Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 04/12/2008
Interpellatie van de heer Johan Deckmyn tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de zogenaamde splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond door de oprichting van de vzw Voetbalfederatie Vlaanderen
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is niet de eerste keer dat ik hier een vraag stel over de splitsing van de Belgische Voetbalbond. U weet waarom. De Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) had zich geëngageerd om tegen eind november van dit jaar duidelijkheid te creëren over de splitsing van zijn structuren conform het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding.
In oktober konden we al vermoeden dat de Voetbalbond een oplossing zou proberen uit te werken waarbij hij het Vlaamse geld kon incasseren zonder hiervoor een echte splitsing door te moeten voeren. De krantenartikels logen er toen niet om. In sommige kranten stonden toen titels zoals: "Voetbalbond wil Vlaams geld zonder splitsing".
Mijnheer de minister, op dat vlak heeft de KBVB tenminste woord gehouden. De Voetbalbond zal nu blijkbaar gesubsidieerd worden zonder splitsing. Zo stelde de bond dat vrijdag trouwens zelf in een artikel. Er is geen sprake van een echte splitsing, voor de Voetbalbond is het een puur financiële operatie. De bondsvoorzitter heeft dit zelf beklemtoond, hij stelt zelfs letterlijk: "Op het terrein verandert er niets."
Mijnheer de minister, u beweerde zelf ook dat er een splitsing zou komen. U was ervan overtuigd dat we die richting zouden uitgaan, maar in een artikel van donderdag 27 november vraagt een journalist u waarom de splitsing nodig was - hij was er blijkbaar van overtuigd dat er al een splitsing was - en u antwoordde: "Ik spreek liever niet over een splitsing, maar over de oprichting van een Vlaamse liga".
We hebben nu dus de oprichting van een Vlaamse liga. Iedere logisch denkende mens zal merken dat er van een splitsing geen sprake is. Een splitsing is een geheel dat in minstens twee stukken uiteenvalt. Nu hebben we een 'splitsing' van de Voetbalbond waarbij slechts één stukje op de tafel komt - en dat kan bezwaarlijk een splitsing worden genoemd. In feite hebben we een onderafdeling van de Voetbalbond opgericht. Dat is de realiteit.
Ook de Voetbalbond beklemtoont heel duidelijk dat het niet gaat om een splitsing, maar om een reorganisatie van de Belgische Voetbalbond. In die zin heeft de bond gelijk. En ik verwijs naar mijn uitspraak van daarnet: u hebt eigenlijk een Vlaamse onderafdeling van de Voetbalbond opgericht. Het is zelfs niet zeker dat er een Waalse tegenhanger komt.
De Waalse minister van Sport Daerden eist een volledige splitsing. Dat impliceert eigenlijk dat er nu geen sprake is van een volledige splitsing. Hij wil dus veel verder gaan dan uzelf. Ik citeer uit De Gentenaar van 28 november 2008: "De Waalse federatie komt er nog niet omdat de Waalse minister van Sport Daerden geen financiële garanties wilde geven. In een brief aan bondsvoorzitter François De Keersmaecker stelde hij drie voorwaarden om geld te pompen in een Waalse voetbalfederatie. Daerden wil een volledige splitsing, tot op het hoogste niveau." Daarin is hij een bondgenoot van mij. Ik heb u dat ook altijd gevraagd.
Minister Bert Anciaux: Ik heb tussen u en minister Daerden altijd een bondgenootschap vermoed.
De heer Johan Deckmyn: Ik vervolg mijn citaat: "Hij stelt zich vragen bij het dubbele lidmaatschap van de clubs, van de Belgische bond en federatie, en wil dat de Brusselse clubs worden verplicht voor de Vlaamse of Waalse federatie te kiezen."
Minister Daerden is veel doortastender en radicaler dan u, mijnheer de minister. U houdt het op constructies die men catalogiseert als een financiële truc.
Minister Bert Anciaux: Men kan soms heel radicaal zijn om niets te moeten doen. In de praktijk doet minister Daerden niets. Hij geeft geen euro ondersteuning aan de Franstalige voetballertjes.
De heer Johan Deckmyn: Op het vlak van de ondersteuning van het voetbal mag u niet enkel verwijzen naar het jeugdvoetbal. Een van de voornaamste redenen voor de oprichting van een Vlaamse voetballiga is het feit dat Vlaamse clubs een concurrentienadeel hebben ten aanzien van Waalse clubs omdat Wallonië, in tegenstelling tot Vlaanderen, het voetbal wel heeft ondersteund.
Minister Bert Anciaux: Dat geldt misschien voor Standard en Charleroi, maar bij al de andere is het noppes, nada.
De heer Johan Deckmyn: We zouden daar een mooie oplijsting van kunnen maken, maar daar komen we later zeker nog op terug.
Mijnheer de minister, de splitsing was van in het begin van deze legislatuur een van uw beleidsengagementen. U hebt zich geëngageerd om te onderhandelen over de splitsing van de overige sportbonden. Wat mij betreft, kunnen we hier onmogelijk spreken over een splitsing van de Belgische Voetbalbond, noch naar de geest noch naar de letter van het decreet. De voetbalbond zelf spreekt tegen dat het zou gaan over een splitsing, het zou veeleer over een reorganisatie gaan. Als u spreekt over een splitsing, dan moet u ook nagaan hoe andere federaties gesplitst zijn. Een splitsing zoals die van de voetbalbond heb ik in andere federaties niet gezien.
Mijnheer de minister, bent u van mening dat de stand van zaken volstaat om te spreken van een splitsing die beantwoordt aan de criteria van het decreet van 13 juli 2001?
Hebt u bijkomende garanties gekregen dat er wel degelijk iets zal veranderen op het terrein? Nu zetten we een financieel kanaal open voor gelddoorstroming naar de voetbalbond. De voorzitter van de voetbalbond zegt echter dat er niets verandert. De voetbalbond omschrijft deze reorganisatie letterlijk als een financiële truc. Bent u bereid uw beleid te baseren op dergelijke trucs?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Voor alle duidelijkheid, ik laat mijn beleid nooit baseren op trucs, dat laat ik aan anderen over.
We hebben in deze commissie altijd gezegd dat we niet opteren voor een splitsing, maar wel voor de oprichting van een Vlaamse Voetballiga. Dat is het uitgangspunt. Het enige criterium is de vraag of die Vlaamse Voetballiga tegemoetkomt aan het decreet.
Ik heb herhaaldelijk en uitvoerig contact opgenomen met de KBVB om hen te overtuigen en te stimuleren om hun werking te reorganiseren in een Vlaamse en een Waalse vleugel. Op 28 juni 2008 werd uiteindelijk een akkoord bereikt over de oprichting van een Vlaamse Voetballiga.
Tijdens zijn vergadering van 9 oktober 2008 besliste het uitvoerend comité van de KBVB om twee vzw's op te richten, een Nederlandstalige en een Franstalige. Inmiddels is de vzw Voetbalfederatie Vlaanderen een feit, een eerste voorwaarde die werd ingevuld om binnen Vlaanderen te voldoen aan het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding. Daarnaast keurde het uitvoerend comité van de KBVB vorige week de oprichting van deze Vlaamse liga goed.
Mijnheer Deckmyn, er zal inderdaad een afweging gebeuren op basis van het decreet op de sportfederaties. Intussen heeft de Vlaamse Voetbalfederatie op 1 december haar erkennings- en subsidiëringsaanvraag ingediend, samen met een zestigtal andere sportfederaties. Alle documenten die deel uitmaken van het erkennings- en subsidiëringsdossier, met daarbij onder meer het sportbeleidsplan voor de volgende olympiade, zullen, net zoals dat voor alle sportfederaties het geval is, grondig bestudeerd worden door mijn administratie.
Uit het advies dat ik van mijn administratie verwacht, moet dus blijken of er sprake is van conformiteit aan de spelregels van het decreet op de sportfederaties of niet. Pas wanneer wordt voldaan aan de garanties uit het decreet op het vlak van personeel en diploma's, werking in de verschillende provincies, organisatie van competities, vormingen, ondersteuning van de clubs enzovoort, zal ik overgaan tot de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse Voetbalfederatie met Vlaamse overheidsgelden.
Het erkennings- en subsidiëringsdossier is op 1 december ingediend door de vzw Voetbalfederatie Vlaanderen. Na grondig onderzoek van het dossier zal moeten blijken of de voorgestelde werking voldoet aan de bepalingen van het decreet op de sportfederaties. Ik zal nu dan ook geen oordeel vellen over de beslissing die moet worden genomen.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de minister, u zegt dat het engagement in deze commissie vanaf het begin was dat we niet gingen voor een splitsing. Het criterium was dat die voetbalbond moest beantwoorden aan het decreet. Nochtans is er in uw beleidsbrief sprake van "het onderhandelen over een splitsing van de resterende sportbonden". We kunnen discussiëren over wat nu precies een splitsing is. We hebben een splitsing wanneer een geheel in twee of meerdere delen uiteen valt.
Minister Bert Anciaux: Ik laat mijn beslissing ook niet afhangen van de al dan niet erkenning van de Zimbabwaanse voetbalfederatie. Dat is het buitenland.
De heer Johan Deckmyn: Ik ben blij dat u dit als buitenland catalogiseert. Ik hoop dat u ook in andere initiatieven bereid bent om zo ver te gaan.
Er zijn verschillende elementen die aantonen dat er geen sprake is van een splitsing van de voetbalbond zoals ook andere bonden zich hebben gesplitst. Het is het een of het ander. Ofwel bent u bereid te onderhandelen over de splitsing van de overige sportbonden, ofwel gaan we naar een hybride situatie die neerkomt op een financiële truc - en dat zijn de woorden van de voetbalbond. Op het terrein verandert er niets.
Mijnheer de minister, ik probeer uw argumentatie te volgen en te begrijpen waarom u dit omschrijft als een splitsing. Wanneer de voetbalbond zelf al zegt dat het gewoon gaat om een technische reorganisatie om ervoor te zorgen dat Vlaams geld naar de voetbalbond gaat en dat er verder niets verandert, dan kan ik me daar niet in vinden.
Minister Bert Anciaux: Laten we dit debat houden op het moment dat ik een beslissing heb genomen. Op dat moment kan worden beoordeeld of ik al dan niet een fout heb gemaakt. U kunt van mij nu niet verwachten dat ik een dossier dat pas is ingediend, zonder advies bespreek.
Met redenen omklede motie
De voorzitter: Door de heer Deckmyn werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.