Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 19/03/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Vera Dua tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de afschaffing van boetes bij overtreding van het nitraatresidu
De voorzitter: Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw Vera Dua: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, we zijn het er allemaal over eens dat het mestprobleem in Vlaanderen nog niet is opgelost. De meetgegevens zijn ondertussen bekendgemaakt. In 37 percent van de meetpunten van het zogenaamde MAP-meetnet (mestactieplan-meetnet) oppervlaktewater wordt de norm overschreden. Er is eenzelfde percentage, of zelfs nog iets meer, voor wat betreft het grondwater. We zijn er dus nog niet.
Het nitraatresidu is een goede parameter om te kijken of het probleem onder controle is. Er is inderdaad een duidelijk verband tussen de hoeveelheid nitraat in de bodem op het einde van het groeiseizoen en het risico op uitspoeling van nitraten naar oppervlakte- en grondwater tijdens de winter. Hoe hoger het nitraatresidu, hoe groter de kans op vervuiling. Het Mestdecreet legt een maximale nitraatresiduwaarde vast. Die is bepaald op 90 kilogram stikstof per hectare. Er wordt een vrij grote soepelheid aan de dag gelegd, want eigenlijk wordt er maar een boete uitgeschreven als blijkt dat de waarde hoger is dan 150 kilogram stikstof per hectare.
Het aantal percelen waar er een overschrijding werd vastgesteld, is nog altijd zeer hoog, namelijk 26 percent in 2007, of meer dan 2000 overschrijdingen. Daarvan waren er 379 percelen met zware overschrijding waar er een boete werd opgelegd. In 2008 had 30 percent van de percelen een te hoog nitraatresidu.
Voor hoeveel percelen er uiteindelijk een boete zou moeten worden uitgeschreven op basis van die norm van 150 kilogram, is mij niet bekend. Wel hebt u, mevrouw de minister, tot ieders verbazing onlangs beslist dat die boetes niet meer moeten worden betaald, en meer zelfs, dat de boetes die werden betaald in 2007, worden teruggestort aan de landbouwers.
We hebben deze discussie al gevoerd in de plenaire zitting, zij het heel kort. U verwees naar een betwisting over de meetmethode. Toen werd gezegd dat we daar in de commissie dieper op zouden ingaan. Voor zover ik ben geïnformeerd, zijn er volgens u twee methodes toegelaten, binnen een soort compendium dat naar ik vermoed werd opgemaakt.
Ik ben er altijd van uitgegaan dat de droge meetmethode de meest betrouwbare was en dat daar het minste speling op zat. Nu wordt blijkbaar een andere methode gebruikt waarmee een bepaalde firma is begonnen. Die methode levert systematisch lagere waarden op waardoor er een discussie is ontstaan.
Als er onduidelijkheid is, zou mijn eerste idee zijn dat het aan de minister is om de meetmethode op punt te stellen en alleen die toe te laten. Om nu, omdat er discussie is, alles van tafel te vegen en een globale amnestie te geven, lijkt ons een brug te ver.
Mevrouw de minister, wat gebeurt er overigens met de landbouwers die op basis van een te hoog nitraatresidu geen vergoeding beheersovereenkomst water uitbetaald kregen? Zij hebben nu evenveel recht om te zeggen dat ze dat uitbetaald willen krijgen.
De timing is vrij goed. In de aanloop naar verkiezingen is het altijd meegenomen dat men dergelijke cadeaus kan geven. Ten aanzien van de sector is het echter een verkeerd signaal. Het mestprobleem is niet opgelost. Het is een slag in het gezicht van degenen die er wel voor hebben gezorgd dat ze een laag nitraatresidu hebben en hun best hebben gedaan om de regels te respecteren.
Mevrouw de minister, hoe zit het met de discussie? Ik had graag wat technische uitleg gekregen. Indertijd werd de meetmethode door technici opgemaakt. Dat is toen gebeurd in nauw overleg met de Bodemkundige Dienst. Werd de Bodemkundige Dienst over de huidige discussie geconsulteerd? Die dienst is in Vlaanderen de grootste expert op dit vlak. Ik zit hier niet om de Bodemkundige Dienst te verdedigen, want die mensen sluiten meer aan bij u dan bij mij, maar ik had graag geweten wat hun advies daarover is.
Is die amnestiemaatregel ingevoerd op voorstel van de bevoegde administratie, dus de Mestbank? Wat zijn de financiële implicaties van deze maatregel zowel voor 2007 als 2008?
Hoe zit het met de beheersovereenkomst water in relatie tot het nitraatresidu? Vindt u dit de beste methode om de landbouwers aan te zetten om zich te houden aan de reglementering op het vlak van het Mestdecreet?
De voorzitter: De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mevrouw Dua, het is geen kwestie van de beste methode. Uiteindelijk moeten regels worden toegepast.
Volgens mij kan men enkel sanctioneren als de analysemethode zo accuraat mogelijk is en wetenschappelijk op punt staat. Hier is dat duidelijk, met mijn beperkte kennis van analytische technieken, niet het geval. Als men op een perceel vooraan duidelijk andere waarden vaststelt dan op een perceel achteraan, waarop de voorbije jaren dezelfde nutriënten zijn aangebracht, dan schort er volgens mij iets aan de analysemethode. Het is evident dat men bij de interpretatie van de analyse van uitslagen rekening houdt met een beperkte foutenmarge, alsook bij de sanctionering. Als die analyses echter zo uiteen lopen, kan er mijns inziens niet beboet worden. Hoge niveaus van residu´s betekenen iets, maar het is eerst en vooral de plicht van de overheid om een duidelijke analysemethode op punt te laten stellen en, van zodra die gevalideerd is, ze in alle correctheid toe te passen.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mevrouw Dua, ik ging inderdaad akkoord om daar in de commissie nog eens over na te denken. Het was wel mijn bedoeling om het over de techniek te hebben. Ik ben geen wetenschapper, dus u zult mij vandaag ook geen wetenschappelijke verklaringen horen maken. Ik heb wel mensen meegebracht die wat meer afweten van het technische aspect.
Ik wil eerst de problematiek eventjes schetsen. In het Mestdecreet staat in artikel 14, paragraaf 4, dat als landbouwers in risicogebieden een bepaalde residuwaarde - in 2007 is die bepaald op 150 kilogram nitraatresidu per hectare - overschrijden, ze een boete kunnen krijgen volgens de formule die is opgenomen in het decreet. Daarnaast moeten ze, als op hun gronden een nitraatresidu hoger dan 90 kilogram per hectare wordt vastgesteld, deze verplichtingen naleven: er moet een audit van hun bedrijf gebeuren door de Mestbank, ze moeten een bemestingsplan en een bemestingsregister bijhouden, en ze moeten drie bijkomende stalen nemen op percelen die aangeduid zijn door de Mestbank.
Eind vorig jaar is mij door de proefcentra in de tuinbouw gesignaleerd dat de variabiliteit tussen de verschillende labs bij het analyseren van de staalnames van gronden voor het bepalen van dat nitraatresidu kon oplopen tot meer dan honderd percent. Honderd percent is geen normale meetzekerheid meer. Ik kan begrijpen dat er altijd wat afwijkingen mogelijk zijn maar honderd percent is ook geen normale meetonzekerheid meer.
Dat is mij eind 2008 gesignaleerd, maar de Mestbank zelf heeft mij op geen enkel moment op de hoogte gebracht van een mogelijk probleem.
Ik heb vervolgens een onderzoek laten uitvoeren door een onafhankelijke deskundige, namelijk de heer De Poorter, directeur-generaal van het directoraat-generaal Laboratoria van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, in overleg met het referentielab van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de Mestbank.
Uit dat onderzoek zijn een aantal bevindingen naar voren gekomen. Zo is de uitgebreide meetonzekerheid bevestigd. Er zijn ook velerlei oorzaken aangeduid. Er is de monstername zelf, inclusief gekoeld transport naar het lab, de monstervoorbereiding en de analyse. Bij elk van die drie stappen zijn er dus onzekerheden en problemen. Daarop moet ingegrepen worden door een standaardisatie van de bemonsteringsmethode en de analysemethode.
Verder raadt men aan om audits te laten plaatsgrijpen van de labs zelf. Het is belangrijk dat de labs die die analyses doen vanaf 2011 geaccrediteerd zouden zijn. Men stelt ook voor om de staalnemers een opleiding te laten volgen, met een praktijktoets. Voorts moet ook de controle op staalnemers en labs verbeteren. Het doel van dat alles is te komen tot betrouwbare en juiste analyseresultaten.
Nadat het verslag bekend was gemaakt, heb ik meermaals overlegd met de Mestbank, het referentielab VITO en de wetenschappers van de universiteiten van Leuven en Gent. We zijn daar dus niet over één nacht ijs gegaan.
We zitten in het Mestdecreet dus met twee bepalingen: enerzijds een aantal verplichtingen die moeten worden nageleefd als je een nitraatresidu hebt dat hoger is dan 90 kilogram, en anderzijds de boetes. Die boetes zijn natuurlijk iets speciaals. Zodra zwart op wit op papier staat dat de analyseresultaten onzeker zijn doordat zowel de staalname als de analyse als de transportmethode niet goed zijn, zit men met het probleem dat die boetes zeer sterk betwistbaar zijn. De vraag is dan of het opportuun is om een hele reeks procedures te riskeren. De finaliteit is immers niet het opleggen van boetes, maar ervoor zorgen dat je goede metingen hebt. Die metingen zijn een stimulerend element om uiteindelijk de waterkwaliteit te verbeteren en die hele ketting goed te beheersen.
Als je daar de rechtszekerheid tegenover stelt, strookt dat niet met het opleggen van boetes door de Mestbank, wetende dat het systeem eigenlijk niet goed in elkaar zit. Daarom was het voor mij evident dat mijn agentschap die boetes zou terugbetalen of niet zou innen. De leidende ambtenaar van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) deelt die mening.
Ik kom tot de cijfers. In 2007 gaat het over een bedrag aan boetes van 130.000 euro, boetes die, zoals ik al zei, zeer betwistbaar zijn. In totaal int de VLM ongeveer 7 miljoen euro aan boetes per jaar. Die 130.000 euro maakt dus minder dan 2 percent uit van het geheel. De term ´algemene amnestiemaatregel´ is hier dus verkeerd gekozen. Het gaat hier om een simpel principe: wat rechtszeker is, kun je innen, wat niet rechtszeker is, kun je niet innen.
U zegt ook dat een aantal cowboys mogelijk ongemoeid zouden worden gelaten. Dat is niet juist. Ik heb net gezegd dat elk bedrijf met een overschrijding van 90 kilogram, en dus niet van 150 kilogram, wordt beschouwd als een risicobedrijf in het licht van de handhaving. Dit blijft onverkort gehandhaafd, want het is ook een verplichting in het Mestdecreet. Risicobedrijven worden van heel nabij gevolgd. Ik herhaal dat ze een verplichte audit krijgen, een bemestingsplan moeten opmaken, een bemestingsregister moeten bijhouden, drie bijkomende stalen moeten nemen en dat de mestbalans heel strikt wordt gecontroleerd. Bij een overtreding van het Mestdecreet door overbemesting, want dat is altijd de oorzaak, worden ze beboet in het kader van de handhavingsbepalingen van het Mestdecreet. Ze worden dus zeker niet ongemoeid gelaten!
Tevens, en ik ben hierover heel formeel, is het voor mij duidelijk dat de nieuwe, aangepaste regeling betreffende de nitraatresidu´s onverkort wordt toegepast op de staalname van oktober tot 15 november in 2009. Op dit ogenblik wordt er gewerkt, door dezelfde groep mensen waarnaar ik daarnet heb verwezen, aan de verfijning van het compendium en van de manier waarop stalen genomen kunnen worden. U hebt de problematiek geschetst van een droog en een nat staal. We moeten er nu voor zorgen het voor 100 percent zeker is dat de metingen niet leiden tot overschrijdingen zoals ze tot nu toe mogelijk waren bij de voorbije staalnameprocedures.
Wat uw tweede vraag betreft, werd in 2007 na bezwaar voor 130.411,54 euro aan boetes opgelegd aan 359 boetebetalers. Na de beroepsprocedure waren het er nog 343, of afgerond voor een bedrag van 120.000 euro, die werden betaald en 16, of afgerond voor een bedrag van 10.000 euro, die niet werden betaald. Als we kijken naar de andere heffingen en boetes die in het kader van de handhaving van het Mestdecreet ook te innen zijn na bezwaarbehandeling voor het jaar 2007, dan zien we dat het totaal voor de superheffing nutriëntenhalte 4.349.147 euro bedroeg. Er werden ook boetes wegens niet bewezen mestafzet opgelegd voor een bedrag van 1.465.865 euro en boetes wegens overbemesting voor een bedrag van 1.172.623 euro. In het totaal gaat het dus om 6.987.635 euro.
Voor 2008 zitten we aan een gelijkaardig cijfer voor wat de andere heffingen en boetes betreft. Het boetebedrag nitraatresidu zou schommelen rond het bedrag dat in 2007 effectief werd opgelegd.
De landbouwers met een beheersovereenkomst Water hebben een overeenkomst afgesloten waarin ze ermee akkoord gaan dat zij voor verdergaande stappen voor het milieu een vergoeding krijgen als ze onder de 90 kilogram nitraatresidu blijven. In 2007 werden op 89 percent van de oppervlakte van 28.400 hectare goede stalen genomen. Dat is dus een heel goed resultaat. Wie maar 140 kilogram stikstof op het land brengt, zoals de beheersovereenkomst bepaalt, zal ook niet gemakkelijk boven de grenswaarde komen.
Het meten van het nitraatresidu is niet het enige instrument om de naleving van het Mestdecreet te verzekeren. In het handhavingshoofdstuk van het Mestdecreet staan minstens 25 administratieve boetes voor de niet-naleving van het Mestdecreet. Die worden onverkort toegepast door de Mestbank of door de betrokken bevoegde ambtenaren. Ik ben er mij wel van bewust en vind het ook belangrijk, dat het nitraatresidu een belangrijk instrument is om landbouwers te sensibiliseren om oordeelkundig te bemesten. Het is een middel en geen doel op zich. Het is van belang dat we tot een onbesproken en rechtszeker instrument kunnen komen, zeker als er boetes aan verbonden zijn.
Ook maakt het meten van het nitraatresidu een essentieel bestanddeel uit van het Vlaams Actieprogramma Nitraatrichtlijn 2007-2010, zoals werd goedgekeurd door de Europese Commissie en van de Derogatiebeschikking van de Commissie. Het is dus heel belangrijk dat het instrument verder gehanteerd en verfijnd kan worden om vooruitgang te boeken op het veld zodat de doelstellingen gehaald kunnen worden. Het is ook daarover dat er zal worden gerapporteerd aan Europa. Het is ook van belang dat het vertrouwen in het nitraatresidu als instrument om het individuele bemestingsgedrag te beoordelen, hersteld wordt, want het nitraatresidu en ook de waterkwaliteit verbeteren sinds we dit op grote schaal hebben ingevoerd.
Ik heb overleg gepleegd met de Mestbank, VITO, de proefcentra voor de tuinbouw en met de bodemdeskundigen van de Universiteit Gent, de Katholieke Universiteit Leuven en de Bodemkundige Dienst. Een aantal maatregelen werden vooropgesteld. Ik overloop ze even.
In de eerste plaats wordt het compendium met de standaardisatie van de staalname aangepast. We merken dat er zeker een probleem is met de staalname in de tuinbouw. Er loopt nu een onderzoek bij VITO, dat in de loop van de maand juni zal zijn afgerond. Het heet: ´Aangepaste bemonstering voor groentepercelen´ waarbij vaak een rij- of bandbemesting gebeurt. Op het vlak van staalname in de tuinbouw moet het compendium worden aangevuld.
Ook de analysemethode wordt in het compendium gestandaardiseerd.
Over de keuze tussen de analyse van een vers of een droog staal, zijn de wetenschappers nog overleg aan het plegen. Ik heb nog geen finale beslissing genomen. Het enige dat voor mij belangrijk is, is dat de methode sluitend is en rechtszekere resultaten biedt. Dat is het enige dat voor mij telt, en of het dan gaat over een droog staal of een nat staal, of om een droog en een nat staal, dat doet er niet toe. Ik hoop dat de wetenschappers tot een consensus kunnen komen, want dat is het enige dat voor mij van belang is. Als we de situatie bij ons bekijken, stel ik vast dat van de 7401 stalen die in 2008 werden genomen, 63 percent werd geanalyseerd op gedroogde stalen en 37 percent op verse stalen. Wat de beheersovereenkomst Water betreft, stel ik vast dat er 20.099 stalen werden genomen in 2008 en dat daarvan ongeveer 92 percent geanalyseerd werd op droge stalen. De discussie zal tijdens de maand april worden beslecht na raadpleging van buitenlandse wetenschappers. Ik wil niet over één nacht ijs gaan, ik vind het belangrijk om ook naar de ervaring in het buitenland te kijken. Zo worden ook in Nederland en Duitsland methodes gehanteerd. De voorbije jaren heeft men heel wat ervaring opgedaan op het vlak van bodemanalyse. De tijd is rijp om heel klaar water te schenken.
Het is van belang dat de staalnemers een opleiding zullen moeten volgen en een praktijkproef moeten afleggen.
Ook zullen de labo´s zorgvuldig worden opgevolgd via een audit die een onderdeel zal zijn voor het verkrijgen van de erkenning. In 2011 zullen ze geaccrediteerd moeten zijn bij BELAC, de Belgische accreditatie-instelling. Er ligt een nieuw ontwerp van Erkenningsbesluit Labo´s van de Vlaamse Regering ter fïnalisering voor.
Ook het opvolgen van de staalnemers via gps, wordt verder geoperationaliseerd.
Mevrouw Dua en mijnheer Matthijs, u kent de criteria om de effecten van het mestbeleid te beoordelen. Het ultieme criterium is de verbetering van de waterkwaliteit en het bereiken van de doelstellingen van de richtlijn betreffende de nationale emissieplafonds voor wat de ammoniakemissie betreft. We zien in het jaar 2008 een verbetering. In het winterjaar 2007-2008, dat is van juli 2007 tot juni 2008, overschreed 37 percent van de MAP-meetplaatsen minstens eenmaal de 50 milligram nitraat per liter water. In de eerste jaarhelft 2007, dat is van juli 2007 tot december 2007, was dat 33 percent. In de eerste jaarhelft 2008, van juli 2008 tot december 2008, was dat 22 percent. U merkt dat de percentages dalen. We moeten afwachten of deze gunstige trend ook de volgende maanden bevestigd wordt. In ieder geval worden de boetes op het nitraatresidu, nu de procedure wordt verfijnd en op punt wordt gesteld, onverkort toegepast in 2009. Er wordt ook een ontwerp van besluit tot vaststelling van de grenswaarde voor nitraatresidu voorbereid en klaargemaakt van zodra het aangepaste compendium en het besluit Erkenningen Labo´s klaar zijn. Het is de bedoeling om de drie besluiten in één beweging te laten passeren.
Ter informatie wil ik nog meegeven dat de grootste overschrijdingen die er geweest zijn in 2007, zich voordeden in de tuinbouw. Dat is de sector die bijzonder kwetsbaar is en waarvoor we aan het bekijken zijn op welke manier we kunnen komen tot meer oordeelkundige procedurebepalingen. Ik ben natuurlijk geen wetenschapper, maar ook hoe men meet en op welke dagen en momenten men meet, blijkt een belangrijke rol te spelen.
De voorzitter: Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw Vera Dua: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, bedankt voor het antwoord. Er is inderdaad nog een technisch aspect aan deze zaak dat moet worden uitgeklaard, maar ik wil beklemtonen dat het totaalbedrag van de boetes niet zo belangrijk is. U wijst er terecht op dat er nog andere boetesystemen zijn en dat de boetes voor het nitraatresidu een relatief beperkt bedrag betreffen in vergelijking met andere systemen. Zoals bij elke wetgeving - en straks staat de handhaving hier op de agenda - is er sprake van een combinatie van meten om te weten, stimuleren om aan te zetten tot een beter gedrag en daarnaast is er ook de stok achter de deur, namelijk een sanctioneringsmechanisme. Dat geldt niet alleen in de milieuwetgeving: deze drie elementen zijn altijd nodig om te zorgen voor vooruitgang. Het is daarom dat ik het een slecht signaal vind dat er wordt gezegd dat omdat er wat onduidelijkheid over bestaat, we er onmiddellijk de spons over zullen vegen. Temeer daar het, en de heer Martens heeft u daarover al aangesproken tijdens een plenaire zitting, in een aantal gevallen gaat om onbetwistbaar heel grote overschrijdingen die met gelijk welke meetmethode hetzelfde resultaat zouden geven: namelijk dat men er fors over zit.
Als ik me niet vergis, worden voor 2009 de nitraatresidunormen opnieuw vastgelegd volgens het Mestdecreet. De vraag is natuurlijk wat er in 2009 zal gebeuren. Als ik nu hoor wie er nog allemaal onderzoek moet doen en wat er nog allemaal dient te gebeuren, heb ik het gevoel dat we vertrokken zijn voor een paar jaar. Het is natuurlijk belangrijk dat er voor 2009 duidelijkheid komt en dat ten eerste de nitraatresidunorm moet worden vastgelegd - ik vermoed dat die dezelfde zal blijven - en dat ten tweede het signaal aan de sector wordt gegeven dat het in 2009 niet zo is dat hij mag doen wat hij wil omdat er toch geen boetes komen. Een duidelijk signaal daarover is zeker gewenst.
Over de meetmethode kan ik kort zijn. Ik ga er geen uitspraken over doen, want de wetenschappers moeten hun werk doen. Ik weet alleen dat het transporteren van een nat staal en het doorlopen van alle nodige stappen, sowieso altijd tot verliezen leiden. Ik geef dit maar mee, ik ga ervan uit dat de mensen die zich daarover buigen, competent genoeg zijn om te weten hoe ze dit moeten uitklaren. Een uitklaring is nodig, maar mijn buikgevoel vertelt me dat de droge methode beter is.
Ik had nog de vraag in verband met de beheersovereenkomsten Water. U zegt terecht dat de resultaten relatief goed zijn gezien de omstandigheden: 89 percent zit juist. Mijn vraag luidt: wat zal er gebeuren met de 11 percent die erover zitten en bijgevolg geen subsidie gekregen hebben? Volgens mij hebben ze een punt door hun geld op te eisen omdat de methode nu niet goed blijkt te zijn.
Mevrouw de minister, in de plenaire zitting werd aangehaald dat dit toch wel een element van het Europese dossier vormt. Vreest u niet dat door deze maatregel de goodwill van Europa enigszins wordt gehypothekeerd?
De voorzitter: De heer De Klerck heeft het woord.
De heer Patrick De Klerck: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord, en doordat onze éminence grise op het vlak van mest, de heer Callens, vandaag niet aanwezig is, wil ik toch graag eventjes het woord nemen. Hij heeft een tijd terug de kat de bel aangebonden. Hij heeft gewezen op de problematiek aan de hand van een aantal concrete gevallen uit Ardooie, waar voor gelijkaardige situaties totaal verschillende resultaten naar voren werden geschoven. Ere wie ere toekomt, de heer Callens heeft hier in het verleden duidelijk op gewezen.
Een kordaat optreden van de overheid is inderdaad noodzakelijk. U hebt verteld dat er een onafhankelijke deskundige wordt aangesteld die het geheel drieledig zal onderzoeken: de problemen met de monstering, het plaatsen van de monsters en de eigenlijke analyse.
U zegt dat de staalname verder moet worden verfijnd zodat het accurater kan gebeuren. Wat betreft de snelheid volg ik de opmerking van mevrouw Dua. Welke ijkingstechniek zal men gebruiken in 2009? Men moet vermijden dat er een hiaat is tussen de foute situatie en de hopelijk goede situatie in de toekomst.
U zegt dat er een audit van de labo´s zal gebeuren, die noodzakelijk is voor de erkenning. Een aantal van die labo´s hebben een internationale uitstraling. Ik ben een beetje verontwaardigd door uw reactie daarop. Het is misschien goed dat er een audit gebeurt, maar het waren toch goede labo´s. Ze worden hierdoor een beetje in een slecht daglicht gesteld. Waarom gaat die audit nu gebeuren, hoewel een aantal van die labo´s een internationale uitstraling hebben? Wat met de resultaten die daaruit naar voren zullen komen?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Ik zal nog enkele aanvullingen geven.
Mevrouw Dua, wat betreft de grote overschrijdingen, heb ik even de cijfers van de stalen van 2008 bekeken. Van de overschrijdingen boven 150 kilogram zijn er 56 percent tussen 150 en 200 kilogram, 34 percent tussen 200 en 250 kilogram, 9 percent tussen 250 en 300 kilogram. Als je daar de rek van de meer dan 100 percent overschrijdingen op neemt, dan zit je daar in ieder geval in. 1 percent - dat zijn er 5 in totaal - komen boven de 300 kilogram uit, maar die zitten in de tuinbouwsector met de extra problemen van dien. We zitten in een heel moeilijke situatie.
Daarenboven is het grote verschil tussen de beheersovereenkomst water en de boetes in het kader van de nitraatresidu´s, het woord ´kan´ en het woord ´moet´. In het ene besluit staat er heel duidelijk dat men boven de 90 niets krijgt. In het andere geval staat dat men een boete kan opleggen, niet dat het moet. De audit en dergelijke zijn wel verplicht. U zegt terecht dat regels moeten worden nageleefd. Maar de beslissing is genomen omdat ik op los zand sta, ik weet dat ik met mogelijke problemen zit, en ik kan een boete opleggen maar ik moet het niet doen.
Ik probeer aan te tonen dat de cowboys een minimaal aantal bedrijven uitmaken, die trouwens heel zwaar worden gevolgd.
Uiteraard moet het nieuwe compendium en de nieuwe procedure tegen 1 april rond zijn. Daar wordt nu volop over gediscussieerd. Mevrouw Dua, ik heb geen buikgevoel over nat of droog. Het is goed dat er een brede groep van experten is aangezocht. Ik heb vooral geleerd dat wetenschap niet altijd exact is.
Ik wil de bureaus niet stigmatiseren, maar ik wil vermijden dat iedereen een staaltje kan nemen zonder dat het allemaal is beschreven. Ik zeg niet dat het zo is, maar er zijn wel problemen, mevrouw Dua. De methode is niet gestandaardiseerd en het is belangrijk dat dat gebeurt. Ik wil geen oorlog met de labo´s. Ik heb u de cijfers gegeven, namelijk 80 percent droge methode, en 20 percent natte methode. Ik vind niet dat er iets wereldschokkends moet gebeuren. Voor mij mogen die labo´s allemaal blijven werken, maar het moet wel gebeuren op een manier waardoor ik zeker ben dat het juist en goed gebeurt. Dat is belangrijk voor de landbouwers. Ze gaan erin mee. Het zijn echter geen dommeriken. Het kan niet dat als je een staaltje in twee deelt en dat naar twee labo´s stuurt, je dan twee ongelooflijk verschillende resultaten krijgt. Het kan zijn dat die labo´s allemaal dat compendium naleven, maar dan is het compendium niet goed. Die audit hoort daarbij. Het is niet de bedoeling om het de labo´s moeilijk te maken, maar ik wil zekerheid over de procedures en de metingen.
Wat betreft Europa, maak ik me geen zorgen, wij leven onze reglementering perfect na, maar het opleggen van een boete was een mogelijkheid, geen verplichting. Ik heb me laten informeren over hoe we daarmee zouden omgaan.
Mijn enige doel is dat we in deze analyseperiode een procedure hebben die goed is en dat iedereen weet waaraan zich te houden. De techniek is dan verfijnd, en dat is ook in de tuinbouw gebeurd waar de problemen zijn opgelost. Het is niet mijn bedoeling, mevrouw Dua, om als de nieuwe grenswaarden worden vastgesteld, die te versoepelen. Ze moeten integendeel naar beneden. Dat weet iedereen heel duidelijk.
De heer Patrick Lachaert: We ontmoeten nu de kinderziekten van de procedures zoals we dat een aantal jaren geleden hebben meegemaakt bij de sport en de hormonen. Daar heeft men de les geleerd om een exacte procedure op punt te zetten, die achteraf niet meer betwistbaar is. Dezelfde discussie is er geweest naar aanleiding van stalen van paarden, die naar Newcastle en Nederland werden gestuurd. Voor hetzelfde paard waren er twee verschillende resultaten. Die wijsheid bestaat al bij de administratie.
Minister Hilde Crevits: Op dit ogenblik zitten er wetenschappers samen, die daarover discussiëren. Mevrouw Goossens is hier aanwezig, en ze volgt dat dossier op de voet. Als u dat wilt, kan zij hier meer wetenschappelijke uitleg geven. Daarom heb ik haar gevraagd te komen. Ik wil dat het klaar en duidelijk is hoe we die problematiek op dit ogenblik aanpakken.
Het is een complex probleem. We hebben heel veel kennis. Het is goed dat iedereen zich daarover buigt met als doel, zoals de voorzitter beoogt, te komen tot een heldere procedure. Ik verwijt niemand iets over wat er in het verleden is gebeurd - men kan maar werken met de kennis die men heeft. Als er een probleem is, zou ik dat wel graag gesignaleerd krijgen, want ik wil dat het opgelost raakt. Daar zijn we nu mee bezig.
De voorzitter: Het incident is gesloten.