Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 03/02/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Margriet Hermans tot mevrouw Veerle Heeren, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de relatie tussen borstkanker en nachtwerk
De voorzitter: Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, we hebben ze een paar weken geleden allemaal gelezen, de artikelen die verschenen zijn over het eventueel causaal verband tussen nachtwerk en borstkanker.
De Federale Nederlandse Vakbeweging (FNV) heeft enkele weken geleden haar leden opgeroepen om zich te melden als zij borstkanker hebben en nachtdiensten draaien, omdat er blijkbaar een verband is tussen te twee. Aanleiding voor de oproep is een bericht dat Denemarken een schadeloosstelling toekent tussen de 13.000 en 134.000 euro. In Denemarken wordt sinds het najaar van 2007 borstkanker opgelijst als mogelijke beroepsziekte bij het langdurig doen van nachtwerk, minstens 15 jaar. De Nederlandse vakbond wil dat de overheid opnieuw onderzoek laat uitvoeren naar dit verband en vervolgens nieuwe richtlijnen opstelt.
Het Nederlandse Centrum voor Beroepsziekten heeft reeds in 2002 aandacht gevraagd voor de mogelijke relatie tussen borstkanker bij vrouwen en nachtwerk. In 2005 kwam een systematische review tot stand van alle bestaande onderzoeksgegevens over de relatie. De conclusie hiervan was dat er een verband bestaat tussen het langdurig verrichten van nachtwerk en het vaker optreden van borstkanker bij vrouwen.
Op dat moment bestonden te weinig wetenschappelijke gegevens om te kunnen concluderen dat het hier ook om een oorzakelijk verband gaat. Mogelijk zou een chronische verstoring van het dag- en nachtritme een effect kunnen hebben op de productie van een melatonine, een hormoon dat een rol speelt in onze slaapwaakcyclus. Het hormoon wordt namelijk gestimuleerd door duisternis en geremd door licht. Kunstlicht 's nachts zou vervolgens de productie van melatonine afremmen, wat de productie van oestrogenen of borstkankercellen zou verhogen. Uit het onderzoek van Davis en anderen is gebleken dat blinde vrouwen, hoe raar ook, een significant kleiner risico hebben op het verkrijgen van borstkanker.
In december 2007 bevestigde het International Agency for Research on Cancer of het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie dat nachtarbeid de natuurlijke dagnachtcyclus verstoort, waardoor deze vorm van arbeid "waarschijnlijk kankerverwekkend is voor mensen". Het meeste bewijs werd gevonden voor de ontwikkeling van borstkankertumoren, maar er bestaan ook bewijzen dat nachtarbeid een verhoogd risico op prostaatkanker en darmkanker met zich meebrengt. Deze conclusies zijn gebaseerd op een synthese van al het bestaande onderzoeksmateriaal uit epidemiologische data, dierenstudies en studies die het mogelijke mechanisme weergeven tussen nachtwerk en de ontwikkeling van tumoren.
Ook in Vlaanderen worden we geconfronteerd met beangstigend hoge cijfers van borst-, prostaat- en darmkanker. De groter wordende participatie van werknemers in nachtdiensten en de daarmee gepaard gaande toename van vrouwen in nachtdiensten, maakt dat de relatie tussen nachtwerk en borstkanker beleidsaandacht verdient en verder onderzocht moet worden.
Mevrouw de minister, vandaar dat ik u graag de volgende vragen wil stellen. In hoeverre bestaat er in Vlaanderen onderzoek naar de relatie tussen de blootstelling aan nachtarbeid en de incidentie op borstkanker bij vrouwen, en kanker in het algemeen? Lijkt aanvullend onderzoek voor Vlaanderen aan te raden om de relatie tussen nachtwerk en borstkanker verder onder de loep te nemen? Werden reeds bijhorende maatregelen getroffen om dit problematische verband te compenseren?
De voorzitter: Minister Heeren heeft het woord.
Minister Veerle Heeren: Mevrouw Hermans, in Vlaanderen loopt op dit moment geen onderzoek naar de relatie tussen nachtwerk en borstkanker. Blijkbaar zijn er daarover in Vlaanderen ook geen studies beschikbaar.
De hoge incidentie van borstkanker in Vlaanderen en de beschikbaarheid van geregistreerde gegevens, zoals van de bedrijfsgezondheidszorg, vormen zeker argumenten voor het uitvoeren van een dergelijke studie. Ik ben daar gevoelig aan, maar voor we zelf een onderzoek op touw zetten, verkies ik om te wachten op het internationaal rapport van het International Agency for Research on Cancer van de Wereldgezondheidsorganisatie, waaraan ook u refereert, want dat kan ons misschien meer inzicht bieden. Ik ga ervan uit dat u nog niet over het volledige rapport beschikt, wij beschikken er in elk geval nog niet over. Ik stel voor dat we het, op het ogenblik dat we erover beschikken, eens bekijken en dat we dan eens bekijken in welke mate we onderzoek kunnen opzetten.
Gezien de huidige onduidelijkheid - want de deskundigen spreken van 'limited evidence' - over de aard van het verband tussen nachtwerk en borstkanker, beschik ik niet over een basis voor het uitvaardigen van speciale maatregelen, naast het lopende bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Samen met de deskundigen neem ik een voorzichtige en afwachtende houding aan en bewaak ik mee de evoluties in het onderzoek. Zoals ik al zei, zijn de resultaten van het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie een leidraad. Zodra goed onderbouwde onderzoeksresultaten een oorzakelijk verband aantonen, moeten we effectief bekijken op welke manier we maatregelen kunnen nemen, ook in Vlaanderen en Brussel.
De voorzitter: Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Mevrouw de minister, ik ben blij dat u de bekommernis deelt. Ik vermoedde dat wel al. Ik meen dat het misschien in overleg met de federale minister niet zo moeilijk en complex kan zijn om het onderzoek toch op te starten bij ons, in die zin dat bij een aanmelding van borstkanker wordt geïnformeerd naar de beroepsactiviteiten van de betrokkene. Dit kan worden opgenomen in het dossier. Ik zou zelfs zo ver durven gaan dat we dit niet alleen doen bij borstkanker, maar ook bij andere kankers. Het zou misschien een goed idee zijn om hierover te overleggen met de federale minister. U hebt gelijk dat we het internationaal rapport moeten afwachten, maar we moeten eerlijk zijn: de cijfers in Vlaanderen zijn alarmerend veel hoger dan bij onze buren. Ik zou dus toch willen aandringen op een uitgebreider onderzoek.
Mevrouw Elke Roex: Ik wil gewoon even waarschuwen. Het is inderdaad nodig om goede kankeronderzoeken te doen en om te zoeken naar oorzaken zodat we meer kunnen voorkomen, maar ik wil ervoor waarschuwen dat we niet te veel aandacht mogen besteden aan één factor. Er zijn heel veel factoren die borstkanker kunnen induceren en heel veel factoren die andere kankers kunnen induceren.
Om aan die kankerregistratie ook de oorzaken te kunnen koppelen, zul je heel veel vragen moeten stellen. Je kunt niet enkel de vraag over nachtwerk stellen, want dan zou het onvoldoende wetenschappelijk relevant zijn. We kunnen dus niet op één enkel aspect verdergaan. Ik ken heel veel andere factoren die heel hoge kansen op borstkanker kunnen geven. Die zijn ook belangrijk.
De voorzitter: Minister Heeren heeft het woord.
Minister Veerle Heeren: Mevrouw Hermans, we kunnen dat wel aankaarten in het kader van het kankerplan, maar ik vraag me af of het geen inbreuk is op de privacy om naar iemands beroepsactiviteiten te vragen. Ik stel voor dat we dat daar mee onderzoeken. Niemand kan iets tegen een goede registratie van gegevens hebben. Ik zal het dan ook meenemen in het overleg.
De voorzitter: Het incident is gesloten.