Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 05/03/2009
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de naleving van de resolutie betreffende tijdige indiening van ontwerpen van decreet inzake het onderwijs met het oog op een rechtszekere en ordentelijke start van het schooljaar
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Mevrouw de voorzitter, het is al jaren een bekommernis van het Vlaams Parlement dat een schooljaar rechtszeker en ordentelijk kan starten. Rechtszekerheid is belangrijk voor onze scholen. Dit betekent onder meer dat niet op basis van omzendbrieven zonder decretale basis kan worden bestuurd.
Omwille van deze bezorgdheid heeft het Vlaams Parlement met het oog op een rechtszekere en ordentelijke start van het schooljaar op 28 mei 2003 unaniem een resolutie betreffende de tijdige indiening van ontwerpen van decreet inzake het onderwijs goedgekeurd (Parl. St. Vl. Parl. 2002-03, nr. 1578/5). De essentie van deze resolutie houdt in dat alle omzendbrieven en besluiten een decretale basis moeten hebben en dat alle decreten die gevolgen voor de start van het schooljaar hebben en die op 1 september van een bepaald jaar ingaan, v??r 1 mei van datzelfde jaar in het Vlaams Parlement aanwezig moeten zijn. Bovendien moeten de besluiten en de omzendbrieven v??r 25 juni van datzelfde jaar in de scholen aanwezig zijn.
Als initiatiefnemer van deze resolutie kijk ik nauwgezet op de uitvoering toe. We bevinden ons echter in een bijzonder jaar, namelijk het laatste jaar van de legislatuur. Meestal worden in de loop van de laatste weken en maanden een veel groter aantal decreten ingediend. Volgens de richtlijnen van het Vlaams Parlement zouden alle ontwerpen van decreet die nog moeten worden besproken, bij voorkeur ten laatste op 6 maart moeten worden ingediend. Bovendien zouden al die ontwerpen van decreet nog v??r 1 mei 2009, het officiële begin van de pre-electorale periode, moeten worden behandeld. Daarna volgt nog slechts een heel korte periode om de bijbehorende omzendbrieven en uitvoeringsbesluiten voor te bereiden en bekend te maken.
Zijn alle ontwerpen van decreet die vanaf 1 september 2009 van kracht worden reeds in het Vlaams Parlement ingediend? Welke ontwerpen van decreet zijn al wel of nog niet ingediend? Welke ontwerpen van decreet mogen we nog verwachten?
Aan hoeveel uitvoeringsbesluiten en omzendbrieven mogen we ons, gezien het grote aantal ontwerpen van decreet dat nog in behandeling is, voor de start van het volgende schooljaar nog verwachten? Ik ga er even van uit dat de ontwerpen van decreet die eerstdaags zullen worden ingediend ook effectief zullen worden goedgekeurd. Ik zou graag een overzicht per onderwijsniveau krijgen. De minister moet dit niet allemaal opsommen. Hij mag dit door middel van een document laten weten en zich hier tot een samenvatting beperken.
Kan de minister de kwaliteit garanderen van de uitvoeringsbesluiten en van de omzendbrieven die het gevolg zijn van dit grote aantal ontwerpen van decreet? Er rest de minister en de administratie immers slechts een korte periode om dit rond te krijgen. Kan de minister hierbij de normale inspraakprocedure garanderen?
Kan de minister ons, ondanks het feit dat we ons in een verkiezingsjaar bevinden, garanderen dat de scholen tijdig en correct zullen worden geïnformeerd?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, ik zal de commissiesecretaris de nodige documenten bezorgen. Aangezien het hier lijsten betreft, zal ik ze niet allemaal voorlezen. Dat zou wat omstandig zijn. De inhoudelijk belangrijke elementen zal ik hier mondeling naar voren brengen. Op die manier krijgt de vraagsteller de politieke boodschap te horen.
Ik heb een aantal ontwerpen van decreet ter definitieve goedkeuring op de agenda van de Vlaamse Regering van 6 maart 2009 geplaatst. Het is de bedoeling deze ontwerpen van decreet op dezelfde datum in het Vlaams Parlement in te dienen. Het gaat om het ontwerp van decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs, het ontwerp van decreet betreffende de kwalificatiestructuur, het ontwerp van decreet betreffende het secundair-na-secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs en het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XIX. Het decreet betreffende de toelatingsvoorwaarden van het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen scholen en ouders in het basis- en het secundair onderwijs is al in het Vlaams Parlement ingediend. Het is ondertussen trouwens al door deze commissie goedgekeurd.
Wat de besluiten van de Vlaamse Regering en de omzendbrieven betreft, zal ik de commissiesecretaris een lijst per onderwijsniveau bezorgen. Ik zal dit niet allemaal voorlezen. Op basis van de decreten die nog voor het eind van deze legislatuur zullen worden behandeld, mogen in elk geval nog een aantal besluiten van de Vlaamse Regering en omzendbrieven worden verwacht.
Wat de arbeidsvoorwaarden en het personeelsstatuut betreft, gaat het om negen besluiten van de Vlaamse Regering. Verder zijn er nog twee andere omzendbrieven die betrekking hebben op het personeel.
Wat de organisatie van het onderwijs betreft, maak ik een onderscheid per onderwijsniveau. Voor het deeltijds kunstonderwijs gaat het om twee besluiten van de Vlaamse Regering tot wijziging van de organisatiebesluiten op het dko (deeltijds kunstonderwijs) en om twee omzendbrieven, om een besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kunstacademies en om een bijbehorende omzendbrief. Voor het basisonderwijs gaat het om een besluit van de Vlaamse Regering en om een bijbehorende omzendbrief en om nog acht andere omzendbrieven. Voor het secundair onderwijs gaat het om zes besluiten van de Vlaamse Regering en om een omzendbrief. Voor het volwassenenonderwijs gaat het om vijf besluiten van de Vlaamse Regering.
Dat klinkt op zich indrukwekkend. Het gaat gedeeltelijk echter om de herneming van bekende stof. Veel omzendbrieven keren elk jaar terug en bevatten elk jaar een aantal vaste elementen. Het klinkt dan ook indrukwekkender dan het eigenlijk is.
Ik wil nog iets zeggen over de kwaliteit, over de normale inspraakprocedure en over de timing.
De uitvoeringsbesluiten met betrekking tot het ontwerp van decreet betreffende de kwaliteit in het onderwijs hebben voornamelijk betrekking op de werking van de onderwijsinspectie. Deze uitvoeringsbesluiten hebben bijgevolg geen directe weerslag op de start van het schooljaar. Om die reden staan ze ook niet in de daarnet vermelde lijst.
Het merendeel van de bepalingen in het ontwerp van decreet betreffende de kwalificatiestructuur zullen onmiddellijk na de goedkeuring in werking treden. Ze hebben geen onmiddellijke of rechtstreekse gevolgen voor de scholen in het komende schooljaar. De oprichting en de operationalisering van het agentschap dat volgens dit ontwerp van decreet een aantal taken in verband met de erkenningsprocedures moet uitvoeren en de registratie van alle erkende kwalificaties moet verzorgen, is voor 1 mei 2009 gepland. Op die manier willen we de uitvoering van het ontwerp van decreet waarborgen.
Het gebruik van erkende beroepskwalificaties in het onderwijs als onderdeel van een onderwijskwalificatie ter vervanging van de specifieke eindtermen voor de beroepsgerichte gedeelten treedt eveneens onmiddellijk in werking. Dit zal pas operationeel worden op het ogenblik dat en naarmate de beroepscompetentieprofielen de erkenningsprocedure hebben doorlopen. De bepaling dat niveaudescriptorelementen bij de elementen van de specifieke eindtermen in het onderwijs moeten worden gebruikt, wordt eveneens onmiddellijk van kracht. Deze bepaling wijzigt niets aan de periodiciteit van de herziening van de eindtermen. Het enige gevolg is dat de niveaudescriptorelementen bij de eerstvolgende herziening van de eindtermen na de inwerkingtreding van het ontwerp van decreet zullen worden toegepast.
Voor de opleidingen van de basiseducatie en het secundair volwassenenonderwijs zullen de erkende beroepskwalificaties of de herziene specifieke eindtermen, zoals bepaald in de desbetreffende besluiten van de Vlaamse Regering, in de driejaarlijkse evaluatie van de goedgekeurde opleidingsprofielen worden opgenomen. Indien de erkende beroepskwalificaties of de herziene eindtermen op het ogenblik van die evaluatie beschikbaar zijn, zullen ze onverkort in de aanpassing van de overeenkomstige opleidingsprofielen worden opgenomen.
Het merendeel van de bepalingen in het decreet betreffende het hoger beroepsonderwijs treden op 1 september 2009 in werking. Het gaat voor het overgrote deel om al bestaande opleidingen die tegen 2012 een grondig inhoudelijk hervormingsproces zullen moeten doorlopen. De opleidingen zullen op 1 september 2009 enkel van naam veranderen. De opleidingen 7e jaar tso (technisch secundair onderwijs) of 7e jaar kso (kunst secundair onderwijs) worden secundair-na-secundair opleidingen. De onderwijsinstellingen krijgen de tijd om de hervormingen door te voeren. De opleiding vierde graad verpleegkunde wordt een opleiding hoger beroepsonderwijs. De overige opleidingen van de vierde graad, modevormgeving en plastische kunsten, worden als derde en vierde jaar van de derde graad in het secundair beroepsonderwijs ondergebracht. Op communicatievlak heeft dit voor de scholen belangrijke gevolgen. Structureel verandert bij de start van het schooljaar echter niets. Een eerste structurele verandering die in de opleidingen secundair-na-secundair onderwijs moet worden doorgevoerd, is het vervroegen van de teldatum van 1 februari naar 15 januari en het invoeren van 1 juni als tweede teldatum voor alle secundair-na-secundair opleidingen.
Naar aanleiding van het decreet betreffende de toelatingsvoorwaarden kunnen zesjarigen vanaf 1 september 2010 niet langer zomaar het eerste leerjaar in het Nederlandstalig onderwijs aanvatten. In het schooljaar voorafgaand aan hun instap in het lager onderwijs moeten ze immers 220 halve dagen in een Nederlandstalige kleuterschool aanwezig zijn geweest. Scholen moeten vanaf 1 september 2009 hun toelatingsvoorwaarden aanpassen. Vanaf 2010 zal in het schoolreglement een engagementsverklaring met wederzijdse afspraken tussen de school en de ouders worden opgenomen. Die engagementsverklaring slaat op oudercontact, op aanwezigheden, op individuele begeleiding en op een positief engagement ten aanzien van het Nederlands.
Vanaf 1 september 2009 moet dus, met het oog op de inschrijvingen voor het schooljaar 2010-2011, het schoolreglement aangepast zijn. Er is voorzien in de nodige communicatieacties zodat scholen hier tijdig van op de hoogte zullen zijn.
Tot slot kan ik herhalen dat mijn medewerkers op de administratie en in het kabinet - zoals elk jaar trouwens - hun uiterste best om de resolutie met betrekking tot een rechtszekere ordentelijke start van het schooljaar te respecteren. Ook in dit verkiezingsjaar zullen de maatregelen die ingaan per 1 september 2009 trouwens via allerlei kanalen worden gecommuniceerd, via onder meer School- en Lerarendirect en de jaarlijkse door de administratie georganiseerde Rondes van Vlaanderen.
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Mevrouw de voorzitter, minister Vandenbroucke heeft ons hier een belangrijk antwoord gegeven. Wij zullen met veel aandacht ook het schriftelijke luik nalezen.
Mijn grote zorg, mijnheer de minister, is, zoals ook uit mijn vraag bleek, enerzijds de kwaliteit van de regelgeving, anderzijds dat de normale inspraakprocedures worden gerespecteerd en uiteraard dat onze scholen en de mensen die daar verantwoordelijkheid dragen op een behoorlijke manier hun instelling kunnen besturen. Daartoe is het belangrijk dat alles in verband met regelgeving tijdig bij hen aanwezig is.
Mijnheer de minister, ik neem nota van uw intenties. Mogelijk zal ik u daarover later nog ondervragen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.