning en subsidiëring van de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS) werd opgeheven.
Op de website van Bloso, op de pagina ´De Schoolsport in Vlaanderen´, lezen we dat in uitvoering van het decreet van 1 december 1993 in de schoot van Bloso het Vlaams Bureau voor Schoolsport op 1 februari 1996 werd opgericht. Dat bureau werd opgericht om het samenwerkingsverband tussen Bloso en de Stichting Vlaamse Schoolsport optimaal te regelen.
De Follo´s - leerkrachten Lichamelijke Opvoeding met een flexibele opdracht - spelen een belangrijke rol in het samenwerken van scholen met lokale sportclubs. Dat is een zeer waardevol project, omdat jongeren toeleiden naar sportclubs op zich een hele uitdaging is. Om meer doorstroming te creëren en om jonge kinderen meer aan het sporten te krijgen, is alle ondersteuning en hulp welkom.
De Follo´s moeten proberen jongeren meer en beter te begeleiden, om zo de weg naar de sportclub te vinden. De Follo´s worden tot op heden aangestuurd door het Vlaams Bureau voor Schoolsport. Dat is een waardevol project. Zelfs onze Nederlandse collega´s hebben dat opgemerkt. Zij zijn vaak voorlopers op sportgebied, maar waren zodanig gecharmeerd door dit Vlaamse project dat zij het met succes gekopieerd hebben. Op dit ogenblik combineren meer dan 200 leerkrachten lichamelijke opvoeding er hun lesopdracht met de begeleiding van leerlingen naar sportbeoefening en naar de sportclub. In Vlaanderen is dat aantal blijven steken op iets meer dan twintig leerkrachten.
Ik denk dat scholen heel graag willen meewerken aan de projecten om jongeren meer naar sportclubs te krijgen, maar ze hebben daar natuurlijk ook de nodige ondersteuning voor nodig.
In het basis- en secundair onderwijs werd tijdens deze legislatuur gestart met het project ´brede school met sportaanbod´. Kortom: ook tijdens deze legislatuur werden heel wat initiatieven genomen om schoolgaande jongeren bewust te maken van het belang en het nut van gezond en gestructureerd sporten.
Mijnheer de minister, is het Vlaams Bureau voor Schoolsport nog actief? Zo ja, wat is de samenstelling? Wie zit het bureau voor? Aan welke rechtsgrond ontleent dit bureau zijn bestaan na de opheffing van het decreet en besluit op de erkenning en subsidiëring van SVS?
Hoe wordt de samenwerking tussen Bloso en de nieuwe Stichting Vlaamse Schoolsport, die in het kader van het nieuwe schoolsportdecreet zal worden gesubsidieerd, geregeld? Werden desbetreffend afspraken gemaakt met uw collega van Onderwijs?
Werd het Follo-project recent nog geëvalueerd? Zo ja, wat zijn de bevindingen? Zo neen, hebt u nog plannen in die richting? Wat is de situatie van het Follo-project na de goedkeuring van het Schoolsportdecreet? Zal het Follo-project verder blijven bestaan? Zo ja, door wie en op welke wijze zullen de leerkrachten worden aangestuurd? Met welke opdrachten worden zij belast? Voorziet u desgevallend in een uitbreiding van het project?
Wat zijn na drie jaar uitvoering van het project ´brede school met sportaanbod´ de resultaten op het werkveld? Worden de Follo´s ingeschakeld in dit project? Wat is de impact ervan op het bredeschoolproject? Is er een verschil in resultaat merkbaar tussen brede scholen met en zonder Follo´s?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega´s, het Vlaams Bureau Schoolsport werd opgericht om de samenwerking te co?rdineren tussen het Bloso en de Stichting Vlaamse Schoolsport voor alle initiatieven die te maken hebben met jeugdsportpromotie voor schoolgaande jeugd en studenten. Het Bureau Schoolsport is samengesteld uit de leidend ambtenaar, het afdelingshoofd sportpromotie en twee ambtenaren van de afdeling sportpromotie van het Bloso, de voorzitter van de raad van Bestuur, de algemeen directeur en twee provinciale co?rdinatoren van de Stichting Schoolsport.
Om een samenwerking te organiseren, hoef je uiteraard geen rechtsgrond te hebben, mevrouw Rombouts - gelukkig maar. Er zijn heel veel organisaties die gewoon bijeenkomen op basis van het recht op vrij vergaderen en verenigen.
Hoewel dit overlegorgaan niet meer als dusdanig opgenomen is in het nieuwe Schoolsportdecreet, is het een forum waar overleg en afstemming gebeurt over de verschillende schoolsportinitiatieven van Bloso en SVS, over de Follo-projecten, over de projecten brede school en dergelijke meer. Beide partners ervaren de meerwaarde van het overleg en vinden het dan ook belangrijk dat het op regelmatige tijdstippen kan plaatsvinden.
Het nieuwe Schoolsportdecreet bepaalt dat Bloso vertegenwoordigd is in de opvolgingsgroep die advies uitbrengt aan de Vlaamse Regering over de ingediende jaarplannen en jaarverslagen van de vereniging voor schoolsport die kan worden gesubsidieerd. Artikel 3, derde lid, van het decreet stipuleert dat tussen de SVS en de Vlaamse Regering een subsidieovereenkomst wordt gesloten. In die subsidieovereenkomst is opgenomen dat het de vereniging vrij staat een samenwerkingsprotocol af te sluiten met Bloso.
De laatste globale evaluatie bij verschillende betrokkenen in het Follo-project, de Follo´s zelf, maar ook SVS, Bloso, de scholen en de gemeentelijke sportdiensten, dateert van 2006. De algemene indruk was dat dit een bijzonder waardevol project was, dat mits een aantal bijsturingen best gecontinueerd en zelfs verder uitgebreid zou worden. Die aanbevelingen rond de inpassing van de Follo´s in brede schoolprojecten met sport die duidelijk zijn ingebed in lokale netwerken, en een uitbreiding van het aantal voltijdse equivalenten, werden ook in de praktijk omgezet.
U dacht dat er geen stijging was van het aantal Follo´s, mevrouw Rombouts, maar u vergist zich. Er is een groei van 30 percent. We zijn namelijk van 20 naar 26 Follo´s gegaan.
Daarnaast gebeurt bij de leerkrachten die worden ingeschakeld in het project ´brede school met sportaanbod´ via een halftijdse detachering een jaarlijkse evaluatie. Indien nodig wordt bijgestuurd of worden nieuwe mensen gecontracteerd. Buiten die 26 Follo´s zijn er dus ook nog andere leerkrachten bezig met schoolsportprojecten.
Het is zeker de bedoeling het bredeschoolproject ook in de toekomst voort te zetten. Daartoe wordt binnen de begroting Sport een jaarlijks bedrag binnen de dotatie aan Bloso voor schoolsportpromotie vrijgemaakt. Die is overigens ook fors opgetrokken. De basisopdrachten van de leerkrachten LO die deel uitmaken van dit project zijn de volgende. Eén: uitbouwen en ondersteunen van de regionale schoolsportwerking. Twee: in functie van het maatschappelijke belang van de sport en de schoolsport voor alle jongeren bruggen bouwen tussen de schoolsport en de clubsport, en dat via een brede schoolaanpak. Drie: de link leggen met het vakgebied lo.
De Follo-leerkrachten hebben ondertussen twee werkmodellen uitgewerkt, namelijk Sport Na School (SNS) en Sportsnack. De bedoeling is onder meer om die werkmodellen de komende schooljaren verder te implementeren in zoveel mogelijk Vlaamse scholen.
Zoals daarnet ook al gesteld, heb ik bij het begin van het schooljaar 2008-2009 bijkomende financiële middelen gereserveerd voor de uitbreiding van het project ´brede school met sportaanbod´ en werd het bestaande contingent van 20 Follo-leerkrachten uitgebreid naar 26. Binnen het steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport zal binnenkort een nieuwe evaluatiestudie worden opgezet rond de bredeschoolprojecten met sportaanbod, ook die projecten die bestaft worden met Follo´s.
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Dank u, mijnheer de minister, voor uw antwoorden. Ik herinnerde mij inderdaad dat er een kleine stijging is geweest. Die stijging is zeer welkom omdat er een duidelijke vraag is en scholen willen meestappen. Maar dat is niet evident als zij geen leerkrachten of Follo´s meekrijgen om een dergelijk SNS-passysteem of Sportsnacksysteem te starten. Daar wordt tegen een hele berg aangekeken. Als we dergelijke waardevolle initiatieven willen laten slagen, is er begeleiding nodig. Is uit die evaluatie gebleken dat er nog hogere noden waren? Wordt dit stap per stap verhoogd of op basis van een vraag? Is daarin structureel voorzien?
Minister Bert Anciaux: Dat stond in het actieplan Sport voor Allen. In de stuurgroep werd dat beoordeeld als een belangrijke stap in het kader van het continueren en versterken van de Folloprojecten.???
Mevrouw Tinne Rombouts: Is het de bedoeling dat dit stapsgewijs blijft uitbreiden? Of is dit nu één stap geweest, op basis van de noden?
Minister Bert Anciaux: Voor alle duidelijkheid: wij hebben het actieplan Sport voor Allen bijna volledig uitgevoerd. Het komt er nu op aan om voor een vervolg te zorgen. Ik heb daarover al heel wat voorstellen geformuleerd. Wat mij betreft, kan daar vanzelfsprekend een verdere groei uit voortvloeien.
Mevrouw Tinne Rombouts: Vandaag is er met betrekking tot het Bureau een samenwerking, maar niet echt een rechtsgrond. Voor overleg is er geen rechtsgrond nodig. Maar er is geen structuur die stelt dat er overleg moet zijn. Het overleg dat er vandaag is, gebeurt op vrijwillige basis. Hebben zij daar geen werkingsmiddelen voor nodig? Dat is dus iets vrijblijvends? Er is dus geen specifieke structuur voor dat overleg?
Minister Bert Anciaux: Ik vind het wat vreemd dat u het zo stelt. Voor overleg is er inderdaad geen rechtsgrond nodig. De initiatieven worden vanuit Bloso ontwikkeld, in samenspraak met SVS. Daarvoor bestaan tussen de verschillende organisaties protocollen die deze samenwerking regelen. Het is logisch dat je maar tot resultaat kunt komen als je de verschillende spelers van schoolsport bij elkaar brengt. De uitvoering daarvan behoort tot het IVA Bloso. Het is een onderdeel van de beleidscultuur die we overal ontwikkelen. Al die projecten worden in samenspraak met de partners op het terrein uitgevoerd. De werkingsmiddelen worden door Bloso betaald.
Mevrouw Tinne Rombouts: Er is dus geen extern bureau meer. Bloso en SVS overleggen samen, waarbij beide tot de co?rdinatie kunnen bijdragen, maar de co?rdinatie ligt bij Bloso.
Minister Bert Anciaux: Dat klopt.
Mevrouw Tinne Rombouts: Is er een officiële overlegstructuur met een voorzitter en dergelijke? Hebt u daar zicht op?
Minister Bert Anciaux: U zei zelf dat er geen rechtsgrond is. Officiële structuren zijn er dus niet. De betrokkenen zijn aanwezig. Het overleg is paritair samengesteld. Ik heb die samenstelling gegeven. Ik zie daar geen probleem. De samenwerking loopt goed. Ik vind ook niet dat je alles wat in de samenleving gebeurt, moet regelen.
Mevrouw Tinne Rombouts: Vroeger was er een decretale grond. Er was een bureau opgericht om de samenwerking uit te bouwen. En er waren doelstellingen waaraan beide moesten voldoen. Als dat nu wegvalt, hoe vang je dat op?
Minister Bert Anciaux: Het is in de praktijk niet weggevallen. De samenwerking is prima.
Mevrouw Tinne Rombouts: Ik heb nog een laatste vraag. Het is belangrijk dat de leerkrachten worden ondersteund. U haalt zelf aan dat er naast de Follo´s nog andere leerkrachten meedoen. Doen die dat volledig op basis van vrijwilligheid? Onder welke categorie of onder welk statuut moet ik die leerkrachten zien? Wat bedoelde u daar precies mee?
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, wij hebben heel wat projecten in het kader van brede school. Daardoor hebben die scholen middelen om een herschikking te doen en een aantal leerkrachten andere opdrachten te geven. Die houden voor 100 percent hun statuut.
Mevrouw Tinne Rombouts: Dat zijn dan de leerkrachten in het kader van het brede school-project?
Minister Bert Anciaux: Ja. Buiten de Follo´s.
De voorzitter: Het incident is gesloten.