Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 10/02/2009
Vraag om uitleg van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Dirk Van Mechelen, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de uitgifte van obligaties (OLO's) en kortlopende effecten door de Vlaamse overheid
De voorzitter: De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, ik heb een vraag om uitleg gesteld, omdat ik vond dat deze Commissie voor Financiën, vooraleer de Vlaamse Regering een unicum realiseert, met name naar de kapitaalmarkt gaan, daar een bespreking over zou kunnen voeren.
We hebben in de krant gelezen dat de financiering niet zou gebeuren via een klassieke lening, maar door een beroep te doen op de kapitaalmarkt, door de uitgifte van OLO's, eigen lineaire obligaties en een commercial paper, kortlopende effecten.
Is dat zo? Ik heb dat in de pers gelezen, met een mooie foto van de minister bij de uitleg over de korte- en langetermijnrente en dat staatspapier op korte termijn voordeliger is dan op lange termijn.
Mijnheer de minister, waar staan de plannen? Wanneer is de uitgifte gepland? Wat is de economische verantwoording van deze uitgifte? Op welke bedragen mikt men? Hoe is de verdeling tussen de kortetermijnfinanciering en de lange termijn?
U zegt dat schuldfinanciering op de korte termijn een goedkopere financieringsvorm is dan op lange termijn, omwille van de evolutie van de rentevoeten. Wat is de weerslag van de KBC-financiering op de Vlaamse begroting 2009-2010? Maar dat antwoord hebben we al in de begrotingsdocumenten teruggevonden.
Mijnheer de voorzitter, het is een vraag over de manier waarop men naar de kapitaalmarkt gaat. Ik denk dat het belangrijk is dat we als commissie weten waarom die techniek wordt gebruikt en wat de economische verantwoording is voor kortetermijnfinanciering en OLO's.
De voorzitter: De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen: Mijnheer de voorzitter, ik wil me aansluiten bij de vraag van de heer Van Rompuy. Voor mij is het totaal nieuw. Ik ben helemaal geen economist, laat staan dat ik weet wat de beste manier is om leningen aan te gaan om kapitaal ter beschikking te kunnen stellen. We gaan nu misschien die methode hanteren.
Ik wil alleen nog eens wijzen op het advies van het Rekenhof over de aanpassing van de uitgavenbegroting 2009, dat duidelijk stelt dat de algemene uitgavenbegroting verhoogd wordt met 15 percent, waarbij bijkomende middelen zullen worden ontleend. Ik voel me nog even geroepen om te stellen dat alles heel snel kan veranderen. Dat leningen soms interessant kunnen zijn, ook voor de Vlaamse overheid, om het noodzakelijke beleid te kunnen voeren, wordt hier nog maar eens bevestigd. Mijnheer Van Rompuy prees me enkele weken geleden bijna de hel in toen ik zoiets durfde stellen.
Mijnheer de minister, het feit dat we opnieuw schulden maken - ik geef toe, daar gaat wel wat tegenover staan - en het feit dat de federale overheid heel wat bijkomende schulden moet maken, zou wel eens een invloed kunnen hebben op de rating van België. Kan het één in interactie staan met het ander? Dan houdt dat natuurlijk wel consequenties in voor de duurte van het kapitaal voor ons.
De heer Jaak Gabriels: In het verleden waren er ook collega's die, toen de Vlaamse Regering via de minister van Begroting de ambitie naar voren bracht om Vlaanderen schuldenvrij te maken, vroegen of dat wel nodig was en we niet beter konden investeren. Goed dat de Vlaamse Regering dat toen heeft gedaan, zodat nu de middelen ervoor aanwezig zijn.
De voorzitter: Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen: Mijnheer de voorzitter, collega's, aangezien onze thesaurie op dit moment niet over de reserves beschikt, zijn we verplicht om deze 2 miljard euro op de markt te gaan halen.
Ik wil toch stellen dat het hier gaat over een financiële operatie waarbij we geld lenen om er een participatie mee te nemen, wat op de balans een andere indruk geeft dan, zoals u misschien zou willen insinueren, lenen om morgen iets te gaan bouwen. Dat heeft natuurlijk andere repercussies.
We willen onze kasmiddelen aanvullen met vreemde middelen. We gaan dus op zoek naar vreemd vermogen. Hiervoor zijn er drie mogelijkheden. Ik probeer ze op een rijtje te zetten en een beschrijving te geven van de voor- en nadelen en wat inzicht te geven, niet in de politieke, maar in de bedrijfseconomische besluitvorming.
Er was de mogelijkheid te komen tot een volledig publieke lening. Dat zou leiden tot een openbare plaatsing. Dat heeft een aantal voordelen, maar ook nadelen. Voordeel is dat het natuurlijk vrij herkenbaar is bij het grote publiek, u kunt het vergelijken met het systeem van de staatsbons. Het zou ook kunnen dat de prijs zeer gunstig is, maar dan moet men er wel een fiscaal voordeel aan kunnen bieden, wat we bijvoorbeeld gedaan hebben bij het ophalen van de gelden voor ARKimedes, waarbij we deze techniek hebben gebruikt. Nadeel is dat vandaag een bedrag van 2 miljard euro ophalen, alleen bij het grote publiek, zeer veel is, laat ons maar zeggen niet haalbaar. Federaal blijkt men op dit ogenblik circa 125 miljoen euro op te halen per emissie van staatsbons. Twee miljard in de markt plaatsen, is ontiegelijk veel. We zouden dan ook herhaalde regelmatige emissies moeten doen. Vanzelfsprekend is dat een techniek die we als Vlaamse overheid niet doorvoeren, omdat we een one-shotoperatie willen doorvoeren.
Door de eenmaligheid zouden ook de kosten vrij hoog liggen, denk maar aan de noodzakelijke publiciteit. Ook door de banken zullen heel wat kosten worden doorgerekend voor het beschikbaar stellen van hun kantoren. Niet alleen is het bedrag veel te hoog om dit via het grote publiek op te halen, maar ook qua timing is het onhaalbaar. We hebben afgesproken dat we deze gelden voor eind maart beschikbaar zouden hebben.
Ik wil er nog even uw aandacht op vestigen dat we voor het gebruik van deze techniek een voorafgaande toestemming moeten vragen aan de federale minister van Financiën, omdat we een beroep zouden doen op het algemeen spaarwezen, wat we ontlopen door te kiezen voor een andere techniek.
De tweede methode is die via funding, bancaire leningen. Het voordeel is dat dit normaal snel kan gaan en vrij eenvoudig is. Het nadeel is dat 2 miljard euro - en we hebben daar in een andere context ook al debatten over gevoerd - een zeer groot bedrag is in de huidige financiële markten en dat vanzelfsprekend geen enkele bank dat stand alone zou willen aanbieden. Op dat moment gaat men zoeken naar syndicatie, de zogenaamde clubdeals, waardoor natuurlijk ook de marges aanzienlijk verhogen.
Toevallig was er vanmorgen Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC-overleg) met de bouwsector, die ook zijn ongenoegen kwam uiten over de moeilijkheden die men vandaag ondervindt voor financiering op de financiële markten. Als we die 2 miljard euro plaatsen in de bancaire sector, zouden we zelf de credit crunch organiseren, want een dergelijke zware lening impliceert dat men dat bedrag niet meer kan uitlenen aan private investeringsinitiatieven, hetzij via vennootschappen of particulieren. Dat zou een substantiële inkrimping betekenen van het aantal investeringsleningen op de markt. Ook daarom hebben we niet geopteerd voor deze tweede weg van de bancaire lening, zij het dat we nog altijd een soort reserveparachute achter de hand houden.
De derde techniek is de uitgifte van zogenaamde bonds, obligaties en commercial papers naar institutionele beleggers. Hiervoor blijkt op dit ogenblik voldoende potentieel aanwezig te zijn op de kapitaalmarkt. Het is geweten dat institutionele beleggers vandaag overijverig zoeken naar wat ze noemen safe-harbourinvesteringen. Met andere woorden, veilige overheidsbeleggingen beantwoorden hier op dit ogenblik aan en zijn een welkome belegging in het kader van hun portefeuille.
Recent zijn met veel succes een aantal analoge plaatsingen gedaan in de markt. De Europese Investeringsbank heeft tweemaal een plaatsing gedaan voor 1,75 miljard euro. Maar ook andere deelstaten hebben een plaatsing gedaan. Baden-Württemberg bijvoorbeeld heeft een plaatsing gedaan voor 3,25 miljard euro.
Normaliter zijn ook de institutionele beleggers vrijgesteld van roerende voorheffing. Dit moet dus geen onderdeel uitmaken van de kostprijs. De prijszetting kan dan ook lager. We kunnen ook flexibel structureren in functie van de looptijd en de doelgroep: een deel kortlopende commercial papers en een deel op middellange termijn. Men wil dat realiseren via de EMTN of Euro Medium Term Notes. Daar gaat een beperkte kost mee gepaard. Daarbij gaat men ervan uit dat het noodzakelijk is om een aantal gerichte roadshows te organiseren, bijvoorbeeld in de City in Londen maar eventueel ook in Frankfurt.
Institutionele beleggers hebben ook een korte- tot middellangetermijnhorizon, wat perfect aansluit bij de huidige steile rentecurve. Daardoor ligt de kost van de funding veeleer laag.
Een laatste voordeel is dat deze manier van werken vrij snel kan gaan: geen publieke plaatsing en dus ook geen voorafgaande toestemming van andere instanties, zoals de federale minister van Financiën.
Een van de nadelen is dat men een zekere liquiditeit moet kunnen garanderen. Wanneer institutionelen cash moeten kunnen vrijmaken, moeten ze hun bonds snel te gelde kunnen maken en doorverkopen. Het is dan ook noodzakelijk dat we deze laten noteren op de Luxemburgse beurs en eventueel op Euronext. Er moeten ook een aantal arrangers worden aangesteld naar analogie met de zogenaamde primary dealers bij de zuivere OLO's. Deze kost is niet overdreven. Hij ligt veel lager wanneer we gebruik willen maken van het volledige retailnet van de banken.
Gelet op de opgesomde voor- en nadelen, leek het me opportuun om te kiezen voor het derde alternatief. Het is de bedoeling dat we met deze producten op de markt gaan.
We gaan ervan uit dat er een verdeling moet worden gemaakt waarbij een optimale fundingskost zal resulteren in ongeveer 200 miljoen euro via de retail, dus gericht op private equity. Het gaat over coupures van minimum 50.000 euro, en dus niet over de kleine coupons die men bij particulieren gaat plaatsen. We overwegen een plaatsing van ongeveer 500 tot 700 miljoen euro via het systeem van de commercial papers. Het restbedrag zal worden geplaatst via de zogenaamde EMTN's.
Wat de timing betreft, hebben we intussen een voorontwerp van decreet neergelegd betreffende de al dan niet in effecten belichaamde schuld van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. Dit is een decretale variant op de wet van 2 januari 1991. Parallel met die wetgeving willen we een decreet tot stand brengen.
Op basis daarvan zullen we de marktbevraging verder voeren. Ik heb vanmorgen aan de secretaris-generaal van het departement Financiën en Begroting van de Vlaamse overheid een document gevraagd van de request for proposal. Daar is een heel draaiboek voor opgesteld. De secretaris-generaal heeft me ook laten weten dat die gisterennacht aan alle primary dealers van de Belgische OLO's is bezorgd. Op die manier probeert men dit snel en efficiënt in de markt te plaatsen.
Samengevat, wij zijn volop bezig met de praktische voorbereiding van de plaatsing. De bedoeling is dat we de effectieve funding op de markt half of eind maart rond krijgen. We moeten ook een beursnotering aanvragen voor deze producten. In het licht daarvan zullen we een tweede rating aanvragen. De doorlichting is vorige week gebeurd door Standard & Poor's. Vorig jaar hebben we een spontane rating gekregen van Moody's.
In deze fundingoperatie zal het Vlaamse Gewest zich buiten de kennis aanwezig in mijn administratie laten begeleiden door Petercam.
Tijdens de bespreking van het ontwerp van decreet in de commissie kunnen we daar nog op terugkomen. Wat dat betreft, zal ik proberen ajour te antwoorden.
Tot slot wil ik er nog even op wijzen dat we in het kader van het kassierscontract kredietlijnen hebben lopen bij Dexia en bij KBC, wat onze twee huisbankiers zijn. Indien we dus ergens te kort zouden komen, dan kunnen we een beroep doen op deze kredietlijnen. We doen dat liever niet, want dan halen we bij die banken geld weg dat zij beter kunnen gebruiken voor kredieten aan bedrijven en aan particulieren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.