Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 11/12/2008
Vraag om uitleg van de heer Bart Martens tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het meldpunt voor zondagsjacht, dat naar aanleiding van de beslissing van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 werd ingesteld
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Op 30 mei 2008 keurde de Vlaamse Regering het Jachtopeningsbesluit en het Jachtvoorwaardenbesluit goed. We hebben daar in deze commissie een hele gedachtewisseling aan gewijd. Een van de onderwerpen was de jacht op zondag. Uiteindelijk heeft de Vlaamse Regering beslist geen jachtverbod op zondag in te stellen, maar wel twee meldpunten op te richten om conflicten zo veel mogelijk te vermijden.
Een van de meldpunten dient voor de voorafmelding van jacht op zondag. Dat moet minstens 24 uur op voorhand gebeuren. Een ander meldpunt diende om klachten van recreanten te melden. De bedoeling was om na een jaar een evaluatie op te maken op basis van de gegevens die op beide meldpunten werden verzameld.
Het is niet mijn bedoeling vooruit te lopen op de evaluatie, maar ik stel vast dat er zich toch een probleem voordoet op het terrein. Als bijvoorbeeld een plaatselijke jeugdbeweging een bosactiviteit wil organiseren op zondag, kan zij niet bij het meldpunt van de jagers terecht om na te gaan of er in dat gebied geen jachtactiviteiten zijn aangemeld. Ook heel wat recreanten gaan ervan uit, en dat lijkt me vrij logisch, dat ze het jachtmeldpunt kunnen consulteren om te zien of het wel aangewezen is in een bepaald gebied te gaan wandelen. Het meldpunt blijkt echter niet publiek raadpleegbaar te zijn. Het gaat eigenlijk om een eenrichtingsverkeer van de informant naar de administratie toe. Men kan zich afvragen of het meldpunt voor jachtactiviteiten daarmee zijn doel niet voorbijschiet. Op die manier wordt het een administratieve formaliteit die geen enkele meerwaarde oplevert op het vlak van het vermijden van conflicten.
Mevrouw de minister, hoe werkt het meldpunt voor jachtactiviteiten eigenlijk in de praktijk? Wat wordt met de aangemelde jachtgegevens gedaan? Worden die bijvoorbeeld getoetst aan of afgestemd op activiteiten die reeds langer gepland zijn en waarvoor vaak een toelating nodig is zoals mountainbiketochten, wandelingen van erkende wandelclubs of andere georganiseerde activiteiten?
Bent u er zich van bewust dat het in het licht van de aangehaalde voorbeelden een probleem kan zijn dat het meldpunt van de jagerij niet consulteerbaar is door recreanten of verenigingen?
Is het mogelijk de gegevens meer transparant te maken door een overzicht van de aangemelde jachtactiviteiten online publiek consulteerbaar te maken op de website van het Agentschap voor Natuur en Bos? Zou daarbij ook in de mogelijkheid kunnen worden voorzien om ook jacht op andere dagen op vrijwillige basis te laten registreren en erkende Wildbeheerseenheden rechtstreekse toegang te verlenen tot het publiek toegankelijk register van voorafgemelde jachtactiviteiten? Zo kunnen hun jachtactiviteiten daar rechtstreeks op worden aangemeld.
De voorzitter: De heer De Klerck heeft het woord.
De heer Patrick De Klerck: In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) wordt heel wat aandacht besteed aan het buitengebied en aan het recreatieve medegebruik van dat gebied. Een goed nabuurschap is daarbij belangrijk, aldus de heer Matthijs.
In het besluit van 30 mei 2008 van de Vlaamse Regering over de jachtvoorwaarden is onder andere sprake van dat meldpunt. We hebben daar uitvoerig over gediscussieerd in de commissie. We hebben toen een goed evenwicht gevonden over de invulling van dat meldpunt, zowel voor de jagers als voor de recreanten die gebruik maken van het buitengebied en over de jacht kunnen worden geïnformeerd. Nu wil men nog meer functies toedichten aan dat meldpunt die niet specifiek in het besluit zijn opgenomen. Na een jaar moet er geëvalueerd worden. Laten we dus eerst afwachten wat die evaluatie oplevert.
Tot slot heb ik nog wat bedenkingen bij de manier waarop Natuurpunt een aantal zaken formuleert over dat meldpunt. De mensen die het buitengebied gebruiken, zouden worden geïntimideerd en getiranniseerd door de jagers, aldus Natuurpunt. Ik vind dat nogal ophitsende en provocerende taal.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Toen het Jachtvoorwaardenbesluit en het Jachtopeningsbesluit door de Vlaamse Regering werden goedgekeurd, is daar in deze commissie inderdaad een uitgebreide discussie over gevoerd.
In het Jachtvoorwaardenbesluit staat: ?De gewone jacht met een vuurwapen die plaatsgrijpt op zondag dient ten laatste 24 uur op voorhand gemeld te worden op een elektronisch meldpunt, daartoe opgezet door het agentschap. Op basis van de gegevens geïnventariseerd op het meldpunt inzake de zondagsjacht zal er na een jaar een evaluatie gebeuren en zal onderzocht worden of de regeling voor de zondagsjacht moet bijgestuurd worden.?
Op grond van die bepaling werd bij aanvang van het nieuwe jachtseizoen, op 1 juli 2008, op de website van het Agentschap voor Natuur en Bos een meldpunt actief, gericht op de jager met het oog op het melden van de zondagsjacht.
Hoewel het Jachtvoorwaardenbesluit geen melding maakt van de oprichting van een meldpunt voor klachten over de zondagsjacht, heeft het Agentschap voor Natuur en Bos hiervoor op zijn website een tweede meldpunt opgericht.
Momenteel worden de gegevens van beide meldpunten louter geregistreerd. Tot nu toe heeft het agentschap op het eerste meldpunt 1261 meldingen van zondagsjacht ontvangen. Dat was de situatie op 8 december 2008. Dat meldpunt werkt dus goed. Op het tweede meldpunt heeft het agentschap 23 klachten over zondagsjacht ontvangen. Dat was eveneens de situatie op 8 december 2008.
De Vlaamse Regering heeft met de uitgewerkte regeling niet meteen de bedoeling gehad om de meldingen van jagers publiek consulteerbaar te maken. Bij de discussies die geleid hebben tot het Jachtvoorwaardenbesluit was het probleem van de beschikbaarheid van een consulteerbare lijst van geplande jachtactiviteiten niet aan de orde. De discussie betrof toen immers de aanvaardbaarheid van de zondagsjacht op zich, en het gegeven dat die kwestie maar op basis van feitenmateriaal geëvalueerd zou kunnen worden - meten is weten. Zondagsjacht moet worden gemeld. Ook wie klachten heeft over de zondagsjacht, moet die melden. Anonieme klachten worden niet aanvaard.
Het doel van de regeling is om na een jaar een evaluatie te maken. Op basis daarvan moet duidelijk worden waar zich problemen voordoen en hoe daaraan kan worden geremedieerd. In die optiek lijkt het mij niet aangewezen om vandaag alle gegevens publiek consulteerbaar te maken. We moeten wachten tot er een evaluatie heeft plaatsgevonden. Dat gebeurt in de zomer van volgend jaar.
Als er effectief sprake is van intimidatie, dan is dat betreurenswaardig. Uit de contacten die ik zelf heb met de Wildbeheereenheden blijkt echter dat er goede afspraken worden gemaakt. Als er activiteiten zijn, dan wordt er niet gejaagd. We moeten niet de indruk wekken dat zich overal grote problemen voordoen. Ik sluit niet uit dat er in bepaalde gevallen effectief knelpunten zijn, maar we mogen die niet veralgemenen voor heel Vlaanderen.
De heer Bart Martens: Mijnheer de voorzitter, ik betreur dat met die aangemelde gegevens niet méér gebeurt. Meten is inderdaad weten. Maar als we dit een jaar moeten laten liggen en dan pas een evaluatie maken, schieten die gegevens hun doel voorbij. Als ze publiek consulteerbaar zouden zijn, zou men kunnen overgaan tot conflictpreventie. Ook in ons buitenlands beleid geniet dat nog altijd de voorkeur op conflictbeheersing.
Ik had uit de gedachtewisseling destijds begrepen dat een aantal wildbeheereenheden, als ik mij niet vergis ook in de Vlaamse Ardennen, daarvoor al een modus vivendi hadden gevonden. Zij melden al effectief bij recreanten en wandelverenigingen enzovoort op voorhand hun jachtactiviteiten. Waarom zou dat niet op het Vlaamse niveau, desnoods op vrijwillige basis, kunnen worden uitgewerkt? De wildbeheereenheden die dat vrijwillig willen aanmelden op een publiek consulteerbare website, moeten daarin worden aangemoedigd. Op die manier kunnen op het terrein veel misverstanden en conflicten worden vermeden. Dat is in het belang van alle openruimtegebruikers.
De voorzitter: De heer De Klerck heeft het woord.
De heer Patrick De Klerck: ´Meten is weten´ is inderdaad een belangrijk uitgangspunt. In functie daarvan moet de evaluatie geschieden. Toch ben ik zeer verbaasd als ik van de minister hoor dat er 23 klachten werden geregistreerd. Natuurpunt stelt dat er 1,4 miljoen Vlamingen persoonlijk worden gehinderd door de jacht op zondag. Ik heb bedenkingen bij het verschil tussen deze cijfers.
De voorzitter: Het incident is gesloten.