Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 06/01/2009
Vraag om uitleg van van mevrouw Vera Van der Borght tot mevrouw Veerle Heeren, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de wachttijden voor thuisbegeleiding van kinderen met autisme
De voorzitter: Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, het is spijtig dat mevrouw Stevens hier niet meer is, want ook hier gaat het over een probleem binnen de zorgsector en de tekorten. Half november 2008 verschenen meerdere krantenberichten waarin ouders van autistische kinderen de alarmbel luidden over de verder oplopende wachttijden voor thuisbegeleiding van kinderen met autisme.
Zowel in de provincie Oost-Vlaanderen als in de provincie Antwerpen hebben thuisbegeleidingsdiensten te maken met lange wachttijden tussen de aanvraag tot diagnoseonderzoek en de start van begeleiding. In Antwerpen, waar de problemen het grootst zijn, is die intussen opgelopen tot vier jaar. Er staan volgens de Antwerpse thuisbegeleidingsdienst Het Raster 1000 mensen op de Antwerpse wachtlijst, met jaarlijks 500 nieuwe aanvragen. In Oost-Vlaanderen heeft de thuisbegeleidingsdienst Tanderuis 400 gezinnen in begeleiding, met 375 wachtenden. In vergelijking met de cijfers waar we het daarstraks over hadden, mogen we stellen dat het probleem van een andere aard is. De thuisbegeleidingsdiensten slaan alarm omdat ze vrezen volgend jaar geen extra middelen te zullen ontvangen waardoor ze geen bijkomende personeelskrachten zullen kunnen inzetten.
Het hoeft geen betoog dat de lange wachttijden voor vele gezinnen ernstige, soms zelfs dramatische gevolgen hebben. Het volstaat om in genoemde krantenartikels de getuigenissen van ouders te lezen om te weten hoe moeilijk zij het hebben om alleen het hoofd te bieden aan de vele opvoedingsproblemen die zich voordoen bij autistische kinderen. In diezelfde periode las ik in de krant dat een autistisch kind met gedragsstoornissen wegens plaatsgebrek in een open jeugdinstelling in Mol was terechtgekomen, in plaats van in een psychiatrisch centrum voor autisme. Ook dit is schrijnend.
Het gedrag van autistische kinderen kan dermate storend zijn dat het hele gezinsleven er onder begint te lijden en dat uiteindelijk de stoppen doorslaan bij de ouders. Zo was er begin november 2008 al een geval waarbij de moeder niet langer kon omgaan met het zo storende gedrag van haar kind dat ze het een dodelijke dosis medicijnen had toegediend. Dat zijn natuurlijk extreme situaties en we mogen niet veralgemenen, maar het is duidelijk dat de noodkreet van deze ouders niet onbeantwoord kan blijven.
We hebben de voorbije weken in deze commissie de discussie gevoerd over het tot stand brengen van een nieuw meerjarenplan voor bijkomende middelen voor de gehandicaptenzorg. Dat nieuwe meerjarenplan zal er pas komen vanaf 2010. Ik verwijs daarvoor naar de motie in verband met het wegwerken van de wachtlijsten, die recent werd goedgekeurd in de plenaire vergadering.
Mevrouw de minister, ik wil aandringen op bijkomende budgettaire inspanningen, liefst al bij de eerste begrotingscontrole van 2009, om de thuisbegeleidingsdiensten en diagnosecentra een bijkomende ondersteuning te geven. Bent u daartoe bereid?
De voorzitter: Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Vera Jans: Mijnheer de voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij de vraag van mevrouw Van der Borght. Kinderen en jongeren met autisme vormen de sterkst stijgende groep die bij het Vlaams agentschap aanklopt. Sinds we de cijfers kunnen opvragen, is dat een vast gegeven. De meeste aanvragen komen inderdaad uit de provincie Antwerpen. Ik heb er al eerder schriftelijke vragen over gesteld. Als verklaring voor de stijging wordt verwezen naar de betere herkenning van de ziekte en de toegenomen diagnostiek.
Mevrouw Van der Borght verwijst naar de motie die in deze commissie door de meerderheidspartijen werd ingediend, waarin we heel duidelijk vragen naar een nieuw meerjarenplan voor personen met een handicap. Dat is al aangekondigd. De timing die naar voren is gebracht, is weldra zover dat het in de commissie kan worden voorgelegd of met de sector kan worden besproken. Ik wil aandringen om werk te maken van dat meerjarenplan. Dat is noodzakelijk om de nodige perspectieven te bieden aan de volledige sector van personen met een handicap. Dat geeft voor deze doelgroep, maar ook voor alle andere doelgroepen, een zicht op wat mogelijk is en wat niet. Het zal een antwoord bieden op heel veel vragen die rijzen. Onze fractie onderschrijft dat zeer graag.
De voorzitter: Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw Else De Wachter: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, ik wil me ook aansluiten. We hebben het in het verleden hierover al een paar keer gehad. In dit geval gaat het over kinderen met autisme. Ook in het algemeen kan men nergens terecht met kinderen die zeer storend, afwijkend gedrag vertonen. Dergelijke kinderen komen vaak in open of zelfs gesloten jeugdinstellingen terecht, waar ze absoluut niet thuishoren. We hebben immers niet te maken met kinderen die een of ander misdrijf hebben gepleegd, maar met kinderen met een psychiatrische stoornis.
Mevrouw de minister, ik heb uw voorganger er al enkele malen op gewezen dat we daar absoluut aandacht aan moeten besteden en dat we de instellingen en organisaties die specifiek bezig zijn met dergelijke psychiatrische stoornissen bij kinderen, absoluut moeten ondersteunen. Dat moet dringend gebeuren zodat die kinderen uit de jeugdinstellingen kunnen worden gehouden. Dat is absoluut noodzakelijk ten aanzien van de volgende generatie omdat dergelijke kinderen op volwassen leeftijd veel beter kunnen worden begeleid dan wanneer ze op jonge leeftijd met een dergelijke stoornis terechtkomen in een instelling. Ik wil deze bekommernis vandaag absoluut nog eens beklemtonen. Daar ligt de essentie van het hele verhaal over het oneigenlijk plaatsen van kinderen die niet thuishoren in die instellingen.
De voorzitter: Minister Heeren heeft het woord.
Minister Veerle Heeren: De voorbije maanden zijn er heel wat initiatieven genomen, zeker op het financiële vlak. Gedurende laatste drie jaren, met name 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009, is de capaciteit steeds verhoogd. Die verhoging is over de verschillende provincies verdeeld. Voor Antwerpen, Vlaams-Brabant en Brussel gaat het om minstens 294 extra gezinnen voor Het Raster. Voor Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen gaat het om 212 extra gezinnen voor Tanderuis. Voor Limburg gaat het om 68 extra plaatsen voor het provinciaal samenwerkingsverband autisme. In Limburg gaat het om 1024 begeleidingen. In Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen gaat het om 3180 begeleidingen. In Antwerpen, Vlaams-Brabant en Brussel gaat het om 4415 begeleidingen.
Het uitbreidingsbeleid 2008-2009 voorziet tevens in 200.000 euro voor het opstarten van een trajectbegeleidingsmodule binnen de ambulante diensten. Het gaat dan om de thuisbegeleidingsdiensten en om de diensten Begeleid Wonen. Ten gevolge van deze uitbreiding is de capaciteit van deze diensten met 126 begeleidingen toegenomen.
Tijdens dezelfde periode zijn de biprovinciale thuisbegeleidingsdiensten voor autisme opgesplitst. Het gevolg is dat het werkgebied van elke dienst nu een provincie beslaat. De provinciale werking maakt het de diensten mogelijk beter op het regionaal overleg in te spelen en voor een regionale zorgafstemming te zorgen.
Tegelijkertijd is de begeleidingsnorm voor de thuisbegeleidingsdiensten voor autisme met de andere thuisbegeleidingsdiensten gelijkgeschakeld. Dit houdt per voltijds equivalent op jaarbasis 450 begeleidingen in. Dat is een toename met 150 begeleidingen. Ten gevolge van de gelijkschakeling van de prestatienorm kunnen de thuisbegeleidingsdiensten voor autisme meer gesubsidieerde begeleidingen tot stand brengen. Deze toename is alvast een positief signaal.
Zowel voor de Centra voor Ontwikkelingsstoornissen als voor de multidisciplinaire teams die door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap worden erkend, hebben we bijkomend in een verhoging van de diagnostische capaciteit geïnvesteerd. Het gaat om 450 eenheden of, in totaal, om 4172 eenheden voor de Centra voor Ontwikkelingsstoornissen. Verder zijn de subsidies en de onkostenvergoedingen verbeterd.
Ik ben er in geval een absolute voorstander van om deze inspanning tijdens de eerstvolgende uitbreidingsronde in dezelfde mate te hernemen. Iedereen die in zijn gezin met een kind met autisme wordt geconfronteerd, weet hoe moeilijk het is hier op basis van de draagkracht van het gezin en van de menselijke haalbaarheid mee om te gaan.
De voorzitter: Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght: Ik dank de minister voor haar antwoord. De roep van deze mensen was een echte noodkreet. Ze vrezen immers dat alles zal uitblijven. Ik ben blij dat de minister nu heeft verklaard bereid te zijn tijdens de volgende begrotingsronde eventueel een inspanning te leveren. De betrokken mensen hebben zelf verklaard dat er de voorbije drie jaar en zelfs de voorbije zeven jaar steeds uitbreidingen zijn geweest. Hun bezorgdheid betreft echter vooral het uitblijven van een meerjarenplan. Wat dit betreft, ben ik het eens met mevrouw Jans. We hebben die motie geschreven om dringend werk van een nieuw meerjarenplan te maken. Eens dit meerjarenplan er zal zijn, zal het voor velen duidelijk zijn wat ze kunnen en mogen verwachten. Misschien zal hun vrees dan verdwijnen. Het heikele punt blijft in elk geval de vrees dat er het eerste jaar geen uitbreiding zou komen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.