Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 13/01/2009
Interpellatie van de heer Felix Strackx tot de heer Dirk Van Mechelen, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de gevolgen van de beslissing van de Europese Commissie inzake de btw op bouwgrond bij de aankoop van een nieuwe woning
Interpellatie van de heer Jan Peumans tot de heer Dirk Van Mechelen, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over het advies van de Europese Commissie betreffende de btw-regeling voor nieuwbouwwoningen
De voorzitter: De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, u herinnert zich dat wij in het voorjaar 2008 debatten hebben gevoerd over de artikelen die toen in de federale programmawet stonden en de verplichting invoerden om voortaan ook btw te heffen op de grond wanneer een nieuwe woning samen met de bouwgrond werd verkocht.
We hebben een aantal discussies gevoerd, de laatste keer op 23 april 2008. Toen kondigde de meerderheid triomfantelijk aan dat de artikelen uit de federale programmawet geschrapt waren. Ei zo na werden er champagneflessen ontkurkt om dat te vieren. Ik was toen de enige die zei: ?Wat ga je nu doen? Je gaat aan Europa vragen: ´Dat arrest van u, dat was toch zeker om te lachen?´ Wat verwacht je nu dat de Europese Commissie zal antwoorden? Dit gaat als een boemerang werken.?
Ik heb daar toen zeer veel kritiek op gekregen. De heer Van Rompuy heeft toen gezegd: ?Als oppositie moet u het toch kunnen toegeven wanneer er iets positiefs gebeurt.? De heer Peumans heeft gezegd: ?Ik heb steeds het gevoel dat u een verrottingsstrategie wilt voeren. Als er successen worden behaald, slaagt u er toch in de zaak een zodanige draai te geven dat ze negatief uitvalt.?
Wat doet er zich vandaag voor, mijnheer de minister? Zoals te verwachten viel en zoals ik had voorspeld, heeft de Europese Commissie gisteren beslist dat voortaan ook btw moet worden betaald op de bouwgrond bij de aankoop van een sleutelklare woning. Aangezien de bouwgrond in Vlaanderen veel duurder is dan in Wallonië, worden Vlaamse kopers door deze maatregel veel harder getroffen worden dan Waalse. De Beroepsvereniging van de Vastgoedsector verwacht dat de totale factuur voor een nieuwbouw en de grond met 16.000 euro zal toenemen. De Vlaamse Confederatie Bouw spreekt zelfs van 21.000 euro.
Logischerwijze hebt u, mijnheer de minister, daarop onmiddellijk gereageerd door te stellen dat wij de Vlaamse registratierechten voor deze projecten zouden afschaffen. Het zou er nog aan moeten mankeren, anders kwam er nog eens 10 percent bij. De maatregel zal de Vlaamse schatkist naar schatting 30 miljoen euro kosten. Tegelijk riep u de federale regering op om de btw op bouwgrond te verlagen tot 6 percent. De federale regering heeft daar bij mijn weten niet op gereageerd.
Wat heeft de federale regering wel beslist? Het is nog niet goedgekeurd door de regeringscrisis, maar de regering wil de btw op nieuwbouw verlagen van 21 naar 6 percent voor de eerste schijf van 50.000 euro. Het gaat over de woning zelf. Mijnheer de minister, dat maakt het allemaal nog veel ingewikkelder.
Hoe dan ook belet dit niet dat Vlaamse kopers van een sleutelklare woning door deze maatregel niet zullen kunnen genieten van het abattement van 15.000 euro voor starters en evenmin vanaf 1 januari 2009 van het zopas in het parlement goedgekeurde bij-abbattement van 10.000 euro voor wie een hypothecaire lening afsluit. Dat had u gemakkelijk kunnen vermijden door het bij-abattement te wijzigen zoals ik had voorgesteld in mijn voorstel van decreet, zodat het voor iedereen zou gelden die een hypothecaire lening afsluit en niet gekoppeld zou zijn aan het verkrijgen van het gewone abattement.
Dezelfde Vlaamse kopers zullen door deze maatregel ook niet kunnen genieten van de meeneembaarheid van eerder betaalde registratierechten bij aankoop van deze nieuwe gezinswoning en evenmin later wanneer zij deze woning zouden verkopen voor de aankoop van een volgende gezinswoning.
Mijnheer de minister, legt u zich neer bij de uitspraak van de Europese Commissie of gaat u er nog iets aan proberen te laten wijzigen?
De federale regering zal ongetwijfeld de artikelen die toen in de programmawet stonden, opnieuw in de programmawet inschrijven. Gaat u daarover nog overleggen? Zijn er al afspraken gemaakt met de federale overheid? Tot nog toe is er ons niets bekend over de invoering van de btw-heffing. Vorige keer was dat met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2008. Er valt te veronderstellen dat men het deze keer ook zal doen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009. Wat zult u dan doen? Zult u de Vlaamse registratierechten op de bouwgrond ook met terugwerkende kracht afschaffen?
Wat betreft de vrijstelling van registratierechten voor deze categorie hebben wij van u tot nu toe nog geen enkel decreetgevend initiatief vernomen. Het zou kunnen dat het pas in voege treedt vanaf 1 juni 2009. Kunt u dan nog voor de verkiezingen een decreetswijziging doorvoeren? Als u daarmee wacht tot na de verkiezingen, is het pas voor oktober of november.
Mijnheer de minister, wat is de impact van het afschaffen van de Vlaamse registratierechten op de bouwgrond bij sleutelklare woningen op de begroting 2009? Is dat cijfer van 30 miljoen euro dat u vorig jaar hebt aangehaald, nog altijd correct?
Zult u stappen ondernemen naar de federale regering toe om het verlies voor de Vlaamse schatkist te compenseren met een deel van de meeropbrengsten voor de federale schatkist? Men zegt mij dat de federale minister de meeropbrengst van de 21 percent btw-heffing op bouwgronden vorig jaar raamde op 20 miljoen euro. Dat lijkt me bijzonder weinig, aangezien het verlies voor Vlaanderen alleen al 30 miljoen euro zou zijn.
Overweegt u een aanpassing van de Vlaamse decreetgeving opdat de getroffen Vlaamse kopers ook zouden kunnen genieten van het abbattement en het bij-abbattement?
Mijnheer de minister, overweegt u ook een aanpassing van de Vlaamse decreetgeving opdat de getroffen Vlaamse kopers ook zouden kunnen genieten van de meeneembaarheid van registratierechten? Wanneer zij een huis hebben gekocht en een nieuwe woning kopen die nu onder het btw-stelsel valt, is de twee jaar die er maximaal mag zijn tussen de aankoop en de verkoop voorbij. Zou u voor die mensen de termijn kunnen verlengen of verschuiven?
Mijnheer de minister, er zijn heel wat mogelijkheden, maar u laat ons tot nu toe op onze honger zitten. Wat gaat u doen?
De voorzitter: Mijnheer Strackx, naar de intenties van de regering mag in principe niet worden gepeild in vragen om uitleg of interpellaties.
De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, in de plenaire zitting van 23 april 2008 hebben we de vraag al eens gesteld naar aanleiding van een rulingaanvraag van een Waalse instelling met betrekking tot de thematiek van dat arrest. Er wordt wel eens vergeten dat het Europese Hof van Justitie dat arrest al heeft geveld op 18 juni 2000. U vergeet dat uiteraard niet, mijnheer de minister. België heeft dat altijd onder de mat geveegd.
Begin 2008 stelde de vorige federale regering voor om btw te heffen op gronden die samen met nieuwbouwprojecten worden verkocht. Het gaat over nieuwbouw die verkocht wordt samen met de bouwgrond aan dezelfde koper. De federale btw-heffing zou dan de Vlaamse registratierechten vervangen. Dat is nu 10 percent. Er is toen hevig protest gekomen van de Vlaamse Regering. Wij zaten toen nog in de regering, mijnheer Strackx, dus was het protest hevig. Het dossier werd uiteindelijk voor advies overgemaakt aan de Europese Commissie. Die oordeelde nu dat bij de gezamenlijke verkoop van een nieuwbouwwoning en een bouwgrond op beide 21 procent btw moet worden geïnd.
In de plenaire vergadering van 23 april 2008 stelde de minister-president nog ervan overtuigd te zijn dat het advies van de Europese Commissie gunstig zou zijn. Nu, de minister-president doet vaker uitspraken dat hij het heel positief ziet, waarbij het achteraf anders uitdraait. Maar dat siert hem. De viceminister-president is voorzichtiger. Eerder die maand keurde het Vlaams Parlement nog een resolutie goed van hoofdindiener Sven Gatz, waarin werd gevraagd dat de resultaten van het tot nu toe gevoerde Vlaamse beleid inzake het stimuleren van eigendomsverwerving gewaarborgd blijven en dat deze problematiek geïntegreerd wordt in het algemene debat over de financiering van de gewesten en de gemeenschappen.
Nu het advies van de Europese Commissie wel degelijk negatief blijkt te zijn, stelde u, Vlaams minister van Financiën Van Mechelen, dat u de registratierechten voor deze projecten wil afschaffen en dat u er bij uw federale collega verantwoordelijk voor Financiën voor zult pleiten om het btw-tarief te verlagen tot 6 percent waar het nu 21 percent is. Voor de koper zou dat budgettair min of meer een neutrale operatie zijn.
In De Tijd van 21 december 2008 hebt u, mijnheer de minister, gezegd: ?Onze zaak werd in Europa niet goed verdedigd door de Belgische vertegenwoordiger. We gaan met ons protest tot de limiet. Desnoods houden we de bestaande regeling tot we teruggefloten worden door het EU-Hof van Justitie.? Het artikel is van de hand van een journalist van De Tijd, die dit van nabij volgt. Als het iemand van Het Laatste Nieuws was, was het een ander verhaal.
Mijnheer de minister, aan de ene kant zegt u dat u tot het uiterste wilt gaan. Aan de andere kant komt u tegemoet aan de federale logica en zegt u dat u ervoor zult pleiten om het btw-tarief te verlagen tot 6 percent. Hiermee lijkt ons toch een bocht ingezet. Het kan zijn dat de rest niet haalbaar is, gezien het arrest van het Europees Hof van Justitie.
De implicaties zouden wel eens verregaand kunnen zijn: niet alleen de Vlaamse overheid dreigt door deze beslissing inkomsten te verliezen, ook de potentiële kopers van dergelijke woningen dreigen hiervan de dupe te worden. En de Vlaamse woningmarkt heeft het net moeilijk.
Mijnheer de minister, is de Vlaamse Regering al officieel op de hoogte gebracht van het standpunt van de Europese Commissie? Men moet zich vaak baseren op krantenartikels. Ik veronderstel dat u het standpunt van de Europese Commissie op dit moment officieel kent. Zo ja, dan zouden wij daar graag eens kennis van nemen.
Met welke minderinkomsten moet Vlaanderen rekening houden door het verlies van registratierechten? De vorige regering-Leterme heeft daarvan berekeningen gemaakt.
Welke implicaties zou dit kunnen hebben op de woningmarkt indien deze btw-regeling ongewijzigd wordt ingevoerd? Daarmee bedoel ik 21 percent.
Welke stappen zal de Vlaamse Regering verder ondernemen, onder meer in het kader van de hieromtrent gestemde resolutie van 9 april 2008?
De voorzitter: Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen: Voorzitter, collega´s, over de btw op bouwgronden hebben we stevige discussies gehad met de federale regering in het voorjaar van 2008, met het gekende resultaat tot gevolg. Het is niet noodzakelijk om heel het debat te hernemen. Onder andere op 18 maart 2008 hebben we in deze commissie de problematiek omstandig toegelicht: de fameuze zesde btw-richtlijn, het Breitsohl-arrest en alle mogelijke interpretaties. Ik beperk me dus tot een laatste stand van zaken.
U weet dat het compromis dat werd bereikt tussen de federale regering en in hoofdzaak de Vlaamse Regering inhield dat we op 21 mei 2008 beslisten dat het Overlegcomité de problematiek dienaangaande zou voorleggen aan het Europese Btw-Comité. De vraag is of het Belgische regime - dat in een heffing van registratierechten voorziet op de grond die hoort bij een aan btw onderworpen nieuwbouw - verenigbaar is met de principes van de Btw-richtlijn. Van zodra het Btw-Comité zijn advies heeft overgemaakt, zal het punt opnieuw worden voorgelegd aan het Overlegcomité. Dat was de afspraak van 21 mei 2008.
Intussen hebben we kennis genomen van het feit dat een Europees parlementslid op 2 juli 2008 aan de Europese Commissie een vraag heeft gesteld over deze problematiek. Dit was een beetje verrassend. Het gaat namelijk om een zeer juridische en technische aangelegenheid.
Door meerdere experts werd op dat ogenblik gesleuteld aan en gedebatteerd over de precieze formulering van de vraag die we aan het Btw-Comité zouden voorleggen. Het is belangrijk in de vraag de juiste nuances weer te geven. Uiteindelijk werd na lange debatten op het Overlegcomité een overeenstemming bereikt. Heel de discussie ging over het feit dat de context waarbinnen het Hof van Justitie in het kader van het Breitsohl-arrest recht had gesproken - de discussie over de opsplitsing van grond en gebouw - volgens ons beoordeeld werd op een grondig verschillende manier van de Belgische situatie. Het was op zijn minst vreemd dat op dat ogenblik een vrij rudimentaire vraag werd gesteld, waardoor de Europees Commissaris ook geacht werd een antwoord te bieden.
Het Btw-Comité is een raadgevend comité samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en van de commissie zoals voorzien bij artikel 398 van de Btw-richtlijn.
Ik heb intussen vernomen dat de Europese Commissie haar visie heeft gegeven. Het is trouwens een visie die op 28 oktober 2008 is gepubliceerd door de Europese Commissie onder de noemer van het werkdocument nummer 595. De Commissie stelt in dit advies onomwonden dat voor de toepassing van de btw de gebouwen of gedeelten van gebouwen en het erbij horend terrein onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Een systeem van afzonderlijke behandeling voor btw-doeleinden van een gebouw en het erbij horend terrein is volgens haar dus niet verenigbaar met dit principe.
Dit is de mening van de Europese Commissie, maar de afspraak op het Overlegcomité van 21 mei was heel duidelijk. Het dossier zou terug op het Overlegcomité worden geagendeerd van zodra het Btw-Comité een schriftelijk advies heeft afgeleverd. Van het Btw-Comité heb ik tot op heden nog geen notulen ontvangen.
Ik heb wel vernomen - en dat is ook wat in de media gekomen is - dat het Btw-Comité het standpunt van de Europese Commissie onverminderd zou hebben overgenomen. De visie werd naar verluidt niet al te veel in vraag gesteld door de lidstaten, in casu dus ook door België. Maar een formele bevestiging daarvan hebben we tot nu toe nog niet ontvangen. We moeten dus nog even afwachten tot de notulen beschikbaar zijn en dan wordt het dossier opnieuw op het Overlegcomité gebracht. Ik meld nog even dat het oorspronkelijk op het Overlegcomité van woensdag 17 december 2008 was geagendeerd, maar dat de toenmalige premier het dossier heeft laten uitstellen omwille van het feit dat het schriftelijke advies van het Btw-Comité op dat ogenblik nog niet beschikbaar was. Het is misschien wat formalistisch, maar toch goed dat we de normale procedure afwachten.
U stelt heel wat vragen over hoe een gewijzigde regelgeving eruit zou kunnen zien. Het zou onverstandig zijn om hier vandaag een antwoord op te formuleren. We zullen, in overleg met de federale regering, bekijken welk gevolg het best aan het advies van het Btw-Comité kan worden verleend, en vooral binnen welke termijnen dat zou gebeuren, ook gelet op de initiatieven van de federale regering in uitvoering van de IPA-onderhandelingen (IPA: interprofessioneel akkoord) en haar eigen relanceplan voor de bouwsector. Die federale regering heeft ons trouwens recentelijk nog bevestigd dat ze de btw-verlaging in de bouw van 6 percent met terugwerkende kracht via een koninklijk besluit in werking wil laten treden vanaf 1 januari 2009. Het is natuurlijk contradictorisch dat men dan hier een procedure zou voorstaan waarbij een btw-voet van 21 percent op de grond van toepassing zou zijn, wetende dat Vlaanderen dan onmiddellijk en consequent de registratierechten daarvoor zou terugbrengen naar nul.
Ik geef nog mee dat de finale toets uiteindelijk altijd zal liggen bij een al of niet veroordeling door het Hof van Justitie. Ik verwijs hier ook naar wat de heer Peumans heeft gezegd. Daar wordt de proef op de som genomen. Ik zal er alleszins over waken dat er rekening wordt gehouden met de belangen van de consument. Ik zal samen met de Vlaamse Regering niet dulden dat het Vlaamse beleid dat we de afgelopen tien jaar op het vlak van eigendomsverwerving hebben gevoerd, door overhaaste en ondoordachte aanpassingen zou worden doorkruist. Iedereen kent intussen de positieve injuncties van de verlaging van de registratierechten en vooral de meeneembaarheid van deze rechten. In dit geval zou die niet spelen. Als men morgen btw gaat betalen op bouwgronden in plaats van registratierechten, dan valt ook de meeneembaarheid op deze sommen weg. Dat kunnen we niet aanvaarden.
Ik heb hierover ook gesprekken gevoerd met de minister-president. Ik verheel u niet dat Vlaanderen in dit dossier maximaal zijn rechten zal uitputten op het moment dat dit nodig is omdat we van mening zijn dat de bouwsector er vandaag absoluut niet mee gediend is dat dergelijke Europese stellingen naar de Belgische regelgeving zouden worden vertaald.
Wij zijn vanuit Vlaanderen bereid om de proef op de som, namelijk de beoordeling door het Hof van Justitie, af te wachten om te weten wat de finale Vlaamse houding zal zijn. Laat ons nu geen intentieprocessen voeren, we moeten nu wachten op de betekening van de notulen van het Btw-Comité. Het is ook wachten op de concrete informatie daarover. Ik betreur, samen met de minister-president, het feit dat de Belgische regering het Vlaamse standpunt in dit Btw-Comité geen kansen heeft gegeven. We waren niet op de hoogte van de bespreking ervan. Ik neem aan dat de Vlaamse Regering zich sterk zal maken om ons Vlaams verzet tegen dit standpunt onverkort te laten gelden op de hernotulering van dit punt op het Overlegcomité.
De voorzitter: De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx: Ik ben ontgoocheld over uw antwoord. Dit is nu echt wat men struisvogelpolitiek noemt. Wij hebben dat officieel nog niet op papier gekregen en daarom moeten we er niet nadenken over wat we gaan doen. Net zoals ik in april vorig jaar zeker was dat Europa zich zo zou uitspreken, ben ik er nu ook zeker van dat bij de federale begrotingscontrole de artikelen over de btw op de bouwgrond opnieuw zullen ingeschreven staan in de programmawet. Misschien gebeurt dat met terugwerkende kracht, maar misschien ook niet. Dat weet ik niet. Voor de rest mag men er vergif op innemen dat dit in de federale programmawet zal staan, Overlegcomité of niet, schriftelijke betekening of niet.
Wanneer vindt de federale begrotingscontrole plaats? De federale begrotingscontrole gebeurt in april, als dit parlement stilligt en niet meer bijeenkomt. We zitten dan in volle verkiezingscampagne. Dan kan er dus decretaal niets meer gebeuren voor oktober. U riskeert de boot helemaal te missen door de geplande verkiezingen van juni.
Er is niets wat u belet om nu al in het decreet in te schrijven dat bijvoorbeeld mensen die een bouwgrond kopen en die onder het btw-stelsel vallen, nu al vrijgesteld worden van registratierechten. Er is niets wat u belet om nu al in het decreet in te schrijven dat de mensen die onder het btw-stelsel vallen, een compensatie krijgen voor het abbatement dat ze missen en voor het bij-abattement. Er is niets dat u belet om deze zaken nu al te regelen.
Ik kondig daarover een met redenen omklede motie aan.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Ik dank de minister voor zijn antwoord. Als een Uitgebreid Bureau een interpellatie toekent, acht het dat politiek voldoende zwaarwichtig. Zoals ik minister Van Mechelen ken, ben ik, aansluitend op de heer Strackx, wat teleurgesteld in zijn antwoord.
Er is vooreerst het arrest-Breitsohl van 8 juni 2000. Het standpunt dat de Commissie inneemt, ligt in het verlengde van wat het Hof van Justitie indertijd heeft gezegd. In het Btw-Comité worden we bovendien blijkbaar heel slecht verdedigd - ik weet niet welke belangrijke federale ambtenaar van Financiën daar deel van uitmaakt. Dat comité redeneert zelf natuurlijk ook in het verlengde van dat standpunt. Als ik het arrest-Breitsohl lees, staat er duidelijk dat de keuze voor belastingheffing bij de levering van gebouwen of gedeelten van gebouwen en het erbij behorend terrein, betrekking moet hebben op de gebouwen of gedeelten van gebouwen en, onlosmakelijk daarmee verbonden, het bijbehorend terrein. Dat arrest is dus heel duidelijk.
Ik blijf wat op mijn honger zitten. Ik weet dat de federale overheid de maatregel van 6 percent wil nemen, maar volgens mijn informatie is het hoe en wat daarvan nog altijd onduidelijk. Als dit arrest wordt uitgevoerd, krijgt u minder inkomsten. Dat is toch een streep door uw rekening. Voorts heeft het implicaties voor de woningmarkt. Als ik de prijsberekeningen van de Confederatie Bouw bekijk, zie ik dat de kostprijs tot 11.000 euro bedraagt. Voor heel wat mensen is dat een flinke streep door de rekening.
Ik kan me moeilijk voorstellen dat de minister geen idee heeft welke consequenties dit heeft voor Vlaanderen, maar ook voor Wallonië en Brussel. Het verhaal is zelfs nog wat complexer. Er zijn immers nog altijd de 32 Belgische steden die in aanmerking komen voor een betoelaging in het kader van het stedelijk beleid voor wie die operatie van 6 percent btw ook nog eens speelt. Het is een heel complex dossier. Het verhaal wordt nu vooruit geduwd, terwijl het standpunt van alle partijen eenduidig is: dit moet worden toegepast.
Ik kondig eveneens een met redenen omklede motie aan.
De voorzitter: Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen: We hebben er nu alle belang bij om de zaken hun normale gang te laten gaan. Het is nu aan de federale regering om dit punt te agenderen. Dat zal op het gepaste moment gebeuren.
Nu al kan ik de houding van de Vlaamse Regering aankondigen. We zullen echt een incident maken van het feit dat we vinden dat België ons standpunt onvoldoende heeft verdedigd. Dat zal er ook toe leiden dat wij ons uitdrukkelijk verzetten tegen het mogelijks invoeren van deze maatregel via een programmawet. De partijen moeten op het respectieve niveau hun verantwoordelijkheid opnemen.
Persoonlijk vind ik dat we alle vormen van rechtsonzekerheid best kunnen vermijden. De bouwsector is er in dit moeilijke jaar 2009, zeker in de zomer, niet mee gediend dat er over dit dossier zou worden gespeculeerd. Laat staan dat de sector zich voorbereidt op een splitsingsscenario waarbij men grond en gebouw afzonderlijk gaat verkopen zodat het eindresultaat nul is - maar dat is een bekend gegeven.
Het zou potentieel voor Vlaanderen om mininkomsten van 27 miljoen euro gaan. Het spreekt voor zich dat als Vlaanderen door deze maatregel minder inkomsten zou verwerven maar het federale niveau meer inkomsten zou hebben, we zouden kunnen debatteren over compensatie. Dat is de reden waarom ik heb gezegd dat als het federale niveau deze maatregel absoluut wil invoeren, we best de btw op bouwgronden zouden verminderen van 21 naar 6 percent. De koper zal daar uiteindelijk beter van worden en dan is het nog geen onzinnige maatregel.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer Strackx en door de heer Peumans werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.