Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie Vergadering van 31/03/2009
Vraag om uitleg van de heer Joris Van Hauthem tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de stand van zaken in verband met het dossier van de niet-benoeming van de kandidaat-burgemeesters van Linkebeek, Kraainem en Wezembeek-Oppem
De voorzitter: De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik had graag de stand van zaken vernomen in het dossier van de kandidaat-burgemeesters van Linkebeek, Kraainem en Wezenbeek-Oppem. U hebt tot tweemaal toe geweigerd de kandidaat-burgemeesters van deze drie gemeenten te benoemen.
U hebt naar aanleiding van de laatste niet-benoeming gezegd, zowel in de media als in het parlement, dat de mogelijkheid dat ze ooit nog zouden worden benoemd, openstaat. Als ze bij de verkiezingen die op til zijn, wel het rechte pad bewandelen wat betreft de formaliteiten en de toepassing van de omzendbrief-Peeters, bestaat alsnog een mogelijkheid dat ze worden benoemd. U kent daarover onze mening.
Mijnheer de minister, ik dacht dat het na een paar maanden tijd was om eens te vragen hoe het staat met dit dossier. Hebt u er weet van dat een of meerdere kandidaat-burgemeesters tegen uw beslissing beroep zouden hebben aangetekend bij de Raad van State?
Indien dat niet het geval is, is er al een nieuwe akte van voordracht van een kandidaat-burgemeester van een van de drie gemeenten ingediend? Zo ja, van wie en voor welke gemeente? Zo neen, hebt u de betrokken gemeentebesturen laten weten dat er best een nieuwe akte van voordracht van een kandidaat-burgemeester wordt ingediend, en liefst niet degenen die al zijn voorgedragen? U hebt dat trouwens na ons aandringen in het parlement gedaan na de eerste niet-benoeming. Toen hebt u een brief gestuurd met de mededeling dat u verwachtte dat er na uw beslissing een nieuwe voordracht zou worden ingediend. Is dat nu al dan niet gebeurd?
Wat gebeurt er als de gemeentebesturen beslissen om geen kandidaat-burgemeester meer voor te dragen? In dat geval zitten we wel in een bijzonder eigenaardige situatie. Die zou zich dan eventueel kunnen voordoen bij wat ik de reguliere gemeenten zou noemen, waar er geen problemen zijn. Wat indien er na een gemeenteraadsverkiezing gewoon geen kandidaat-burgemeester meer wordt voorgedragen? De vraag rijst wel in deze specifieke context.
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Mijnheer Van Hauthem, u kon waarschijnlijk niet raden dat deze zaak op dit ogenblik weer hyperactueel is. Zoals u weet, heeft het FDF de burgemeesters weer van stal gehaald. Deze middag hebben ze een persconferentie georganiseerd waarbij ze aankondigen dat ze zich opnieuw zullen laten voordragen. Dat is voor mij niet meer dan de aftrap van de verkiezingen door het FDF. Zoals het zich laat uitschijnen in de verklaringen van Damien Thiery uit Linkebeek op de VRT-televisie, zouden ze zich niet aanpassen of geen nieuwe feiten stellen. Ik blijf op mijn lijn en blijf op de niet-benoeming.
Ik heb altijd gezegd dat men maar kan worden benoemd als men wetten, decreten en omzendbrieven, ook de omzendbrief-Peeters, toepast. Dan is er een nieuw feit, en dan moet dat worden geëvalueerd. Ik heb verwezen naar burgemeester Rolin van de gemeente Sint-Genesius-Rode. Ik zou het een geweldige overwinning voor Vlaanderen en de Vlaamse Regering vinden als de kandidaat-burgemeesters de omzendbrieven-Peeters zouden toepassen. Ze zijn echter opnieuw bezig met spelletjes te spelen. Ook parlementsleden en zelfs leden van de federale regering zijn erbij. Opnieuw: dit creëert geen verandering in mijn houding. Ik blijf op de lijn van de niet-benoeming als er geen nieuwe feiten komen en men halsstarrig blijft voortdoen zoals men bezig was.
Ik heb al tot tweemaal toe de drie door u genoemde kandidaat-burgemeesters formeel bij besluit niet benoemd, meer bepaald op 14 november 2007 en op 24 november 2008. Tegen deze niet-benoemingsbesluiten heeft geen van de drie betrokkenen beroep aangetekend bij de Raad van State. Het is zeer opvallend dat ze opnieuw verwijzen naar de Raad van Europa. Het gaat over een congres voor lokale besturen, een congres van burgemeesters, een politiek orgaan dat een politieke uitspraak doet die geen juridische of gerechtelijke effecten heeft. Als ze nog altijd vinden dat ik mij maar moet aanpassen, dan moeten ze maar naar de Raad van State stappen. Tot nader order hebben ze dat nog niet gedurfd. Blijkbaar gaan ze dat niet doen.
Na de eerste niet-benoeming hebben de gemeenteraden van de gemeenten Linkebeek, Kraainem en Wezembeek-Oppem de drie kandidaat-burgemeesters opnieuw voorgedragen. Uiteraard heb ik hen, aangezien de omstandigheden ten opzichte van de eerdere niet-benoeming niet gewijzigd waren, opnieuw niet benoemd, dat was op 24 november 2008.
Ondertussen heb ik geen nieuwe voordrachten meer ontvangen. Als de gemeenten geen nieuwe akten van voordracht indienen, betekent dit dat de thans zetelende waarnemende burgemeesters in die hoedanigheid in functie blijven, dus niet als effectief maar slechts als waarnemend burgemeester. Die gemeenten hebben geen effectief burgemeester, en er is één Franstalige schepen minder in het college. Ik laat me niet verleiden of provoceren om in de carrousel mee te draaien.
De voorzitter: De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem: Niets nieuws onder de zon. Maar blijkbaar gaat men de kandidaat-burgemeesters opnieuw voordragen.
Minister Marino Keulen: Dat werd vandaag aangekondigd op een persconferentie.
De heer Joris Van Hauthem: U gaat zich niet in de carrousel laten meeslepen, maar die is al aan het draaien! Of u dat nu graag hebt of niet. Men steekt nog maar eens een jeton in en de molen draait nog een toerke.
Minister Marino Keulen: Maar ik heb daar geen cent pijn van. Men heeft het altijd over die carrousel, maar wie lijdt daaronder? Zij zelf toch? Ze hebben daardoor een schepen minder en geen effectief benoemde burgemeester. De zaak is blijkbaar belangrijk genoeg om de hele generale staf van de Franstalige politiek van dit land te mobiliseren. Ze doen alleen maar zichzelf pijn, ik heb daar geen last van.
De heer Joris Van Hauthem: Ze doen zichzelf absoluut geen pijn! En u hebt daar geen last van? Ik zou daar als minister van Binnenlands Bestuur wel last van hebben. Ik zou als minister van Binnenlands Bestuur misschien toch uitgaan van het standpunt dat die carrousel wel eens moet stoppen. U laat de molen gewoon draaien, u staat erbij en u kijkt ernaar.
U zult wel een voordracht krijgen en die opnieuw verwerpen. De tweede keer dat u dat deed, ging dat gepaard met veel politieke moeite. We moeten elkaar geen Liesbeth noemen: de idee leefde om niets te doen. Er ontstond veel heibel binnen de Vlaamse Regering om tot die niet-benoeming te komen. U doet alsof u ze "uiteraard" niet hebt benoemd, maar zo simpel was het niet. Ik zei het al: de denkpiste bestond om niets te doen, niet te antwoorden en niet te beslissen.
U staat nu opnieuw voor dezelfde situatie. U trekt het zich niet aan. U vindt het dus normaal dat men in Vlaanderen met de voeten speelt van de voogdijoverheid? Ze mogen met uw voeten spelen, het kietelt, u kunt er zelfs nog om lachen in plaats van te zeggen "hou daar nu eens mee op". Geen enkele gemeente in Vlaanderen kan zich permitteren wat die drie zich permitteren, precies omdat ze de steun genieten van - zoals u het noemt - de generale staf van de Franstalige politiek.
Dat is de zoveelste provocatie. U moet nu eens duidelijkheid scheppen. U gaat ze hoe dan ook niet benoemen. U moet eindelijk eens verder gaan. Dit kan zo niet blijven duren. U moet eindelijk de tuchtprocedure starten. U moet ervoor zorgen dat die eerste schepenen niet langer waarnemend burgemeester zijn en blijven. Ze beschikken over de volledige bevoegdheid van een effectief burgemeester. Dat zou pas een signaal zijn.
Dat zij één schepen minder hebben, raakt hen niet. Ze trekken zich dat niet aan. Ze rijden nog een rondje met Keulen, en Keulen laat dat gebeuren. Hij trekt zich dat niet aan. En de rechtsstaat, die bestaat dan plots niet meer omdat de generale staf van de Franstalige politiek daar nu eenmaal achter staat.
Ik vind dit een uitermate slap antwoord. Na de derde keer zou u toch moeten inzien dat het nu stilaan genoeg geweest is. Maar conclusies durft of wil u daar niet uit trekken.
Minister Marino Keulen: Er heeft mij niemand gecontesteerd betreffende de beslissing om niet te benoemen. De Vlaamse Regering zit ter zake helemaal op dezelfde lijn.
Ik blijf eveneens op mijn lijn staan. Zonder nieuwe feiten, zonder correcte toepassing van decreten, wetten en de omzendbrief-Peeters - bijvoorbeeld bij de komende verkiezingen en dat zou een geweldige overwinning zijn voor Vlaanderen - mogen ze het vergeten en blijft de niet-benoeming gehandhaafd.
U spreekt over een tuchtprocedure. U hanteert natuurlijk een ander schema dan ik om aan politiek te doen. Als men bijt, moet men vlees hebben. Daarmee citeer ik Eric Van Rompuy. De voordracht van de burgemeester gebeurt door de gemeenteraad. We kunnen die drie kandidaten geen tuchtprocedure aan hun broek smeren aangezien ze worden voorgedragen door de gemeenteraad. Tenzij men wil verliezen natuurlijk, en dan verliest men meer dan een tuchtprocedure. We zouden in de Rand symbolisch gezien veel verliezen tegenover de Franstaligen.
U pleit er dus voor om hen een grote overwinning te geven. In de randgemeenten is die tuchtprocedure volgens de bijzondere wet nog complexer dan in de rest van Vlaanderen. Men kan de voorgedragene geen tuchtprocedure aandoen omdat hij wordt voorgedragen.
De heer Joris Van Hauthem: Dat heb ik niet gezegd. Vindt u het logisch, mijnheer de minister, dat vier van die zes faciliteitengemeenten nog altijd geen bibliotheek hebben? Dat is wettelijk en decretaal verplicht! Er zijn geen jeugdbeleidsplannen, niks, nul. Ook waar ze toe verplicht zijn, doen ze niet. Er is sprake van onbehoorlijk bestuur en kennelijk wangedrag, en daarom moet u die tuchtprocedure starten.
Ik heb nooit gezegd dat u die procedure moet starten omdat ze voorgedragen worden. Neen, die tuchtprocedure moet er komen omwille van al wat ze ooit fout hebben gedaan en blijven doen, en niet alleen wat de kieswetgeving betreft.
Minister Marino Keulen: Ze zijn niet benoemd en ze blijven niet benoemd.
De heer Joris Van Hauthem: Proficiat. Intussen blijven ze waarnemend burgemeester en lopen ze nog altijd met een sjerp rond!
Minister Marino Keulen: Ze zijn lastig genoeg om niet te stoppen met de procedure. Als het zo eenvoudig zou zijn dat het in de praktijk allemaal geen verschil uitmaakt, dan begrijp ik niet waarom ze er zo'n heisa over maken.
De heer Joris Van Hauthem: Ze veroorzaken uiteraard die heisa. En u zegt dat u daar niets tegenover stelt. Zo kunnen we nog veertig jaar verder gaan.
En zelfs, mijnheer de minister, toen we hier amendementen op het Gemeentedecreet hebben ingediend die van algemeen belang waren, dus niet toegespitst op die drie specifieke gevallen, maar die evengoed van toepassing hadden kunnen zijn op andere gemeenten, hebt u gezegd dat u die niet zou goedkeuren. Had u dat wel gedaan, dan was u nu tenminste van die drie heerschappen af geweest. Maar ook dat hebt u niet aangedurfd.
Ik herinner me de carrousel uit jaren tachtig met de heer Happart: benoeming, Raad van State, benoeming tenietgedaan, opnieuw een voordracht, Raad van State enzovoort. Wat was het resultaat? Dat de faciliteiten werden gebetonneerd in Voeren, in Komen en in de Rand! Happart was wel weg, maar de Franstaligen hadden wel hun slag thuisgehaald.
U moet me geen woorden in de mond leggen die ik niet heb uitgesproken. Ik had het niet over een tuchtprocedure naar aanleiding van een voordrachtsakte. Tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement hebt u verschillende keren gezegd dat u een vuistdik dossier had en dat het ooit eens van uw bureau zou vallen. Hoe dik moet het zijn voor dat gebeurt? Hoe lang zal het duren vooraleer u echt iets zult doen en het niet alleen bij een niet-benoeming houden?
Minister Marino Keulen: De RTBF - zowel radio als tv - heeft me zonet geïnterviewd. Als u denkt dat ze over me denken als iemand zonder ruggengraat, dan hebt u het verkeerd voor. U moet eens luisteren hoe die interviews verlopen.
De heer Joris Van Hauthem: Mijn referentie is niet de RTBF.
Minister Marino Keulen: Net zomin als u mijn referentie bent.
De heer Joris Van Hauthem: Dat hoeft ook niet. Maar blijkbaar is de RTBF voor u de referentie. Wat men daar zegt, is voor u de maatstaf. Voor ons is dat niet zo.
De voorzitter: Het incident is gesloten.