Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 06/01/2009
Interpellatie van mevrouw Gerda Van Steenberge tot mevrouw Veerle Heeren, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het stijgend aantal hiv-besmettingen onder homomannen
De voorzitter: Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge: Mevrouw de minister, ik heb het genoegen om u als eerste een interpellatie te mogen stellen. Ik bewonder uw ongelooflijke ijver en kennis, waardoor u op deze korte tijdspanne alle vragen en interpellaties kunt beantwoorden. Ik was trouwens verwonderd dat deze commissie kon plaatsvinden.
Minister Veerle Heeren: Mevrouw Van Steenberge, ik heb van in het begin gezegd dat dit geen belemmering mag zijn voor de werkzaamheden van de commissie. Ik moet echter toegeven dat mijn verbondenheid met het Woonzorgdecreet groter is. Maar ik heb wel alle vragen doorgenomen en ze zijn bijzonder interessant.
Mevrouw Gerda Van Steenberge: Ik wou mijn interpellatie starten met een verwijzing naar de begrotingsbespreking, maar dat gaat ook niet meer. De toenmalige minister, de heer Vanackere, had mij beloofd mij niet te zullen uitlachen of belachelijk te maken als ik daarover een vraag zou stellen.
Mijn interpellatie blijft uiteraard actueel. Zij is opgesteld naar aanleiding van de Wereldaidsdag eind november 2008. De krantenartikels daarbij zijn nu een beetje gedateerd, maar de problematiek blijft bestaan. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid publiceerde toen nieuwe cijfers over de verspreiding van hiv/aids. Ze geven een duidelijke groei aan van het aantal mannen dat besmet geraakt door homoseksuele contacten. België zit bovendien in de Europese top vijf van het aantal besmettingen met hiv. In 2007 raakten minstens 197 personen besmet door homoseksueel contact. Dat is bijna een verdubbeling in vergelijking met vijf jaar geleden. Het is schrijnend dat de Belgische cijfers van besmettingen via homo- en biseksuele contacten in 2007 die van de eerste waarnemingen in 1985 overstijgen.
Er is ondertussen een aantal acties ondernomen. Er werden preventiecampagnes gestart. Er was de campagne Safe Sex Charter. Blijkbaar hebben die campagnes tot hiertoe niet veel uitgehaald. Opvallend dit jaar is ook het toenemende aantal jonge homomannen. Meer dan één op zeven van de nieuwe diagnoses in 2007 was jonger dan 25 en bijna één op drie jonger dan 30.
Men kan zich vragen stellen bij de lopende campagnes. Sensoa zegt zelf dat sterke preventieacties, homozaken die via het Safe Sex Charter in condooms voorzien, wetenschappelijk onderzoek naar het profiel van de jonge homomannen die besmet raken en een geco?rdineerd aidsbeleid nodig zijn om de verspreiding van het virus in ons land tegen te gaan. Maar blijkbaar is dat alles niet voldoende. Vzw Sensoa zegt dat de overheid op financieel vlak te weinig inspanningen levert. Zij verwachten meer.
Mevrouw de minister, ik heb tijdens de begrotingsbespreking vragen gesteld over het budget van vzw Sensoa en over de actieplannen die door deze vzw op gang werden gebracht, ook in het kader van de open co?rdinatiemethode van de commissie Gelijke Kansen. Zoals u weet, stel ik daarover veel vragen. Ik heb toen die actieplannen volledig doorgenomen. Op basis daarvan heb ik deze vragen gesteld.
Volgens de laatste beleidsbrief blijven de hoofddoelstellingen van vzw Sensoa de preventie van soa´s, het stimuleren van een goede relationele en seksuele opvoeding en veilig vrijgedrag. Wegens de hoge gezondheidsrisico´s werd aan Sensoa de opdracht gegeven om een rondetafel te organiseren met alle belangrijke actoren op het veld om de problematiek bij mannen die seks hebben met mannen, te analyseren en aan te pakken. Sensoa ontvangt hiervoor jaarlijks een subsidie van 2.220.000 euro. Dat is toch niet weinig. Daarnaast ontvangt de organisatie een bijkomende projectsubsidie van 10.000 euro om het bereik van haar campagne bij homomannen te vergroten.
De actieplannen Gelijke Kansen van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, in het kader van de open co?rdinatiemethode, melden dat een van de strategische doelstellingen is: het verhogen van het welbevinden van de holebi´s via het sensibiliseren en informeren enerzijds en ´empowerment´ van de holebi´s anderzijds. Daartoe worden tal van concrete acties voorgesteld waarbij men informatie over veilige seks tracht te brengen in een kader waarin aandacht is voor het geheel van de seksuele gezondheid en het psychomedische welzijn van de homomannen.
Mevrouw de minister, ik heb hiermee op zich absoluut geen probleem. Ik vind dit echt een noodzaak. Maar bij sommige acties stel ik mij toch wel vragen omdat ik mij afvraag of zij niet eerder contraproductief werken en of zij nog wel binnen de hoofddoelstellingen van vzw Sensoa geplaatst kunnen worden.
Men weet dat mannen in een homosauna vaak een soa hebben. Men heeft daarop gewezen in de krantenartikels naar aanleiding van de Wereldaidsdag. Men benadrukte daarin ook dat er steeds meer besmettingen zijn bij jonge homomannen. Als men weet dat mannen in een homosauna vaak een soa hebben, stel ik mij de vraag waarom Sensoa gratis condooms en glijmiddel in bulk aan homohoreca met gelegenheid tot seks ter plaatse moet leveren. Waarom is het nodig ter plaatse gelegenheid tot seks te hebben? Als men weet dat meer en meer jonge homomannen onder de 25 jaar besmet geraken, kan men zich de vraag stellen waarom de specifieke webstek over mannenseks van Sensoa slechts summiere informatie over veilig vrijen geeft.
Ik heb die webstek uiteraard bekeken. Een kleine anekdote daarover. Ik had mij eerst vergist en had mannensex - met x - punt be geschreven. Ik kwam op een pornosite terecht waarvan ik dacht dat dit toch echt niet de bedoeling kan zijn. Ik heb het drie keer geprobeerd. U moet het maar eens zelf proberen. Ik dacht: dit kan toch niet de in oktober 2008 vernieuwde site zijn. Het is dus mannenseks - met ks - punt be. Ik vond dat daar meer de nadruk mocht worden gelegd op veilig vrijen. Er ging volgens mij te veel aandacht naar tips over triootjes: men moet dat bespreekbaar maken bij de partner. Er werd helemaal niet benadrukt dat men kan proberen om bij één partner te blijven. Dat was mijn punt.
We kunnen ons afvragen wat het realiseren van een terreinverkenning omtrent de preventiebehoeften van homomannen met een kinky/fetisjseksbeleving nog te maken heeft met seksuele gezondheid. Dit wordt allemaal gesteund, geconcretiseerd via actieplannen en begroot vanuit uw departement. Zo zijn er nog tal van acties binnen deze plannen waarbij toch bedenkingen kunnen worden gemaakt. Ik ga ze niet allemaal opsommen, want op den duur wordt het sensatie of de lancering van een bepaald woordgebruik om te choqueren. Dat is niet mijn bedoeling. Wie geïnteresseerd is, kan dat bekijken.
Wat is de timing van de rondetafel die vzw Sensoa moet organiseren met alle actoren in het veld? Hebben er reeds gesprekken plaatsgevonden? Zo ja, welke acties zullen er genomen worden? Hoe zal de projectsubsidie van 10.000 euro concreet worden aangewend?
Bent u op de hoogte van alle actieplannen die vzw Sensoa voert? Dat was mijn vraag aan minister Vanackere. Hij reageerde nogal gepikeerd tijdens de begrotingsbespreking. Ik had de indruk dat hij niet op de hoogte was van die actieplannen. Sluiten al die plannen aan bij de hoofddoelstellingen van vzw Sensoa? De hoofddoelstelling is toch veilig vrijen en een gezonde seksuele levensstijl.
Gebeurt er regelmatig een evaluatie van de actieplannen van vzw Sensoa door het departement zelf? Blijkbaar hebben de lopende campagnes de uitbreiding van de ziekte niet tegengehouden. Klopt dat? Wanneer is de laatste evaluatie gebeurd, en welke conclusies werden er getrokken?
Zult u nog meer financiële inspanningen doen zoals vzw Sensoa vraagt?
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, het is een goede zaak dat mevrouw Van Steenberge deze interpellatie hier stelt. Wij moeten allen deze bezorgdheid delen omtrent de stijgende besmetting met hiv onder homomannen.
Ik wil de cijfers niet relativeren, mevrouw Van Steenberge: elke besmetting is er één te veel. In heel West-Europa stijgt het aantal besmettingen onder homomannen, ondanks de ruimere preventiebudgetten. België is geen uitzondering, helaas. De helft van de besmettingen in ons land stelt men vast bij mensen van buitenlandse origine, en de besmetting werd in het land van oorsprong opgelopen. Als men dat gedeelte eruit haalt, zit België op hetzelfde percentage als de buurlanden.
Het budget van 2,22 miljoen euro gaat natuurlijk niet alleen naar de acties ter preventie van hiv-besmetting bij homomannen. Ik wil het begrotingsdebat hier niet overdoen, maar ik wil dat budget toch helder maken. Er gaat ook een deel naar preventie van ongewenste zwangerschappen en van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De Veilig Vrijenlijn wordt ermee betaald, Sensoa Positief, het documentatiecentrum enzovoort. Ik zou zeker niet willen dat de indruk wordt gewekt dat die 2,22 miljoen euro alleen daaraan wordt besteed.
Ik ben ervan overtuigd - en dat is geen verwijt aan de minister - dat het in ons land ontbreekt aan een geco?rdineerd aidsbeleid. Dat is niet uw schuld, mevrouw de minister, en niet de schuld van uw voorgangers. Met ons Belgisch systeem van versnipperde bevoegdheden kunnen we ook op dit vlak geen eenduidig beleid voeren, ook al heeft België het ´threeonceprincipe´ van de Wereldgezondheidsorganisatie ondertekend: één nationaal co?rdinatieorgaan, één geco?rdineerd beleid en één monitoring- en evaluatiesysteem. Ik wil dat mijn standpunt over de plaats waar die bevoegdheid zich moet situeren duidelijk is. Ik wil daar geen verstoppertje over spelen.
Mevrouw Van Steenberge, één zaak stelt u zeker niet correct voor. Het klopt niet dat Sensoa gratis condooms of glijmiddel uitdeelt in horecazaken. Ze worden wel verkocht aan een zo laag mogelijke kostprijs. Dat is een verschil. Men moet echt wel betalen voor de condooms en het glijmiddel. Er wordt dus niet op kosten van de belastingbetaler gevreeën.
Mevrouw Van Steenberge, over de website www.mannenseks.be heb ik een ander oordeel dan u. Ik ben meteen naar de juiste site gegaan: laat dat duidelijk zijn. Ik kende de site echter en ik heb veeleer de indruk dat het hier gaat over geïntegreerde informatie, die overal wordt gegeven. Wie, om te verwijzen naar uw voorbeeld, zin heeft in een triootje, kan daadwerkelijk op de site lezen hoe hij op een veilige wijze kan vrijen. Dat is natuurlijk wel de bedoeling van die website. Ik ben het dus niet eens met uw kritiek.
De terreinverkenning van de preventiebehoefte van homomannen met een kinky/fetisjseksbeleving houdt rechtstreeks verband met hiv-preventie. Het is immers duidelijk dat net mensen die zich in dat circuit begeven, een grote kans hebben om te worden besmet. Het lijkt me dan ook erg logisch dat daar heel nadrukkelijk naar wordt verwezen.
Ik wil afsluiten met twee elementen die heel belangrijk zijn in dit dossier. Mevrouw de minister, we moeten nadenken over een andere manier van preventie. De interpellatie naar aanleiding van de cijfers die we kennen, toont aan dat het preventiebeleid zoals dat momenteel door Sensoa is uitgetekend, enigszins voorbijgestreefd is. Het beleid moet, samen met Sensoa, nadenken over een andere benadering van preventie.
Ook moeten we er eens ernstig over nadenken om meer geld te geven aan Sensoa. Vergelijken we met de middelen die worden besteed aan soortgelijke instellingen of instituten in het buitenland, dan komt Sensoa er erg bekaaid vanaf. Sensoa heeft een belangrijke opdracht, dus vind ik het absoluut verantwoord dat er ook een groter budget naar die organisatie gaat. Laat dat een boodschap aan een volgende regering en een volgende minister zijn. Misschien bent u dat, mevrouw de minister.
De voorzitter: De heer De Bruyn heeft het woord.
De heer Piet De Bruyn: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, ik wil een korte aanvulling geven bij wat mevrouw Van Steenberge en de heer Roegiers hebben gezegd. Ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat de bekommernis zeer terecht is. Er is op gewezen dat het aantal hiv-besmettingen bij homomannen stijgt. Het zou zich weer op het niveau van 1985 bevinden. Dat is lang geleden. Het is een hele poos de goede richting uitgegaan, in die zin dat er jaarlijks minder besmettingen werden vastgesteld. Dat is nu veranderd. Dat is een drama. Daar schuilt ook een menselijk drama achter bij al die personen die die diagnose krijgen, en bij de betrokken families. Alleen al om die reden verdient dat onze volle aandacht.
Dat tegelijk ook vragen worden gesteld over het gevoerde preventiebeleid, vind ik eveneens terecht, zolang het voeren van een preventiebeleid op zich niet in vraag wordt gesteld. Ik beweer ook niet dat dit hier is gebeurd. Integendeel, we moeten blijven inzetten op meer preventie, op meer manieren en langs meer kanalen, tegen besmettingen met hiv en andere seksueel overdraagbare aandoeningen, en dat overigens niet uitsluitend bij homomannen.
Mevrouw Van Steenberge, de heer Roegiers wees al op enkele onjuistheden in uw inleiding, die misschien niet wezenlijk waren voor uw betoog, maar die ik ook wat storend vond. Ik veronderstel echter dat de minister daar ook op zal wijzen. Het gaat niet over het uitdelen van gratis condooms. Het gaat over het sensibiliseren van horeca-uitbaters om tegen een zo laag mogelijke kostprijs, dus met een zo laag mogelijke drempel, preventiemiddelen ter beschikking te stellen.
We kunnen er natuurlijk over discussiëren, maar naar mijn aanvoelen is informatie over veilig vrijen meer dan summier aanwezig op de ondertussen al tweemaal aangehaalde website. Ik ben op die site gaan kijken, en naar mijn aanvoelen is die overal aanwezig. Mevrouw Van Steenberge, u schetst het beeld alsof er niet gewoon wordt gezegd dat het beter is een monogame relatie aan te houden en dat dat de veiligste vorm van veilig vrijen is. Overigens staat dat wel te lezen, maar er staat inderdaad ook wat meer op voor mannen die ervoor kiezen om niet op die manier hun seksualiteit te beleven. Ik heb de vierkante centimeters of de webpagina´s waarop dat aanbod staat, niet geteld, maar ze waren alleszins veelvuldig.
Ik wil even een kleine zijsprong maken. Bij de holebigroepen, bij de basis, blijft heel duidelijk de vraag bestaan dat er een zeer sterk doelgroepgerichte preventieve benadering zou worden ontwikkeld. Daar hoort dan zelfs een diversificatie bij naar wat die binnen de holebigemeenschap aan diversiteit bestaat. U verwees naar mannen die zich actief bewegen in de wereld van kinky seks of fetisjseks. Ik kan me moeilijk voorstellen dat we bezwaar kunnen hebben tegen terreinverkennend werk ter zake. Het is pas als dat werk is gebeurd, dat er een doelgerichte en doeltreffende preventie kan worden uitgewerkt. Die informatie moeten we ergens halen en dat gebeurt door zich op het terrein te begeven. Dat lijkt me evident.
Ik deel de vragen die zijn geformuleerd over de taak van Sensoa. Sensoa is geëvolueerd. Het is eigenlijk een expertisecentrum geworden en vervult die taak naar mijn aanvoelen behoorlijk goed. Er is op het terrein echter wat weggevallen. Dan heb ik het over de aanwezigheid van wat vroeger het Aidsteam heette bij holebiactiviteiten. Die is weggevallen, en er is op dit ogenblik geen organisatie, groepering of initiatief die die leemte vult. De vraag is of Sensoa, binnen het budget en de taakomschrijving die het momenteel heeft, die taak erbij zou kunnen nemen. Ik zal daar vandaag geen uitspraak over doen, maar het lijkt me wel belangrijk om onder meer met Sensoa eens rond de tafel te zitten om te bekijken of er geen behoefte is aan meer terreinwerk, zoals dat vroeger vaak voorkwam.
De voorzitter: Minister Heeren heeft het woord.
Minister Veerle Heeren: Mijnheer de voorzitter, voor alle duidelijkheid: ik vind de problematiek heel belangrijk. Er kan misschien wel smalend over gedaan worden, maar er zit altijd een menselijk verhaal achter.
Op voorstel van toenmalig minister Vanackere werd tijdens de vorige Interministeriële Conferentie Volksgezondheid beslist om een werkgroep op te starten die zich gaat buigen over de globale aidsproblematiek. Dat is toch niet onbelangrijk. Natuurlijk hopen we ook dat de zeven verantwoordelijke ministers die in ons land bevoegd zijn voor gezondheid tegen de conferentie van 2 maart 2009 effectief tot afspraken kunnen komen.
Mevrouw Van Steenberge, uw eerste vraag gaat over de timing van de rondetafel die de vzw Sensoa als opdracht kreeg en de gesprekken die hebben plaatsgevonden. In 2006 heeft toenmalig minister Vervotte naar aanleiding van Wereldaidsdag alle betrokkenen samengebracht tijdens een rondetafel, om de aanpak van het structurele gezondheidsprobleem bij homomannen te bespreken. In 2007 zijn er twee bijeenkomsten geweest in het kader van die rondetafel. Sensoa, het kabinet van toenmalig minister Vanackere, het Agentschap Zorg en Gezondheid en een aantal andere personen en organisaties werkzaam in de holebibeweging, preventie, zorg en onderzoek hebben aan de rondetafelconferenties deelgenomen.
Het centrale aandachtspunt was de manier waarop bijkomende initiatieven genomen kunnen worden om het toenemende aantal besmettingen met hiv en andere soa´s bij homomannen terug te dringen. Op expliciete vraag van voormalig minister Vanackere gingen tussen beide bijeenkomsten werkgroepen aan de slag om voorstellen te formuleren rond de verschillende thema´s. Een sterke preventieactie rond veilig vrijen, homozaken die via het Safe Sex Charter in condooms voorzien, wetenschappelijk onderzoek naar het profiel van jonge homomannen die besmet raken en een geco?rdineerd aidsbeleid zijn volgens Sensoa nodig om de verspreiding van het virus in ons land tegen te gaan.
Een van de bevindingen in dat proces was de noodzaak van het herbevestigen van de norm van veilig vrijen. Sensoa kreeg de opdracht om een concept te ontwikkelen dat ook door de andere organisaties en de doelgroep zelf kan worden ingezet voor verschillende sensibiliserende initiatieven, onder andere onder de titel LoveLife.
Tijdens de eerste rondetafelconferentie werden door de verschillende partners bijkomende, maar ook nieuwe initiatieven genomen. De stijging van het aantal hiv-besmettingen bij mannen die seks hebben met mannen is door de media sterk opgepikt. De aandacht voor de problematiek is hierdoor, over de sectoren heen, toegenomen. Daarnaast wordt geïnvesteerd in preventie, gericht op mensen met een hiv-besmetting. Aangezien mensen met hiv een steeds langer en kwaliteitsvol leven hebben, gaan zij ook nieuwe relaties aan. Daarom is het belangrijk om hen als doelgroep te beschouwen en hen ook te wijzen op de noodzaak van gezond en veilig seksueel gedrag. Sensoa verhoogt op die manier toch de aandacht voor de groep.
De projectsubsidie van 10.000 euro wordt eigenlijk gebruikt om zich specifiek tot de doelgroep te richten, boven op de normale subsidie die Sensoa heeft. Die ging normaal gezien niet direct naar de doelgroep, maar via intermediairen. Dat wordt gedaan op drie niveaus. Voor evenementen is 2500 euro ingeschreven. De eerste actie wil LoveLife lanceren en extra zichtbaar maken op evenementen, onder andere door gratis condooms uit te delen door vrijwilligers. Zij leggen de campagne uit en dragen een T-shirt van LoveLife. Het is niet zomaar het uitdelen, maar ze geven de boodschap mee. De teams van vrijwilligers zorgen ook voor het verspreiden van de basisboodschap: geniet van het leven, geniet van vrijen, maar doe het veilig. Is dat nu niet mooi gezegd?
Tijdens talrijke evenementen worden een groot aantal mannen die seks hebben met mannen, bereikt. Het gaat om de Belgian Lesbian & Gay Pride, waar toch altijd heel veel mensen naartoe komen, maar ook om het Antwerpse Pride Festival - dat is nieuw. Het budget dat Sensoa in het verleden kon investeren in het voeren van campagnes op soortgelijke evenementen, was ruim onvoldoende om de boodschap zichtbaar te maken.
Naast de evenementen is er het internet, waar 4000 euro voor gereserveerd is. Aan de lancering van LoveLife hangt ook een digitaal onderdeel. Flyers en folders worden steeds minder gebruikt, en als ze gebruikt worden, is dat als achtergrondinformatie, om juist de basisboodschap mee te geven. Maar internet is eigenlijk de manier om te communiceren. Als Facebook en Netlog onder internet vallen, ga ik ervan uit dat internet in de meest brede context geïnterpreteerd zal worden. Het digitale deel van de campagne moet de doelgroep ervan overtuigen om mee in de campagne te stappen. Er wordt een toepassing ontwikkeld, die homomannen naar elkaar kunnen sturen of die ze kunnen toevoegen aan hun profielpagina op internet. Dat ´virale´ deel van de campagne stelt zich tot doel om een groot deel van de doelgroep te bereiken en om aan te kunnen tonen dat die doelgroep condoomgebruik ook belangrijk vindt.
Binnen die budgettaire operatie is er ook nog de ondersteuning van initiatieven aan derden. Daarvoor is 3500 euro uitgetrokken. Sensoa heeft de actieweek eind 2008 ondersteund en laten uitgroeien tot een week van activiteiten ingericht door holebiverenigingen en holebihoreca die de doelgroep sensibiliseren voor een grotere zichtbaarheid van hiv en voor solidariteit met mensen met een hiv-besmetting, wat even belangrijk is.
Daartoe moet een aantal visuele materialen ontwikkeld worden. Naast een werkkoffer met activiteiten waaruit inrichters van verenigingen en horeca kunnen kiezen, stelt de holebifederatie zich garant voor de ontwikkeling van een methodieke koffer. Sensoa wil met 3500 euro de visuele ondersteuning ontwikkelen voor die acties om daarvan gebruik te kunnen maken op holebifuiven, in discotheken, clubs, cafés enzovoort.
LoveLife liep af eind 2008. Ik ga ervan uit dat er de volgende weken een evaluatie zal worden gemaakt.
Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid stuurt Sensoa jaarlijks aan via de jaarplanbespreking. Tussentijds zijn er ook evaluaties. Sensoa is een vereniging met een heel open communicatie. Het kabinet en de administratie worden ingelicht over elke actie. Aangezien werken op lange termijn echter belangrijker is dan werken met kleine kortlopende projecten is een convenant gesloten met Sensoa voor vijf jaar, van 2006 tot 2010. In dat convenant worden de opdrachten vastgelegd die worden verwacht van die vereniging en het budget dat daartegenover staat. Ik vermoed dat u dat convenant en de inhoud ervan kent.
Dat convenant werkt rond een aantal resultaatsgebieden zoals de deskundigheidsbevordering met daarin advies, informatieverstrekking en vorming, het operationaliseren van het Vlaams concept over seksuele gezondheid, het ontwikkelen, promoten en valideren van wetenschappelijk onderbouwde concepten, methodieken en werkinstrumenten. Tot slot is er nog de begeleiding van mensen met hiv en van hun omgeving. Niet alleen mijn administratie, maar ook het agentschap Zorg en Gezondheid werkt heel intensief samen met Sensoa, niet alleen om een jaarplan voor te bereiden, maar ook om de acties te bespreken.
Mijn administratie ontmoet Sensoa twee keer per jaar voor een evaluatie. Dat gebeurt voor de zomervakantie en na het ontvangen van het voortgangsrapport waarin de acties van het afgelopen jaar worden besproken. Eind november 2008 heeft de administratie Sensoa nog eens ontmoet om de jaarplanning van 2009 te ontvangen. Tijdens die bespreking werd duidelijk dat Sensoa zich bewust is van de nood aan extra inspanningen. Binnen de beschikbare budgetten wil Sensoa extra mankracht vrijmaken voor de doelgroep mannen die seks hebben met mannen.
Sensoa ontwikkelt zes campagnes die worden ondersteund met affiches, met banners op verschillende sites, met advertenties en met redactionele artikels in de gedrukte media. Een daarvan is de affiche in januari ter bekendmaking van mannenseks waaraan u refereerde. Verder is er een affiche ter promotie van de vaccinatie tegen hepatitis B plus steekkaart, van maart tot juli. Er is ook een affiche in het kader van de promotie van het condoomgebruik in mei. Verder is er nog een affiche waarvan het thema nog open is. Tot slot zijn er nog twee affiches in het kader van de hiv-campagne, voor september-november en voor het voorjaar 2010. Er verschijnen ook nog vijf artikels en drie advertenties in heel doelgerichte tijdschriften.
Ikzelf, het kabinet en de administratie hebben vandaag geen weet van een vraag van Sensoa naar verhoging van de budgetten. Tijdens de rondetafelconferentie is een andere vraag gesignaleerd, namelijk de nood aan wetenschappelijk onderzoek om een scherp profiel te kunnen schetsen en afbakenen van de groepen die een hoog risicoverdrag vertonen. Eind 2008 is dan ook 50.000 euro vrijgemaakt voor een prevalentieonderzoek bij homomannen. Dat onderzoek wordt momenteel uitgevoerd door het Tropisch Instituut voor Geneeskunde. Het is een projectsubsidie die zal worden gebruikt voor drie types van activiteiten die worden gerealiseerd in de periode van 1 december 2008 tot 1 december 2010.
Een eerste type activiteiten is het bijeenbrengen en analyseren van bestaande recente data over hiv, soa en seksueel gedrag bij homomannen in Vlaanderen. Een tweede is het opzetten van een prevalentieonderzoek. Centraal in dat onderzoek is de frequentie van onveilig vrijen en hiv-infectie bij homomannen in Vlaanderen en het testgedrag bij de doelgroep en de proportie van nog niet gediagnosticeerde hiv-infecties. Een derde zaak is het in kaart brengen van bestaande preventiestrategieën voor homomannen en concrete voorstellen om de hiv-preventiestrategie in Vlaanderen te versterken met het oog op methodiek, doelgroep en bereik.
Ik kan alleen maar de betogen ondersteunen van de heer Roegiers en de heer De Bruyn over hoe belangrijk het is om te blijven investeren in preventie.
De voorzitter: Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge: Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.
Niet alleen de heren Roegiers en De Bruyn, maar ook ik hecht belang aan het investeren in preventiecampagnes. Ik vraag me alleen af van welk uitgangspunt we moeten starten. Ik stel alleen maar vast dat het aantal hiv-besmettingen niet is gedaald, ondanks alle campagnes en investeringen.
Mijnheer Roegiers, we zullen uiteraard nooit overeenkomen, we hebben al verschillende discussies over dit thema gehad in een andere commissie. Homoseksuelen vragen om zo veel mogelijk behandeld te worden als heteroseksuelen. Dat kan ik uiteraard alleen maar onderschrijven. Als ik echter deze actieplannen zie, dan vraag ik me af van welk standpunt men wil vertrekken. Ik denk dat de vzw te veel vertrekt vanuit de niet-norm. Alles van de actiepunten is gespecificeerd op zaken die buiten het normale seksleven vallen. Mocht men deze actieplannen voeren voor heteroseksuelen, betaald door het departement, dan zou men zich daar vragen over stellen. Men kan wel het voorbeeld geven van kinky/fetisjseksbeleving en zeggen dat dat bij de haren is getrokken en dat het moet worden bekeken, maar bij heteroseksuelen zou men daar een vraag over stellen.
Ik vind nog steeds dat vzw Sensoa te weinig de nadruk legt op genieten van gewone seks. Daar kan men ook van genieten. Men kan ook genieten van seks met één partner. Ik vind dat in deze actieplannen niet terug. Bij veilig vrijen wordt te veel de nadruk gelegd op promiscuïteit. Dat stoort me bij deze actieplannen, daarom heb ik deze interpellatie gehouden. Ik vind dat vzw Sensoa veel meer de nadruk kan leggen op seks hebben met één partner, en dat dat de veiligste manier is om seks te hebben. Men kan er niet onderuit dat er een stijging van de hiv-besmettingen is.
De voorzitter: Minister Heeren heeft het woord.
Minister Veerle Heeren: Het is de uitdaging van de werkgroep waar ik naar heb verwezen, die een uitvloeisel is van de interministeriële conferentie, om best practices in het kader van het preventiebeleid uit te wisselen. Als we een middel hadden, dan was dat vandaag al uitgevoerd. Ik kijk uit naar de resultaten daarvan.
Op dit ogenblik is men op beleidsniveau bezig met de voorbereiding van een besluit voor erkenning en subsidiëring van partnerorganisaties. We gaan ervan uit dat Sensoa kandidaat zal zijn om in het kader van het seksuelegezondheidsbeleid de rol van partnerorganisatie op te nemen. Op dat ogenblik zal gesproken moeten worden over opdrachten en subsidies die daar tegenover staan.
Met redenen omklede motie
De voorzitter: Door de mevrouw Van Steenberge werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.