Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 27/01/2009
Vraag om uitleg van de heer Jef Tavernier tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het beheer en de uitbating van de West-Vlaamse luchthavens
Vraag om uitleg van de heer Stefaan Sintobin tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de nieuwe beheersstructuren en de toekomst van de regionale luchthavens in West-Vlaanderen en in het bijzonder van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem
De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.
De heer Jef Tavernier: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, het gaat hier over twee dossiers die zich situeren in West-Vlaanderen, maar volgens sommigen voor Vlaanderen, dus voor de wereld, zeer belangrijk zijn. Het gaat over de internationale luchthaven Kortrijk-Wevelgem en de luchthaven van Oostende, die men minstens op hetzelfde niveau kan plaatsen als andere internationale luchthavens dicht bij andere grote steden, zoals Antwerpen.
Wat is het probleem? We hebben hier een tijd geleden een decreet goedgekeurd, mevrouw de minister, om een nieuwe beheersvorm te creëren voor die luchthavens. Het zijn vrij specifieke beheersvormen. We hebben bij decreet de luchtvaartontwikkelingsmaatschappij (LOM) en de luchthavenexploitatiemaatschappij (LEM) opgericht. De ene staat in voor de infrastructuur, de andere voor de exploitatie.
Het was de bedoeling dat de overheid een aantal verplichtingen op zich nam, waarna een aantal privépartners zelf zouden kunnen zeggen onder welke voorwaarden en tegen welke vergoeding zij de luchthavens zouden uitbaten. Hierdoor zouden de bodemloze putten van die luchthavens voor de overheid gesloten worden en zouden ze in een commercieel privècircuit komen, dat de explotatieverantwoordelijkheid zou dragen.
We stellen vandaag twee zaken vast. Als we kijken naar de activiteiten en de resultaten van die twee luchthavens, kunnen we zeggen dat de resultaten niet schitterend zijn. Ik neem de cijfers van de luchthaven van Oostende en stel vast dat voor de luchtvracht, aankomst en vertrek, er in 2008 het op een na laagste resultaat werd gehaald van de voorbije elf jaar. Het transitcijfer van 2008 is het laagste van de laatste zes jaar. Dit is allerminst een succesverhaal. Voor de Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem kunnen we dezelfde vaststellingen maken.
Op dit ogenblik is het de overheid die uiteindelijk de verliezen draagt, ongeacht of dat gebeurt vanuit intercommunaal verband of vanuit de Vlaamse overheid. Bovendien stellen we vast dat de laatste door het Rekenhof gevalideerde cijfers van de luchthaven van Oostende nog altijd, sedert mijn laatste interpellatie over die cijfers, die van 2004 zijn.
Vorige week hebt u mij geantwoord dat de aanpassingen nog altijd niet werden doorgevoerd: ?De jaarrekeningen 2004 werden door het Rekenhof afgesloten in oktober 2006. Begin 2007 werden op de luchthaven van Oostende onregelmatigheden vastgesteld die betrekking hadden op vorige boekjaren. Zolang de vastgestelde onregelmatigheden niet zijn verwerkt in de uitvoeringsstaten, worden door het Rekenhof geen jaarrekeningen meer gecontroleerd.?
Mijnheer de voorzitter, we zijn ondertussen begin 2009. U waakt ook over de cijfers van onze overheid. We stellen vast dat het absoluut slecht gaat en dat we geen cijfers hebben voor de laatste jaren. Ook voor Kortrijk-Wevelgem stellen we een voortdurende achteruitgang vast en slechte bedrijfsresultaten. Men ging daaraan verhelpen door de oprichting van de LOM´s en de LEM´s.
Mevrouw de minister, waar staan we vandaag? Ik lees in het verslag/proces-verbaal van de bijzondere algemene vergadering van de intercommunale Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem: ?Een deelnemer wees op de nog te zetten stappen inzake de beheershervorming, met name de goedkeuring van een selectiedossier en een tender, met bestek door de Vlaamse Regering en met voorbereiding door de administratie. De voorzitter antwoordde dat het dossier inderdaad op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap vorderingen dient te maken en dat dit vanuit de streek werd en wordt aangemoedigd.?
Hij zegt niet dat men vorderingen maakt maar dat het dossier vordering dient te maken. Ik ga ervan uit dat dit werd en wordt aangemoedigd, maar, mevrouw de minister, waar staan wij nu eigenlijk, nadat de meerderheid maanden geleden dat decreet heeft goedgekeurd? Waar staat men met die tenders? Wanneer zal dit eindelijk worden uitgevoerd, al was het maar om, wat mij betreft, vast te stellen dat er vanuit de privésector, gezien de belabberde economische toestand en bedrijfseconomische toestand van die twee luchthavens, geen interesse is. Dat zou ecologisch nog een goede zaak zijn, maar ik wil het vooral economisch en juridisch bekijken. Waar staan we? Hoeveel interesse is er? Wanneer kunnen we verwachten dat het dossier wordt afgerond met een beslissing in de ene of andere richting?
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer de voorzitter, u stelde dat dit een West-Vlaams dossier is, maar ik wil u er toch op wijzen dat de heer Tavernier geen West-Vlaming is. Dit dossier is voor heel Vlaanderen belangrijk.
De heer Tavernier vertrekt vanuit een andere visie. Onze fractie heeft een ander uitgangspunt. Onze fractie blijft geloven, en zal altijd blijven geloven, in een toekomst voor zowel de luchthaven in Oostende als voor de luchthaven in Kortrijk-Wevelgem.
Met cijfers valt alles te bewijzen. De heer Tavernier stelt dat het momenteel niet zo goed gaat. Anderen stellen dat het redelijk gaat.
Ik wil de hele discussie niet heropenen. Wij hebben voor het zomerreces, bij de bespreking van het decreet, de discussie gevoerd. Vandaag is de vraag hoe het zit met de uitvoering van het decreet. Dat was de belangrijkste vraag van de heer Tavernier. Hoe zit het met de interesse bij de privépartners?
Intussen is een deel van mijn vraag achterhaald door de actualiteit. De heer Tavernier stelt dat er nog geen interesse is. Ik hoor op verscheidene niveaus andere geluiden. Daaruit zou blijken dat er wel degelijk interesse bestaat. Ik heb hier een Belgabericht van 17 januari waaruit blijkt dat de geïnteresseerden hun kandidatuur tegen uiterlijk 27 februari moeten indienen.
Mevrouw de minister, ik hoor dat ook de bestendige deputatie in West-Vlaanderen in het ongewisse is over de actuele stand van zaken. Ook in mijn gemeente, die toevallig lid is van de intercommunale, is er verwarring. Morgen staat de luchthaven van Kortrijk-Wevelgem geagendeerd op de provincieraad. Mevrouw Titeca, lid van de deputatie West-Vlaanderen weet blijkbaar ook niet goed hoe het staat met dit dossier. Dat is de essentie van mijn vraag: klopt het dat er geïnteresseerden zijn? Kunt u al namen noemen? Klopt het dat de einddatum voor het indienen van een kandidatuur 27 februari is? U zult ongetwijfeld weten dat ook Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen aandringt op spoed in deze zaak. Dat is misschien ook een van de oorzaken van de stagnatie van de luchthaven: er bestaat nog altijd onzekerheid over de LEM.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de voorzitter, ik wil het, net als de heer Sintobin, ook wat positiever bekijken. Mijnheer Tavernier, het is uw goed recht om de zaak in een negatief daglicht te stellen. U hanteert de officiële cijfers tot 2004. Maar als we eerlijk zijn, dan zijn er ook nog de cijfers die door de chartermaatschappijen naar voren worden gebracht. Dat zijn correcte en overal controleerbare cijfers. Ik heb het over Jetair, de Thomas Cook Group, de TUI-groep.
Ik wil de nadruk leggen op de passagiersvluchten, want die kennen een stijgende lijn. Daarvoor bestaat steeds meer interesse.
Mevrouw de minister, ik zou hieraan willen toevoegen dat wat in Girona kan, ook in Vlaanderen moet kunnen voor onze regionale luchthavens. Girona is de luchthaven niet ver van Barcelona, en met ´niet ver´ bedoel ik 90 kilometer. Treviso ligt op 30 kilometer van Venetië. Wat in het buitenland kan, moet hier bij ons ook kunnen. Dat is van heel groot belang voor onze lokale economie, voor de hele kustsector, voor citytripsteden als Brugge en Gent, maar ook met het oog op de Flanders´ Fields-herdenking binnenkort van honderd jaar Eerste Wereldoorlog. Wij moeten daar oog voor hebben.
Ik vraag u, mevrouw de minister, niet alleen naar de stand van zaken, maar ook of er bij het uitschrijven van de tender genoeg rekening werd gehouden met passagiersvluchten en niet alleen met vrachtverkeer.
De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.
De heer Jef Tavernier: Mijnheer de voorzitter, de heer Verstreken insinueert dat ik een aantal dingen verkeerd voorstel. Voor de cijfers van de luchtvracht baseer ik mij op de cijfers die mij vorige week door minister Crevits werden verstrekt. Die cijfers zijn zeer duidelijk. De conclusie die ik heb getrokken, is de enige conclusie die je daaruit kunt trekken. Het passagiersverkeer is gedeeltelijk een andere kwestie. Bovendien wil ik ook heel duidelijk stellen dat het ons standpunt is, zowel lokaal als Vlaams, dat je binnen een duidelijk kader Oostende voor passagiers- en chartervluchten moet uitbouwen, maar niet als vrachtluchthaven.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, als het over regionale luchthavens gaat, ben ik altijd zeer geïnteresseerd. Mevrouw de minister, u hebt een Franstalige tegenhanger, de heer André Antoine van cdH. Het zou misschien goed zijn om eens met uw Waalse collega´s te praten. Als ik zie met welk elan, los van de nachtvluchtenproblematiek, aan Waalse zijde de twee regionale luchthavens, Bierset en Charleroi, worden uitgebouwd, dan zijn wij in Vlaanderen daarvan het tegenovergestelde. Wij krijgen dat, tot mijn spijt, niet van de grond. Er zaten een aantal mogelijkheden in. Maar het is weer een pps-constructie die blijkbaar weer moeilijk van de grond komt. Er moeten toch een aantal buitenlandse ervaringen zijn waarvan u kunt leren. Ik stel vast dat men dit in Wallonië wel doet.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Collega´s, ik herinner u eraan dat het decreet LOM-LEM op 10 juli 2008 werd goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Ik heb ook gezegd in de bespreking ervan in de plenaire zitting dat het nu eerst en vooral zaak was om een selectiedossier samen te stellen waarbij kandidaten zouden worden opgeroepen om zich kandidaat te stellen voor de toekomstige exploitatie van de luchthaven. Op 19 december 2008 heeft de Vlaamse Regering dat selectiedossier opgemaakt en goedgekeurd. Toen werd ook de samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd tussen de toekomstige aandeelhouders, de LOM Kortrijk-Wevelgem. Daarin moeten het Vlaamse Gewest, de Provincie West-Vlaanderen, de Intercommunale Leiedal, de stad Kortrijk en de gemeente Wevelgem samenwerken. De goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst regelt het overleg tussen al die partners om tot die beheersvorm, in dit geval de LOM, te komen.
Ik heb de bestendig afgevaardigde mevrouw Titeca-Decraene het voorbije weekend gezien. Ik heb het gevoel dat zij zeer goed weet hoe de vork in de steel zit. Daarover kunnen volgens mij niet zoveel vragen bestaan.
De opdracht van concessie van diensten voor de exploitatie van beide luchthavens is op 12 januari 2009 aangekondigd in het Bulletin der Aanbestedingen. Die aankondiging is ook gebeurd in het Europees Publicatieblad: op 10 januari 2009 voor wat betreft de luchthaven Kortrijk-Wevelgem en op 13 januari voor wat betreft de luchthaven Oostende. Er werd ook een bericht gestuurd naar een aantal luchtvaartorganisaties en naar gespecialiseerde dagbladen en tijdschriften in binnen- en buitenland. Alle kandidaatstellingen worden verwacht tegen 27 februari 2009.
Ik zal er niet op vooruitlopen want we moeten die termijn respecteren, maar ik weet op dit ogenblik dat het niet juist is te stellen dat er absoluut geen interesse voor bestaat. Ik kan vandaag zeker niet zeggen dat er geen interesse is. We moeten uiteraard de concrete kandidaatstellingen afwachten.
Na de indiening van de kandidaturen volgt een selectie waarbij maximum vijf kandidaten per luchthaven het effectieve bestek zullen kunnen ontvangen. Daarop moeten zij een offerte met businessplan indienen. Dat bestek is op dit ogenblik in voorbereiding. Het wordt nu gefinaliseerd. Eens de kandidaturen zijn ingediend, kan het bestek min of meer landen. Spoedig daarna kunnen we de partners selecteren die een bestek zullen krijgen en waarmee verder zal kunnen worden onderhandeld.
Dit voorjaar wordt het bestek aan de geselecteerde kandidaten bezorgd, en dan worden de offertes afgewacht. Daarna moet de concessie van diensten worden toegewezen en kan de LOM effectief opstarten. Ik heb altijd gezegd dat de LOM pas zal worden opgestart als er ook LEM-kandidaten zijn. Ik blijf me daaraan houden. Ik heb in het parlement gezegd dat we zullen proberen om in het voorjaar het bestek aan de kandidaten te geven zodat we weten met wie we finale onderhandelingen zullen voeren. Dat tijdspad volgen we nog altijd. Ik denk dat ik u meer informatie zal kunnen geven, als de termijn voor het indienen van de kandidaatstellingen - 27 februari - verstreken is.
De Vlaamse Regering heeft de keuze gemaakt om in de LOM-LEM-structuur te stappen. Alles zal natuurlijk afhangen van de kandidaatstellingen. Dat zal duidelijk maken hoe succesvol het verhaal kan worden.
Mijnheer Verstreken, u verwijst naar de verhouding tussen vracht en passagiers. Die is opgenomen in het bestek dat op dit moment wordt uitgewerkt. Er zijn een aantal krachtlijnen voor wat de kandidaatstellingen betreft, maar de details zullen de komende weken worden uitgewerkt.
Het is absoluut de bedoeling om zowel de LOM als de LEM dit jaar operationeel te maken. Er werd trouwens in de begroting 2009 in een bedrag van 22 miljoen euro voorzien om die luchthavenontwikkelingsmaatschappijen ook effectief te kunnen kapitaliseren.
De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.
De heer Jef Tavernier: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat het antwoord een aanvulling is op de antwoorden op mijn schriftelijke vraag over de evolutie van het vrachtverkeer in Oostende. Ik stel vast dat men in een bepaald bedrag voorziet voor de kapitalisatie van de LOM´s, namelijk 22 miljoen euro, in het vooruitzicht van de oprichting van de LEM´s.
Wij blijven het dossier op de voet volgen. Het probleem is niet alleen of er kandidaten zijn, maar ook of de exploitatie winstgevend zal zijn, wat sterk samenhangt met de tender die wordt uitgeschreven. Wij zullen de samenwerkingsovereenkomst nauwkeurig analyseren om na te gaan wat er als bijkomende overheidsinjectie voor de volgende jaren wordt vooropgesteld. Het is trouwens ook in het decreet opgenomen dat bijvoorbeeld alles in verband met veiligheid automatisch op het budget van de Vlaamse overheid komt, terwijl de exploitant dat eigenlijk op zich zou moeten nemen. Maar daarover hebben we het vroeger al gehad.
Mevrouw de minister, is het mogelijk om de opdracht die in het Bulletin der Aanbestedingen is verschenen en de bijkomende elementen van de aanbesteding te krijgen?
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben tevreden dat u bevestigt dat er, ondanks de geruchten in de regio, wel degelijk kandidaten zijn. Laat ons hopen dat er na 27 februari verder kan worden gewerkt aan de LEM, want daarop zitten we echt wel te wachten. U zegt zelf telkens opnieuw dat, zolang er geen LEM is, er ook geen LOM is.
Ik begrijp niet goed waarom de discussie over de toekomst van de luchthavens telkens opnieuw moet worden gestart. Je kunt voor of tegen zijn, maar het decreet is goedgekeurd. We moeten nu zorgen dat er privépartners worden gevonden.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Tavernier, wat gepubliceerd is, kunt u uiteraard krijgen. U kunt het zelf opzoeken, maar vandaag ben ik genadig en zal ik u de stukken laten bezorgen.
Ik heb uiteraard geen glazen bol, maar het is mijn oprechte wens dat er veel kandidaturen zijn. We zullen zien wat er eind februari zal gebeuren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.