Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 27/01/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot de heer Dirk Van Mechelen, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de afschaffing van de huisvuilbelasting in ruil voor schuldvermindering
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, ik ben geen vast lid van deze commissie. Ik zeg hier, denk ik, niets nieuws als ik stel dat de Vlaamse Regering in 2008 heeft beslist om een eenmalige schuldvermindering toe te passen van 100 euro per inwoner in ruil voor de afschaffing van de forfaitaire huisvuilbelasting. Tegen juni 2008 konden de gemeenten hiervoor een fiscaal pact afsluiten met de Vlaamse Regering.
Het fiscaal pact houdt in dat Vlaanderen 612 miljoen euro schuld overneemt van de gemeenten. Daarbij geeft de Vlaamse Regering 280 miljoen euro aan compensaties voor gederfde inkomsten. Dit pact houdt tevens in dat de gemeenten geen belastingverhoging mogen doorvoeren in 2009, of de schulden van de gemeenten niet mogen laten groeien. Mijnheer de minister, nu is er een vermoeden dat in veel gemeenten de forfaitaire huisvuilbelasting vervangen wordt door een algemene dienstenbelasting, waardoor het fiscaal pact wordt omzeild. Gemeenten die deze nieuwe belasting invoeren, menen dat dit noodzakelijk is omdat de schuldvermindering maar eenmalig is, en de inkomsten van die forfaitaire huisvuilbelasting volgens die gemeentebesturen echt wel nodig zijn om een degelijk bestuur te kunnen voeren.
Vorige week werd tijdens de plenaire vergadering ook een debat gevoerd over de economische en financiële crisis, die het komende jaar ongetwijfeld voelbaar zal zijn in veel gemeenten. De kans bestaat dat een aantal gemeenten opnieuw een belastingverhoging moeten doorvoeren. De vraag is dan ook in welke mate ze nog voldoen aan de voorwaarden van het fiscaal pact.
Mijnheer de minister, kunt u me zeggen of het invoeren van een algemene dienstenbelasting om de minderinkomsten van de forfaitaire huisvuilbelasting te kunnen derven, in strijd is met het fiscaal pact? Wat zult u doen als gemeenten mogelijk nieuwe schulden moeten maken door de financiële crisis?
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mijnheer de minister, de Vlaamse Regering heeft vorig jaar beslist schulden over te nemen. Dat is natuurlijk eenmalig. Door de vervroegde afbetaling zijn de intrestlasten natuurlijk ook weggevallen. Die gevolgen zijn wel recurrent gedurende een aantal jaren. U zult daar wel een uitgebreid antwoord - met concrete cijfers - op geven.
Vorige week stond in de krant dat gemeentebesturen aarzelen om te investeren. Ze stellen een aantal projecten uit, ondanks de versnelde vergunningsprocedures. Het krantenartikel gaf een gevoel weer. Hebt u daar concrete aanwijzingen over? Of gaat het enkel over een aanvoelen? Daarnet hebben we het tijdens de lunch daarover nog gehad met een aantal ondernemers. Er is een discrepantie tussen de stelling van Febelfin, de overkoepelende federatie voor de Belgische financiële sector, die zegt dat er geen kredietschaarste is, en die van de ondernemers, die zeggen dat het heel wat moeilijker is om kredieten te verkrijgen. De horeca stelt dat ze sowieso geen kredieten krijgt, behalve als het om echt stevige projecten gaat. Als Febelfin iets zegt, hecht ik daar toch enig geloof aan en ga ik ervan uit dat die stelling onderbouwd is met cijfers.
Daarnaast is er het subjectief gevoel. Gaat het bij de vertraging in de gemeentelijke investeringen om een subjectief gevoel? Of beschikt u over bepaalde gegevens?
De voorzitter: Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal eerst even de engagementen opsommen die de gemeenten op zich hebben genomen naar aanleiding van het afsluiten van het fiscaal pact. De 308 Vlaamse gemeenten hebben daar resoluut op ingetekend.
Ten eerste verbonden de gemeenten zich ertoe hun belastingen voor het dienstjaar 2009 niet te verhogen. De gemeenten die toetraden tot het globaal pact verbonden zich ertoe om voor het budgettair jaar 2009 de aanslagvoeten en/of tarieven van bestaande belastingen niet te verhogen en geen enkele nieuwe belasting in te voeren. Tarieven en retributies ter vergoeding van vrijwillig gevraagde diensten van de gemeente, evenals de gemeentelijke waterzuiveringsbijdrage, vallen buiten dit engagement.
Op gemotiveerd verzoek van de gemeente kon een uitzondering op het gevraagde engagement van de gemeente worden toegestaan, onder meer wanneer een niet-forfaitaire huisvuilbelasting werd ingevoerd ter vervanging van een afgeschafte forfaitaire huisvuilbelasting; wanneer een nieuwe bedrijfsbelasting werd ingevoerd ter vervanging of rationalisering van bestaande belastingen - het gaat dan over een gemeenteraadsbeslissing die dateert van voor 1 januari 2008 - en waarvan de geraamde inkomsten niet hoger zijn dan deze van de afgeschafte belastingen; of wanneer een gemeentelijke leegstandsheffing werd ingevoerd ter vervanging van de Vlaamse leegstandsheffing.
Ten tweede engageerden de gemeenten zich ertoe de forfaitaire belasting op huisvuil af te schaffen. We hebben daar in deze commissie al oeverloos over gedebatteerd. Het ging over die belastingen die vallen onder de economische code 363-03. Zij moesten worden afgeschaft voor het budgettair jaar 2009. Ze mochten wel vervangen worden door een niet-forfaitaire belasting op basis van het principe 'de vervuiler betaalt'.
Ten derde verbonden de gemeenten zich ertoe geen nieuwe forfaitaire gezinsbelastingen meer op te leggen. Gedurende de resterende periode van de legislatuur van de die eindigt op 31 december 2012, mogen de gemeenten geen nieuwe forfaitaire gezinsbelastingen meer invoeren.
Ten vierde moesten de gemeenten de belasting op kantoorruimten en op tewerkgesteld personeel afschaffen. De gemeenten moesten ten laatste met ingang van het budgettair jaar 2009 de belasting op het tewerkgesteld personeel - economische code 364-01 - en de belasting op de kantoorruimten - economische code 367-19 - afschaffen.
Tot slot zouden de gemeenten een bedrijfsvriendelijke en transparante fiscaliteit voeren. Zo moesten belastingsverordeningen via de website ter beschikking worden gesteld.
Dat zijn de engagementen die de 308 Vlaamse gemeenten op zich hebben genomen. Daarnaast wil ik u erop wijzen dat er in 2008 geen enkele leningsovername is gebeurd, tenzij na controle door het Agentschap Binnenlands Bestuur van de engagementen die de lokale besturen op zich hebben genomen. Die engagementen zijn dus geattesteerd door het agentschap voor wij die schuld hebben overgenomen. Daarbij heeft het agentschap zich scrupuleus aan de tekst van het fiscaal pact gehouden. Het heeft zich niet ingelaten met semantische interpretaties of discussies over wat nu de juiste afspraak was. Zowel de letter als de geest van deze wetgeving moesten worden nageleefd.
Uiteraard kon elk lokaal bestuur, nadat de leningsovernames achter de rug waren, wat het geval was op 10 september 2008, zijn engagementen vergeten. De Vlaamse Regering is er echter van uitgegaan dat de lokale besturen correcte en loyale partners zijn en heeft dus bewust in het fiscaal pact geen sanctiemaatregelen a posteriori willen inschrijven. Ik blijf er dan ook bij dat dit pact berust op wederzijds vertrouwen waarbij de lokale besturen zich uiten als correcte partners. Als echter toch zou blijken dat een gemeente deze engagementen niet of onvoldoende naleeft, dan behoudt de Vlaamse Regering zich het recht voor om ook haar deel van de engagementen opnieuw te bekijken. De Vlaamse Regering kan daartoe beslissen op initiatief van de minister bevoegd voor Binnenlands Bestuur.
Voor wat de verplichting tot afschaffing van de forfaitaire huisvuilbelasting betreft, werden de gemeenten die op 1 januari 2008 nog een forfaitaire huisvuilbelasting hadden, gecontacteerd door het Agentschap Binnenlands Bestuur. In de praktijk waren er dus slechts twee concrete mogelijkheden: ofwel kunnen de gemeenten de forfaitaire huisvuilbelasting zonder meer afschaffen, ofwel hebben ze die vervangen door een andere belasting, gebaseerd op het principe 'de vervuiler betaalt'.
Mevrouw Van den Eynde, in uw eerste vraag hebt u het over een algemene dienstenbelasting. Het zal ervan afhangen wat die 'dienstenbelasting' precies inhoudt. Die zaak moet geval per geval onderzocht worden. Ik neem aan dat mijn bevoegde collega en zijn agentschap te uwer beschikking staan om eventuele vragen te beantwoorden.
Ik zie het oorzakelijk verband niet tussen de financiële toestand van de gemeenten en de financiële crisis, zeker niet op de korte termijn. Wel maak ik uitzondering voor de drie steden en gemeenten die betrokken waren bij het dossier van de cross-border lease. Het parlement heeft met vereende krachten getracht om daar een antwoord op te bieden.
De gemeenten putten de ontvangsten meestal uit drie grote inkomstensegmenten: de gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting, de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing en hun dotatie uit het Gemeentefonds. Die dotatie ligt vast en wordt geïndexeerd aan 3,5 percent. In 2009 zal die hoger zijn dan de reële cijfers. Bij de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing is er wel een negatief effect door de afschaffing van de voorheffing op materieel en outillage voor nieuwe machinerie. Die wordt echter volledig gecompenseerd door de Vlaamse overheid. Aangezien er een vertragingseffect optreedt op het vlak van de gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting, verwacht ik in 2009 geen enkel probleem inzake de gemeentelijke inkomsten.
Mevrouw Van den Eynde, zeker op dit ogenblik is er nog geen gerelateerd verband tussen de huidige financiële crisis en de ontvangsten van de gemeenten. Over wat er op middellange termijn gebeurt, kan ik geen inschatting maken.
In het kader van de schuldovername was afgesproken dat de gemeenten in 2008 hun macroniveau aan schulden zouden bevriezen. Dat was een eenmalige afspraak in het kader van de voorwaarden die de Hoge Raad van Financiën had opgelegd naar aanleiding van het fiscaal pact. Inclusief verwijlintresten hebben we 642 miljoen euro schuld overgenomen van de lokale besturen. Natuurlijk was er een onmiddellijke aanzienlijke return dankzij de rentelast die bij deze gemeenten wegviel.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Mocht blijken dat er misbruik wordt gemaakt van de zeer goede overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de gemeenten, zal ik zeker gebruik maken van de diensten Binnenlands Bestuur.
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Kunt u ook nog even ingaan op de investeringen?
Minister Dirk Van Mechelen: Mijnheer de burgemeester, zoals u weet, zijn gemeenten autonoom en beslissen ze zelf over hun investeringsvolume. Als titelvoerend burgemeester kan ik enkel zeggen dat gemeenten die enig verstand van financiën hebben, de investeringen nu versneld uitvoeren. Op dit ogenblik noteren we aanbestedingen die tussen 30 en 40 percent onder de ramingen liggen. Als men wil investeren, raad ik aan dat acyclisch en nu te doen, en niet tot op het einde van de gemeentelijke legislatuur te wachten. Op dat moment verhit de situatie sowieso en moet weer de volle pot worden betaald. In het jaar voor de verkiezingen moet men zich beperken tot het onderhouden van de bermen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.