Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 18/02/2009
Interpellatie van de heer Jan Peumans tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het onderzoek van de Vlaamse ombudsman inzake de interne werking van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, op verzoek van een klokkenluider heeft de Vlaamse ombudsman een onderzoek naar de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) ingesteld. Die klokkenluider heeft een specifiek statuut gekregen. Het heeft trouwens lang geduurd voor de VMW ervan overtuigd was dat ze ook aan deze regeling moest voldoen. Ik heb minister-president Peeters, die ook voor bestuurszaken bevoegd is, hierover nog een vraag om uitleg gesteld. Dit typeert de dynamiek binnen de VMW. Wat de klokkenluider naar voren heeft gebracht, wijst op een diepere malaise bij de VMW. Bepaalde zaken zullen vroeg of laat aan bod moeten komen.
Hoewel ik het er vandaag niet over wil hebben, wil ik toch even verwijzen naar de relatie tussen het pensioenfonds van de VMW en de verkoop van een gebouw in de Belliardstraat. Er spelen zich daar merkwaardige zaken af. Het is blijkbaar de bedoeling dit gebouw aan de Europese Commissie of aan het Europees Parlement te verkopen. De VMW wil dit gebouw niet openbaar verkopen en de concurrentie niet laten spelen, omdat ze vreest in dat geval een lagere prijs te ontvangen.
Ook in het kader van de openbaarheid van bestuur spelen zich bij de VMW trouwens merkwaardige zaken af. Hoewel ze eerst kunnen worden geraadpleegd, blijken bepaalde brieven plots van de website te verdwijnen. Een laatste voorbeeld betreft de uitgebreide problematiek van de voertuigen die mee naar huis worden genomen. Ten gevolge van een inval van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) moet de VMW enkel al voor het jaar 2005 voor bijna 300.000 euro achterstallige betalingen uitvoeren. Ik weet niet hoe dat onderzoek verder is verlopen.
In verband met de zeven klachten die door de klokkenluider zijn geformuleerd, heeft i-Force een forensische audit uitgevoerd en een eindrapport opgesteld. Ten eerste gaat het om de onvolledige registratie van schrootinkomsten. Het rapport van i-Force is bijzonder boeiend. In sommige provincies is er blijkbaar helemaal geen schroot. Ten tweede gaat het om de vormingsfondsen van de vakbonden. Ten derde gaat het om de zogenaamde autonome investeringskredieten (AIK´s). Mensen die in een gemeentebestuur zetelen, kennen die kredieten. Ten vierde gaat het om de erelonen van de interne consultants. Ten vijfde gaat het om favoritisme bij de selectie van advocaten en van incassobureaus. Ten zesde gaat het om inbreuken op de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten. Ten zevende gaat het om de gsm-inkomsten. Dit laatste punt slaat op de watertorens die overal in Vlaanderen staan. Deze torens, die soms heel mooi zijn, worden aan allerlei gsm-operatoren verhuurd. De directie van de VMW weet niet welke torens zijn verhuurd en welke torens inkomsten opleveren.
De klokkenluider weet allicht niet alles wat zich binnen de VMW afspeelt. Er is allicht meer aan de hand. Om die reden hebben we het Uitgebreid Bureau verzocht hierover een interpellatie te mogen houden. We moeten voldoende duidelijkheid krijgen over het reilen en zeilen van de VMW.
De zeven klachten hebben tot een uitgebreid onderzoek geleid. Alle betrokkenen zijn geïnterviewd. De boekhouding is geanalyseerd. De Vlaamse ombudsman en de directeur-generaal van de VMW, de heer Breda, hebben alle punten besproken. Uiteindelijk is een stevig en kritisch eindrapport van 71 pagina´s opgesteld. Alle klachten zijn onderzocht. Met betrekking tot sommige klachten heeft de Vlaamse ombudsman gelukkig vastgesteld dat er geen probleem is. Met betrekking tot een aantal andere punten is er echter duidelijk heel wat aan de hand.
Over de eerste klacht staat in het eindrapport het volgende te lezen: ?Het niet naleven van de procedures of het zelfs niet gekend zijn van de procedures inzake het schroot brengt ook aan het licht dat er binnen de VMW enerzijds onvoldoende kennis is van de geldende procedures en dat er anderzijds een gebrek is aan interne controle die moet toezien op de naleving van deze procedures.? Zelfs de toepassing van de wetgeving betreffende de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) wordt gewoonweg achterwege gelaten.
Over de tweede klacht stelt het eindrapport het volgende: ?We stellen vast dat de VMW geen controle uitoefent op de aard en de opgave van het aantal deelnemers van de door de vakorganisaties georganiseerde activiteiten.?
Over de derde klacht staat het volgende te lezen: ?We kunnen concluderen dat de VMW, in strijd met de eigen reglementering, deze investering heeft gefinancierd via het systeem van de AIK.?
Het loont de moeite de verschillende conclusies in het rapport van i-Force te lezen. Ik weet niet hoe uitdrukkelijk deze aanbevelingen in het eindrapport van de Vlaamse ombudsman zijn opgenomen. In elk geval worden een aantal duidelijke problemen binnen de VMW blootgelegd. Ik zou nog een hele reeks passages kunnen citeren.
Daarnaast worden aan de VMW een aantal adviezen verstrekt. Met betrekking tot de tweede klacht, die de vormingsfondsen betreft, luidt dit advies als volgt: ?Gelet op de door de klokkenluider opgevraagde informatie raden wij de VMW aan om bij de vakorganisaties de verantwoordingsstukken van zowel de activiteit als het aantal deelnemers op te vragen.?
Eerder al werd de fameuze Accordstudie opgesteld, die het personeelsbeleid van de VMW analyseerde. Ook hier kwam de organisatie niet onverdeeld positief uit. Er zijn twee bladzijden met heel duidelijke aanbevelingen voor het personeelsbeleid. Ik haal een aantal merkwaardige citaten uit de analyse van het VMW-personeelsbeleid die gemaakt werd door de Accord Group.
In de inleiding op bladzijde 3 lezen we: ?De uitdagingen en bedreigingen voor de toekomst zijn dermate belangrijk dat een aantal problemen inzake personeelsbeleid en statuut oplossingen vragen op korte termijn, terwijl andere een aanbeveling vragen op iets langere termijn?. Bijvoorbeeld: ?Zo telt Limburg 50 percent meer administratieve medewerkers op de klantendienst. Zo telt Vlaams-Brabant 60 percent meer administratieve medewerkers op de technische dienst. Zo telt West-Vlaanderen 7 laboranten kwaliteitsbeheer tegenover 2 tot 3 in de andere directies?. Ik denk dat het water daar veel slechter is en ze er veel meer werk hebben.
Op bladzijde 6 staat: ?Zo krijg je foutieve kostenallocaties die fouten geven in de kostenanalyse en/of doorrekening?. Op bladzijde 9: ?Binnen de VMW tellen we vandaag 154 verschillende functies. Wanneer we de functies per salarisniveau bekijken, komen we aan 241 functies?. Ter informatie, er werken ongeveer 1500 medewerkers. ?Het betreft in totaal 1193 medewerkers van de 1505 die om een of andere reden dezelfde functie werden toegewezen maar hiervoor verschillend worden vergoed?.
Op bladzijde 10 staat: ?Wanneer iemand verloond wordt in niveau K omdat hij een universitaire opleiding heeft maar een functie uitoefent in klasse Ma of Mb, dan kan men zich afvragen hoe dit te verantwoorden is ten aanzien van de andere medewerkers in klasse Ma of Mb?. ?Inzake verloning is ´interne rechtvaardigheid en gelijkheid´ een belangrijk principe dat dient gerespecteerd te worden?.
Op bladzijde 12 staat: ?De gevolgen hiervan mogen niet worden onderschat. Enerzijds ontstaat er een ongelijke behandeling afhankelijk van de gevolgde basisopleiding en niet op basis van verantwoordelijkheid of inzet, met nefaste gevolgen voor de organisatie?.
Op bladzijde 15 staat: ?Uit diepgaande analyse van de basissalarisstructuur van VMW, blijkt dat de interne billijkheid op diverse vlakken niet wordt gerespecteerd?.
En op bladzijde 18: ?De combinatie van al deze factoren geeft aanleiding tot een ongestructureerd salarisbeleid waarbij elke vorm van ´interne billijkheid´ wordt tenietgedaan?.
Mevrouw de minister, volgens de laatste berichten komt de klokkenluider - de man woont trouwens in uw provincie - in aanmerking voor een promotie, maar doet de directie er alles aan, in het kader van de christelijke verdraagzaamheid, om te beletten dat de man de bevordering zou krijgen. Het siert mensen dat ze een aantal dingen aanklagen die te maken hebben met het slecht functioneren van de dienst. Dit soort mensen zou men veeleer moeten bedanken dan hen het leven zuur te maken.
Mevrouw de minister, hoe reageert u op de conclusies uit de i-Forcestudie die is gemaakt in opdracht van de ombudsman na klachten van een klokkenluider? Ik weet dat de ombudsman een aantal aanbevelingen uit de i-Forcestudie niet heeft overgenomen.
Bent u bereid de aanbevelingen die zijn opgenomen in de conclusies van de i-Forcestudie ook in de praktijk om te zetten? Zo ja, hoe? Hoe reageert u op de conclusie van de studie van de Accord Group, als doorlichting van het personeelsbeleid en -statuut van de VMW? Welke concrete acties mogen we nog van u verwachten?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, voor de mensen die het dossier niet van nabij volgen, wil ik zeggen dat de heer Peumans het heeft over twee onderzoeken.
Er is het onderzoek van de Vlaamse Ombudsdienst zelf. Dat onderzoek is gevoerd naar aanleiding van de melding van onregelmatigheden bij de VMW door een personeelslid dat, zoals de heer Peumans ook zegt, bescherming heeft gevraagd en gekregen in het kader van het klokkenluidersstatuut, artikel 17bis van het Ombudsdecreet.
Een multidisciplinair team van het auditbureau i-Force heeft gedurende de periode mei-september 2008 in opdracht van de Vlaamse Ombudsdienst de zeven meldingen van het personeelslid over de VMW grondig onderzocht. Volgens het verslag van de Vlaamse Ombudsdienst van 12 december 2008 heeft de VMW constructief meegewerkt aan dit onderzoek. i-Force heeft de mogelijkheid gekregen om naar eigen inzichten medewerkers zowel op de centrale zetel als op de provinciale directies op een vertrouwelijke manier te bevragen. i-Force kreeg ook toegang tot relevante informaticatoepassingen en boekhoudkundige stukken. Het onderzoek is dus in transparantie verlopen en VMW heeft goed meegewerkt.
Op basis van de resultaten van het uitgebreid i-Force-onderzoek heeft de Vlaamse ombudsman een samenvattend verslag opgesteld van zijn bevindingen. Op basis van deze bevindingen heeft de Vlaamse ombudsman tien aanbevelingen geformuleerd om de onderzochte procedures en de interne controle hierop aan te passen en te verbeteren. Ik kom hier straks concreet op terug. Ik kreeg zelf het dossier en het eindverslag op 12 december 2008.
U citeert anderzijds ook uit de Accordstudie met betrekking tot het personeelsbeleid van de VMW. Deze elementen zijn enkele weken geleden door de klokkenluider zelf ook rechtstreeks aan mijn kabinet meegedeeld. Die studie dateert van 2006 en is door de raad van bestuur van de VMW zelf besteld. Zij hebben dat gedaan met het oog op het ontwikkelen van een doelgericht personeelsbeleid, vooral met het oog op een actualisering van het personeelsstatuut dat door de Vlaamse Regering is vastgesteld.
Er is dus de Accordstudie, door de VMW zelf besteld, en het i-Force-onderzoek, naar aanleiding van de klacht die bij de ombudsman neergelegd werd.
Mijnheer Peumans, toen ik het verslag kreeg, hebben we onmiddellijk actie ondernomen. Het is een lijvig document. Men heeft er werk van gemaakt om alles grondig te onderzoeken. Ik heb onmiddellijk gevraagd aan de VMW om een actieplan op te stellen in functie van de bevindingen die door de Vlaamse Ombudsdienst gemaakt zijn.
Het auditcomité van de VMW heeft op 19 december 2008 ook kennisgenomen van het verslag van 12 december 2008 en heeft aan het management de opdracht gegeven om te onderzoeken hoe de aanbevelingen in de praktijk gebracht kunnen worden. De raad van bestuur heeft op 30 januari 2009 een aantal maatregelen goedgekeurd die het management voorstelt om de geformuleerde aanbevelingen in de praktijk te brengen. Sommige maatregelen zijn al gerealiseerd, andere zijn - u zult me dat niet kwalijk nemen, gelet op het feit dat het verslag maar twee maanden oud is - nog in voorbereiding. Het verslag wordt in elk geval au sérieux genomen.
Het is in eerste instantie de raad van bestuur van de VMW die bevoegd en verantwoordelijk is voor het bestuur van de maatschappij en het in de praktijk brengen van die aanbevelingen. De raad van bestuur heeft ondertussen een aantal acties ondernomen. Ik heb hier ook kennis van genomen. Die acties zijn ook meegedeeld in een schrijven aan de ombudsman. Ik stel voor om het schrijven van de VMW aan de ombudsman als bijlage aan het verslag toe te voegen (zie bijlage).
Ik zal ook even ingaan op de acties die genomen zijn of voorgesteld worden naar aanleiding van de aanbevelingen.
De eerste aanbeveling betrof het invoeren van een procedure voor de registratie van schroot, om te voorkomen dat inkomsten worden afgewend, en om de naleving van de milieuwetgeving voor schroot te verzekeren. Ik vind het vrij ernstig wat ik lees, dat wil ik eerst en vooral benadrukken. Toen de latere klokkenluider in november 2007 melding maakte van het feit dat in de directie West-Vlaanderen een deel van de opbrengst van een partij schroot rechtstreeks aan de vriendenkring van het personeel werd overgemaakt, is aan de verantwoordelijke provinciaal directeur onmiddellijk opdracht gegeven om dit recht te zetten en alles te boeken. Naar aanleiding van het i-Force-onderzoek is gebleken dat het geen eenmalig gebeuren is geweest. Vandaar dat onmiddellijk opdracht is gegeven om de bestaande procedure voor de afvoer van afvalstoffen, onder andere schroot, te actualiseren.
De afdeling Winning en Leefmilieu van de centrale directie heeft dat ondertussen uitgewerkt, met bijzondere aandacht voor de naleving van de bepalingen op het vlak van de afvalwetgeving. Inmiddels is een ontwerp van herziene procedure en een bijbehorende werkinstructie voor onder meer schrootafval beschikbaar. Zeer binnenkort moet die gevalideerd worden door de betrokken diensten en dan zijn die procedures ook onmiddellijk van toepassing en opgenomen in het gedigitaliseerd procedurehandboek, dat de welluidende naam WEBISO draagt, en beschikbaar in de volledige hiërarchische lijn. Dan zijn al die zaken beschikbaar en kan er geen discussie meer over bestaan.
In afwachting van de formele validatie hebben de provinciale directeurs de opdracht gekregen om er persoonlijk op toe te zien dat de schrootinkomsten in de VMW-boekhouding worden geregistreerd en dat de door de afvalstoffenwetgeving vereiste documenten en inventarissen worden opgesteld en bijgehouden. Voor eventuele schrootafvoer en -verkoop door aannemers, zijn ook eenduidige bepalingen opgenomen in de lastenboeken. Wat dat betreft, kan er vandaag geen zweem van twijfel meer bestaan: de lastenboeken zijn in orde, de nieuwe procedure moet nog gevalideerd worden, maar de provinciale directeurs zijn persoonlijk verantwoordelijk en moeten erop toezien.
De tweede aanbeveling betrof het zorgen voor duidelijk gecommuniceerde, geïnventariseerde en gedateerde procedures, zodat alle bevoegde medewerkers die organisatiebreed kennen en consulteren. De VMW moet zo veel mogelijk gebruik maken van een document, een managementsysteem, om de procedures kenbaar te maken. De VMW beschikt al enkele jaren over een documentatiemanagementsysteem, Open MS, en anderzijds over een gedigitaliseerd procedurehandboek, WEBISO.
In het documentatiesysteem worden alle belangrijke documenten opgenomen, dat zijn contracten, verslagen van bestuursorganen, gunningsvoorstellen, beleidsdocumenten enzovoort. In het gedigitaliseerd procedurehandboek zijn ook alle procedures en instructies opgenomen voor de bedrijfsprocessen. Beide systemen zijn digitaal via het VMW-intranet beschikbaar voor de volledige hiërarchische lijn. Bij de opstart van de systemen werden alle beschikbare documenten maximaal opgenomen. Systematisch stuurt men nu bij, omdat er soms een overlapping is en het eenduidig moet zijn, en er worden opleidingen en equipevergaderingen georganiseerd, waarbij het personeel attent wordt gemaakt op de procedures die voor hen belangrijk zijn. Voor gunningen wordt in het documentatiesysteem ook gebruik gemaakt van workflows, waarbij een vastgelegde goedkeuringsprocedure moet worden gevolgd en waarbij alle documenten in elk stadium beschikbaar gesteld worden.
Het management besteedt bijzondere aandacht aan het gebruik en de optimalisering van de twee systemen en aan het feit dat alle personeelsleden er gebruik van moeten maken en moeten weten dat het bestaat.
De derde aanbeveling betreft het vormingsfonds. Men stelt voor om de aanwending van de middelen uit het vormingsfonds goed te controleren door onder andere facturen op te vragen en de aard van de betoelaagde activiteiten en het aantal deelnemers te verifiëren. Het vormingsfonds van de VMW stelt middelen ter beschikking van de representatieve vakbonden voor de syndicale vorming van hun leden. Hiervoor is een algemeen kader vastgelegd en worden de modaliteiten contractueel tussen de partijen vastgelegd. Het toezicht van de VMW beperkt zich in principe tot het jaarlijks opvragen van het programma en tot het indienen van tussentijdse verslagen en een jaarlijks eindverslag van de georganiseerde activiteiten waarbij het aantal deelnemers wordt meegedeeld. Vandaag worden er geen facturen gecontroleerd.
Het management heeft de aanbevelingen van de ombudsdienst in verband met het vormingsfonds ondertussen met de representatieve vakbonden besproken en ze hebben zich bereid verklaard om hun activiteiten meer in detail te verantwoorden, onder andere met voorlegging van de facturen, uiteraard met respect voor de privacy die geldt in syndicale aangelegenheden. Er is nu een principieel akkoord en het is absoluut de bedoeling om dat zo spoedig mogelijk in de contracten op te nemen.
Aanbeveling vier betrof de archivering van gunningsdossiers om de controleerbaarheid te waarborgen. Ik heb al gemeld dat de afdeling interne audit van de VMW een organisatiebreed onderzoek voert naar de toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten met als doel de geldende procedures aan te passen en bij te sturen. Het is in dat verband belangrijk te melden dat de archivering van alle belangrijke documenten van de gunningsdossiers alle aandacht moet krijgen. De opname in het documentatiesysteem zal absoluut doorgevoerd worden.
Aanbeveling vijf betreft de autonome investeringskredieten (AIK´s). Dat instrument is een dynamisch gegeven, waarbij de toepassingsmodaliteiten in overleg met de gemeentelijke vennoten regelmatig worden bijgestuurd en aangepast. Op dit ogenblik wordt op vraag van de raad van bestuur in elk provinciaal bureau waarin de gemeentelijke vennoten vertegenwoordigd zijn, overleg gepleegd over de aanwendingsmogelijkheden en modaliteiten van de AIK´s. Uiteraard is het noodzakelijk dat er een eenvormig basissysteem komt, ondanks het feit dat het een dynamisch gegeven is. Het is de bedoeling om dat zo spoedig mogelijk helemaal eenvormig te maken.
De administratie van de AIK´s gebeurt voortaan in een nieuwe module ´projectadministratie´ die toelaat nauwkeurig alle bewegingen te registreren. Dat betekent dat niet alleen de vastleggingen op basis van ramingen worden geregistreerd maar ook de afrekeningen. Ook voor de problematiek van de zogenaamd negatieve AIK´s van een vennoot wordt een oplossing gezocht. Die oplossing lijkt te gaan in de richting van het solidariseren van een deel van de AIK´s.
Aanbeveling zes betreft het gebruik van beheerstools. Sinds een jaar is het gebruik van de projectmodule verplicht. Op dit ogenblik is het vooral zaak om de begeleiding en opleiding van de betrokken personeelsleden goed op te volgen. Ik verwacht dat het gebruik van projectadministratie dit jaar volledig zal geïmplementeerd en geoptimaliseerd zijn.
Aanbeveling zeven betreft het integriteitsbeleid en organisatiebreed sensibiliseren over het belang van de eigen controle. Dat is een belangrijk gegeven. Ik kan u melden dat in navolging van de initiatieven die al bij de Vlaamse overheid zijn genomen, er op dit ogenblik een integriteitsbeleid met bijhorende code voorbereid wordt. De afronding hiervan is gepland in de komende maanden. Het auditcomité heeft ook de externe ondersteuning van de auditdienst verbreed en is gestart met een algemene risicoanalyse om de hiërarchische lijn toe te laten de interne controle van hun bedrijfsprocessen hierop af te stemmen. Dat is ook een bijzonder aandachtspunt. Daarvoor heeft de raad van bestuur aan Guberna, Instituut voor Bestuurders, waarvan de VMW lid is, gevraagd om hem te begeleiden bij een doorlichting van zijn werking in het kader van een gestructureerd en efficiënt corporategovernancebeleid.
In die zin wordt aanbeveling acht meegenomen. Zowel op het niveau van het management als op dat van de raad van bestuur, moet dat worden opgenomen in de code waarover ik u daarnet heb gesproken. Hetzelfde geldt voor aanbeveling negen: ook de meldingsprocedure en gedragscode voor omgang met marktpartijen moet daar formeel in worden opgenomen.
Wat betreft aanbeveling nummer tien kan ik u melden dat het auditcomité en de auditfunctie een drietal jaar geleden bij de VMW operationeel zijn geworden. De voorbije jaren werden een aantal processen doorgelicht. De raad van bestuur heeft beslist om de auditdienst te versterken en te laten ondersteunen door een bureau dat is gespecialiseerd in interne audit. Hiervoor is een marktconsultatie gebeurd en Ernst & Young is aangewezen. Dat bureau is gestart in november 2008 met in een eerste fase een risicoanalyse van de belangrijkste bedrijfsprocessen. De auditdienst krijgt opdrachten van het auditcomité en rapporteert daar ook aan. Het auditcomité rapporteert en adviseert op zijn beurt de raad van bestuur.
De audit situeert zich dus als een functie die compleet onafhankelijk is van het management en geplaatst is tussen het management en de raad van bestuur, conform de principes van corporate governance. Tot zover de aanbevelingen en de hieraan gekoppelde acties.
Er zijn een aantal klachten. Mijnheer Peumans, u hebt daar terecht naar verwezen. Klacht vier hield in dat er mogelijk sprake was van buitensporige consultancyuitgaven. Ter zake is alles echter perfect te verantwoorden. Dat geldt ook voor klacht vijf, die ging over favoritisme. Daar zijn geen aanwijzingen van een mogelijke beïnvloeding aangetroffen. De klachten vier en vijf zijn dus afgewezen.
Dan kom ik tot uw citaten uit de Accordstudie over het personeelsbeleid. Ik wil u even attent maken op een belangrijk knelpunt ter zake. Dat komt erop neer dat het huidige personeelsstatuut de verloning van de medewerkers rechtstreeks koppelt aan de graad, de rang en het niveau in de personeelsformatie, en niet aan de functie-inhoud. Graad, rang en niveau zijn relatief statische gegevens, terwijl ondernemingen worden geconfronteerd met een snel evoluerende functie-inhoud. Dat leidt in de praktijk tot situaties waarop wordt gewezen in de studie en waarnaar u terecht hebt verwezen met uw citaten.
Alle overheden en alle eraan gekoppelde instellingen in dit land zijn bij het vastleggen van de personeelsstatuten gebonden door het koninklijk besluit van 22 december 2000, dat de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van het overheidspersoneel, dus onder meer ook dat van de VMW, vastlegt. Daar moet ik op wijzen als het gaat over het aanbrengen van wijzigingen. Het is natuurlijk noodzakelijk om, aan de hand van de aanbevelingen van die Accordstudie, een aantal passende maatregelen te nemen, ondanks die hindernissen. De raad van bestuur heeft ondertussen in overleg met de representatieve vakbonden de aanpassing van het personeelsstatuut ingeschreven in het bedrijfsplan 2008-2012. Dat bedrijfsplan is vandaag in uitvoering. Op basis van aanbevelingen van de Accordstudie wordt ook gewerkt aan een aantal voorstellen voor die aanpassing van het personeelsstatuut, weliswaar - uiteraard - rekening houdend met dat KB van 22 december 2000.
Een aantal voorstellen bevinden zich nu al in de goedkeuringsprocedure. Ik geef er enkele. Er is het uitwerken van een dynamisch aanwervingsbeleid, met aandacht voor een proactief opvolgingsbeleid, het profileren van de VMW als een aantrekkelijke werkgever en de accurate invulling van de vacatures. Er is de verdere implementatie van de nieuwe organisatiestructuur ingevoerd in 2007, met aandacht voor de uniformiteit in alle provinciale directies. Daarop voortbouwend is er de opmaak van een nieuw personeelskader met een aangepaste functieclassificatie en loopbaanpaden, en met aangepaste profielbeschrijvingen.
Mijnheer Peumans, dat rapport wordt dus ernstig genomen. We zijn meteen tot actie overgegaan. Ook het management en de raad van bestuur van VMW nemen momenteel actie. Ook zal ik als voogdijminister toekijken op de verdere uitvoering van die plannen. Er moet natuurlijk een permanente kritische doorlichting plaatsvinden door een gespecialiseerde interne-auditafdeling. Het is van belang voor deze organisatie om zichzelf voortdurend in vraag te stellen en bij te sturen, maar dat geldt voor elk bedrijf en elke organisatie. Ik meen nu te kunnen stellen dat, zeker wat de aanbevelingen betreft, het nodige wordt gedaan om in te grijpen waar dat nodig is, met de middelen en de instrumenten die ter beschikking zijn.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik heb nog een paar bemerkingen. Mocht er geen klokkenluider zijn geweest binnen de VMW, dan was dat statuut niet aangevraagd bij de ombudsman en waren die maatregelen niet genomen. Dat is een heel belangrijke conclusie. De top van de VMW bestaat uit een directeur-generaal en ik weet niet hoeveel directeurs. De buitendienst telt dan ook nog eens een aantal directeurs. Er mag dus worden verondersteld dat de VMW in het verleden over voldoende managers beschikte om dat te kunnen voorkomen. Dat is duidelijk. Ik blijf erbij: zonder klokkenluider waren een aantal van deze dingen nooit aan het licht gekomen. Dan heb ik het niet over de Accordstudie. Als ik de conclusies en de aanbevelingen lees van de afgevaardigd bestuurder, de heer Fabiaan Van Vrekhem, dan moet ik concluderen dat er heel duidelijk ook iets schort aan het personeelsbeleid. Het ene hangt natuurlijk voor een deel samen met het andere.
Ik heb minister Peeters daarover een vraag om uitleg moeten stellen. Die klokkenluidersregeling is pas op 5 september 2008 goedgekeurd door de Vlaamse Regering en ingevoerd bij de VMW, terwijl het protocol - ik weet niet over welk sectorcomité het gaat - al in 2005 is goedgekeurd. De VMW weigerde dus pertinent een klokkenluidersstatuut in te voeren. Het valt te begrijpen waarom. Ik sta volledig achter die mogelijkheid van een klokkenluidersstatuut. Het is goed dat er mensen zijn die voldoende kritische zin hebben.
Mevrouw de minister, ik heb een aantal e-mails ontvangen van die klokkenluider. Ik moet zeggen dat ik nu nog maar bepaalde dingen aan het licht heb gebracht. Er is natuurlijk veel meer. Ik verwijs ook naar de mededelingen van ACV-Openbare Diensten over de VMW. Die zijn natuurlijk ook de moeite waard om te lezen. Het ACV stelt dat er al jaren wordt gewacht op het personeelsbehoefteplan en dat dat allemaal niet gebeurt. Ik weet niet waarmee die directie zich bezighoudt. Ook wordt gewezen op het ?te pas en te onpas inzetten van externe consultants, het uitbesteden van werken zonder een ernstige kosten-batenanalyse, het investeren in peperdure prestigeprojecten, dit ondanks het soms desastreuze verloop en dito afloop.? Ik zou dan toch wel eens willen weten wat daarmee wordt bedoeld binnen de VMW. Dan moet misschien een nieuwe vraag worden gesteld.
Ik zeg dat niet omdat ik toevallig uit Limburg kom, maar u weet trouwens dat de VMW haar begroting min of meer in evenwicht kan afsluiten dankzij de grote winsten die in Limburg worden gemaakt. Daar heb ik al eens op gewezen in dit parlement. Ik weet niet of u die structuur kent. Wij hebben nog heel goed water, in tegenstelling tot Antwerpen, maar daarover gaan we het hier niet hebben. (Opmerkingen van de heer Bart Martens)
Neen, dat is niet het Albertkanaal, mijnheer Martens. Dat is grondwater, dat heel goed gefilterd is. We hebben heel goed water. De VMW kampt ter zake dus met een aantal problemen. Ik kondig alvast een motie aan, mijnheer de voorzitter.
Nog een laatste vraag, mevrouw de minister, betreft de verkoop van dat gebouw in de Belliardstraat. Wellicht kunt u mij daarop vandaag geen antwoord geven. De klokkenluider heeft zich gewend tot de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie met de vraag om alle stukken betreffende de verkoop van dat gebouw. De beroepsinstantie heeft het verzoek van de man behandeld. Hij wilde weten hoe het nu eigenlijk zit met de verkoop en leasing van dat gebouw. Ik citeer uit de overwegingen van de beroepsinstantie wat betreft de gegrondheid van de vraag: ?... overwegende dat de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening met een brief van 9 januari 2009 aan onze beroepsinstantie heel uitdrukkelijk heeft verklaard dat de gevraagde documenten met betrekking tot de aankondiging van de tekoopstelling van het gebouw in de Belliardstraat te Brussel niet bestaan?. Ik herhaal: niet bestaan. U hebt toch een regeringscommissaris? Ik zou daar wel eens het fijne van willen weten. De motivering van de raad van bestuur is dat de openbaarheid de opbrengst in het gedrang zou brengen. U kent dat soort redeneringen. U weet beter dan wie ook dat men dat gebouw openbaar moet verkopen. Men kan zich daarvoor baseren op arresten van de Raad van State. Men moet er kunnen op toekijken dat men daar ten behoeve van de gemeenschap het maximum uithaalt. Dit gaat opnieuw over het functioneren van de VMW. Ik zou graag een antwoord krijgen, ook als dat vandaag niet kan.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Peumans, het klokkenluidersstatuut bestaat en wordt toegepast. Het onderzoek heeft knelpunten blootgelegd die moeten worden opgelost. De VMW heeft in 2006 een intern onderzoek verricht en buigt zich sindsdien al over een aantal van die problemen. Andere punten moeten extra aandacht krijgen. Ik denk bijvoorbeeld aan het schroot. Uit de aanpak en de dynamiek en uit de opvolging en de rapportering kan ik opmaken dat het management en de raad van bestuur zich intensief toeleggen op de optimalisering van de werking. Ik kan bevestigen dat ik daar vertrouwen in heb.
U weet waarom de klokkenluiders bestaan. De VMW viel niet onder het beter bestuurlijk beleid. Dat was de aanleiding voor de discussie. Men wou dat koppelen aan enkele wijzigingen in het personeelsstatuut, in onderhandelingen met de vakbonden. Goed, dat is uiteindelijk allemaal opgeklaard.
Dit dossier heeft een hele geschiedenis. We moeten er trachten voor te zorgen dat de VMW een transparante, dynamische onderneming is en dat de knelpunten worden weggewerkt. Ik zal daar persoonlijk op toezien. We gaan daar zorgzaam mee om. Ik neem dat verslag zeer au sérieux. U doet de Accordstudie af als minderwaardig, maar ook daaruit kunnen we belangrijke conclusies trekken en verbeterpunten opmerken. Men werkt daaraan. Er moeten daar resultaten geboekt worden; er zijn al enkele resultaten.
Op uw vraag over de verkoop van het gebouw kan ik nog niet antwoorden. Ik zal het dossier eerst moeten doornemen. Ik zal zien of en in welke mate een schriftelijk antwoord mogelijk is.
Met redenen omklede motie
De voorzitter: Door de heer Peumans werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.