Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 19/02/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Els Robeyns tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de medische screening van jonge sporters
De voorzitter: Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns: Mijnheer de minister, sporten is gezond. Zeker verantwoord sporten is gezond. Daarover zijn we het eens. Jammer genoeg worden we soms geconfronteerd met dramatische, onbegrijpelijke verhalen van jonge sporters die plots overlijden.
Naar aanleiding daarvan stelde ik u in april 2007 al een schriftelijke vraag. Er waren toen enkele aanbevelingen vanuit de medische wereld, zoals een verplichte medische check-up voor elke beginnende sporter. In de schriftelijke vraag vroeg ik naar de mogelijkheden voor een dergelijke verplichte medische check-up en een eventuele uitbreiding met een cardiologisch onderzoek.
Mijnheer de minister, in uw antwoord stelde u dat er van een verplichte medische check-up bij elke beginnende sporter momenteel absoluut geen sprake is in Vlaanderen, maar dat bepaalde sportfederaties wel specifieke eisen stellen, zoals de wielerbond en de motorcrossfederatie. U stelde ook dat alle sportfederaties een medisch onderzoek aanbevelen, maar niet verplichtend maken.
Verder gaf u toen aan dat men voor een algemeen cardiologisch onderzoek eerst moest kijken over hoeveel personen het zou gaan en wat de kans is dat er werkelijk iets gebeurt. Tot de leeftijd van 35 jaar zou de kans liggen tussen 0,5 en 1,5 gevallen per 100.000 sporters per jaar. Dat is gelukkig een heel kleine kans.
Voor een praktijkvoorbeeld in het buitenland verwees u naar een Italiaans project. Dat zou het enige programma zijn waar men een positief effect heeft kunnen aantonen doordat alle sporters onder de 35 jaar in Italië verplicht en regelmatig gekeurd worden met een elektrocardiogram door daarvoor speciaal opgeleide sportartsen. Dit wordt door de Europese Vereniging voor Cardiologie als mogelijk keuringsonderzoek aanbevolen voor jonge sporters.
U gaf aan dat het onbetaalbaar zou worden als we dat voor alle kinderen moeten doen. Dat kan ik uiteraard begrijpen. Daarom stelde u voor om te proberen om de kinderen te selecteren die een bepaald risicopatroon vertonen. Immers, bij 40 percent van de plotse overlijdens bij kinderen zijn er aanwijzingen in de voorgeschiedenis voor gevaar, familiaal of persoonlijk. Deze risicofactoren kunnen aan de hand van een medische vragenlijst worden opgespoord.
U suggereerde om die vragenlijst onder te brengen in het verplichte CLB-onderzoek. De arts zou dan op basis van de vragenlijst en het lichamelijk onderzoek een aantal risicokinderen kunnen opsporen en doorverwijzen naar specialistisch onderzoek. De vragenlijst zou naast het CLB ook binnen de sportfederaties kunnen worden opgenomen. Bij een risicoprofiel zou men mensen kunnen verplichten om verder onderzoek te laten doen voor ze lid kunnen worden of kunnen deelnemen aan trainingen of competitie.
Tot slot gaf u aan dat naast medische onderzoeken de sensibilisatie van sporters, ouders, trainers en artsen voor bepaalde gevaartekens heel belangrijk is. De vragenlijst kan via de website www.gezondsporten.be worden verspreid.
Dat waren heel wat aanbevelingen, waarin ik me absoluut zou kunnen vinden. Mijnheer de minister, wat is er nu, twee jaar later, al gebeurd? Welke initiatieven werden al genomen met betrekking tot het detecteren van gezondheidsrisico's bij jonge sporters? Welke initiatieven zijn er genomen met betrekking tot de sensibilisering van sporters, ouders en trainers voor bepaalde gevaartekenen? Hebt u overleg gepleegd met uw collega van Onderwijs, onder meer over de vragenlijst binnen het CLB-onderzoek? Is er overleg gepleegd met bepaalde sportfederaties? In uw antwoord op de schriftelijke vraag had u het over de mogelijkheid met een systeem van sportcheques te werken om een financiële bijdrage te kunnen geven voor het medisch onderzoek. Is daar verder onderzoek naar gebeurd?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mevrouw Robeyns, de in 2004 uitgewerkte gestandaardiseerde sportmedische screening wordt in de erkende keuringscentra jaarlijks verplicht en gratis uitgevoerd bij de getalenteerde sporters. In 2008 kwamen een 850-tal getalenteerde sporters hiervoor in aanmerking. Voor het onderdeel van de cardiologische screening van die onderzoeksprotocollen worden de richtlijnen van de European Society of Cardiology gevolgd. De onderzoeksprotocollen kunnen worden geraadpleegd op www.gezondsporten.be.
Met betrekking tot de keuring en begeleiding van breedtesporters wordt vanzelfsprekend aan alle erkende keuringsartsen buiten de erkende keuringscentra aangeraden dezelfde protocollen te gebruiken als deze die voor de getalenteerde sporters worden gebruikt. De achterliggende reden hiervoor is dat een eenduidige sportmedische keuring en begeleiding in Vlaanderen voor alle sporters beschikbaar moet worden, maar natuurlijk moeten de ouders, als het gaat over een minderjarige sporter, of de sporter in kwestie zelf het initiatief nemen om naar een sportarts te stappen.
In 2008 werd het initiatief genomen om ten behoeve van alle sporters een algemene sensibiliseringscampagne te voeren, onder de titel 'Verantwoord sporten? Train eerst je gezond verstand'. Het concept van de sportmedische keuring werd expliciet aangehaald als item in de nieuwsbrief 'Sport voor Allen' van februari 2009. Ook werd er in de campagne verwezen naar de online vragenlijst op de website van Medisch Verantwoord Sporten (MVS), die gevaartekenen aanduidt. In de cursussen voor trainers van de Vlaamse Trainersschool komt verantwoord en veilig sporten ruimschoots aan bod. Ook in dat kader worden de trainers vertrouwd gemaakt met de signalen die het lichaam kan geven en die kunnen wijzen op gevaar voor de gezondheid. Ten slotte werd de inhoud van de gestandaardiseerde onderzoeksprotocollen die door de erkende keuringsartsen werden voorgesteld, ook beschikbaar gemaakt voor de sportartsen.
Mijn kabinet heeft reeds geruime tijd geleden een technisch overleg gehad met het kabinet van Onderwijs. Meer was niet nodig, omdat de leidraden en standaarden voor het CLB-onderzoek worden opgesteld door de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg. Dit kenniscentrum inzake jeugdgezondheidszorg verwijst de CLB-artsen aan wie worden gevraagd attesten van sportgeschiktheid af te leveren, naar de MVS-methode met betrekking tot de screening van jonge sporters. Dat is een methode die werd opgesteld door gespecialiseerde artsen die werkzaam zijn in de erkende keuringscentra voor getalenteerde sporters. Dit betekent dat de CLB-artsen de MVS-methodologie gebruiken wanneer hen wordt gevraagd sportmedische geschiktheidsattesten af te leveren. Ter zake is volgens mij niet onmiddellijk een nieuw politiek initiatief nodig. We laten de artsen hun werk doen.
Structureel overleg met de sportfederaties specifiek over dit thema heeft niet plaatsgevonden. De sportfederaties worden wel gestimuleerd en geresponsabiliseerd om maatregelen te nemen in het kader van het MVS-beleid. Binnen dit beleid dring ik er sterk op aan om, onder meer op het vlak van sportmedische keuring, bijkomende testen af te nemen die aangepast zijn aan de fysieke vereisten die nodig zijn voor de beoefening van een bepaalde sport.
Een systeem van sportcheques als een soort derdebetalersysteem blijkt in de praktijk niet mogelijk te zijn. Dit werd onderzocht en mij werd medegedeeld dat sportcheques binnen het kader van de bestaande fiscale regelgeving enkel kunnen worden gebruikt ter betaling van lidgeld van sportclubs of toegangsgeld voor bepaalde sportmanifestaties of -evenementen. Indien we het hebben over medische onderzoeken in het kader van de toepassing van preventieve gezondheidszorg, moet ik verwijzen naar de regelgeving die ter zake bestaat en waarvoor minister Heeren bevoegd is. Natuurlijk wens ik alle sporters zo weinig mogelijk medische kosten toe. Dat is een van de redenen waarom Medisch Verantwoord Sporten als beleidsdomein bestaat. Het idee dat een preventief onderzoek veel ongemak en kosten kan voorkomen, wordt gepromoot.
Ik wil over deze materie toch nog een bedenking meegeven. We moeten realistisch blijven. De predicatieve waarde van dergelijke onderzoeken is beperkt. Het is niet omdat iemand gezond wordt verklaard om te sporten, dat hem niets kan overkomen. Een plotse dood bij jonge sporters is een bekend voorbeeld hiervan. Het is een fenomeen waartegen medici vandaag nog niet veel kunnen doen. Daarom heb ik eind 2007 een wereldautoriteit die werkzaam is binnen dit domein, met name professor doctor Pedro Brugada, een onderzoek laten opstarten dat zich specifiek toespitst op de plotse dood van jonge mannelijke sporters. Sinds een half jaar of een jaar is hij werkzaam in het AZ van Jette. Hij kwam van Aalst. Het syndroom dat een acute hartstilstand veroorzaakt bij schijnbaar gezonde personen met een normaal gevormd en functionerend hart is naar hem genoemd en staat in de wetenschappelijke literatuur bekend als het Brugadasyndroom. Wij worden er soms op bijzonder pijnlijke wijze mee geconfronteerd. Mevrouw Robeyns, dat gebeurt ook bij sporters die heel intens medisch worden onderzocht en begeleid. Wij hebben het in onze eigen ploeg meegemaakt met Frederiek Nolf. Het gaat hier niet om preventief gezondheidsonderzoek. Er is een zeer ernstige, goede medische begeleiding. Daar sta je echt machteloos tegenover.
De voorzitter: Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns: Dank u, mijnheer de minister, voor uw antwoord. Ik besef uiteraard ook wel dat wij realistisch moeten zijn. De plotse dood van sommige jonge sporters is onverklaarbaar en valt niet altijd met preventief medisch onderzoek te voorkomen.
Ik leid uit uw antwoord af dat we met het decreet Medisch Verantwoord Sporten zeker belangrijke stappen in de goede richting hebben gezet. Het lijkt mij evident dat er zoveel mogelijk moet worden gestreefd naar een eenduidige sportmedische keuring. Daarnaast moeten wij blijven sensibiliseren om het risico zo klein mogelijk te houden, maar we moeten daarin realistisch zijn.
De voorzitter: Het incident is gesloten.