Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 17/02/2009
Vraag om uitleg van de heer Koen Van den Heuvel tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over het toenemende sluipverkeer als gevolg van het gebruik van gps
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, we hebben hier al een aantal keren de gelegenheid gehad om te praten over de invloed van gps op het sluipverkeer. Gps is een gemakkelijk instrument om sluipverkeer te faciliteren. Het is eenieders doelstelling om ertoe te komen dat navigatiesystemen de meest maatschappelijk verantwoorde route aangeven.
Mevrouw de minister, de voorbije jaren hebt u uw bezorgdheid hieromtrent al uitgedrukt. U hebt ook geprobeerd om maatregelen te nemen. Een van die initiatieven was de verkeersbordendatabank, die eind 2010 klaar zou zijn. De databank start met een nulmeting. Die wagens rijden momenteel rond in verschillende Vlaamse gemeenten. Eens de inventarisatie is afgerond, is het belangrijk dat lokale besturen de databank actualiseren, zodat het een up-to-date databank blijft. U stelt daarvoor een tool ter beschikking van de gemeenten.
Het is uiteraard belangrijk dat al die gegevens vervolgens tot bij de gps-operatoren komen. De bedoeling is dat die operatoren meestappen in het project en hun gps-routes gaan aanpassen op basis van de gegevens van de databank. Op die manier moeten we finaal komen tot maatschappelijk verantwoorde routes en dito rijgedrag.
In de brochures over de verkeersbordendatabank komt dat tot uiting: "De kaartenmakers en producenten van navigatiesystemen hebben zich geëngageerd om alle relevante gegevens in hun systemen te integreren. Wellicht zal dit om het half jaar gebeuren. De gps zal dan routes kunnen voorstellen die echt rekening houden met uw lokale verkeersborden inzake snelheid, bestemmingsverkeer of doorgangsverkeer, nauwe doorgangen voor vrachtwagens, park-and-rideplaatsen enzovoort." Verderop in de brochure wordt gesteld dat door de integratie van de databank in navigatiesystemen de verkeerssturing effectiever kan worden. Dankzij de databank kan de gemeente een effectief beleid ontwikkelen: de snelheid beperken, sluipverkeer voorkomen en doorgaand verkeer uit de dorpskern weren.
In de brochures worden lokale besturen aangemoedigd om de databank blijvend te actualiseren en om er tijd in te investeren.
Over de sturing van de vrachtwagens hebt u gezegd dat er een aparte methodiek vereist is. Om tot een vrachtwagennetwerk te komen, werd vooropgesteld dat in het laatste kwartaal van 2008 een onderzoek zou worden opgestart met als werktitel 'Uitwerken van een methodiek voor een netwerk voor het algemene vrachtverkeer op mesoschaal en de toepassing op twee pilootregio's'.
Mevrouw de minister, hoever staat het met de concrete afspraken met de kaartenmakers en de gps-operatoren voor het gratis ter beschikking stellen van de databank? Welke voorwaarden werden aan de kaartenmakers en gps-operatoren opgelegd? Wat is de planning hieromtrent? Het is belangrijk dat de resultaten tot bij de gps-operatoren en de concrete navigatiesystemen komen. Wat is de stand van zaken op dat vlak? Welke afspraken werden er concreet gemaakt?
Hoe staat het met het onderzoek inzake een methodiek voor een netwerk voor het algemene vrachtverkeer op mesoschaal? Hoever staat het project van de verkeersbordendatabank? De doelstelling was dat die databank in 2010 klaar zou zijn. Zitten we daar op schema? Zijn de gemeenten bereid om mee te werken? Zullen de gemeenten die zelf een digitale databank van hun verkeersborden hebben, meewerken aan de Vlaamse online databank? Hoe staat het met de contacten tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten in kwestie?
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer Van den Heuvel, er werd een werkgroep Verkeersbordendatabank opgericht, waarin naast de Vlaamse overheid ook de kaartenmakers Tele Atlas en Navteq en de gps-operator TomTom actieve leden zijn. In de werkgroep wordt onder andere besproken hoe en onder welke voorwaarden de verkeersbordendatabank ter beschikking kan worden gesteld van de kaartenmakers.
- De heer Marc van den Abeelen treedt opnieuw als voorzitter op.
Voor dit project wordt ook samengewerkt met het Agentschap Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV). AGIV staat in voor het stimuleren en coördineren van een optimaal gebruik van geografische informatie binnen de Vlaamse overheid en zorgt voor het ter beschikking stellen van dergelijke informatie aan derden.
Momenteel worden door de aannemer alle mobile-mappingbeelden geografisch gepositioneerd aan de hand van gps. De verdeling van de gps-posities, zowel naar de partners binnen GIS-Vlaanderen als naar derden, is momenteel echter nog niet aan de orde. De inventarisatie van de verkeersbordendatabank staat momenteel centraal. Het is wel de bedoeling om op korte termijn na te gaan in hoeverre dergelijke aanvullende datasets - de gps-posities - kunnen worden gebruikt. Belangrijk zijn ook de gebruiksrechten en de daarbij horende verantwoordelijkheden eigen aan die gps-data. AGIV bestudeert momenteel in samenwerking met het departement MOW (Mobiliteit en Openbare Werken) van de Vlaamse overheid de mogelijkheden.
De verkeersbordendatabank maakt ook deel uit van het overkoepelende Europese ROSATTE-project. Dat project moet zorgen voor een vlotte uitwisseling van gegevens tussen overheden en kaartenmakers. Verder is er ook een duidelijk verband tussen het ROSATTE-project en de Europese INSPIRE-richtlijn. Die richtlijn biedt een wettelijk kader voor de oprichting en werking van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in Europa.
De opdracht voor de studie 'Uitwerken van een methodiek voor een netwerk voor het algemene vrachtverkeer op mesoschaal en toepassing op twee pilootregio's' werd in januari 2009 gegund aan Tritel en heeft een looptijd van vijf maanden. De pilootgebieden zullen binnen en buiten de Vlaamse Ruit worden aangeduid.
Medio november 2008 werd het eerste dienstbevel voor de nulmeting van 23 gemeenten gegeven. De uitvoeringstermijn is zes maanden om te komen tot de definitieve levering van de inventaris voor de betrokken gemeenten. Tijdens deze periode worden in het kader van de opdracht de volgende stappen doorlopen: mobile mapping, kwaliteitscontrole van de beelden, inventarisatie van de signalisatie op basis van de mobilemappingbeelden, naverkenning op het terrein, kwaliteitscontrole van de inventaris en definitieve oplevering van de inventaris.
Met een tussentermijn van telkens een maand zijn ook al zeven bijkomende dienstbevelen - zo heet dat spijtig genoeg -, elk ook met een uitvoeringstermijn van zes maanden, gegeven. Die hebben betrekking op 124 gemeenten. Zodoende zijn op dit ogenblik al 147 gemeenten opgenomen in het uitvoeringsplan.
Het in kaart brengen van de signalisatie verloopt zoals gepland. De voorlopige resultaten zijn zeer positief en voldoen zeker aan de in het bestek gestipuleerde normen. In de planning werd maximaal rekening gehouden met de onvoorspelbaarheid van het weer. Zodoende heeft de weersgesteldheid geen weerslag op de voortgang van het project. Er zijn geen andere problemen gekend.
Inderdaad, een aantal gemeenten in Vlaanderen beschikt over een digitale databank van zijn verkeersborden. Het gaat hier echter om een kleine minderheid. Met deze gemeenten werd bij de voorbereiding van dit project contact opgenomen. De nauwkeurigheid waarmee de signalisatie opgemeten is en de regelmaat waarmee de gegevens worden bijgehouden, verschillen echter sterk in de verschillende gemeenten.
Voor elke gemeente waar een databank aanwezig is, wordt onderzocht of het een voordeel oplevert om de gegevens van de gemeente voor het project te recupereren. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de nauwkeurigheid van de data en met de actualiteitsgraad van de inventaris. Bovendien moet de eenvormigheid van de gegevens waarmee de Verkeersbordendatabank gevoed wordt, bewaakt worden.
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Voor het eerste punt wil ik nog eens benadrukken dat de gegevens en resultaten van die databank tot bij de gps-operatoren moeten komen. Dat is van cruciaal belang. Dat kan worden vertaald in maatschappelijk verantwoorde routes.
De voorzitter: Het incident is gesloten.